Regeling vervallen per 01-01-2022

Algemeen beleidskader voor garanties van de gemeente Heerenveen

Geldend van 10-05-2014 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Algemeen beleidskader voor garanties van de gemeente Heerenveen

ALGEMEEN BELEIDSKADER VOOR GARANTIES VAN DE GEMEENTE HEERENVEEN

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 maart 2014;

gelet op de artikelen 160 en 169, 212 Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Wet financiering decentrale overheden (Fido),

BESLUIT:

vast te stellen het “Algemeen beleidskader voor garanties van de gemeente Heerenveen”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Garantie: een borgstelling van de gemeente ten aanzien van een organisatie bij een door haar aan te trekken geldlening ter financiering ten behoeve van een onroerende zaak.

  • 2.

    Aanvrager: de in artikel 2, lid 5 genoemde rechtspersoon, en ook geldnemer, die de gemeente verzoekt om borg te staan voor de betaling van rente en aflossing die de geldnemer aan de geldverstrekker verschuldigd is.

  • 3.

    Geldverstrekker: een kredietinstelling die aan een aanvrager of geldnemer een lening heeft verstrekt waarvan de gemeente de betaling van de rente en aflossing waarborgt.

  • 4.

    Geldnemer: een rechtspersoon naar burgerlijk recht ten behoeve waarvan de gemeente een borgstelling heeft verstrekt ten aanzien van de betaling van rente en aflossing indien deze in gebreke is.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Garanties kunnen uitsluitend worden verleend voor aankoop, bouw of verbouwing van onroerende zaken die: - een bijdrage leveren aan het gemeenschappelijk beleid en het openbaar belang van de gemeente Heerenveen en - voortvloeien uit een gemeentelijke publieke taak en onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn en - een relevant maatschappelijk doel en een publieke taak dienen.

  • 2.

    De garantie mag alleen gekoppeld zijn aan leningen met aflossing.

  • 3.

    Het garantiebedrag vermindert jaarlijks met een bedrag dat gelijk is aan het bedrag van de aflossing (of naar rato van het percentage waarvoor garant wordt gestaan), begrepen in de betaling van rente en aflossing in het betreffende jaar.

  • 4.

    De hoogte van de lening is lager dan de waarde van de zekerheden (onderpand) en mag geen langere looptijd hebben dan de levensduur van de zekerheden (onderpand).

  • 5.

    Garanties worden uitsluitend verleend aan organisaties met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die werkzaam zijn op het gebied van onderwijs, welzijn, sociale woningbouw, sport, recreatie, kunst, cultuur, sociale zekerheid, werkgelegenheid en volksgezondheid.

  • 6.

    Garanties worden uitsluitend verleend aan aanvragers die zonder winstoogmerk werkzaam zijn.

  • 7.

    Indien de gemeente een garantie verstrekt, strekt deze alleen tot zekerstelling aan de geldverstrekker van de betaling van rente en aflossing indien een geldnemer in gebreke is gebleven.

Artikel 3 Waarborgfondsen

  • 1.

    Indien er voor garantieverlening een beroep kan gedaan worden op een (nationaal) waarborgfonds, dan dient men de aanvraag in te dienen bij het desbetreffende fonds (Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Waarborgfonds Eigen Woning, Stichting Waarborgfonds Sport, Waarborgfonds voor de Zorgsector, Waarborgfonds Kinderopvang).

  • 2.

    Indien de aanvraag voor een garantie van een instelling door één van de in het eerste lid genoemde waarborgfondsen wordt afgewezen, neemt de gemeente dit besluit onverwijld over.

  • 3.

    Specifiek voor sport geldt dat er kan worden samengewerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport. De SWS biedt slechts een garantie van maximaal 50%. Zonder medewerking van de SWS wordt in beginsel geen garantie verstrekt door de gemeente. Door de gemeente wordt aansluiting gezocht bij de garantievoorwaarden van de SWS.

Artikel 4 Bevoegdheden met betrekking tot de garantieverlening

  • 1.

    Voor het verstrekken van een garantie is een besluit van het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk. Hierbij wordt de raad geïnformeerd.

  • 2.

    Indien de garantie ingrijpende (financiële) gevolgen kan hebben voor de gemeente neemt het college van burgemeester en wethouders geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college van burgemeester en wethouders heeft kunnen brengen.

  • 3.

    Ingrijpende financiële gevolgen betreffen in ieder geval bedragen groter dan € 100.000.

Artikel 5 Aanvraag tot garantieverlening en voorwaarden

De aanvrager die een verzoek tot garantieverlening bij de gemeente indient, moet hierbij het volgende in acht nemen:

  • 1.

    De aanvraag dient volledig en schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders ingediend te worden, voor het aangaan van verplichtingen met betrekking tot de gevraagde garantie.

  • 2.

    Voor elke aanvraag zal door het college van burgemeester en wethouders worden beoordeeld welke voorwaarden aan de aanvraag tot garantieverlening worden verbonden.

Artikel 6 Algemene verplichtingen

  • 1.

    De aanvrager is verplicht om de onroerende zaak waarvoor de garantie is verstrekt met al zijn toebehoren te verzekeren of verzekerd te houden tegen (brand- en storm) schade, verlies en diefstal en zodanige andere risico’s.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht de onroerende zaak waarvoor de garantie is verstrekt met al zijn toebehoren in behoorlijke staat te onderhouden en in stand te houden.

  • 3.

    De onroerende zaak waarvoor de garantie is verstrekt met al zijn toebehoren mag niet zonder schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders door de aanvrager van aard of bestemming worden veranderd, vervreemd, met andere hypotheken of andere zakelijke lasten hoe ook genaamd worden bezwaard, noch geheel of gedeeltelijk in verhuur of gebruik worden gegeven.

  • 4.

    De aanvrager dient een besluit tot statutenwijziging dan wel een besluit tot ontbinding of opheffing van de aanvrager ter goedkeuring aan het college van burgemeester en wethouders voor te leggen.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere verplichtingen aan de aanvrager opleggen.

Artikel 7 Financieel

De financiële positie en prognoses van de aanvrager moeten zodanig zijn dat rente en aflossing betaald kunnen worden. De prognoses van de bedrijfsvoering van de aanvrager moeten zijn gebaseerd op reële verwachtingen.

Artikel 8 Informatieverplichtingen

De aanvrager dient op eerste aanvraag van het college van burgemeester en wethouders alle verlangde inlichtingen te verstrekken en inzage te geven in alle boeken en bescheiden, waarvan burgemeester en wethouders inzage nodig achten voor de beoordeling van het financiële beheer van de aanvrager.

Artikel 9 Instemmingsverplichting

  • 1.

    De aanvrager dient expliciet akkoord te gaan met de gestelde garantieverplichtingen.

  • 2.

    Met de aanvrager zal hiertoe een garantieovereenkomst worden aangegaan waarin tevens de voorwaarden zijn bepaald.

Artikel 10 Kosten en vergoeding

  • 1.

    Alle kosten die voortvloeien uit de garantieverlening door de gemeente zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 2.

    Door het college van burgemeester en wethouders kan per aanvraag een marktconforme risicovergoeding in rekening worden gebracht in verband met het verlenen van de garantie.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit algemene beleidskader treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2014.

Artikel12. Citeertitel

Dit beleidskader wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam “Algemeen beleidskader voor garanties van de gemeente Heerenveen 2014”.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 14 april 2014.

De gemeentesecretaris,

De burgemeester,

mevrouw W.J.M.A. Jansen

de heer T.J. van der Zwan