Regeling vervallen per 01-01-2020

Sociaal Statuut gemeente Heemskerk 2012

Geldend van 24-02-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Sociaal Statuut gemeente Heemskerk 2012

1 Algemene bepalingen

1.1 Definities

In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:

AVR: de Arbeidsvoorwaardenregeling Heemskerk

ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de AVR, alsmede de werknemer met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten;

werkgever: het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk c.q de namens hem gemandateerde;

organisatiewijziging: een (belangrijke) 1 inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een (belangrijke) wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt;

privatisering: organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;

publiekrechtelijke taakoverheveling: organisatiewijziging die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;

personele gevolgen: gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaren;

salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende schaal als bedoeld in artikel 3:1 van de AVR;

salarisperspectief: de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken;

bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;

toelage: de toelage waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de Bezoldigingsverordening van de gemeente Heemskerk;

functie: het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving verricht;

ongewijzigde functie: een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;

passende functie: een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen 2 ;

geschikte functie: een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;

persoonsgebonden toelage: een toelage volgens de bepalingen in de AVR die aan de ambtenaar persoonlijk is toegekend;

functiegebonden toelage: een toelage volgens de bepalingen in de AVR die aan de functie is gekoppeld;

georganiseerd overleg: de commissie voor georganiseerd overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de AVR;

ondernemingsraad: de ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden;

sociaal plan: nadere afspraken, aanvullend op dit sociaal statuut, met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging, waarin niet wordt voorzien.

1.2 Werkingssfeer

Dit sociaal statuut is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling. noch in die situaties waarbij sprake is van een bij formele wet opgelegde gemeenteoverschrijdende organisatiewijziging zoals regionalisering van bepaalde diensten. Indien genoemde situaties zich voordoen, geldt een apart sociaal statuut dat voor die gelegenheid is/wordt opgesteld.

1.3 Samenloop met de AVR

Indien in hoofdstuk 10d van de AVR of in een sociaal plan ruimere afspraken zijn opgenomen gelden deze ruimere afspraken in plaats van de bepalingen van dit sociaal statuut.

1.4 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging

Het werkgever is bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van

  • 1.

    de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    de aanstelling, overplaatsing en ontslag van ambtenaren, tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is bepaald.

2 Procedurele bepalingen

2.1 Onderzoek naar organisatiewijziging

  • 1. Als de werkgever voornemens is de mogelijkheid en wenselijkheid van een organisatiewijzi¬ging te onderzoeken, worden de ondernemingsraad, het georganiseerd overleg en de betrokken ambtenaren hier in een vroeg stadium van op de hoogte gesteld.

  • 2. Het tijdstip van kennisgeving is dusdanig, dat de ondernemingsraad zijn mening over het onderzoek kenbaar kan maken.

  • 3. De ondernemingsraad, het georganiseerd overleg en de betrokken ambtenaren worden zo veel mogelijk betrokken bij de uitvoering van het onderzoek. Bovendien worden zij tussentijds op de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek.

  • 4. De schriftelijke eindrapportage van het onderzoek wordt ter kennisneming toegezonden aan de ondernemingsraad en het georganiseerd overleg.

2.2 Extern advies

Indien de werkgever voornemens is om over de wenselijkheid van de organisatiewijziging extern advies te vragen, wordt de ondernemingsraad om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.

2.3 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen

  • 1. Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, wordt in het georganiseerd overleg beraad gevoerd over de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen.

  • 2. Als het georganiseerd overleg van mening is dat de organisatiewijziging zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Over dit sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming worden bereikt.

  • 3. De leden van het georganiseerd overleg kunnen tussentijds bijeen worden geroepen dan wel schriftelijk worden geraadpleegd, wanneer de omstandigheden een versnelde procedure vereisen.

2.4 Advies ondernemingsraad over organisatiewijziging

  • 1. Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, wordt de ondernemingsraad schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 2. De adviesaanvraag bevat een heldere omschrijving van het voorgenomen besluit, de beweegredenen van het besluit, de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen personele maatregelen.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

2.5 Taakverdeling tussen ondernemingsraad en georganiseerd overleg

Ten aanzien van de medezeggenschap van ambtenaren en vakcentrales geldt het algemene uitgangspunt dat onderwerpen die gedurende het proces van organisatiewijziging aan bod komen, primair door één orgaan worden behandeld.

Met de ondernemingsraad wordt overleg gevoerd en advies ingewonnen conform artikel 25 van de WOR waarbij primair als invalshoek geldt de gevolgen voor (de werkzaamheden van) het personeel met onderwerpen als:

  • -

    de organisatiestructuur;

  • -

    de wijziging van functies;

  • -

    de managementstructuur.

