Verordening dode gezelschapsdieren 2016

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

• -

  Houder: eigenaar, houder of hoeder van gezelschapsdieren;

• -

  Gezelschapsdieren: andere dieren dan eenhoevige dieren, runderen, schapen, geiten, varkens en pluimvee, welke niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere productie, en door de mens in of rond het huis worden gehouden en verzorgd;

Artikel 2 Verzamelplaatsen

Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan.

Artikel 3 Afgifte dode huisdieren

De houder is gehouden een overleden gezelschapsdier, uiterlijk op de eerste werkdag na de dag waarop het gezelschapsdier is overleden, af te geven bij een dierenarts of bij een verzamelplaats.

Artikel 4 Begraven bij de eigen woning

In afwijking van het bepaalde in artikel 3 is het toegestaan om een overleden gezelschapsdier te begraven bij de eigen woning, mits:

• -

  de woning eigendom is of de verhuurder toestemming heeft gegeven;

• -

  de grond niet behoort tot het publiek domein (parken en dergelijke);

• -

  het dier niet is gewikkeld in plastic materiaal;

• -

  het graf minimaal 60 cm diep is voor kleine en 75 cm diep is voor grote dieren;

• -

  het dier binnen 48 uur wordt begraven.

Artikel 5 Intrekking

De Verordening dode gezelschapsdieren 2011 wordt ingetrokken per 1 januari 2016.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening dode gezelschapsdieren 2016.