Plaatsen gedenktekens

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Plaatsen gedenktekens

Inleiding

Steeds vaker worden gedenktekens langs de openbare weg opgericht ter herinnering aan dodelijke verkeersslachtoffer(s) en slachtoffers van zinloos geweld.

Het plaatsen van een gedenkteken kan van grote emotionele betekenis zijn voor de nabestaanden en een bijdrage leveren in de verwerking van het verlies.

Een gedenkteken kan echter ook overlast of hinder voor gebruikers van de openbare ruimte veroorzaken, tot onveilige verkeersituaties leiden of het beheer van de openbare ruimte belemmeren. Omdat de gemeente verantwoordelijk is voor het wegbeheer en voor het beheer van de openbare ruimte, is het gewenst om voor dit onderwerp richtlijnen te formuleren.

Op die manier kan een weloverwogen kader ontstaan rond gedenktekens, dat iedereen duidelijkheid verschaft over wat de gemeente wel en niet toestaat.

De beleidsregel dient tegemoet te komen aan de belangen van nabestaanden, omwonenden, weggebruikers en het algemeen belang.

Beleidslijn ministerie De minister van Verkeer en Waterstaat heeft na Kamervragen in augustus 2004 voor de rijkswegen de te volgen lijn vastgelegd ( zie haar brief aan de tweede kamer d.d. 30-08-2004).

Zij heeft daarbij de hoop uitgesproken dat andere wegbeheerders haar zullen volgen.

De lijn van de minister houdt kortweg het volgende in: 1) zoveel mogelijk toestemming verlenen; 2) een gedenkteken mag alleen daar geplaatst worden en bezocht worden

waar het de verkeersveiligheid niet in gevaar brengt 3) per gedenkteken bepalen hoe lang het mag blijven staan. 4) gedenktekens mogen geen belemmering opleveren voor werkzaamheden

aan de weg 5) de kosten voor het maken, het plaatsen en het onderhoud van het

gedenkteken zijn voor rekening van de nabestaanden.

Beleid gemeente Heerlen De punten van de minister zijn algemeen geformuleerd, maar bieden wel een goede basis bij de behandeling van verzoeken tot het plaatsen van monumenten in de openbare ruimte. Wij beseffen dat dit een onderwerp is dat niet “dichtgeregeld” moet worden, uit respect voor de eigen beleving die elke nabestaande heeft bij een dodelijk verkeersongeval.

In het belang van de verkeersveiligheid achten wij het echter wel nodig om de punten

van de minister verder uit te werken.

De plaatsing van de gedenktekens zal zal

Gelet op het geringe aantal dodelijke verkeersslachtoffers binnen onze gemeente zal het aantal gedenktekens naar verwachting beperkt blijven.

Artikel 1. Vergunning

.

Het plaatsen van gedenktekens toestaan middels een vergunning op basis van artikel 2.10 APV (“het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg”).

Om een aanvraag voor een vergunning goed te kunnen beoordelen is het van belang dat bij de aanvraag een foto en/of tekening wordt ingediend, vergezeld van een schets waarop de locatie staat aangegeven.

De vergunning wordt afgegeven voor een maximale aaneengesl o ten periode van 3 jaar.

Uitgangspunt hierbij is dat er geen leges in rekening worden gebracht voor de vergunning.

Artikel 2. Locatie.

Bij het verlenen van de vergunning is de verkeersveiligheid voor de weggebruikers en bezoekers van het gedenkteken van groot belang.

Het monument moet veilig te benaderen zijn door nabestaanden en belangstellenden.

Plaatsing op een viaduct, in een middenberm of op een vluchtheuvel wordt niet toegestaan, net als plaatsing aan bomen, verkeerstekens en lichtmasten of kasten van nutsbedrijven.

Artikel 3. Omvang en afmetingen.

Een gedenkteken moet in omvang, constructie en vormgeving een ingetogen karakter dragen.

