Regeling vervallen per 01-01-2020

Bezwarende werkomstandigheden (Procedure- en vergoedingsregeling)

Geldend van 04-06-2013 t/m 31-12-2019

Intitulé

Bezwarende werkomstandigheden (Procedure- en vergoedingsregeling)

Bezwarende werkomstandigheden (Procedure- en vergoedingsregeling)

Procedure- en vergoedingsregeling bezwarende werkomstandigheden 2010 (Uitvoering artikel 3:1:1, lid 1 AVR)

  • Artikel 1 Algemene bepalingen

  • Artikel 2 Inventarisatie en vaststelling van bezwarende werkomstandigheden

  • Artikel 3 De vergoeding

  • Artikel 4

  • Artikel 5

  • Artikel 6

  • Artikel 7

  • Artikel 8

  • Artikel 9 Bezwaar

  • Artikel 10

  • Artikel 11

  • Artikel 12

  • Artikel 13 Overgangsbepalingen

  • Artikel 14 Slotbepallingen

  • Stappenplan

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • b

    leidinggevende: de ambtenaar die hiërarchisch leiding geeft aan een organisatieonderdeel. Dit kan een directeur, afdelingshoofd of teamleider zijn;

  • c

    functie: een geheel van bij elkaar passende taken, dat een logische samenhang heeft, evenwichtig geheel vormt en is afgeleid van de afdelingstypering en het organisatieschema. Er is voor de functie een typering opgesteld en vastgelegd in het functieboek.

  • d

    bezwarende werkomstandigheden: bezwarende werkomstandigheden is de soort en mate van bijzondere fysieke inspanningen die onvermijdelijk zijn verbonden aan de functie. De aard van de werksituaties gekoppeld aan de mate waarin dit voorkomt levert een bepaalde (meer of minder) bezwarende werkomstandigheden. Onder bezwarende omstandigheden verstaan we bij de gemeente Harderwijk: fysieke zware arbeid, inspannende houding en omgevingsinvloeden.

Per afdeling worden de voorkomende functies geïnventariseerd waarbij bezwarende werkomstandigheden aan de orde zijn.

De bezwarende werkomstandigheden worden vastgesteld volgens ‘het stappenplan bezwarende werkomstandigheden’.

Als uitgangspunt voor bezwarende werkzaamheden geldt de vastgestelde functietypering. Indien er binnen de groep ambtenaren met een zelfde functietypering een te grote differentiatie bestaat aan opgedragen werkzaamheden, wordt er een splitsing gemaakt naar vakgroepen of in sommige gevallen individuele ambtenaren.

De leidinggevende stelt met behulp van het ‘stappenplan bezwarende werkomstandigheden’ vast of er in een functie sprake is van bezwarende werkomstandigheden en in welke omvang dit dan is. Vervolgens wordt de score bepaald. De score wordt via de conversietabel vertaald in een vergoedingsbedrag.

De leidinggevende houdt hierbij rekening met de door het college vastgestelde zeven referentiefuncties.

De leidinggevende legt zijn bevindingen voor aan een adviseur van de afdeling P&O. De P & O adviseur stemt dit intern op de afdeling af.

Na overeenstemming tussen de leidinggevende en P & O adviseur wordt het vergoedingsbedrag vastgesteld.

De ambtenaar ontvangt hierover een besluit.

Vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden wordt afgeleid van het maximum salaris van salarisschaal 4, van de salaristabel van de gemeente Harderwijk.

Voor het toekennen van een vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden wordt een conversietabel opgesteld. De daarmee corresponderende vergoedingspercentages zijn gesteld op: 0%, 1%, 2% en 3%.

Uitgangspunt is een fulltime functie. Bij medewerkers die minder dan 36 uur werken wordt de toegekende vergoeding naar rato berekend.

De vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden is een bruto vergoeding en wordt maandelijks met de salarisbetaling uitgekeerd.

Wanneer de ambtenaar als gevolg van ziekte of andere omstandigheden zijn functie niet heeft kunnen vervullen, hiervoor geldt tenminste een aaneengesloten periode van 13 weken, dan zal de vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden worden verlaagd met het aantal ziektedagen naar rato.

Indien zich in een functiewijziging voordoet met een ander vergoedingspercentage voor bezwarende werkomstandigheden wordt de vergoeding aangepast aan de nieuwe situatie.

Jaarlijks bekijkt het afdelingshoofd, samen met de P&O adviseur of de toekenning van de vergoeding nog de juiste is. Zonodig wordt er een nieuw besluit hierover genomen.

Voor de ambtenaar die 60 jaar of ouder is en die gedurende de voorliggende 5 jaren in het genot is geweest van een vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden geldt dat deze vergoeding wordt gegarandeerd tot aan het bereiken van de leeftijd waarop de ambtenaar besluit zijn dienstverband met de gemeente te beëindigen wegens welke vorm van pensioen dan ook.

De ambtenaar kan, nadat hij het formele besluit over de bezwarende werkomstandigheden heeft ontvangen, een met redenen omkleed bezwaarschrift bij burgemeester en wethouders indienen.

De Bezwarencommissie Personeelsaangelegenheden heeft tot taak burgemeester en wethouders advies uit te brengen over de bij hen ingediende bezwaarschriften tegen besluiten over personele aangelegenheden.

De commissie bestaat uit drie personen en is als volgt samengesteld:

  • a

    een door de in het georganiseerd overleg vertegenwoordigde vakorganisaties aan te wijzen lid;

  • b

    een door het college aan te wijzen lid;

  • c

    een gezamenlijk door de onder a genoemde vakorganisaties en door het college aan te wijzen lid, tevens voorzitter.

Aan de commissie wordt een secretaris toegevoegd.

Bij de aanwijzing van de in het eerste lid genoemde leden en de in het tweede lid genoemde secretaris wordt tevens voor elk van hen een plaatsvervanger aangewezen.

De behandeling van het ingediende bezwaar vindt plaats conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.

Voor de ambtenaar die voor 1 juli 2010 recht had op een inconveniëntenvergoeding is de volgende overgangsregeling van toepassing:

  • a

    Indien de vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden met ingang van 1 juli 2010 op 1% lager is vastgesteld dan de inconveniëntenvergoeding voor 1 juli 2010, wordt het verschil in 2 x een half jaar afgebouwd.

  • b

    Indien de vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden met ingang van 1 juli 2010 op minstens 2% lager is vastgesteld dan de inconveniëntenvergoeding voor 1 juli 2010, wordt het verschil in 4 x een half jaar afgebouwd.

Voor de ambtenaar die voor 1 juli 2010 zes jaar of langer recht had op dezelfde inconveniëntenvergoeding is de volgende overgangsregeling van toepassing:

  • a

    Indien de vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden met ingang van 1 juli 2010 op 1% lager is vastgesteld dan de inconveniëntenvergoeding voor 1 juli 2010, wordt het verschil in 4 x een half jaar afgebouwd.

  • b

    Indien de vergoeding voor bezwarende werkomstandigheden met ingang van 1 juli 2010 op minstens 2% lager is vastgesteld dan de inconveniëntenvergoeding voor 1 juli 2010, wordt het verschil in 8 x een half jaar afgebouwd.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

In gevallen, waarin dit hoofdstuk niet, of niet naar redelijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige maatregelen.

Stappenplan voor het bepalen van de vergoeding voor Bezwarende Werkomstandigheden