In het georganiseerd overleg wordt overleg gevoerd over de rechtspositionele aspecten met onderwerpen als:

  • -

    de gevolgen voor de werkgelegenheid;

  • -

    de (her)plaatsingprocedure en de samenstelling van de plaatsingcommissie indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:1;

  • -

    de gevolgen voor rechtspositie/arbeidsvoorwaarden van de betrokken ambtenaren.

2.6 Kennisgeving en uitvoering besluit

  • 1. Als er een definitief besluit is genomen tot wijziging van de organisatie, wordt dit besluit zo spoedig mogelijk meegedeeld aan het georganiseerd overleg, de ondernemingsraad en de betrokken ambtenaren. Daarbij wordt tevens ingegaan op de personele gevolgen van het besluit.

  • 2. Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de ondernemingsraad, zal deze afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging wordt in dit geval uitgesteld tot op zijn vroegst een maand nadat de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld, conform artikel 25, zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden.

3 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij interne organisatiewijziging

3.1 Werkingssfeer hoofdstuk

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op interne organisatiewijzigingen, niet zijnde privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.

3.2 Werkgelegenheid bij interne organisatiewijziging

De werkgever hanteert als uitgangspunt dat gedwongen ontslagen zo mogelijk dienen te worden voorkomen. De werkgever zal zich inspannen om binnen de speelruimte die het sociaal statuut biedt te zoeken naar alternatieve oplossingen.

3.3 Voorkeursvolgorde bij (her)plaatsing

  • 1. De werkgever hanteert, bij het nemen van besluiten ten aanzien van de ambtenaren die betrokken zijn bij de organisatiewijziging, de volgende voorkeursvolgorde:

    • 1.

      de ambtenaar blijft zijn eigen, ongewijzigde functie vervullen;

    • 2.

      de ambtenaar wordt geplaatst in een passende functie binnen de gemeentelijke organisatie;

    • 3.

      de ambtenaar wordt geplaatst in een geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie.

  • 2. (Her)plaatsingsbesluiten als bedoeld in het eerste lid onder b en c worden genomen met inachtneming van de herplaatsingsprocedure, zoals beschreven in hoofdstuk 4.

3.4 Uitgangspunten (her)plaatsing

  • 1. Bij het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, wordt met de volgende gegevens rekening gehouden:

    • a.

      de geschiktheid van de ambtenaar voor een functie, zoals die blijkt uit opleidings- en ervaringsgegevens, beoordelingsgesprekken, eventuele geschiktheidonderzoeken en de persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar.

    • b.

      de voorkeur van de ambtenaar voor bepaalde functies;

    • c.

      de diensttijd van de ambtenaar bij de gemeente Heemskerk;

    • d.

      de leeftijd van de ambtenaar;

    • e.

      het type dienstverband van de ambtenaar.

  • 2. De ambtenaar is verplicht om mee te werken aan gesprekken en geschiktheidonderzoeken die nodig zijn voor het verzamelen van gegevens als genoemd in het eerste lid onder a. De kosten zijn voor rekening van de werkgever.

  • 3. Als – bij boventalligheid voor een functie – van meer ambtenaren het type dienstverband gelijk is en als zij voor de betreffende functie gelijk geschikt zijn, wordt een (herplaatsing)volgorde gehanteerd die gebaseerd is op het afspiegelingsbeginsel in combinatie met anciënniteit, waarbij rekening wordt gehouden met nader vast te stellen leeftijdscategorieën.

3.5 Belangstellingsregistratie

Voordat (her)plaatsingsbesluiten als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid onder b en c, worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor maximaal drie functies kenbaar te maken.

3.6 Geen passende dan wel geschikte functie

  • 1. Indien de werkgever er niet in slaagt de ambtenaar een passende dan wel geschikte functie aan te bieden binnen de gemeentelijke organisatie, zullen de werkgever en de ambtenaar zich inspannen om gezamenlijk een structurele oplossing te vinden.

    Onderdeel van deze oplossing kan zijn:

    • -

      bijscholing en omscholing;

    • -

      tijdelijke tewerkstelling binnen de gemeentelijke organisatie, al dan niet bovenformatief;

    • -

      een passende dan wel geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, die na de (her)plaatsingsprocedure is ontstaan;

    • -

      tijdelijke detachering naar een externe organisatie;

    • -

      outplacementbegeleiding;

    • -

      een passende dan wel geschikte functie buiten de gemeentelijke organisatie;

    • -

      flankerende maatregelen.

  • 2. De kosten van bijscholing, omscholing en outplacementbegeleiding zijn voor rekening van de werkgever.

