Regeling vervallen per 22-02-2023

Gedragscode voor politieke ambtsdragers van de gemeente Heiloo 2014

Geldend van 02-06-2014 t/m 21-02-2023

Intitulé

Gedragscode voor politieke ambtsdragers van de gemeente Heiloo 2014

WOORD VOORAF

Inleiding

Het doel van deze gedragscode is om politiek ambtsdragers een houvast te bieden bij het bepalen van normen over de integriteit van het bestuur. De code kan de discussie stimuleren om tot regels te komen, waarbij rekening kan worden gehouden met specifieke omstandigheden. De code bevat regels zowel voor het bestuursorgaan in zijn geheel als voor politiek ambtsdragers afzonderlijk.

De code geeft niet per definitie regels die rechtskracht hebben, maar heeft vooral bestuurlijke en politieke relevantie. Politiek ambtsdragers zijn op de naleving van gedragscodes aanspreekbaar en wanneer zij zich er niet aan houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en voor hun positie. Overigens kan de rechtskracht van de code versterkt worden door dit onderdeel te maken van een verordening die op gemeentelijk niveau worden vastgesteld. Niet voor alle regels ligt een dergelijke juridische verankering echter voor de hand. Naast deze code bestaan er voorschriften die in de wet of elders geregeld zijn, bijvoorbeeld over fraude, valsheid in geschrifte en over nevenfuncties. In het eerste deel van deze publicatie is daarop ingegaan. Dergelijke voorschriften zijn niet in deze code opgenomen.

De code bevat zowel normen over hoe in een bepaalde situatie te handelen als regels over procedures die moeten worden gevolgd. Procedureafspraken kunnen een onlosmakelijk onderdeel zijn van een gedragsregel en de transparantie en daarmee de controleerbaarheid vergroten.

De code bestaat uit twee onderdelen:

  • 1.

    Deel I beschrijft een aantal kernbegrippen van integriteit en plaatst daarmee het vraagstuk in een breder kader. Zij vormen als het ware de algemene uitgangspunten voor de gedragscode. De gehanteerde begrippen zijn in dezelfde of soms iets andere bewoordingen in de gedragscode terug te vinden;

  • 2.

    Deel II bevat de feitelijke gedragsregels, waarbij een aantal thema's wordt onderscheiden.

Deel I. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Raadsleden, (plv) commissieleden, commissieleden, niet-zijnde raadsleden en het college van burgemeester en wethouders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-politiek ambtsdragers, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie politiek ambtsdragers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

Dienstbaarheid Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid Op een politiek ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij bij de uitoefening van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid Het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Heiloo juni 2014

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze gedragscode wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    politieke ambtsdrager: raadsleden, burgemeester, wethouders en (plv.) raadscommissieleden, niet zijnde raadsleden.

Artikel 2 Toepassing

  • 1. Deze gedragscode geldt voor alle politieke ambtsdragers.

  • 2. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raad als het raadsleden of (plv.)raadscommissieleden, niet zijnde raadsleden aangaat en in het college als het collegeleden aan gaat. Voor de burgemeester geldt in voorkomende gevallen bespreking in de raad als het zijn voorzitterschap van de raad aangaat, en in het college als het zijn ambt als portefeuillehouder aangaat.

Artikel 3 Openbaarheid

  • 1. De code is op te vragen op de gemeentelijke website en in te zien in het

    Informatiecentrum van het gemeentehuis.

Artikel 4 Ontvangst en ondertekening

  • 1. De leden van de raad en het college ontvangen na installatie een exemplaar van de gedragscode.

  • 2. (Plv.)commissieleden, niet zijnde raadsleden, ontvangen een gedragscode na de benoeming.

HOOFDSTUK 2 BELANGENVERSTRENGELING EN AANBESTEDING

Artikel 5 Belangenverstrengeling

Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden in te zien op de gemeentelijke website en op afspraak bij de gemeentesecretaris en de griffier.

Artikel 6 Aanbesteding

  • 1. Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politiek ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met een eerlijke concurrentieverhouding en hanteert daarbij het gemeentelijk aanbestedingsbeleid.

