Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent subsidie voor het sociaal domein (Subsidieregeling Sociaal domein gemeente Heemskerk 2020)

1. Deze subsidieregeling is van toepassing op het verstrekken van subsidies die gericht zijn op het uitvoeren dan wel realiseren van het gemeentelijk beleid zoals vastgelegd in het Beleidsplan sociaal domein 2020-2023 ’Naast elkaar, met elkaar, voor elkaar’.

2. De raad kan subsidieplafonds vaststellen ten behoeve van eenmalige respectievelijk jaarlijkse subsidies.

1. Naast de bepalingen in de ASV zijn voorts de volgende algemene voorwaarden van toepassing op het verstreken van subsidies in het kader van deze subsidieregeling:

• a.

  Toegankelijkheid: Activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend moeten in beginsel voor alle inwoners van Heemskerk openstaan. Bij de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verstrekt, zorgt de subsidieontvanger ervoor dat iedereen voor wie de activiteit is bedoeld daadwerkelijk mee kan doen. Dat wil zeggen dat in ieder geval zoveel mogelijk sociale, fysieke of praktische belemmeringen worden weggenomen.

• b.

  Voldoende draagvlak en tegengaan versnippering: Subsidie wordt uitsluitend verleend voor activiteiten die een toegevoegde waarde hebben voor de gemeenschap in Heemskerk en niet leiden tot verdubbeling of versnippering (‘meer van hetzelfde’), zulks ter beoordeling door het college.

• c.

  Noodzakelijkheidscriterium: Subsidie wordt uitsluitend verleend als door de aanvrager wordt aangetoond dat deze noodzakelijk is om de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd te kunnen uitvoeren of realiseren. Indien de aanvrager naar het oordeel van het college over voldoende eigen middelen beschikt (of kan beschikken) om de beoogde activiteit(en) te kunnen uitvoeren, dan kan de subsidie op grond daarvan worden geweigerd.

• d.

  Eigen financiële bijdragen: De aanvrager moet aantonen in hoeverre eigen (organisatie)middelen, contributies, donaties, financiële bijdragen van deelnemers en/of bezoekers dan wel andere inkomsten worden ingezet voor de uitvoering of realisering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Uitgangspunt daarbij is dat zowel van de organisatie zelf als van leden, deelnemers en/of bezoekers een reële eigen bijdrage wordt gevraagd, zulks naar het oordeel van het college.

• e.

  Fondsenverwerving: De aanvrager moet in de aanvraag opgeven welke inspanningen zijn verricht voor het verwerven van financiering via sponsoring, particuliere- en/of goede doelen-fondsen, subsidieregelingen van andere overheden, crowdfunding etcetera, en welke resultaten dat (eventueel naar verwachting) oplevert.

• f.

  Geen dubbeling met bijdragen voor bewonersinitiatieven: Activiteiten waarvoor een bijdrage is toegekend in het kader van het ondersteuningsbeleid voor bewonersinitiatieven, komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van deze subsidieregeling.

2. Voorts kan het college aan het verstrekken van een subsidie de volgende verplichtingen verbinden:

• a.

  Samenwerking: Subsidie wordt verleend waarbij door de aanvrager op enigerlei wijze moet worden samengewerkt met andere partijen in het werkveld. Daarbij dient de aanvrager aan te geven met wie wordt samengewerkt en waaruit deze samenwerking bestaat.

• b.

  Mede mogelijk gemaakt door: Bij bepaalde gesubsidieerde activiteiten wordt de gemeente Heemskerk in communicatie-uitingen die betrekking hebben op die activiteiten, vermeld via naamsvermelding en/of het gebruik van het gemeentelogo.

• c.

  Laat je zien: Het college kan aan het verlenen van een subsidie de verplichting verbinden dat de organisatie zich presenteert aan een Heemskerks publiek, bijvoorbeeld via demo’s, clinics, publieke bijeenkomsten en dergelijke.

1. De (meer)jaarlijkse of eenmalige subsidie sociaal domein is bedoeld als bijdrage in de niet door andere inkomsten gedekte kosten van de betreffende activiteit(en) en wordt door het college beoordeeld en bepaald aan de hand van de door de aanvrager ingediende activiteitenbegroting.

2. De in activiteitenbegroting op te nemen kosten dienen direct verbonden te zijn aan de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Eventuele indirecte kosten mogen alleen in de activiteitenbegroting worden opgenomen indien en voor zover deze in redelijkheid toerekenbaar zijn aan de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zulks ter beoordeling van het college.