Redenen hiervoor zijn de veiligheid (het gedenkteken mag niet afleiden van de rijtaak) en de welstand ( behoud van kwaliteit van het straatbeeld en het feit dat de openbare ruimte functies vervult die niet mogen worden beheerst door de dominante aanwezigheid van een rouwmonument).

In woonstraten worden uitsluitend gedenktegels met een maatvoering van 30x30x10 cm toegestaan die niet boven het maaiveld uitsteken. In wegbermen buiten de woon mag de maatvoering maximaal 50x50x50 cm zijn.

Artikel 4. Kosten van plaatsen en onderhoud.

Het plaatsen van een gedenkteken gebeurt op verzoek van een nabestaande.

De kosten voor het maken, het plaatsen en het onderhoud van het gedenkteken voor rekening van de .

Indien blijkt dat een gedenkteken niet wordt onderhouden, wordt door de

gemeente contact opgenomen met de om eventuele verwijdering te bespreken.

Artikel 5. (Tijdelijk) Verwijderen gedenkteken.

Het gedenkteken dient binnen twee maanden na het verstrijken van de vergunningperiode te worden verwijderd.

Het kan voorkomen dat de gemeente, in verband met onvoorziene ontwikkelingen in de openbare ruimte (bijv. reconstructies, kabel- en leiding-werkzaamheden) de vergunning (tijdelijk) wenst in te trekken.

De vergunninghouder wordt dan schriftelijk verzocht het gedenkteken (tijdelijk) te (laten) verwijderen.

Artikel 6. Aansprakelijkheid.

De gemeente zal geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de door haar afgegeven vergunning en het daarmee gepaard gaande gebruik van gemeente eigendom.

De gemeente zal dan ook geen aansprakelijkheid aanvaarden voor beschadiging en/of vernieling van het gedenkteken.

Artikel 7. Gedenktekens met tijdelijk karakter

.

Gedenktekens met een zeer tijdelijk karakter (bloemen, brieven, foto’s, knuffels) mogen , binnen een ruimte van 1X1 meter worden neergelegd op een manier dat de aandacht van de automobilist er niet teveel door wordt afgeleid

Artikel 8. Materiaalgebruik

.

Het gedenkteken mag geen gevaar opleverenvoor de verkeersveiligheid (denk aan onderdelen die kunnen wegwaaien)

Bij gedenktekens die voor langere tijd worden geplaatst, is het tevens van belang dat de gebruikte materialen hierop zijn berekend. Dit betekent dat het ge bestand is tegen weersinvloeden (regen, wind, vorst, zon) en vandalismebestendig is in materiaal, vormgeving en in de toepassing van de materialen. Te denken valt aan materialen zoals steen, roestvrij staal of hardhouts

Artikel 9. Overgangsbepaling

. Er wordt contact gezocht met nabestaanden van reeds bestaande gedenktekens en gevraagd of ze een vergunning willen aanvragen voor het monument.

Voor reeds bestaande gedenktekens die voldoen aan bovengenoemde bepalingen zal alsnog een vergunning worden verleend.

Gedenktekens die niet voldoen aan bovengenoemde bepalingen c.q. gedenktekens waarvoor de nabestaanden geen vergunning wensen aan te vragen, zullen worden gedoogd voor een periode van 1,5 jaar na inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Na deze termijn zal het gedenkteken moeten worden verwijderd.

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 19 juli 2011.

gemeentesecretaris, burgemeester,

Artikelsgewijze toelichting op beleidsregel

“PLAATSEN GEDENKTEKENS IN DE OPENBARE RUIMTE ”

In deze toelichting worden achtergronden die meegespeeld hebben in het opstellen van de beleidsregels toegelicht.

Aanleiding

Dit voorjaar (2011) is na een ongeval met dodelijke afloop door nabestaanden een verzoek ingediend voor het plaatsen van monument ter nagedachtenis aan de overledene. Het verzoek hield het plaatsen van een monument in de middenberm van de Beersdalweg in.