  • 2. Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of op een andere manier persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 3. Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 4. Een oud-politiek ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

HOOFDSTUK 3 NEVENFUNCTIES

Artikel 7 Nevenfuncties

  • 1. Een politiek ambtsdrager vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 2. Een politiek ambtsdrager maakt melding van al zijn nevenfuncties bij de griffier respectievelijk de gemeentesecretaris waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet is bezoldigd. Deze gegevens worden openbaar gemaakt op de gemeentelijke website en zijn in te zien in het Informatiecentrum van het gemeentehuis.

  • 3. De kosten die een politiek ambtsdrager maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (qualitate qua nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • 4. De vergoedingen uit hoofde van q.q.-functies dienen in de gemeentekas te worden gestort, voor zover deze hoger zijn dan de gemaakte kosten.

  • 5. Een politiek ambtsdrager die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, bespreekt dit voornemen in de raad respectievelijk in het college. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.

HOOFDSTUK 8 INFORMATIE

Artikel 8 Informatie

  • 1. Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen onjuiste, geheime of vertrouwelijke informatie.

  • 2. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

    Een politiek ambtsdrager houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3. Een politiek ambtsdrager maakt niet voor zichzelf of voor zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 4. Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten alsmede met de sociale media van de gemeente.

Artikel 9 Procedure toegang tot informatie

  • 1. Een politiek ambtsdrager wordt tijdig op de hoogte gesteld dat er geheime of vertrouwelijke informatie beschikbaar is.

  • 2. Geheime stukken zijn voor politiek ambtsdragers bereikbaar via de aan hen verzonden stukken of in uitzonderlijke gevallen via ter inzage legging, in de afgesloten kast in de leeskamer van het gemeentehuis, conform de werkwijze omschreven in het reglement van orde van de gemeenteraad 2014. De informatie mag niet worden vermenigvuldigd.

  • 3. De stukken behorende bij een besloten vergadering kunnen eventueel genummerd uitgedeeld worden tijdens de vergadering en na behandeling weer ingenomen worden.

HOOFDSTUK 5 GESCHENKEN

Artikel 10 Ontvangen van geschenken en/of giften

  • 1. Geschenken en/of giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld bij en geregistreerd door de griffier respectievelijk de gemeentesecretaris en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming gezocht.

  • 2. Geschenken en giften die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen in afwijking van lid1 worden behouden en hoeven niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 3. Geschenken en/of giften worden niet op het huisadres ontvangen. Als dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld bij en geregistreerd door de griffier respectievelijk de gemeentesecretaris en wordt in de raad of het college een beslissing genomen over de bestemming.

Artikel 11 Geven van geschenken en/of giften

  • 1. Geschenken en/of giften die gegeven worden namens de gemeente en die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, hoeven niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 2. Als een politiek ambtsdrager namens het gemeentebestuur geschenken geeft en/of giften doet die een waarde van meer dan 50 euro vertegenwoordigen, wordt dit gemeld aan de raad of het college.

  • 3. Geschenken en/of giften aan derden worden niet op het huisadres bezorgd van de politiek ambtsdrager en/of de ontvanger maar op het adres van de gemeente ter attentie van de griffier of de gemeentesecretaris en daar afgehaald door de politiek ambtsdrager.

HOOFDSTUK 6 BESTUURLIJKE UITGAVEN EN DECLARATIES

Artikel 12 Bestuurlijke uitgaven

  • 1. Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd:

    • i

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend;

    • ii

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

Artikel 13 Declaraties

  • 1. De politiek ambtsdrager declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.

  • 2. Declaraties worden afgewikkeld volgens de gemeentelijk vastgestelde administratieve procedure.

  • 3. Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 4. Ingeval van twijfel over het correct gebruik van de declaratiemogelijkheid wordt dit aan de burgemeester gemeld. Zonodig wordt dit ter besluitvorming aan de raad respectievelijk het college voorgelegd.

  • 5. Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voor zover mogelijk binnen een maand afgerekend.

