Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent drugs Beleidsregel handhaving Wet Damocles 2018-2

Geldend van 23-11-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent drugs Beleidsregel handhaving Wet Damocles 2018-2

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    Harddrugs: middelen als bedoeld in artikel 2 en lijst I van de Opiumwet.

  • -

    Softdrugs: middelen als bedoeld in artikel 3 en lijst II van de Opiumwet.

  • -

    Hennep: een verboden middel als bedoel in lijst II van de Opiumwet, te weten elk deel van de plant van het geslacht Cannabis, waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.

  • -

    Handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs – in al zijn verschijningsvormen -, dan wel het daartoe aanwezig zijn daarvan; onder verkoop wordt tevens verstaan het sluiten van een mondelinge overeenkomst tot koop en verkoop van drugs, waarbij de levering van drugs elders plaatsvindt.

  • -

    Handelshoeveelheid: meer dan vijf hennepplanten, meer dan 5 gram softdrugs of meer dan 0,5 gram harddrugs. Vijf hennepstekken worden geteld als één hennepplant.

  • -

    Lokalen en bijbehorende erven: alle al dan niet voor publiek opengestelde lokalen, zoals cafés, winkels, magazijnen, loodsen, schuren, bedrijfsruimten en daarbij behorende (bebouwing op de) erven.

  • -

    Woningen en bijbehorende (bebouwing op de) erven: een pand of complex van ruimten (zoals woonwagens, woonboten of woonketen) dat in hoofdzaak dient tot woning dan wel dienstbaar is aan het wonen en daarbij behorende erven. Hieronder valt zowel een koopwoning als een huurwoning. Het is de plaats waar een persoon zijn private huishoudelijke leven leidt. De daadwerkelijk aan het pand of complex van ruimten gegeven bestemming bepaalt niet zonder meer de uiterlijke kenmerken zoals de bouw en aanwezigheid van een bed en ander huisraad. Een tijdelijke afwezigheid van de bewoner leidt er niet toe dat de ruimte het karakter van woning verliest. Een voor bewoning bestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning kan aangemerkt worden als lokaal.

  • -

    Recidive: een herhaalde overtreding binnen een periode van 5 jaar na de laatste overtreding. Daarbij is niet relevant of de laatste een overtreding was op grond van artikel 2 of 3 Opiumwet.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing wanneer in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

Deze beleidsregel is tevens van toepassing wanneer in een woning of lokaal een kwekerij wordt aangetroffen die kennelijk bedoeld is of gebruikt is geweest om hennepplanten te kweken.

Artikel 3 Doel van de beleidsregel

Doel van deze beleidsregel is:

  • 1.

    te realiseren dat geconstateerde overtredingen van artikel 13b van de Opiumwet opgevolgd worden door een reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de aard en de ernst van de overtreding (proportionaliteit en subsidiariteit);

  • 2.

    te bewerkstelligen dat er door de gekozen maatregel een einde komt aan de verboden situatie;

  • 3.

    te bewerkstelligen dat door de gekozen maatregel het drugspand uit het drugscircuit wordt verwijderd, door de loop uit het drugspand te halen en de bekendheid als verkooppunt te verminderen;

  • 4.

    te bewerkstelligen dat herhaling van de overtreding wordt voorkomen;

  • 5.

    door het treffen van de gekozen maatregel de negatieve effecten van handel in en het gebruik van drugs zoveel mogelijk te beheersen;

  • 6.

    kenbaar te maken aan de burger welke maatregelen hij van de overheid kan verwachten na een overtreding van de Opiumwet;

  • 7.

    de handhavingscapaciteiten van politie, openbaar ministerie en gemeente op elkaar af te stemmen en complementair te laten zijn.

Artikel 4 Handhavingsmatrix

  • 1. Bij de toepassing van de bevoegdheid uit artikel 13b van de Opiumwet ten aanzien van lokalen en bijbehorende erven legt de burgemeester de bestuurlijke sanctie op zoals weergegeven in de handhavingsmatrix ‘Lokalen en bijbehorende erven’.

  • 2. Bij de toepassing van de bevoegdheid uit artikel 13b van de Opiumwet ten aanzien van woningen en bijbehorende erven legt de burgemeester de bestuurlijke sanctie op zoals weergegeven in de handhavingsmatrix ‘Woningen en bijbehorende erven’.

