Verordening op de verblijfsrecreatie

Geldend van 01-01-2008 t/m 30-09-2020

Intitulé

Verordening op de verblijfsrecreatie

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 6 november 2007;

gelet op het bepaalde in artikel 149 Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende

Verordening op de verblijfsrecreatie

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    rechthebbende: degene die krachtens zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft overenige onroerende zaak;

  • b.

    kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

  • c.

    kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan, stacaravan of chalet dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde:

    • -

      een bouwwerk, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is;

    • -

      een vaartuig;

    • -

      een woonwagen in de zin van de Woningwet;

    • -

      een tent in gebruik voor het houden van bijeenkomsten, tentoonstellingen of voorstellingen;

    • -

      een voertuig in gebruik als directiekeet;

  • d.

    stacaravan/chalet: een kampeermiddel, voorzien van een as/wielstelsel, bestaande uit één bouwlaag met een totaal oppervlak van maximaal 60 m2, met een hoogte van maximaal 3,75 meter en een breedte van maximaal 4,5 meter, dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;

  • e.

    regulier kampeerterrein: een kampeerterrein dat de gelegenheid biedt voor 25 of meer kampeermiddelen;

  • f.

    kleinschalig kampeerterrein: een kampeerterrein dat de gelegenheid biedt voor maximaal 25 kampeermiddelen - niet zijnde stacaravans/chalets – bij een (voormalig) agrarisch bedrijf;

  • g.

    natuurkampeerterrein: een kampeerterrein met een oppervlakte van maximaal 1 hectare dat gelegenheid biedt voor ten hoogste 40 kampeermiddelen, gelegen in een aaneengesloten gebied van tenminste 25 hectare – in eigendom van een zelfde persoon of organisatie – waarvan volgens het bestemmingsplan minimaal de helft bestaat uit bos of natuurgebied;

  • h.

    paalkampeerterrein: een kampeerterrein gelegen in een aaneengesloten bos- en natuurgebied, dat gelegenheid biedt voor maximaal twee tenten;

  • i.

    gereguleerde overnachtingplaats: een kampeerterrein zijnde een parkeerplaats, die een goede en stevige ondergrond biedt voor een kampeerauto en die gedurende een beperkt aantal uren wordt gebruikt als verblijfplaats;

  • j.

    kamperen buiten kampeerterreinen: het incidenteel gelegenheid geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten kampeerterreinen.

Artikel 2 Vergunning of ontheffing

  • 1. Het is de rechthebbende verboden om zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders een kampeerterrein te houden.

  • 2. Burgemeester en Wethouders kunnen vergunning verlenen voor het houden van de volgende kampeerterreinen:

    • a.

      reguliere kampeerterreinen;

    • b.

      kleinschalige kampeerterreinen;

    • c.

      natuurkampeerterreinen;

    • d.

      paalkampeerterreinen;

    • e.

      gereguleerde overnachtingplaatsen.

  • 3. Het is verboden gelegenheid te geven tot het buiten een kampeerterrein plaatsen of geplaatst houden van één of meer kampeermiddelen voor recreatief nachtverblijf.

  • 4. Van het verbod in het derde lid kunnen Burgemeester en Wethouders in verband met een gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste zeven dagen ontheffing verlenen aan groepen, organisaties of verenigingen.

Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften

Een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening kan worden geweigerd of onder voorschriften worden verleend in het belang van:

  • a.

    landschaps- en natuurwaarden;

  • b.

    de veiligheid van personen of goederen;

  • c.

    de zedelijkheid, gezondheid of hygiëne;

  • d.

    de openbare orde;

  • e.

    het voorkomen of beperken van overlast.

Artikel 4 Relatie met bestemmingsplan

  • 1. Een vergunning voor een regulier kampeerterrein kan slechts verleend worden indien het bestemmingsplan recreatieve verblijfsdoeleinden toelaat of indien hiervoor vrijstelling is verleend.

  • 2. Een vergunning voor een kleinschalig kampeerterrein kan pas verleend worden nadat hiertoe vrijstelling is verleend van het bestemmingsplan of indien het bestemmingsplan kleinschalig kamperen reeds toelaat.