3. Voor eenmalige subsidies sociaal domein geldt dat:

• a.

  deze zijn bedoeld voor activiteiten met een incidenteel karakter dan wel voor activiteiten die als experiment, proeftuin of project zijn aan te duiden;

• b.

  deze worden verstrekt voor een termijn van maximaal twee jaar. Eenmalige subsidies kunnen maximaal één keer worden verlengd, mits de totale subsidieperiode de maximale termijn van twee jaar niet overschrijdt;

• c.

  de activiteit dient te worden uitgevoerd dan wel feitelijk te starten in het kalenderjaar waarin de subsidie wordt verstrekt.

1. Het aanvragen van een (meer)jaarlijkse of eenmalige subsidie sociaal domein dient plaats te vinden overeenkomstig de bepalingen in Hoofdstuk 4 van de ASV.

2. Bij de aanvraag moet, naast de in te dienen gegevens zoals bepaald in artikel 11, lid 2 en 3 van de ASV, tevens worden verstrekt:

• a.

  een opgave van het beoogde bereik van ofwel beoogd aantal unieke deelnemers aan de activiteit(en);

• b.

  een opgave van de organisatie(s) waarmee nauw wordt samengewerkt, met daarbij ook een nadere beschrijving van de aard van die samenwerking; en

• c.

  een opgave van de inspanningen die zijn of worden verricht voor het verwerven van financiering voor de activiteit via sponsoring, particuliere- en/of goede doelen-fondsen, subsidieregelingen van andere overheden, crowdfunding etcetera, en welke resultaten dat (eventueel naar verwachting) oplevert.

3. Bij de aanvraag van een eenmalige subsidie sociaal domein dient bovendien een nadere beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop:

• a.

  de te subsidiëren activiteit(en) worden geëvalueerd; en

• b.

  de met deze activiteit(en) ontwikkelde werkwijze en/of doelgroepen worden gecontinueerd dan wel geïntegreerd met het reguliere aanbod van de subsidieontvanger.

1. Indien door het toekennen van jaarlijkse subsidies sociaal domein vanuit een subsidiebudget waarvoor een subsidieplafond is vastgesteld, dat subsidieplafond dreigt te worden overschreden, past het college een zodanige generieke korting toe op de toe te kennen bedragen, dat overschrijding van het subsidieplafond wordt voorkomen.

2. Bij het toekennen van de jaarlijkse subsidies sociaal domein worden eerst de subsidies toegewezen aan organisaties die aanspraak maken op het overgangsrecht zoals bepaald in artikel 4.2 van deze regeling.

3. Voorts komen de voor het voorafgaande subsidiejaar verleende meerjarige subsidies voor subsidie in aanmerking.

4. Aansluitend worden de jaarlijkse subsidies verstrekt.

1. Het toekennen van eenmalige subsidies sociaal domein vindt uitsluitend plaats als hiervoor een afzonderlijk subsidiebudget in de gemeentebegroting is opgenomen, dan wel indien en voor zover het verstrekken van de eenmalige subsidie vanuit een subsidiebudget waarvoor een subsidieplafonds is vastgesteld, niet leidt tot overschrijding van dat subsidieplafond.

2. Het toekennen van eenmalige subsidies sociaal domein vanuit een subsidiebudget vindt plaats op volgorde van het tijdstip waarop de subsidieaanvraag via het webformulier op de gemeentelijke website is ingediend en voldoet aan alle vereisten in artikel 2.3.

1. Organisaties die in 2020 een subsidieaanvraag indienen voor het subsidiejaar 2021 en op grond van deze regeling geheel of gedeeltelijk geen recht hebben op subsidie, komen in aanmerking voor een afbouwregeling indien zij voor de subsidiejaren 2018, 2019 en 2020 een jaarlijkse subsidie hebben ontvangen.

2. Deze afbouwregeling ziet er als volgt uit:

• a.

  Organisaties zoals bedoeld in lid 1 kunnen in 2021 in aanmerking komen voor een zodanige bijdrage, dat de jaarlijkse subsidie niet lager uitvalt dan 80% van de jaarlijkse subsidie 2020;

• b.

  en kunnen in 2022 in aanmerking komen voor een zodanige bijdrage, dat de jaarlijkse subsidie niet lager uitvalt dan 50% van de jaarlijkse subsidie 2020;

• c.

  vanaf 2023 wordt geen afbouwbijdrage meer op basis van deze regeling verstrekt.

3. Organisaties zoals bedoeld in lid 1 die een jaarlijkse subsidie tot € 1000,- ontvangen (peildatum 1 januari 2020) dan wel voor wie de vermindering van de jaarlijkse subsidie minder is dan 20% van de totale uitgaven van de organisatie over het boekjaar 2019 worden geacht dat zij zelf de effecten op kunnen vangen en komen niet in aanmerking voor de afbouwregeling zoals opgenomen in lid 2.