Lokalen en bijbehorende erven

Lijst I = harddrugs, Lijst II = softdrugs

Constatering

1e overtreding

2e overtreding (binnen 5 jaar na de 1e overtreding)

3e overtreding (binnen 5 jaar na de 2e overtreding)

Aanwezigheid van meer dan 5 gram drugs of > 5 t/m 20 planten (lijst II).

1 maand sluiten

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

Aanwezigheid van 21 of meer planten (lijst II).

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Aanwezigheid van meer dan 0,5 gram drugs of meer dan 5 ml GHB (lijst I)

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Woningen en bijbehorende erven

Lijst I = harddrugs, Lijst II = softdrugs

Constatering

1e overtreding

2e overtreding (binnen 5 jaar na de 1e overtreding)

3e overtreding (binnen 5 jaar na de 2e overtreding)

Aanwezigheid van meer dan 5 gram drugs of > 5 t/m 20 planten (lijst II)

Bestuurlijke waarschuwing

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

Aanwezigheid van 21 of meer planten (lijst II).

2 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Aanwezigheid van meer dan 0,5 gram drugs of meer dan 5 ml GHB (lijst I).

2 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Artikel 5 Handhaving bij recidive

  • 1. In geval van recidive telt voor de op te leggen maatregel de hoeveelheid aangetroffen drugs van de laatste constatering.

  • 2. Als op een adres reeds een hoeveelheid drugs is aangetroffen, dan geldt dat ook als recidive.

Artikel 6 Handhaving in combinatie met andere overtredingen en/of misdrijven

  • 1. Indien er sprake is van verzwarende omstandigheden, dan wordt er een bestuurlijke maatregel opgelegd die geldt voor recidive.

  • 2. De belangrijkste verzwarende omstandigheden als bedoeld in het eerste lid zijn: gewelds- of openbare orde delicten, verboden wapenbezit, betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit, het aantreffen van meerdere drugssoorten en indicaties voor daadwerkelijke handel zoals de aanwezigheid van verpakkingsmaterialen, grote som(men) geld of weegschalen.

Artikel 7 Toepassing last onder bestuursdwang

  • 1. Ter voorbereiding van een besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt conform artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht in beginsel het voornemen bekend gemaakt waartegen mondelinge of schriftelijke zienswijzen kunnen worden ingediend. Aan de overtreder wordt een termijn van 10 dagen gegeven om een zienswijze in te dienen.

  • 2. In de last onder bestuursdwang wordt in beginsel een termijn van 48 uur gegeven alvorens het pand feitelijk wordt gesloten.

  • 3. De kosten van bestuursdwang zijn voor rekening van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen en worden bij aparte beschikking vastgesteld.

Artikel 8 Overige consequenties

Het aantreffen van een handelshoeveelheid drugs kan binnen de bestaande mogelijkheden consequenties met zich meebrengen voor afgegeven vergunningen en/of uitkeringen. Een Drank- en Horecavergunning of een exploitatievergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening kan worden ingetrokken. Een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet kan worden ingetrokken dan wel worden gewijzigd.

Artikel 9 Handhaving bij huurwoningen

  • 1. Indien er een hennepkwekerij of een hoeveelheid drugs wordt aangetroffen in een verhuurde woning, dan wordt de verhuurder hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld.

  • 2. De verhuurder wordt in de gelegenheid gesteld binnen een redelijke termijn passende maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen en de openbare orde te herstellen en ontvangt een waarschuwing.

  • 3. Indien er geen of onvoldoende inspanningen worden verricht door de verhuurder, treedt de burgemeester op conform de handhavingstabel.

Artikel 10 Opheffing sluiting

  • 1. Een belanghebbende kan de burgemeester schriftelijk verzoeken ontheffing te verlenen van het verbod van artikel 2:41 van de APV om het gesloten pand te betreden of verzoeken de sluitingsduur te verminderen. De burgemeester honoreert dit verzoek alleen indien naar zijn oordeel de openbare orde, die door de aanwezigheid van de drugshandel ernstig is verstoord, dermate hersteld is dat voortzetting van de sluiting niet langer is vereist.

