Regeling vervallen per 10-09-2020

Beleidsregels briefadres gemeente Hellendoorn 2014

Geldend van 01-03-2014 t/m 09-09-2020

Intitulé

Beleidsregels briefadres gemeente Hellendoorn 2014

Nijverdal, 4 februari 2014 Nr. 13INT04201

Burgemeester en wethouders van Hellendoorn;

Overwegende, dat het gewenst is om oneigenlijk gebruik en misbruik van briefadressen tegen te gaan;

Gelet op artikel 2.23 van de Wet basisregistratie personen en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de:

Beleidsregels briefadres gemeente Hellendoorn 2014

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

woonadres:

  • 1.

    het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;

  • 2.

    het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder 1, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten;

briefadres: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover betrokkene bereiken;

briefadresgever:

  • 1.

    een natuurlijke persoon die als ingezetene is ingeschreven en die een briefadres ter beschikking stelt;

  • 2.

    een rechtspersoon die zijn zetel heeft in Nederland en die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om als briefadresgever in de gemeente Hellendoorn op te treden;

wet: de Wet basisregistratie personen.

Artikel 2 Vereisten briefadres

  • 1.

    Voor de aangifte van een briefadres komt alleen in aanmerking:

    • a.

      hij, van wie een woonadres ontbreekt vanwege:

      • 1.

        dak- of thuisloosheid;

      • 2.

        korte overbrugging tussen twee woonadressen (minder dan zes maanden);

      • 3.

        kort verblijf in het buitenland: korter dan twee derde van een jaar;

      • 4.

        korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • b.

      hij, die verblijft in een instelling waarvan de aard van de instelling meebrengt dat door opname van het woonadres de persoonlijke levenssfeer van de betrokken persoon onevenredig wordt geschaad;

    • c.

      hij, die in het kader van een ambulant beroep geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;

    • d.

      als het opnemen van een woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

  • 2.

    Bij de afweging of een briefadres op grond van artikel 2.23 van de wet wordt toegekend, moet de aanvrager aannemelijk kunnen maken niet over een woonadres te kunnen beschikken.

Artikel 3 Maximaal aantal per adres

Een briefadres kan alleen verleend worden op een particulier adres, waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres, afgegeven aan een gezin, als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal twee personen of twee gezinnen een briefadres kunnen hebben op één adres.

Artikel 4 Maximale periode

In het algemeen is een briefadres een tijdelijk adres. Om het tijdelijke karakter te bevestigen wordt een briefadres voor een periode van maximaal een halfjaar afgegeven. Deze periode kan éénmalig met een halfjaar worden verlengd. Na afloop van deze periode moet de burger worden ingeschreven op een woonadres waar hij feitelijk verblijft. Deze termijn geldt niet voor personen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b, c en d.

Artikel 5 Aangifte briefadres

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van een aangifte van een briefadres op grond van artikel 2.39, lid 3 van de wet moeten de volgende stukken worden overgelegd:

    • -

      een schriftelijke verklaring van de briefadresgever dat hij stukken in ontvangst neemt en er zorg voor draagt dat de stukken de briefadreshouder bereiken;

    • -

      kopie legitimatie briefadresgever;

    • -

      een schriftelijke motivering van de aanvrager, waarom hij/zij een briefadres wil;

    • -

      kopie legitimatiebewijs aanvrager;

    • -

      checklist en vragenlijst van de aanvrager.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aangifte van een briefadres op grond van artikel 2.41, lid 1 van de wet moeten de volgende stukken worden overgelegd:

    • -

      een schriftelijke motivering van de aanvrager, waarom hij/zij een briefadres wil;

    • -

      kopie legitimatiebewijs aanvrager;

    • -

      verklaring van de burgemeester dat het opnemen van het adres op de persoonslijst van betrokkene om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

Artikel 6 Onvolledige aangifte

  • 1.

    Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 2.

    De aanvraag wordt niet in behandeling genomen als de aangifte niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn is aangevuld.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het is niet mogelijk om ingeschreven te worden met een briefadres als:

  • a.

    de aanvrager een woonadres heeft;

  • b.

    uit onderzoek blijkt dat de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden voor een briefadres;

  • c.

    de aanvrager langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    de aanvrager varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer  dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • e.

    de aangifte een eerste inschrijving in de basisregistratie personen betreft, komende vanuit het buitenland;

  • f.

    de categorie verblijfplaats op de persoonslijst van de briefadresgever in onderzoek  staat in de basisregistratie personen;

  • g.

    de briefadresgever vreemdeling is en geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000;

  • h.

    het briefadres een adres betreft waarop geen personen staan ingeschreven.

Artikel 8 Overgangsrecht

  • 1.

    Voor briefadressen die al zijn toegekend vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt een overgangsperiode van maximaal een halfjaar gehanteerd. Daarna wordt een eventueel verzoek om verlenging getoetst aan deze beleidsregels.

  • 2.

    Uitzondering op het bepaalde in het eerste lid wordt gemaakt voor personen die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie al met een briefadres staan geregistreerd omdat ze zijn opgenomen in een zorginstelling of omdat ze opvarende zijn van een schip.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 maart 2014.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels briefadres gemeente Hellendoorn 2014.

Burgemeester en Wethouders van Hellendoorn,

de secretaris de burgemeester