  • 6. De gemeentesecretaris en de griffier zijn verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van politiek ambtsdragers worden administratief afgehandeld door een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 13a Declaraties van het college van B&W ter inzage voor de gemeenteraad

Twee maal per jaar leggen politieke ambtsdragers van het college van B&W een overzicht van hun declaraties ter inzage, voor de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 7 CREDITCARDS

Artikel 14 Creditcards (reserveren)

HOOFDSTUK 8 GEBRUIK VAN GEMEENTELIJKE VOORZIENINGEN

Artikel 15 Privégebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 1. Het gebruik van interne producten of faciliteiten voor eigen gebruik (fotokopiëren, faxen, telefoneren enz.) is gelimiteerd toegestaan. Uiterste terughoudendheid is regel. Het gebruik ten behoeve van verenigingen en instellingen waarvan men (bestuurs-)lid is, is niet toegestaan.

  • 2. Het is niet toegestaan voor eigen gebruik aan de gemeente toebehorende eigendommen te gebruiken.

Artikel 16 Zakelijk gebruik van gemeentelijke voorzieningen

Politiek ambtsdragers kunnen op basis van de rechtspositionele regeling voor wethouders en de raads- en (plv.)raadscommissieleden, niet zijnde raadsleden faciliteiten ter beschikking krijgen.

HOOFDSTUK 9 REIZEN BUITENLAND

Artikel 17

  • 1. Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, heeft toestemming nodig van de raad of het college. De gemeenteraad wordt van het besluit op de hoogte gebracht als het een voornemen van het college betreft. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 2. Een politiek ambtsdrager die het voornemen van een dienstreis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 3. Uitnodigingen voor dienstreizen, werkbezoeken en dergelijk op kosten van derden worden altijd besproken in de raad respectievelijk het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 4. Buitenlandse reizen worden gemeld in het jaarverslag.

  • 5. Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van de politiek ambtsdrager is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming door de raad respectievelijk het college betrokken.

  • 6. Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan, tenzij het belang van de gemeente daarmee gediend is Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de raad respectievelijk het college betrokken.

  • 7. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de raad respectievelijk het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politiek ambtsdrager.

  • 8. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

HOOFDSTUK 10 MENINGSUITINGEN

Artikel 18

  • 1. Een politieke ambtsdrager onthoudt zich in en buiten openbare vergaderingen van beledigingen, laster en leugens.

  • 2. Een politieke ambtsdrager draagt er zorg voor dat de toonzetting van zijn beweringen in en buiten openbare vergaderingen niet geschiedt in persoonlijk grievende bewoordingen.

  • 3. Naderhand onjuist gebleken beweringen worden door de betrokken ambtsdrager publiekelijk gerectificeerd.

  • 4. In openbare vergaderingen spreekt men elkaar aan in de beleefdheidsvorm en via de voorzitter als handhaver van de orde.

HOOFDSTUK 11 SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Uitleg gedragscode

In de gevallen waarin deze gedragscode niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de code, beslist de raad op voordracht van de voorzitter.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 2 juni 2014 onder gelijktijdige intrekking van de verordening vastgesteld d.d. juli 2010.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Gedragscode gemeentepolitiek ambtsdragers Heiloo 2014’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 2 juni 2014

TOELICHTING

HOOFDSTUK 2 BELANGENVERSTRENGELING EN AANBESTEDING

Artikel 5 Belangenverstrengeling

Politiek ambtsdragers van de gemeente Heiloo dienen het algemeen belang. Persoonlijk voordeel kan niet het oogmerk zijn. Op grond van artikel 14 en 41a van de Gemeentewet doen de gekozen raadsleden en wethouders de eed of belofte om de wetten te zullen nakomen en de plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten te vervullen. Zij moeten hun taken onbevooroordeeld en objectief vervullen.

Bij belangenverstrengeling gaat het om vermenging van het publiek belang en het persoonlijk belang van de politiek ambtsdrager waardoor zuiver en objectief besluiten of handelen in het publiek belang niet langer is gewaarborgd. De schijn met belangenverstrengeling moet worden vermeden.

Belangenverstrengeling kan bijvoorbeeld ontstaan als een politiek ambtsdrager een nevenfunctie vervult die raakvlakken heeft met de uitoefening van het politieke ambt. Daarbij kan het gaan om een bestuurslidmaatschap van een vereniging die in de gemeente is gevestigd of een commissariaat bij een bedrijf dat met de gemeente zaken doet.