  • 2. De burgemeester zal de sluiting alleen opheffen indien vaststaat dat de (nieuwe) huurder of eigenaar van het pand niet betrokken is geweest bij de drugshandel.

  • 3. De burgemeester kan de sluiting opheffen indien door het treffen van concrete en door de gemeente verifieerbare maatregelen er op wordt toegezien dat herhaling van nieuwe overtredingen van de Opiumwet door de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs wordt voorkomen. Alleen een nieuwe huurder of gebruiker van het pand is daarvoor onvoldoende.

  • 4. Van opheffing van sluiting is geen sprake in geval van recidive of samenloop met andere strafbare feiten.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 23 november 2018.

Artikel 12 Overgangsrecht

De beleidsregel is van toepassing op drugsvondsten die worden gedaan vanaf de datum van de inwerkingtreding. Op drugsvondsten van voor die datum is de oude beleidsregel van toepassing, tenzij de nieuwe beleidsregel gunstiger is voor de overtreder.

Artikel 13 Intrekking oude beleidsregel

De “Beleidsregel handhaving Wet Damocles 2018” van januari 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel handhaving Wet Damocles 2018-2”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester

van de gemeente Heemskerk

de burgemeester,

Toelichting

Regionale ontwikkelingen

In januari 2018 is een nieuwe beleidsregel Wet Damocles vastgesteld waarin de opgedane ervaring uit de handhavingspraktijk van afgelopen jaren is opgenomen. De reden dat nu tien maanden later al een nieuwe beleidsregel wordt gepubliceerd is gelegen in het feit dat de burgemeesters van de IJmondgemeenten hebben besloten om gezamenlijk op te treden tegen illegale verkooppunten van drugs in woningen of lokalen. Daarmee wordt beoogd illegale drugsverkoop, drugshandel en overlast voor de buurt te verminderen, ter bescherming en herstel van de openbare orde. De beleidsregels zijn om die reden beter op elkaar afgestemd dan voorheen.

Hieronder volgt een algemene toelichting en een nadere toelichting op enkele artikelen in het bijzonder.

Probleemstelling

In Nederland is continu en veelvuldig sprake van drugshandel. Drugshandel wordt binnen gemeenten alleen gedoogd vanuit coffeeshops. Maar drugshandel vindt vaker illegaal plaats vanuit verkooppunten in woningen of lokalen.

De burgemeester beschikt sinds 2007 op grond van artikel 13b van de Opiumwet over een bestuursrechtelijk handhavingsinstrument, namelijk het opleggen van een last onder bestuursdwang ten aanzien van een woning of lokaal dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven, indien daar een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

Het Damoclesbeleid beschrijft hoe de burgemeester handhavingsbevoegdheden inzet tegen illegale verkooppunten van hard- en softdrugs in woningen en lokalen. De toepassing van dit beleid draagt wezenlijk bij aan het voorkomen van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden. De Opiumwet vormt de basis voor het optreden tegen het maken en verhandelen van drugs.

Drugsgebruik en drugshandel vormen een gevaar voor de volksgezondheid. Voor hennepkwekerijen geldt dat de inbreuk op de openbare orde nog heftiger is, dan slechts de aanwezigheid van (soft- of hard)drugs. Dit komt doordat de aanwezigheid van een hennepkwekerij voor gevaar van brand en andere vormen van overlast zorgt. Voor het kweken van hennepplanten is zeer veel stroom nodig. De stroom wordt vaak afgetapt en meestal wordt de bekabeling onvakkundig aangelegd en worden snoeren gebundeld waardoor de temperatuur te hoog oploopt. Bovendien is er aanvoer van water nodig. Daardoor bestaat een verhoogd risico op brand door kortsluiting en lekkage. Ook als de lampen te laag worden opgehangen of de planten te hoog groeien en de afstand tussen de planten en de lampen daardoor te klein wordt, wordt de kans op brand aanzienlijk. Aangezien hennepkwekerijen continu van stroom worden voorzien bestaat dit brandgevaar ook in de nachtelijke uren. Een brand slaat gemakkelijk en snel over naar de omliggende woningen. Met het aanleggen van een hennepkwekerij in een woning worden op die manier ook de buren aan (levens)gevaar blootgesteld.