In de afgelopen jaren zijn er meerdere mensen verongelukt in de openbare ruimte. Gedenktekens worden vaak spontaan geplaatst. Het plaatsen van een gedenkteken kan voor de nabestaanden van grote emotionele betekenis zijn.

Daarnaast kan een gedenkteken overlast voor de gebruikers van de openbare ruimte veroorzaken, tot onveilige verkeerssituaties leiden of het beheer van de openbare ruimte belemmeren.

Uitgangspunt is dat de openbare ruimte zoveel mogelijk voor iedereen beschikbaar dient te zijn. Dit vraagt om regulering.

Artikel 1. Vergunning

Volgens artikel 2.10 APV is het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg.

Artikel 2.10 APV

  • 1.

    Het is verboden zonder voorafgaande vergunning de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    Het is verboden op, aan, over of boven de weg een voo r werp of stof waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaa t sen, aan te brengen of te hebben, indien het voo r werp of de stof:

    a. door de omvang of vormgeving, co n structie of plaats van bevestiging schade toebrengt aan de weg,

    b. gevaar oplevert voor de bruikbaa r heid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, of

    c. een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

Normaal gesproken worden leges geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor vergunning. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp ligt dit hier niet voor de hand. Het gaat tevens maar om een incidentele aanvraag.

Artikel 2. Locatie

Geen toelichting, artikel spreekt voor zich.

Artikel 3. Omvang en afmetingen

Vanwege de beperkte ruimte, de vrije doorgang die gegarandeerd moet blijven (trottoirs) maar ook vanwege het confronterende beeld dat een gedenkteken voor bewoners kan oproepen is het gewenst aan gedenktekens in woonbuurten andere voorwaarden te stellen.

Tegels die in de verharding worden geplaatst en niet boven het maaiveld uitsteken vormen geen belemmering.

In wegbermen buiten de bewoonde omgeving is er niets op tegen om een bovengronds gedenkteken te plaatsen.

Artikel 4.

Onder onderhoud wordt het in stand houden van de constructie, de verankering in de ondergrond en het schoonhouden van het gedenkteken verstaan

Artikel 5. ( tijdelijk) Verwijderen gedenkteken

Indien het gedenkteken binnen twee maanden na het verstrijken van de vergunning niet is verwijderd zal de gemeente overgaan tot verwijdering. Op kosten van de nabestaanden zal het voor de duur van een half jaar in depot worden gehouden. Daarna wordt het gedenkteken vernietigd.

Artikel 6. Aansprakelijkheid

Het is in principe voor eenieder mogelijk de openbare weg te betreden. Beschadiging of vernieling van het gedenkteken kan niet worden uitgesloten. De gemeente zal daarom geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de door haar gegeven vergunning.

Ook voor beschadigingen als gevolg van werkzaamheden in de openbare ruimte zal de gemeente geen aansprakelijkheid aanvaarden. Dit zal uitdrukkelijk in de vergunning worden vermeld.

Artikel 7.

In de eerste maanden na het ongeval worden nabestaanden vanwege de emotionele betekenis zoveel mogelijk vrij gelaten in het plaatsen van gedenktekens met een tijdelijk karakter (bloemen, brieven, foto’s, knuffels). De gemeente ziet er op toe dat de veiligheid er niet door in het geding komt.

Het is verder toegestaan op gedenkwaardige dagen in beperkte mate een bloemetje of iets dergelijks neer te leggen op de plek van het ongeval. Dit mag maximaal enkele weken blijven liggen.

Artikel 8.

Geen toelichting, artikel spreekt voor zich.

Artikel 9.

Indien het gedenkteken waarvoor geen vergunning is aangevraagd na de gedoogperiode van 1,5 jaar niet verwijderd is zal de gemeente overgaan tot verwijdering. Op kosten van eventuele belanghebbenden zal het voor de duur van een half jaar in depot worden gehouden. Daarna wordt het gedenkteken vernietigd.