  • 3. Indien de werkgever na zorgvuldig onderzoek constateert dat geen structurele oplossing als bedoeld in het eerste lid kan worden gevonden, zal de ambtenaar eervol ontslag wegens reorganisatie worden verleend, als bedoeld in artikel 8:4 van de AVR. De bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringsregeling van de AVR, hoofdstuk 10a, is van toepassing, indien recht bestaat op een uitkering krachtens de WW.

  • 4. Indien na maximaal vierentwintig maanden is gebleken dat geen structurele oplossing als bedoeld in het eerste lid kan worden gevonden, zal de ambtenaar eervol ontslag wegens reorganisatie worden verleend, als bedoeld in artikel 8:4 van de AVR

3.7 Verplichting ambtenaar

  • 1. De ambtenaar is verplicht, onverminderd het recht op bezwaar en beroep, een passende functie die hem met inachtneming van de (her)plaatsingsprocedure is toegewezen, te aanvaarden.

  • 2. Wanneer de ambtenaar na herhaald en zorgvuldig overleg weigerachtig is ten aanzien van aanvaarding van een passende functie of niet meewerkt aan het vinden van een oplossing als bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, kan het werkgever overgaan tot ontslag. Daarbij kan het werkgever melding maken bij de instelling die de Werkloosheidswet uitvoert, dat de betreffende ambtenaar weigert een passende functie te aanvaarden of niet meewerkt aan het vinden van een oplossing als bedoeld in artikel 3:6 eerste lid.

3.8 Salarisgarantie

De ambtenaar die wordt geplaatst in een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie.

3.9 Functiegebonden toelagen

  • 1. Voor de ambtenaar die wordt geplaatst in een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie vervallen de functiegebonden toelagen.

  • 2. Aan de ambtenaar, wiens bezoldiging als gevolg van het vervallen van de functiegebonden toelagen een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende compensatie toegekend indien:

    • a.

      de blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging;

    • b.

      de ambtenaar deze toelagen gedurende ten minste twee jaren zonder onderbreking (niet langer dan twee maanden) heeft genoten.

  • 3. Deze compensatie kent het volgende verloop:

    • -

      het eerste halfjaar na de plaatsing ontvangt de ambtenaar 100% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

    • -

      het tweede halfjaar na de plaatsing ontvangt de ambtenaar 75% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

    • -

      het derde halfjaar na de plaatsing ontvangt de ambtenaar 50% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

    • -

      het vierde halfjaar na de plaatsing ontvangt de ambtenaar 25% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt aan de ambtenaar van zestig jaar of ouder wiens bezoldiging, buiten zijn toedoen als gevolg van het vervallen van de toelage een verlaging ondergaat, een garantie toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage direct voorafgaande aan het tijdstip van de beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 5. De in het derde lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van zestig jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende ten minste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking de toelage - als bedoeld in het eerste lid – heeft genoten, over in een garantie toelage als bedoeld in het vorige lid.

3.10 Persoonsgebonden toelagen

De ambtenaar die wordt geplaatst in een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelage. Indien aan de functie een hoger salarisperspectief is verbonden wordt de persoonsgebonden toeslag in het nieuwe salaris geïncorporeerd.

3.11 Studiefaciliteiten

  • 1. De ambtenaar die wordt geplaatst in een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt de faciliteiten die hem in verband met het volgen van een studie zijn toegekend, indien hij deze voortzet.

  • 2. De ambtenaar die wordt geplaatst in een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie en die in overleg met zijn nieuwe leidinggevende besluit te stoppen met zijn studie, wordt ontheven van terugbetalingsverplichtingen, indien deze is opgelegd.

3.12 Aanvullende scholing

De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is geplaatst in een passende dan wel geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De kosten van de scholing komen voor rekening van de werkgever.

3.13 Functie buiten de gemeentelijke organisatie

  • 1. Indien de ambtenaar, waarvoor in de plaatsingsprocedure geen passende dan wel geschikte functie is gevonden, een functie accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, wordt hem eervol ontslag verleend.

  • 2. De ambtenaar die overeenkomstig het eerste lid ontslag wordt verleend, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die verband houden met toegekende studiekosten, verhuiskostenregeling en betaald ouderschapsverlof.

  • 3. Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid een functie van ten minste een gelijke betrekkingsomvang accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, vult de werkgever het brutosalaris gedurende twee jaar aan tot het niveau van het brutosalaris dat de ambtenaar genoot direct voorafgaand aan het ontslag. Ten aanzien van de ambtenaar die een functie accepteert met een kleinere betrekkingsomvang geldt het vorenstaande naar rato.

