Regeling vervallen per 30-03-2022

Verordening op de raadscommissies 2020

Geldend van 25-03-2020 t/m 29-03-2022

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2020

De raad van de gemeente Heerenveen

gelezen het voorstel van het presidium van 13 februari 2020;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de raadscommissies 2020

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: raadslid of niet-raadslid dat zitting heeft in een raadscommissie;

  • b.

    niet-raadslid: een persoon die voorkomt op de kandidatenlijst voor de laatst gehouden verkiezingen van de raad, die niet gekozen is tot raadslid en die door de betreffende raadsfractie wordt voorgedragen om zitting te nemen in een raadscommissie. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een niet-raadslid;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Algemene Zaken (AZ);

    • b.

      Ruimtelijke Ontwikkelingen en Milieu (ROM);

    • c.

      Samenlevingszaken (SAZA).

  • 2. De raadscommissie AZ adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      algemeen bestuur;

    • b.

      openbare orde en (integrale) veiligheid;

    • c.

      brandweer en rampenbestrijding;

    • d.

      algemeen financieel beleid;

    • e.

      lokale heffingen;

    • f.

      economische zaken;

    • g.

      bestuurlijke samenwerking, samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen;

    • h.

      verkiezingen;

    • i.

      voorlichting en communicatie;

    • j.

      APV en bijzondere wetten;

    • k.

      dienstverlening;

    • l.

      andere onderwerpen van algemene aard, voor zover niet behorend tot de taakstelling van een andere commissie.

  • 3. De raadscommissie ROM adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      ruimtelijke ontwikkelingen en ordening;

    • b.

      openbare ruimte: wegen, straten, pleinen, waterkering en afwatering;

    • c.

      natuurbescherming;

    • d.

      milieu: milieubeheer, afvalverwijdering en -verwerking, riolering en waterzuivering;

    • e.

      volkshuisvesting;

    • f.

      bouw- en woningtoezicht;

    • g.

      welstand;

    • h.

      monumentenzorg en archeologie;

    • i.

      gemeentelijke gebouwen;

    • j.

      agrarische zaken;

    • k.

      dorpsontwikkelingsplannen;

    • l.

      verkeersveiligheid;

    • m.

      openbaar vervoer, mobiliteit en bereikbaarheid;

    • n.

      toerisme en recreatie.

  • 4. De raadscommissie SAZA adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      onderwijs;

    • b.

      jeugd- en jongerenwerk;

    • c.

      ouderenbeleid;

    • d.

      vrijwilligersbeleid;

    • e.

      cultuur;

    • f.

      sport;

    • g.

      maatschappelijke dienstverlening;

    • h.

      volksgezondheid;

    • i.

      sociale voorzieningen;

    • j.

      sociale werkvoorziening;

    • k.

      integratie en inburgering.

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat bepaalt, de agendacommissie dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal drie leden per fractie naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad.

  • 2. De leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. De raad kan ten behoeve van elke fractie ten hoogste één niet-raadslid toelaten ongeacht het aantal commissies.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de raad ten behoeve van een fractie, die uit één of twee raadsleden bestaat ten hoogste twee niet-raadsleden toelaten.

  • 5. Iedere commissie bestaat voor tenminste de helft uit raadsleden.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1. De voorzitter kan door de raad uit zijn midden worden benoemd.

  • 2. De plaatsvervangend voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 3. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien niet meer wordt voldaan aan de in artikel 1, onder a. en b., gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid en de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier wijst voor iedere commissie een commissiegriffier aan.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de griffier aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9. Vergaderfrequentie

  • 1. De agendacommissie stelt de voorlopige agenda’s van de raadscommissies vast en bepaalt de dag en tijdstip van de vergaderingen.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10. Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste vijf dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11. De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep voor een ieder op de website van de gemeenteraad geplaatst. Indien na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad.

  • 2. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, liggen deze stukken in afwijking van het eerste lid, voor de commissieleden ter inzage op de daarvoor bestemde plaats of zijn te vinden op het besloten deel van de website.

Artikel 13. Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt aangekondigd op de website van de gemeenteraad.

  • 2. De openbare aankondiging vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeenteraad geplaatst.

Paragraaf 2. Orde van de vergadering

Artikel 14. Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 15. Bijwonen vergadering

Een lid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, kan zich laten vervangen door:

  • a.

    een ander lid van de raad die tot dezelfde fractie behoort;

  • b.

    een niet-raadslid als bedoeld in artikel 1 onder b juncto artikel 4 lid 3.

Artikel 16. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen het woord voeren in de commissievergadering.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffie. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De spreker voert het woord nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter bepaalt de spreektijd. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 5. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 17. Verslag

  • 1. Van de commissievergadering wordt door de commissiegriffier een besluitenlijst gemaakt, die wordt gepubliceerd op de website.

  • 2. De concept-besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de oproep.

  • 3. Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 4. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de raadscommissie te doen, indien die onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot wijziging dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 5. De besluitenlijst wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 18. Normen van het Heerenveense debat

  • 1. Technische vragen worden per e-mail gesteld.

  • 2. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist:

    • a.

      Eerste termijn:

      • -

        Per fractie stelt één lid vragen aan het college en andere leden;

    • b.

      Tweede termijn:

      • -

        De fracties voeren het politiek debat, proberen elkaar te overtuigen;

      • -

        Het college heeft geen tweede termijn en voert enkel het woord als de discussie nieuwe of onjuiste elementen voortbrengt of de commissie het college daartoe verzoekt.

  • 3. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter met een samenvatting afgesloten.

  • 4. Elke fractie mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5. De naleving van deze regels is de verantwoordelijkheid van de voorzitter en de leden.

Artikel 19. Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 20. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort wordt toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 21. Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 22. Beraadslaging en deelname door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

  • 3. De voorzitter kan voorstellen de behandeling voort te zetten volgens de regels van It Petear.

Artikel 23. Hoorzittingen

  • 1. De commissie kan ter uitvoering van haar taken een hoorzitting organiseren.

  • 2. Bij dat besluit wordt tevens bepaald:

    • a.

      het onderwerp;

    • b.

      de plaats waar die hoorzitting wordt gehouden;

    • c.

      het tijdstip waarop die hoorzitting wordt gehouden;

    • d.

      wie worden uitgenodigd om aan die hoorzitting deel te nemen.

  • 3. De voorzitter van de commissie draagt zorg voor de uitvoering van dit besluit.

Hoofdstuk 5. Besloten vergadering

Artikel 24. Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 25. Verslag

Het verslag van een besloten vergadering wordt geplaatst op het besloten deel van de website.

Artikel 26. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 27. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers

Artikel 28. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 29. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 30. Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 31. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 32. Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Op dat tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissies van de raad van de gemeente Heerenveen vastgesteld bij raadsbesluit van 20 oktober 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 februari 2020.

De griffier,

mevrouw L. Roest-Jonkers

De voorzitter,

de heer T.J. van der Zwan