  • 3. Een vergunning voor een natuurkampeerterrein kan slechts verleend worden indien het bestemmingsplan recreatieve verblijfsdoeleinden toelaat of indien hiertoe vrijstelling is verleend.

  • 4. Een vergunning voor een paalkampeerterrein kan pas verleend worden nadat hiertoe vrijstelling is verleend van het bestemmingsplan of indien het bestemmingsplan paalkamperen reeds toelaat.

  • 5. Exploitatie van een gereguleerde overnachtingplaats kan slechts worden toegestaan nadat hiertoe vrijstelling is verleend van het bestemmingsplan of indien het bestemmingsplan dit reeds toelaat.

Artikel 5 Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing

Het college kan een vergunning of een ontheffing, als bedoeld in artikel 2, intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    na vergunningverlening blijkt dat de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;

  • b.

    de ontheffing of vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is gegeven;

  • c.

    blijkt dat de op grond van artikel 3 gegeven voorschriften niet of niet behoorlijk worden nageleefd.

Artikel 6 Gebruik gereguleerde overnachtingplaats

Het is verboden om langer dan gedurende tweeënzeventig achtereenvolgende uren een kampeerauto op een gereguleerde overnachtingplaats te plaatsen of te hebben.

Artikel 7 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van Burgemeester en Wethouders aangewezen personen.

Artikel 8 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 9 Overgangsrecht

Op grond van de Wet op de openluchtrecreatie (Stb. 1994, 300) verleende vergunningen en ontheffingen of vrijstellingen die op 31 december 2007 nog van kracht zijn, worden voor de toepassing van deze verordening beschouwd als een vergunning of ontheffing, als bedoeld in artikel 2. De vergunningen of ontheffingen behouden hun werkingsduur met dien verstande dat zij uiterlijk 31 december 2012 vervallen.

Artikel 10 Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de verblijfsrecreatie.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,

Toelichting op de Verordening op de verblijfsrecreatie.

Op 1 januari 2008 zal de Wet op de openluchtrecreatie worden ingetrokken. Gemeenten moeten vanaf dat moment hun eigen kampeerbeleid vaststellen. De beleidsnota “overnachten in Hellendoorn” vormt de basis voor dit beleid. Het nieuw geformuleerde beleid moet vanaf dit tijdstip vertaald zijn in bestemmingsplannen en/of in een gemeentelijke verordening.

De gemeente Hellendoorn kiest hierbij voor een tweesporenbeleid. De hoofdlijnen van het beleid worden vertaald naar het bestemmingsplan. De overige relevante bepalingen worden vastgelegd in de verordening op de verblijfsrecreatie, waarbij gekozen is voor het systeem van vergunning en ontheffing voor kampeerterreinen en andere kampeermogelijkheden. Deze keuze heeft te maken met het feit dat gemeenten een duidelijk handvat willen hebben om de zaken op dit gebied te kunnen handhaven en beheersen. Als tweede reden hiervoor wordt aangegeven dat de hanteerbaarheid van een verordening voor eventuele toekomstige wijzigingen eenvoudiger is dan bij een bestemmingsplanprocedure.

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

Deze verordening kent een aantal begripsbepalingen.

De rechthebbende:

De vergunning als bedoeld in artikel 2 moet worden aangevraagd door de rechthebbende op het kampeerterrein. Het gaat om de zakelijk gerechtigde of een persoon die krachtens persoonlijk recht het gebruik van het terrein heeft, zoals de eigenaar/exploitant/beheerder van het kampeerterrein.

Kampeerterreinen:

De verordening gaat uit van het begrip kampeerterrein, omdat het overnachten en de verschillende vormen van verblijfsrecreatie in de openlucht in principe alleen mogelijk zijn op kampeerterreinen.

Er kan conform artikel 3 vergunning worden verleend voor de volgende soorten kampeerterreinen:

  • a.

    reguliere kampeerterreinen;

  • b.

    kleinschalige kampeerterreinen;

  • c.

    natuurkampeerterreinen;

  • d.

    paalkampeerterrein;

  • e.

    gereguleerde overnachting plaatsen.