  • 4. In het kader van flankerend beleid kan het werkgever in een voor de ambtenaar gunstige zin afwijken van de voorziening zoals omschreven in het derde lid.

3.14 Terugkeergarantie

  • 1. De ambtenaar die onder toepassing van artikel 5:3 een functie heeft aanvaard buiten de gemeentelijke organisatie heeft recht op terugkeer naar de gemeente Heemskerk in het geval er sprake is van niet-verwijtbare werkloosheid binnen een termijn van zes maanden na indiensttreding bij de nieuwe werkgever. De werkgever kan besluiten de betrokken ambtenaar geen passende dan wel geschikte functie aan te bieden doch hem - opnieuw- in aanmerking te laten komen voor externe mobiliteit.

  • 2. Bij herintreding wordt een eventueel genoten vertrekpremie als bedoeld in het derde lid van artikel 5:3 teruggevorderd. Tevens herleven eventueel kwijtgescholden terugbetalingsverplichtingen.

4 Plaatsingsprocedure

4.1 Plaatsingsprocedure

  • 1. Met inachtneming van de bepalingen van dit hoofdstuk kan het werkgever ter ondersteuning van de procedure een plaatsingsprotocol opstellen.

  • 2. Het werkgever kan een plaatsingscommissie in het leven roepen die bevoegd is te adviseren over de te nemen (her)plaatsingsbesluiten.

  • 3. Een plaatsingcommissie is samengesteld uit:

    • a.

      een lid aangewezen door het werkgever;

    • b.

      een lid aangewezen door de werknemersdelegatie(s) uit het GO;

    • c.

      een onafhankelijk extern lid, tevens voorzitter, aangewezen in onderling overleg tussen beide hiervoor genoemde leden;

    • d.

      aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd die door de gemeentesecretaris, wordt aangewezen. De ambtelijk secretaris kan zich administratief laten ondersteunen, is geen lid van de plaatsingcommissie en heeft geen stemrecht;

    • e.

      de vergaderingen van de plaatsingscommissie zijn besloten en hetgeen wordt besproken is vertrouwelijk.

4.2 Advies over (her)plaatsing

  • 1. De plaatsingscommissie verzamelt alle volgens haar benodigde gegevens en adviseert op basis van deze gegevens het werkgever over de (her)plaatsing van de betrokken ambtenaren.

  • 2. Het werkgever informeert de ambtenaar schriftelijk over het advies van de plaatsingscommissie over zijn (her)plaatsing, respectievelijk over het advies van de commissie hem vooralsnog geen passende dan wel geschikte functie aan te bieden.

4.3 Bedenkingen tegen voorstel

  • 1. Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen het advies van de commissie over zijn (her)plaatsing, respectievelijk tegen het advies van de commissie hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden, kan hij deze binnen veertien dagen schriftelijk indienen bij het werkgever.

  • 2. De ambtenaar kan verzoeken mondeling te worden gehoord door (een vertegenwoordiging van) het werkgever. De ambtenaar die hiertoe een verzoek indient, zal binnen veertien dagen worden gehoord. Het verslag van de hoorzitting wordt de ambtenaar toegezonden.

4.4 (Her)plaatsingsbesluiten

  • 1. Het werkgever neemt het besluit tot (her)plaatsing van de betrokken ambtenaar. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.

  • 2. De ambtenaar voor wie in de plaatsingsprocedure geen passende dan wel geschikte functie is gevonden, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van dit besluit in kennis gesteld. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.

  • 3. De ambtenaar kan bezwaar 4 en beroep aantekenen tegen de besluiten, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, conform de Algemene wet bestuursrecht.

5 Privatisering en taakoverheveling

5.1 Werkingssfeer hoofdstuk

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.

5.2 Werkgelegenheid

  • 1. De werkgever zal zich inspannen om ervoor te zorgen dat de werkgelegenheid van de bij de privatisering of overheveling van taken betrokken ambtenaren behouden blijft.

  • 2. De werkgever treedt met de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie in overleg over de overname van de ambtenaren van het desbetreffende organisatieonderdeel. Gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

  • 3. Voordat de werkgever een besluit neemt over de overgang van een ambtenaar naar de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, biedt hij de ambtenaar de gelegenheid om zijn belangstelling kenbaar te maken voor passende functies die op dat moment vacant zijn of op korte termijn vacant worden in de gemeentelijke organisatie. De ambtenaar wordt als interne kandidaat in de selectieprocedure betrokken.