Hennepplanten groeien bovendien het beste bij een constante temperatuur van 28 graden Celsius. In stilstaand water kan hierdoor legionella ontstaan. De schade die door het aanleggen van een hennepkwekerij aan woningen en/of lokalen wordt veroorzaakt, is bovendien vaak groot.

Verder is bekend dat criminelen die zich bezighouden met illegale hennepteelt en vervaardiging van andere drugs, onderling veel geweld gebruiken. Dit kan ook risico’s opleveren voor omwonenden en anderen.

De vondst van drugs of een kwekerij an sich is derhalve al een inbreuk op de openbare orde. Ook zonder dat er een loop van drugshandelaren en gebruikers naar het pand (bewezen) is, is optreden ter herstel van de openbare orde daarom gerechtvaardigd en noodzakelijk. Strafrechtelijke vervolging heeft niet per definitie tot gevolgd dat de openbare orde wordt hersteld. Ook herhaling kan hier niet altijd mee worden voorkomen.

Doel van het beleid is dan ook via het bestuurlijke proces de veiligheid en gezondheid in de ruimste betekenis van het woord te borgen en de openbare orde te herstellen. Ook de preventieve werking die van het voeren van een consistent beleid kan uitgaan is gericht op het borgen van de veiligheid en gezondheid van burgers.

Wettelijke sluitingsbevoegdheid

Op grond van artikel 13b van de Opiumwet kan de burgemeester bestuursdwang toepassen als in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Die bestuursdwang houdt in dat de burgemeester een lokaal of woning voor bepaalde tijd kan sluiten als daar drugs worden aangetroffen.

Jurisprudentie: handelshoeveelheid

Het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van softdrugs en harddrugs is verboden. Dat geldt ook voor het aantreffen van minder dan vijf hennepplanten, het aantreffen van een hoeveelheid minder dan 5 gram softdrugs en de aanwezigheid van minder dan 0,5 gram harddrugs, alleen wordt dat niet strafrechtelijk vervolgd en hiermee dus gedoogd.

Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat alleen al de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs voldoende basis vormt voor toepassing van artikel 13b van de Opiumwet. Het aantreffen van een handelshoeveelheid drugs duidt er volgens deze rechtspraak op dat deze aanwezig was om te worden verkocht, afgeleverd of verstrekt. Naast dat niet hoeft te worden aangetoond dat daadwerkelijk drugs is verkocht, afgeleverd of verstrekt, hoeft ook niet te worden aangetoond dat de handel, het gebruik en de aanwezigheid van drugs een nadelig effect hebben op de openbare orde. Dat betekent dat de handel niet met feiten en omstandigheden hoeft te worden vastgesteld als vaststaat dat er een handelshoeveelheid drugs aanwezig is.

Door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is wat betreft bestuurlijke handhaving uitgemaakt dat het aanwezig hebben of telen van vijf hennepplanten of minder kan worden beschouwd als een hoeveelheid voor eigen gebruik. In dat geval is het sluiten van een woning of lokaal in de regel niet op zijn plaats.

Gaat het om meer dan vijf hennepplanten, dan wordt er op voorhand van uitgegaan dat er sprake is van een handelshoeveelheid drugs. Sluiten van de woning of lokaal is dan in de regel mogelijk. Het is aan de overtreder om aannemelijk te maken dat het niet gaat om een handelshoeveelheid. De enkele bewering dat er sprake is van een hoeveelheid voor eigen gebruik is daartoe niet voldoende, zo volgt uit vaste jurisprudentie. Voor andere drugs dan hennep geldt dat bij de aanwezigheid van meer dan 5 gram softdrugs of meer dan 0,5 gram harddrugs of meer dan 5 ml GHB, 1 pil, bolletje of ampul in beginsel aannemelijk is dat die drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking. Bewijs van handel is daarvoor niet vereist.

Rechtszekerheid en uniformiteit

Een woning of lokaal kan derhalve worden gesloten wanneer een handelshoeveelheid drugs is aangetroffen.

