Regeling vervallen per 06-01-2024

Speelautomatenhalverordening

Geldend van 07-02-2013 t/m 05-01-2024

Intitulé

Speelautomatenhalverordening

Nr.Bij12-488

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 december 2012;

Overwegende de gemeenteraad op 20 december 2011 een besluit heeft genomen waarbij het college van burgemeester en wethouders de opdracht is gegeven tot het opstellen van een beleidsnota speelautomatenhal en een speelautomatenhalverordening;

dat burgemeester en wethouders uitvoering hebben gegeven aan deze opdracht, verwoord in de Beleidsnota Speelautomatenhal en de Speelautomatenhalverordening;

dat op basis van en conform de spelregels van de gemeentelijke Inspraakverordening de beleidsnota en de verordening vanaf 12 september 2012 gedurende zes weken in concept voor een ieder ter inzage hebben gelegen;

dat binnen de termijn van terinzagelegging inspraakreacties zijn ontvangen van Bioscoopexploitatie J.M. Punt Heerhugowaard B.V. en Segesta Vastgoedbeheer;

dat deze inspraakreacties en de gemeentelijke beantwoording daarop zijn verwoord in het Eindverslag inspraakprocedure d.d. 29 oktober 2012;

dat de inspraakreacties inhoudelijk geen aanleiding hebben gegeven tot aanpassing van de onderhavige beleidsnota, doch wel heeft geleid tot een verduidelijking ten aanzien van het criterium van de maximum bruikbare vloeroppervlakte voor speelautomaten;

dat het voormelde eindverslag integraal is opgenomen in de Beleidsnota Speelautomatenhal;

gelet op de artikelen 108, 147 van de Gemeentewet en de gemeentelijke Inspraakverordening;

gelet op het advies van de commissie Stadsontwikkeling d.d. 08 januari 2013;

b e s l u i t:

  • a.

    de Beleidsnota Speelautomatenhal vast te stellen;

  • b.

    de Speelautomatenhalverordening vast te stellen;

  • c.

    de onder a. en b. vastgestelde beleidsnota en verordening in werking te laten tredenop 7 februari 2013;

d.kennis te nemen van de beleidsregels over de behandeling van de vergunningaanvragen;

Heerhugowaard, 22 januari 2013

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Speelautomatenhalverordening

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

  • c.

    speelautomaat: een toestel, als omschreven in artikel 30, onder a, van de wet, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30, onder b, van de wet, waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30, onder c, van de wet, die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    speelautomatenhal: een inrichting, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, van de wet, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van kansspelautomaten te beoefenen, indien het houden van een zodanige inrichting krachtens een vergunning van de burgemeester bij gemeentelijke verordening is toegestaan;

  • g.

    Exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    beheerder: de natuurlijke persoon of natuurlijke personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefenen in de speelautomatenhal;

  • i.

    openbare weg: weg conform de Wegenverkeerswet ‘94: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden en wat daaronder begrepen wordt.

Hoofdstuk 2 Verbodsbepaling en vergunningplicht

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning verlenen.

  • 3. De burgemeester kan vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal 120 kansspelautomaten, waaronder een minimum aantal meerspelers van 1 per 100 m2 vloeroppervlakte.

  • 4. Aan de vergunning verbindt de burgemeester in elk geval het voorschrift dat het de vergunninghouder verboden is personen toegang te verlenen tot die speelautomatenhal:

    • a.

      die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt;

    • b.

      waarvan niet op deugdelijke wijze is vastgesteld dat deze de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt.

  • 5. Het is verboden een speelautomatenhal voor het publiek geopend te hebben zonder dat tenminste één van de op de vergunning vermelde beheerders in de speelautomatenhal aanwezig is.

  • 6. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing

Artikel 3 Vergunningaanvraag

  • 1.