5.3 Geen passende dan wel geschikte functie

  • 1. Indien de werkgever er niet in slaagt de ambtenaar onder te brengen bij de nieuwe werkgever dan wel een passende functie aan te bieden binnen de gemeentelijke organisatie, zullen de werkgever en de ambtenaar zich inspannen om gezamenlijk een structurele oplossing te vinden. Onderdeel van deze oplossing kan zijn:

    • -

      bijscholing en omscholing;

    • -

      tijdelijke tewerkstelling binnen de gemeentelijke organisatie, al dan niet bovenformatief;

    • -

      een na de plaatsingsprocedure vrijgekomen passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie;

    • -

      tijdelijke detachering naar een externe organisatie:

    • -

      outplacementbegeleiding;

    • -

      een passende dan wel geschikte functie buiten de gemeentelijke organisatie;

    • -

      flankerende maatregelen, die erop gericht zijn financiële nadelen van een mogelijke oplossing voor de ambtenaar weg te nemen.

  • 2. De kosten van bijscholing, omscholing en outplacementbegeleiding zijn voor rekening van de werkgever.

  • 3. Als een te herplaatsen ambtenaar, zonder gebruik te maken van de faciliteiten als bedoeld in het eerste lid, buiten de eigen organisatie een functie met eenzelfde dan wel een hoger salarisniveau accepteert, zal hiervoor - op het moment van ontslag - een eenmalige nettopremie worden uitgekeerd van 10% van de jaarbezoldiging.

    De premie bedraagt ten minste 10 % van het maximum van salarisniveau 6 en ten hoogste 10% van het maximum van salarisniveau 10 5 .

  • 4. Indien de werkgever na zorgvuldig onderzoek constateert dat geen structurele oplossing als bedoeld in het eerste lid kan worden gevonden, zal de ambtenaar eervol ontslag wegens reorganisatie worden verleend, als bedoeld in artikel 8:4 van de AVR. De bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringsregeling van de AVR, hoofdstuk 10a, is van toepassing, indien recht bestaat op een uitkering krachtens de WW.

5.4 Sociaal plan

  • 1. Als het georganiseerd overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de plaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure van het te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het georganiseerd overleg.

  • 2. Er worden geen definitieve besluiten genomen ten aanzien van ambtenaren voordat er overeenstemming is over het sociaal plan.

5.5 Rechtspositievergelijking

  • 1. Als de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.

  • 2. Als uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken waarbij het uitgangspunt is dat men er in zijn algemeenheid niet of nauwelijks op achteruit gaat.

  • 3. Het sociaal plan bevat in ieder geval de volgende garanties/afspraken:

    • a.

      netto-nettogarantie van het salaris op het moment van overgang, rekening houdend met onder andere de gevolgen van het gemis van de collectieve korting op de collectieve ziektekostenverzekering en het komen te vervallen van toelagen;

    • b.

      er worden afspraken gemaakt over de pensioenvoorziening;

    • c.

      er worden afspraken gemaakt over de termijn waarop de arbeidsplaats en standplaats worden gegarandeerd;

    • d.

      ambtenaren die een vaste aanstelling hebben, krijgen bij de nieuwe werkgever een vaste aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder proeftijd.

6 Slotbepalingen

6.1 Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin toepassing van het sociaal statuut zou leiden tot een onbillijke situatie voor een ambtenaar, kan het werkgever van het statuut afwijken in een voor de ambtenaar gunstige zin.

  • 2. In gevallen waarin het sociaal statuut niet voorziet, beslist het werkgever na de commissie voor georganiseerd overleg te hebben gehoord.

6.2 Artikel 6:2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Sociaal statuut gemeente Heemskerk 2012.

6.3 Inwerkingtreding

Dit sociaal statuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, zulks ter vervanging van het van rechtswege geëxpireerde Sociaal statuut gemeente Heemskerk 2006, zoalsvastgesteld op 20 juni 2006 nr. 2006/11444

6.4 Geldigheidsduur sociaal statuut

Vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de BenW vergadering d.d. 13 december 2011
burgemeester en wethouders van Heemskerk,
A. van de Velden
secretaris
J.R.A. Nawijn
burgemeester
Overeengekomen met het Georganiseerd Overleg d.d. 13 februari 2012 , namens deze:
J.P. Bromlewe, namens FNV
A.P. de Vries, namens CNV

Noot
1

Of er sprake is van een belangrijke organisatiewijziging wordt vastgesteld op het moment dat de bestuurder - in de zin van de WOR- deze aankondigt in het kader van het informatierecht (art. 31 en 31a).

Noot
2

Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal één niveau lager zijn dan de oude functie.

Noot
4

[1] Voor de behandeling van bezwaarschriften wordt de vaste bezwarencommissie (voor personele aangelegenheden) ingeschakeld.

Noot
5

Naar rato voor part-timers.