Artikel 6 Aanbesteding

Ten aanzien van aanbestedingen wordt het gemeentelijk aanbestedingsbeleid gehanteerd.

Ter voorkoming van belangenverstrengeling wordt het hebben van financiële belangen of het verrichten van bepaalde financiële transacties niet getolereerd. Financieel belang dient hier breed te worden gedefinieerd. Het kan gaan om het bezit van effecten, vorderingsrechten, onroerend goed, bouwgrond alsook om financiële deelnemingen in ondernemingen en dergelijke. Ook negatieve financiële belangen, bijvoorbeeld schulden uit hypothecaire vorderingen, vallen hieronder. Dit kan namelijk een rol gaan spelen bij besluiten over bijvoorbeeld bestemmingsplannen of grondverkopen.

Dit artikel betreft niet alleen het mogelijk persoonlijk voordeel voor de politiek ambtsdrager zelf. Het kan ook gaan om bevoordeling van bijvoorbeeld vrienden en familieleden of van bedrijven en instellingen waarmee de politiek ambtsdrager als privé-persoon banden heeft.

HOOFDSTUK 3 NEVENFUNCTIES

Artikel 7 Nevenfuncties

Een goede functievervulling en handhaving van onpartijdigheid en onafhankelijkheid zijn bepalend bij de beslissing of een nevenfunctie aanvaard wordt. Als afwegingscriteria gelden daarbij dat er 1) geen (schijn van) verstrengeling mag optreden tussen het ambt en de nevenfunctie en 2) de nevenfunctie mag niet een zodanig tijdsbeslag innemen dat daardoor het functioneren als ambtsdrager in het geding komt.

Strijdigheid in de zin van deze code is zeker aanwezig indien politiek ambtsdragers deel uitmaken van besturen van instellingen of raadgevende of toezichthoudende colleges (w.o. raden van toezicht/commissarissen) van instellingen, dan wel als adviseur zijn verbonden aan die instellingen, die met betrekking tot het realiseren van hun doelstellingen mede afhankelijk zijn van de gemeente zowel in financiële als in beleidsmatige zin.

Eventuele vergoedingen uit hoofde van q.q.-functies dienen in de gemeentekas te worden gestort. Het verdient aanbeveling om de vergoeding door de betreffende instantie rechtstreeks in de kas te laten storten en niet via de privé-rekening te laten geschieden.

Inkomsten uit nevenfuncties die niet voortvloeien uit het ambt mogen worden behouden en hoeven niet openbaar gemaakt te worden.

Een overzicht met de nevenfuncties van politiek ambtsdragers is te raadplegen op de website van de gemeente.

Voor raadsleden geldt dat de functie als raadslid de hoofdfunctie is en dat functies die daarbuiten beoefend worden als nevenfuncties gezien worden.

HOOFDSTUK 4 INFORMATIE

Artikel 8 Informatie

Politieke ambtsdragers moeten de waarheid spreken en mogen geen informatie bewust achter houden, ongeacht de consequenties. Zij moeten open en eerlijk zijn over hun feilen en falen. Een integere politieke ambtsdrager dient zorgvuldig en correct om te gaan met informatie waarover hij beschikt. Hij mag geen onjuiste informatie verstrekken. Ook mag hij niet ten eigen bate of van derden gebruik maken van in de uitoefening van ambt verkregen informatie. Evenmin mag hij geheime informatie verstrekken.

Het gaat hier om oneigenlijk gebruik van doorgaans informatie over de economische, financiële en juridische belangen van de gemeente, en privacyaspecten van personen waar bijvoorbeeld een persoonlijk voordeel mee wordt behaald of wordt aangewend ten bate van vrienden, familieleden of andere relaties. U moet hierbij denken aan zaken als de aan- en verkoop van een huis of een stuk grond, de gunning van opdrachten etc. De verleiding kan groot zijn om in de privé-sfeer melding te maken van informatie die in principe openbaar is maar waarbij de politiek ambtsdrager of zijn relaties voordeel hebben bij het eerder verkrijgen van die informatie. De geloofwaardigheid van de organisatie wordt daarmee aangetast. Er moet op kunnen worden vertrouwd dat informatie bij de gemeente in goede handen is en niet wordt gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor die informatie is verkregen.