Kamperen buiten kampeerterreinen:

  • f.

    groepskamperen buiten kampeerterreinen;

  • g.

    verenigingskamperen op eigen kampeerterrein.

Nieuwe vormen van verblijfsrecreatie:

Er zullen in de toekomst ongetwijfeld nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden aangeboden. Ter versterking van het recreatief-toeristisch product kunnen nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden toegestaan c.q. gestimuleerd, zulks ter beoordeling aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hellendoorn.

Artikel 2 Vergunning of ontheffing

Het houden c.q. exploiteren van een kampeerterrein zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders is verboden.

Om te voorkomen dat overal in de gemeente kampeerterreinen komen, is ervoor gekozen om dit middels vergunningverlening te reguleren.

Een afgegeven vergunning of ontheffing is zowel persoons- als objectgebonden. De vergunning wordt in principe afgegeven voor een bepaalde tijd.

Een ontheffing wordt afgegeven voor tijdelijke aard aan groepen of verenigingen van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard of aan groepen in combinatie met evenementen van sociale, culturele, educatieve wetenschappelijke aard. Hieronder vallen bijvoorbeeld het houden van een kampeerweekend voor een scoutinggroep, motortreffen of caravanclub. De ontheffing is tijdelijk van aard en de kampeerperiode bedraagt niet meer dan zeven dagen aaneengesloten. De ontheffing kan maximaal vier keer per jaar voor hetzelfde object worden afgegeven.

Op grond van artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen Burgemeester en Wethouders voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens een formulier vaststellen.

Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften

De verordening noemt een aantal hoofdterreinen waarop een vergunning of ontheffing kan worden geweigerd of onder voorschriften wordt verleend op grond van de volgende belangen:

  • a.

    landschaps- en natuurwaarden;

  • b.

    veiligheid van personen of goederen;

  • c.

    zedelijkheid, gezondheid of hygiëne;

  • d.

    openbare orde;

  • e.

    het voorkomen of beperken van overlast.

Vanwege de deregulering en om dubbelingen te vermijden kan hier worden gesteld dat een aanvraag om vergunning in eerste instantie moet voldoen aan de wet en algemeen verbindende voorschriften. Wat in de wet en de algemeen verbindende voorschriften danwel in andere gemeentelijke verordeningen is bepaald hoeft daarom niet in de verordening op de verblijfsrecreatie nog eens te worden benadrukt.

Van toepassing zijn hier dus bij voorbeeld de volgende wetten:

  • 1.

    Wet milieubeheer

  • 2.

    Wet op de Geluidshinder

  • 3.

    Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid

  • 4.

    Brandbeveiligingsverordening

Artikel 5 Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing

Mocht na vergunningverlening blijken dat de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest, dan kan de vergunning of ontheffing door Burgemeester en Wethouders worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 6 Gebruik gereguleerde overnachting plaats (GOP)

Een GOP is een specifiek kampeerterrein voor kampeerauto’s / campers. Op een kampeerterrein, dat is ingericht als gereguleerde overnachtingplaats (GOP), is het verboden om langer dan tweeënzeventig achtereenvolgende uren eenzelfde camper te plaatsen.

Artikel 7 Toezichthouders

Aan de vergunning en ontheffing ingevolge deze verordening kunnen voorschriften worden verbonden. Op de naleving van de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften dient toezicht te worden uitgeoefend. De verordening biedt mogelijkheden om één of meer toezichthouders aan te wijzen. De rechten en plichten van toezichthouders zijn geregeld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 Strafbepaling

De strafbepalingen ingevolge deze verordening zijn gebaseerd op artikel 154 van de Gemeentewet. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (momenteel maximaal € 3.350,--).

Artikel 9 Overgangsrecht

Indien de exploitant van een kampeerterrein het niet wenselijk vindt om een nieuwe vergunning of ontheffing aan te vragen op grond van deze nieuwe verordening, blijft de vergunning of ontheffing verstrekt op basis van de Wet op de openluchtrecreactie gelden tot de in de vergunning of ontheffing genoemde datum, mits de verleende vergunning of ontheffing correspondeert met de op grond van de verordening vergunning- of ontheffingplichtige activiteit.