Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 23-01-1989 t/m heden

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Modelverordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad der gemeente Heerde,

gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet,

gezien het voorstel van het college van .........

overwegende dat:

het college de zorg heeft voor:

  • a

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

  • b

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet tot de taak van de brandweer behoort;

    het college andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

    de brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

    de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

    de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

    het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

    besluit vast te stellen de: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    repressieve taken:

    • 1

      het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • 3

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

  • b

    preventieve taken:

    • 1

      het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

    • 3

      de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

    • 4

      de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Het college beschikt over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

  • 2

    andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:

    • a

      het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

    • b

      het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen;

Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

Het college legt de gemeenteraad eenmaal per 4 jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening). Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken.

Artikel 5 Regionale taken

Naast de in het artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen:

  • a

    de alarmering van de gemeentelijke brandweer;

  • b

    het aanschaffen van gemeenschappelijk materieel;

  • c

    het beschikbaarstellen van personeel en materieel ten behoeve van interregionale en interprovinciale bijstand zoals bedoeld in de artikelen 8 en 9 van de Brandweerwet 1985;

  • d

    het voorbereiden van de coördinatie bij rampenbestrijding en het bevorderen van uniforme gemeentelijke rampenplannen en waar nodig rampenbestrijdingsplannen;

  • e

    het voorbereiden van de organisatie voor het optreden van de brandweer in geval van oorlog, oorlogsgevaar, of andere buitengewone omstandigheden en het regelen van de operationele leiding bij de rampenbestrijding;

  • f

    het verzamelen en evalueren van gegevens ten behoeve van de waarschuwing en alarmering van de bevolking in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan;

  • g

    het waarschuwen van de bevolking doormiddel van een sirenenet, het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting;

  • h

    het adviseren inzake het totstandkomen van uniforme gemeentelijke verordeningen, regelingen en voorschriften;

  • i

    het coördineren van het onderhoud van het regionaal materieel;

  • j

    het adviseren inzake standaardisatie van materieel, apparatuur, materialen en uitrusting;

  • k

    het adviseren inzake een doelmatige bluswatervoorziening;

  • l

    het adviseren omtrent het instellen en instandhouden van doelmatige bedrijfsbrandweren;

  • m

    de organisatie voor het optreden ter bestrijding van branden, ongevallen en andere incidenten op de rivieren;

  • n

    het adviseren van de gemeentebesturen op het gebied van brandpreventie;

  • o

    het adviseren van de gemeentebesturen ter zake van voorbereidende maatregelen op het gebied van de bestrijding en beperking in bepaalde objecten;

  • p

    het adviseren van de gemeentebesturen over het aanschaffen van materiaal;

  • q

    het verzorgen van oefeningen met het oog op het optreden in groter verband;

  • r

    het verzorgen van opleidingen;

  • s

    de onderlinge bijstandverlening bij het beperken en bestrijden van brand en bij hulpverlening bij ongevallen en rampen;

  • t

    de regeling omtrent de feitelijke operationele leiding bij het optreden in groter verband;

Artikel 6 Personeel

Het personeel van de gemeentelijke brandweer met preventieve en/of repressieve taken bestaat uit:

  • a

    één beroepscommandant;

  • b

    één plaatsvervangend commandant en tenminste

  • c

    1 officier;

  • d

    6 onderofficieren;

  • e

    30 brandwachten;

  • f

    1,2 beroepspreventiefunctionarissen ;

  • g

    8 duikers;

  • h

    16 brandweerchauffeurs;

  • i

    8 gecertificeerde onderhoudsmedewerkers voor ademlucht en duik apparatuur;

Artikel 7 Opleiding en oefening

Het college draagt zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door het college vastgestelde instructies.

Artikel 9 Materieel

  • 1

    Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat ten minste uit:

    • a

      Twee tankautospuiten geschikt voor natuurbrandbestrijding;

    • b

      Een tankautospuit met standaard bepakking;

    • c

      Een hulpverleningsvoertuig met motorspuitaanhanger;

  • 2

    Het college bepaald de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Het college draagt zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Citeertitel en in werking treden

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening brandveiligheid en hulpverlening’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de verordening die kan worden aangehaald als “Organisatieverordening brandweer”, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 januari 1989.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

    De voorzitter, De secretaris,