Een bijzondere vorm van oneigenlijk gebruik is lekken van informatie naar de pers en media. Het oogmerk daarbij is niet het behalen van een voordeel in de privésfeer, maar het nastreven van politieke doeleinden.

Het schenden van de geheimhoudingsplicht kan op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht worden bestraft. Dit geldt overigens niet alleen voor in formatie waarvoor nadrukkelijk een geheimhoudingsplicht is opgelegd, maar voor elk geval waarin “hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is te bewaren” dat geheim schendt. Deze bepaling geldt dus ook voor alle geheime en vertrouwelijke informatie.

HOOFDSTUK 5 GESCHENKEN

Artikel 10 Ontvangen van geschenken

Na het afleggen van de ambtseed of belofte verklaren politiek ambtsdragers dat zij geen giften of gunsten hebben gegeven of beloofd om benoemd te worden. Ook beloven ze geen geschenken of beloften te hebben aangenomen of zullen aannemen om iets te doen of te laten. Dat betekent kort gezegd dat nooit giften of gunsten – ook niet als ze van zeer geringe waarde zijn – mogen worden aangenomen in ruil voor een tegenprestatie.

Onder geschenken worden ook diners, excursies en werkbezoeken of een gezamenlijk bezoek aan een evenement gerekend. Excursies en werkbezoeken moeten functioneel en in het belang van de gemeente zijn. Deze worden gemeld bij de raad respectievelijk het college. Ten aanzien van het aannemen van diners en excursies dient zorgvuldig mee worden omgegaan. Een grote mate van openheid moet worden betracht, zodat controle en verantwoording achteraf mogelijk zijn.

Artikel 11 Geven van geschenken en/of giften

Het is vanzelfsprekend dat politiek ambtsdragers niet zelf – op persoonlijke titel – geschenken geven, maar dat namens de gemeente doen. Het gaat doorgaans om relatiegeschenken die niet zeer kostbaar zijn. Als een raadslid een gift doet namens de raad, dan moet dit vooraf besproken worden in de raad. Het gaat dan om giften van een aanzienlijke waarde. Van tevoren moet besproken worden wie dit gaat betalen/wie de declaratie gaat doen. Dit kan dan via een hamerstuk in de raad. Een gift die uit eigen zak wordt betaald is niet namens de raad. Voorzichtigheid met giften namens de raad is geboden want dit kan als verkapte subsidie worden beschouwd.

HOOFDSTUK 6 BESTUURLIJKE UITGAVEN EN DECLARATIES

Artikel 12 Bestuurlijke uitgaven

Functionele kosten geschieden in direct belang van de gemeente. Het betreft uitgaven die benodigd zijn om de bestuursfunctie te kunnen vervullen. Deze kosten zijn te onderscheiden van uitgaven die privé worden gedaan. Functionele kosten komen in aanmerking voor financiering uit de gemeenschapsgelden.

Artikel 13 Declaraties

De politiek ambtsdrager betaalt in eerste instantie de uitgave uit eigen middelen en verzoekt terugbetaling van het bedrag door de gemeente.

HOOFDSTUK 7 CREDITCARDS

Artikel 14 Creditcards

Politiek ambtsdragers van de gemeente Heiloo beschikken niet over een creditcard, dit is in de rechtspositie regelingen opgenomen. Dit artikel wordt gereserveerd.

HOOFDSTUK 9 REIZEN BUITENLAND

 Artikel 17 De dienstreis moet functioneel zijn. Kan de functionaliteit niet worden aangetoond dan heeft deelname aan de reis een privé-karakter en komen de kosten voor eigen rekening. Vooraf dient in alle openheid een zorgvuldige besluitvorming plaats te vinden.

 Een tolk is een voorbeeld van het meereizen van derden op kosten van de gemeente waarbij tevens het belang van de gemeente is gediend.