De gemeente Heemskerk heeft veiligheid hoog in het vaandel staan. Drugsgebruik, -fabricage of -teelt, en -handel vormen een gevaar voor de gezondheid. De gemeente Heemskerk vindt het dan ook belangrijk om deze bevoegdheid te gebruiken wanneer dit voor het herstel van de openbare orde en het voorkomen van verdere aantasting van de woon- en/of leefomgeving nodig is. Bovendien kan het voeren van een consistent beleid preventieve werking hebben wat ook de veiligheid en gezondheid van burgers ten goede komt.

Om richting te geven aan de manier waarop met deze bevoegdheid zal worden omgegaan is deze beleidsregel vastgesteld. Het sluiten van een pand is een zeer ingrijpend middel, zeker wanneer het gaat om het sluiten van een woning. Hoewel niet verplicht is het wenselijk om daarover eerst duidelijkheid te bieden.

Regionale afspraken over hennepkwekerijen

Wat betreft de ontmanteling van kwekerijen is er voor gekozen deze te laten plaatsvinden op last van de politie.

Nadat een kwekerij is ontmanteld door de politie ontvangt de burgemeester een bestuurlijke melding van de politie en indien nodig een uitgebreide rapportage, zodat naast strafrechtelijke handhaving ook een bestuursrechtelijk traject kan worden ingezet.

Toelichting op de artikelen

Het bestuurlijke traject bestaat uit een reguliere bestuursdwangprocedure. De keuze voor een last onder bestuursdwang ten einde sluiting van woningen en lokalen te kunnen realiseren, wijkt af van de overkoepelende en algemenere “Beleidsnota Integrale Handhaving” waarbij primair is kozen voor een last onder dwangsom. Overtreders worden met een dwangsom gestimuleerd om zelf een einde te maken aan de overtredingen en de oude (legale) situatie te herstellen. Slechts onder bijzondere omstandigheden wordt volgens de beleidsnota gekozen voor een last onder bestuursdwang.

De last onder bestuursdwang is een herstelsanctie en heeft dus geen bestraffend karakter. Het uitgangspunt daarbij is het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding. Dit kan ook bereikt worden met een maatregel als bedoeld in artikel 10, derde lid van deze beleidsregel.

Aangezien het aantreffen van drugs in woningen en lokalen een ernstige verstoring van de openbare orde betekenen, deze openbare orde zo snel mogelijk moet worden hersteld en verdere aantasting van woon- en/of leefomgeving van burgers zo snel mogelijk dient te worden voorkomen, is bij het aantreffen van een hennepkwekerij en/of drugs de conclusie gerechtvaardigd dat de last onder dwangsom niet het juiste middel is om op te treden. Er zal daarom wat betreft de bestuurlijke handhaving van overtredingen van artikel 2 en 3 van de Opiumwet primair worden gewerkt met de last onder bestuursdwang, zodat ook de bedoeling was van de wetgever bij het invoeren van artikel 13b van de Opiumwet.

In spoedeisende situaties kan daar van worden afgeweken en wordt er geen last opgelegd maar volgt spoedeisende bestuursdwang. Daarvan is sprake indien er sprake is van een acute en ernstige verstoring van de openbare orde. In de regel zal spoedbestuursdwang niet vereist zijn om de woning te sluiten, aangezien het onmiddellijke brandgevaar is beëindigd met de ontmanteling van de kwekerij en dat soort spoedeisendheid in de regel bij andere drugsvondsten niet aanwezig is. Uitgangspunt is het opleggen van een last onder bestuursdwang volgens de reguliere procedure. In de vooraankondiging wordt aangegeven welke maatregel zal worden ingezet en hoe lang de woning of het lokaal eventueel zal worden gesloten. De overtreder krijgt de mogelijkheid om een mondelinge of schriftelijke zienswijze in te dienen. Daarna volgt het besluit. De feitelijke sluiting zal in de regel 48 uur na verzending van het besluit worden geëffectueerd. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan deze termijn hangende bezwaar en/of beroepsprocedures eventueel worden verlengd. In die tijd kunnen de bewoners persoonlijke spullen of (bederfelijke) winkelvoorraden uit het pand halen.