    De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, de oppervlakte van het bruikbare vloeroppervlak voor speelautomaten, evenals een opstellingsplan (plattegrond) waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welke aantallen kansspelautomaten (singleplayer en meerspeler) en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld, waar de leeftijdscontrole plaatsvindt en de toegangsbewijzen verstrekt worden;

    b.een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is of zal zijn over de ruimte te beschikken;

    c.een plan waarin de aanvrager van de vergunning aangeeft op welke wijze concreet gokverslaving zal worden voorkomen en bestreden;

    d.bescheiden waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid sub a van de wet gestelde eisen;

    e.een bewijsstuk waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid sub b van de wet gestelde eis;

    f.een verklaring omtrent het gedrag en een fotokopie van een geldig legitimatiebewijsvan de exploitant, dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens bij te voegen statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen) en de beheerder(s);

    g.een bewijs van lidmaatschap van de VAN Speelautomaten branche organisatie of een bewijs dat voldaan wordt aan delidmaatschapsvoorwaarden die door de VAN Speelautomaten branche organisatie gesteld worden;

    h.een bewijs, waaruit blijkt, dat de exploitant in de eerste periode van twaalf maanden van de exploitatie van de speelautomaten een DEKRA-keurcertificaat verkrijgt;

    i.een bewijs waaruit blijkt, dat Brijder Verslavingszorg voornemens is in de eerste periode van drie maanden na afgifte van de vergunning een convenant met exploitant af te sluiten;

2.de burgemeester stelt ten aanzien van de aanvraag, het indienen daarvan, de gegevens die daarbij overgelegd dienen te worden, de wijze van behandeling van de aanvraag en de toetsing daarvan aan de bepalingen van de verordening nadere regels.

3.Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in de voorgaande leden gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dat is meegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

4.Indien de aanvrager van de vergunning van de in het vorige lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvraag buiten behandeling stellen.

Artikel 4 Beslistermijn

1.De burgemeester beslist binnen twaalf weken na 18 maart 2013 op de aanvraag met bijbehorende bescheiden.

2.De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. Van zijn daartoe strekkend besluit doet de burgemeester voor het verstrijken van de onder a. genoemde termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

Artikel 5 Vergunning

1. De vergunning is persoonsgebonden.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden die opgenomen zijn in de Beleidsnota Speelautomatenhal. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal.

  • 4.

    De vergunning voor de speelautomatenhal is behoudens het bepaalde in art. 7 eerste lid, niet overdraagbaar.

5.De burgemeester verleent een vergunning voor een periode van vijf jaar met de mogelijkheid tot eenmalige verlenging met een periode van vijf jaar.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor een speelautomatenhal is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de bedrijfsleider(s) en beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek (onderbewindstelling);

    • e.

      de aanvrager(s) van de vergunning of de in de aanvraag vermelde bedrijfsleider(s) of beheerder(s) niet voldoen aan de krachtens artikel 30d vierde lid onder a en b van de wet gestelde eisen;

    • f.

      bij het indienen van de aanvraag één of meer van de in artikel 3 bedoelde gegevens niet voldoen aan de eisen die daaraan gesteld worden krachtens de door de burgemeester ingevolge artikel 3 tweede lid vastgestelde beleidsregels;

    • g.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder d.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1. Indien de overeenkomstig artikel 5 b in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant binnen twee weken nadat de beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren onder overlegging van de in artikel 3, onder d, e en f genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen twaalf weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder h.;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien niet binnen zes maanden na verlening van de vergunning wordt gestart met de exploitatie van een speelautomatenhal, dan wel indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1. Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Overige bepalingen

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de wet titel VA (speelautomaten) en de afgegeven vergunningen (aanwezigheidsvergunning speelautomaten en vergunning voor het houden van de inrichting) zijn belast de door de burgemeester aangewezen ambtenaren en personen.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Awb met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Speelautomatenhalverordening.

Ondertekening

- vastgesteld door de gemeenteraad op 22 januari 2013
- gepubliceerd op 29 januari 2013
- inwerkingtreding 7 februari 2013