Regeling vervallen per 28-06-2020

Verordening op de monumentencommissie

Geldend van 27-05-1991 t/m 27-06-2020

Intitulé

Verordening op de monumentencommissie

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 mei 1991;

gelet op artikel 62, lid 2 van de Gemeentewet en artikel 1, lid 6 van de "Monumentenverordening Heerde 1991";

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de monumentencommissie.

Taakomschrijving

Artikel 1

De Monumentencommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op verzoek of eigener beweging van voorlichting en advies te dienen ter zake van de toepassing van de Monumentenverordening.

Artikel 2

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de Monumentencommissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, volkskundig of wetenschappelijk belang dan wel door overwegingen verband houdend "met de schoonheid

Samenstelling

Artikel 3

  • 1

    De Monumentencommissie bestaat uit:

    • a

      de door burgemeester en wethouders uit hun midden aan te wijzen voorzitter;

    • b

      een lid en een plaatsvervangend lid, door de gemeenteraad uit zijn midden aan te wijzen;

    • c

      een vertegenwoordiger van de Heerder Historische Vereniging;

    • d

      een lid met architectonische en/of historische kennis en interessen, bij voorkeur vanuit de plaatselijke bevolking;

    • e

      een vertegenwoordiger van het Gelders Genootschap.

  • 2

    De Monumentencommissie wordt bijgestaan door een door burgemeester en wethouders aangewezen gemeente-ambtenaar als secretaris, die over bouwkundig inzicht beschikt.

  • 3

    Door burgemeester en wethouders wordt een lid van hun college aangewezen, dat bij afwezigheid van de voorzitter deze zal vervangen.

  • 4

    Behoudens de onder 1b vermelde leden worden de leden en eventueel plaatsvervangende leden van de Monumentencommissie door burgemeester en wethouders benoemd.

Artikel 4

De zittingsduur van de raadsleden is gelijk aan die van de leden van de zittende raad. De overige leden worden benoemd voor de duur van vier jaar, met dien verstande dat het in artikel 3, lid 1, sub a vermelde lid van het college van burgemeester en wethouders in elk geval ophoudt lid van de Monumentencommissie te zijn op het moment dat hij/zij geen deel meer uitmaakt van dat college.

In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Bij benoeming in een tussentijdse vacature heeft de benoemde zitting tot het einde van de zittingsduur van degene in wiens plaats hij/zij is benoemd. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar.

Vergaderingen

Artikel 5

  • 1.

    De vergaderingen van de Monumentencommissie worden door de voorzitter belegd zo dikwijls hij dat nodig oordeelt, of indien hem dit door twee leden schriftelijk en met opgave van redenen wordt verzocht. In het laatstbedoelde geval wordt binnen een week na de kennisgeving een vergadering gehouden.

  • 2.

    Geen vergaderingen worden gehouden zo niet de voorzitter en tenminste de helft van de leden tegenwoordig zijn.

Artikel 6

De vergaderingen zijn openbaar, tenzij:

  • a.

    burgemeester en wethouders te kennen hebben gegeven dat bepaalde punten in een besloten vergadering aan de orde behoren te worden gesteld;

  • b.

    de voorzitter van de Monumentencommissie ten aanzien van punten die buiten de agenda om aan de orde komen, bepaalt dat deze in een besloten vergadering moeten worden behandeld.

    De agenda wordt gepubliceerd in een in de gemeente verschijnend nieuwsblad en op de gebruikelijke wijze.

Geheimhouding

Artikel 7

Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de inhoud van stukken, die aan de Monumentencommissie worden overgelegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.

Besluitvorming

Artikel 8

  • 1.

    In de vergadering van de Monumentencommissie hebben de voorzitter en ieder lid een stem. De Monumentencommissie besluit bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    De voorzitter en de leden onthouden zich van medestemmen over zaken die hen persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigden zijn betrokken.

  • 3.

    Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd.

  • 4.

    Indien bij het nemen van een besluit door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 5.

    Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter of indien deze zich van stemming moet onthouden, het lot.

  • 6.

    Het gevoelen van de minderheid wordt, indien dat wordt gewenst, in het advies vermeld.

Verslag

Artikel 9

De secretaris van de Monumentencommissie draagt er zorg voor dat van het verhandelde in een vergadering een kort verslag wordt gemaakt welk ter kennisneming wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders.

Raadplegen deskundigen

Artikel 10

De Monumentencommissie is bevoegd deskundigen te horen, met dien verstande dat de Monumentencommissie machtiging behoeft van burgemeester en wethouders indien aan het horen van deskundigen kosten voor de gemeente zijn verbonden.

Artikel 11

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord hebbende.

Slotbepaling

Artikel 12

Deze verordening die kan worden aangehaald als de "Verordening op de Monumentencommissie", treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is afgekondigd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 mei 1991,
De raad voornoemd.
, voorzitter , secretaris

Verordening op de monumentencommissie.pdf