Is er sprake van gedupeerde medebewoners die niet wist of behoorde te weten dat er een hennepkwekerij in de woning was dan kan eventueel de feitelijke sluiting worden uitgesteld, om een redelijke termijn te bieden voor het zoeken van vervangende woonruimte. Als er minderjarige medebewoners zijn, zal van een redelijke termijn pas sprake zijn wanneer een maand de tijd wordt geboden voor het zoeken naar vervangende woonruimte.

Uitleg van de tabellen in de beleidsregel

Als er een hennepkwekerij wordt aangetroffen, dan wordt de tabel voor hennep gebruikt en niet de tabel voor softdrugs. Sluiten van een woning zal pas plaats vinden bij recidive, of als er 21 of meer planten of meer dan 0,5 gram harddrugs of meer dan 5 ml GHB worden aangetroffen. Afhankelijk van het aantal planten/grammen in combinatie met eventuele recidive volgt er een sluitingstermijn uit de tabel. Bij een combinatie met andere overtredingen en/of misdrijven wordt voor een sluitingstermijn gekozen die geldt voor recidive. In dat geval kan daarom ook direct tot sluiting worden overgegaan als er minder dan 21 planten of minder dan 0,5 gram harddrugs of minder dan 5 ml GHB worden gevonden.

Uiteraard zal de volledige situatie met alle feiten en omstandigheden moeten worden afgewogen. Indien toepassen van de beleidsregel leidt tot gevolgen die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met de te dienen doelen, dan wordt een minder zware maatregel ingezet, of wordt conform artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht de beleidsregel buiten toepassing gelaten.

Verhuurde panden

Wat betreft verhuurde huurwoningen, geldt dat een waarschuwing conform artikel 9 (in afwijking van de tabel) in sommige gevallen kan volstaan, mits aan de voorwaarden van artikel 9 wordt voldaan. Dat betekent dat de verhuurder voldoende maatregelen neemt om te voorkomen dat nogmaals een hennepkwekerij in zijn woning wordt aangelegd of drugs worden aangetroffen en dat aannemelijk wordt gemaakt dat de overtredingen, eventuele handel en eventuele overlast blijvend zijn beëindigd.

In geval van verhuur door een woningcorporatie of andere bedrijfsmatige verhuurder is een passende maatregel bijvoorbeeld het verbreken van het huurcontract. Wordt de huurovereenkomst doorgezet dan moet de verhuurder op een andere manier aannemelijk maken dat hij passende maatregelen heeft genomen.

Ook voor andersoortige verhuur kan het verbreken van het huurcontract een passende maatregel zijn.

In dit geval zal ook nog aannemelijk moeten worden gemaakt dat degene die particulier verhuurde de overtreding niet zelf voortzet (dus dat kans op herhaling nihil is). Een indicatie hiervoor kan zijn dat de particuliere verhuurder zelf aangifte heeft gedaan van de aanwezigheid van een kwekerij of drugs in zijn woning, naar aanleiding waarvan vervolgens de drugs zijn gevonden.

Voorkomen moet worden dat een particuliere verhuurder hennep teelt (of laat telen) of andere drugs vervaardigt (of laat vervaardigen) en door het verbreken van een huurcontract cart blanche krijgt om deze illegale bezigheden wellicht onder een nieuw huurcontract met een nieuwe stroman, voort te zetten.

Kostenverhaal

Voor toepassing van artikel 13b is niet vereist dat verhuurder/eigenaar verwijt valt te maken (overtreder is).

Voor het verhalen van de kosten van de uitvoering van de bestuursdwang is dat wel vereist. Kosten voor het toepassen van bestuursdwang worden verhaald op de eigenaar indien deze kan worden aangemerkt als overtreder in het bestuursrecht. Eigenaar van een pand dient zich te vergewissen van wat er in zijn pand afspeelt.

Feitelijke sluiting

Na feitelijke sluiting van een woning af ander pand wordt een persbericht uitgedaan om bekend te maken dat maatregelen zijn genomen ter herstel van de openbare orde en om bekendheid te geven een consistent beleid wordt gevoerd, wat de preventieve werking kan bevorderen. Ook wordt een aanplakbiljet bevestigd op de toegangsdeur en het pand wordt tevens verzegeld om aan de omgeving duidelijk te maken dat het pand niet mag worden betreden.