Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening tot regeling van de samenstelling, taak en werkwijze van een vertrouwenscommissie

Geldend van 28-10-2011 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening tot regeling van de samenstelling, taak en werkwijze van een vertrouwenscommissie

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,

gelezen het voorstel van de griffier d.d. 23 september 2011;

gelet op de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 november 2005, BK 2005-278431;

gelet op de Gemeentewet;

b e s l u i t :

I. in te stellen een vertrouwenscommissie in verband met de voorbereiding van de aanbeveling inzake de vervulling van de vacature van de burgemeester;

II. vast te stellen de 

VERORDENING TOT REGELING VAN DE SAMENSTELLING, TAAK EN WERKWIJZE VAN EEN VERTROUWENSCOMMISSIE

Artikel 1

De commissie heeft tot taak de aanbeveling aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor te bereiden in het kader van de procedure inzake de benoeming van de burgemeester.

Artikel 2

  • 1 De commissie vormt zich een oordeel over de kandidaten op basis van de door de Commissaris van de Koningin verstrekte namen en verdere gegevens van kandidaten en op basis van de informatie, ontleend aan het gesprek met door haar ontvangen kandidaten, zulks na weging van een en ander.

  • 2 De commissie wint noch mondeling noch schrif telijk inlicht ingen omtrent de kandidaten in bij derden.

  • 3 Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de prof ielschets, zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad.

  • 4 De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt schriftelijk een vertrouwelijk verslag uit aan de raad en aan de Commissaris van de Koningin. Zij doet het verslag vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten, in voorkeursvolgorde, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

Artikel 3

De commissie kan de Commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden gesteld om haar standpunt, beoordeling en de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Artikel 4

  • 1 De commissie bestaat uit acht leden, te benoemen door de gemeenteraad. Eén van deze acht leden is voorzitter zonder stemrecht.

  • 2 Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3 Aan de commissie worden twee adviseurs toegevoegd, de gemeentesecretaris en de loco-burgemeester.

  • 4 Adviseurs zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht.

  • 5 De griff ier is secretaris van de commissie en verleent, waar nodig, ambtelijke bi jstand. De griff ier is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

  • 6 Als plaatsvervangend secretaris van de commissie treedt de gemeentesecretaris op.

Artikel 5

  • 1 De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gebracht.

  • 2 Deze geheimhoudingsplicht geldt ook tegenover raadsleden die geen lid zijn van de commissie.

  • 3 Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na de ontbinding van de commissie.

  • 4 De leden 1 tot en met 3 van dit art ikel zijn van overeenkomstige toepassing op de gemeentesecretaris, de wethouder als genoemd in art ikel 4 en de griff ier.

Artikel 6

  • 1 De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk acht(en).

  • 2 De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 3 Van iedere vergadering wordt door de voorzitter tenminste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden en de adviseurs van de commissie.

  • 4 De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 5 Van het ter vergadering behandelde wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld.

Artikel 7

  • 1 De leden van de commissie met stemrecht, hebben allen een even zwaarwegende stem.

  • 2 De opvatt ingen, bedoeld in artikel 2, worden schriftelijk vastgelegd. Dit geschiedt bij meerderheid van stemmen.

  • 3 Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de raad vermeld.

Artikel 8

  • 1 De voorzitter van de commissie treedt naar buiten op als contactpersoon.

  • 2 Alle stukken voor de commissie worden aan de griff ie gericht en door hem bewaard.

  • 3 Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door griffier verzonden.

Artikel 9

  • 1 De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2 De plaats en het tijdst ip voor een gesprek worden zodanig gekozen dat voorkomen wordt dat kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens het onderhoud met de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 10

  • 1 De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag die volgt op die waarop aan het gemeentebestuur is bekendgemaakt dat in de vacature is voorzien.

  • 2 De voorzitter en de griffier van de commissie dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde t ijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit art ikel.

  • 3 Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging volgens artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de op grond van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4 De originele bescheiden die de commissie heef t ontvangen van de Commissaris van de Koningin of van kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5 Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 27 oktober 2011.
De raad voornoemd,
O.E. de Vries, wnd. griffier
E. Fennema, voorzitter