Regeling vervallen per 01-01-2021

Nadere regels inzake het innemen van een ligplaats met een vaartuig in de gemeente Haren

Geldend van 19-01-2012 t/m 31-12-2020

Intitulé

Nadere regels inzake het innemen van een ligplaats met een vaartuig in de gemeente Haren

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren,

gelet op artikel 5:25, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Haren 2010;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende nadere regels inzake het innemen van een ligplaats met een vaartuig in de gemeente Haren.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van openbaar water in de gemeente Haren, bestemd om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c.

    ligplaatsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 5:25, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Haren 2010;

  • d.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een steiger en een loopplank en andere benodigdheden;

  • e.

    ligplaatsenkaart: kaart, waarop de plaatsen zijn aangegeven waar woonschepen ligplaats mogen hebben. Bij het vastleggen van ligplaatsen in een bestemmingsplan is het bestemmingsplan leidend voor de plaats waar woonschepen mogen liggen maar blijven overigens de voorschriften van de ligplaatsenkaart bindend.

  • f.

    gebruiksoppervlakte: de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het Bouwbesluit.

Artikel 2 Aangewezen ligplaatsen

Het college van burgemeester en wethouders wijst plaatsen aan waar woonschepen een ligplaats mogen hebben. Deze plaatsen worden aangegeven op een ligplaatsenkaart.

Artikel 3 Ligplaats vergunning

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop de aanvraag in behandeling is genomen.

  • 2 2. Een ligplaatsvergunning wordt afgewezen als:

    • a.

      voor de ligplaats al een vergunning is verleend;

    • b.

      de aanvrager niet een natuurlijk persoon is;

    • c.

      de aanvrager reeds een vergunning voor een andere ligplaats binnen de gemeente heeft;

    • d.

      het woonschip niet voldoet aan de eisen die op grond van de ligplaatsenkaart of het bestemmingsplan aan het woonschip worden gesteld;

    • e.

      het woonschip door de slechte staat van onderhoud afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

    • f.

      het woonschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water;

    • g.

      het woonschip niet past op de ligplaats, waarbij geldt dat aan beide kanten van het woonschip tenminste vijf meter ruimte moet overblijven ten opzichte van de omliggende vaartuigen;

    • h.

      de hoogte van het woonschip meer bedraagt dan 3,00 meter boven het waterpeil;

    • i.

      het woonschip niet voldoet aan eisen van veiligheid, milieuhygiëne en gezondheid waaronder de aanwezigheid van voorzieningen die aansluiting op het rioleringstelsel mogelijk maken;

    • j.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen twaalf weken na het indienen van de aanvraag met het in de aanvraag genoemde woonschip de plaats, waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;

    • k.

      het woonschip door een dusdanig aantal personen bewoond wordt of zal worden, dat per persoon een gebruiksoppervlakte van minder dan 12 m2 resteert;

    • l.

      de aanvraag niet in overeenstemming is met de vastgestelde regels op het gebied van bijbehorende voorzieningen

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders kan afwijken van het in lid 2 gestelde, indien het de maatvoering van een reeds eerder bewoond woonschip betreft.

  • 4 De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip, waaronder de naam en de maten.

  • 5 Burgemeester en wethouders kunnen een ligplaatsvergunning voor bepaalde termijn verlenen

  • 6 Aan een ligplaatsvergunning kunnen uitsluitend voorschriften worden verbonden die betrekking hebben op:

    • a.

      veiligheid, milieuhygiëne en volksgezondheid;

    • b.

      het aanzien van de gemeente;

    • c.

      het gebruik van de walkant;

    • d.

      de maximale diepgang van het schip;

    • e.

      de bij het woonschip toegestane voorzieningen.

  • 7 Bij verkoop van een woonschip schrijft het college van burgemeester en wethouders op verzoek van de vergunninghouder en de rechtsverkrijger de vergunning over op naam van de nieuwe eigenaar van de woonboot, mits wordt voldaan aan de bepalingen in deze regeling.

Artikel 4 Nadere regels

  • 1 Op de wal mogen geen tuinen aangelegd of schuurtjes gebouwd worden en of andere vormen van bebouwing.

  • 2 Voor het verbouwen of vervangen van een woonboot is een vergunning nodig.

  • 3 De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten aan het distributienet van de openbare waterleiding.

  • 4 De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten aan een openbaar riool.

Artikel 5 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1 Als wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2 Op een aanvraag voor wijziging van een ligplaatsvergunning zijn de bepalingen in artikel 31 de leden 1 tot en met 6 met uitzondering van lid 2, sub a, van toepassing.

Artikel 6 Intekken ligplaatsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een ligplaatsvergunning intrekken als:

  • a.

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • b.

    de werkelijke situatie niet meer overeenstemt met de gegevens in de ligplaatsvergunning;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • d.

    het woonschip na een verbouwing niet voldoet aan de maatvoeringseisen, die onderdeel uitmaken van de voorschriften als bedoeld in artikel 3 lid 2;

  • e.

    het woonschip door een dusdanig aantal personen bewoond wordt, dat per persoon een gebruiksoppervlakte van minder dan 12 m2 resteert;

  • f.

    het woonschip gedurende een periode van minimaal een jaar niet bewoond is;

  • g.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • h.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid, milieuhygiëne of gezondheid;

  • i.

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsenvergunning;

  • j.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder melding aan het college van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan twaalf aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • k.

    de in de vergunning opgenomen voorschriften niet zijn nagekomen.

Artikel 7 Nakomen aanwijzingen

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunninghouder aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

  • 2 De vergunninghouder is verplicht alle door of vanwege burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt en kan worden aangehaald als Ligplaatsenregeling woonschepen.

Ondertekening

Haren, 20 december 2011
Burgemeester en wethouders voornoemd.