Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR96809
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR96809/10
Regeling vervallen per 01-01-2021
Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011
Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2020
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2010;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
-
1 Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen die zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
-
2 Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 3 Vrijstellingen
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
-
1 De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt is vastgesteld.
-
2 In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
-
3 In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelasting is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.
-
4 De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
-
5 De belasting bedraagt 1,42 promille van de waarde.
Artikel 5 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van een aanslag geheven.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan negentig dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
2 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, indien er gebruik wordt gemaakt van automatische incasso, worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de forensenbelasting.
Artikel 11 Overgangsrecht
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelastingen 2010’ van 30 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
-
2 De datum van de heffing is 1 januari 2011, met dien verstande dat bij iedere verordening tot wijziging van deze verordening wordt bepaald met ingang van welke datum de in die verordening aangewezen wijzigingen bij de heffing moeten worden toegepast.
Artikel 13 Nieuw Artikel
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening forensenbelasting 2011'.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl