Verordening Burgerinitiatief 2005

Geldend van 02-11-2005 t/m 17-02-2022

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief 2005

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van de fractie BurgerBelang van 5 oktober 2005;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening Burgerinitiatief 2005

Artikel 1

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2

  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      niet door tenminste 25 initiatiefnemers wordt ondersteund;

    • b.

      de uitzonderingen als bedoeld in artikel 4 lid 1 betreft, of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van twaalf jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de toestand op de inboekdatum bij de gemeente na ontvangst van het verzoek bepalend.

Artikel 4

  • 1.

    Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      zaken die niet behoren tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

    • c.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrechttegen een besluit van het gemeentebestuur; of

    • d.

      een besluit van de raad, voortvloeiend uit een voorstel van het college, dan wel uit een initiatiefvoorstel uit de raad of uit een eerder burgerinitiatief, dat korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief in een raadsvergadering is genomen.

  • 2.

    Een burgerinitiatief over een voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het college, de burgemeester of de Bestuurscommissie voor de lichamelijke opvoeding en de sport (Blos), zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college, de burgemeester of de Blos.

  • 3.

    Het college, de burgemeester of de Blos worden geacht een voorstel als bedoeld in lid 2, te behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5

  • 1.

    Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief, een globale kostenraming en

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekeningen van de minimaal 26 initiatiefnemer(s).

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 2 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1.

    De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5 en nadat de relevante raadscommissie(s) in staat is (zijn) gesteld advies uit te brengen aan de raad. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2.

    De voorzitter van de raad (en de voorzitter van de raadscommissie) nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5.

    De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6.

    Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht1 waartegen bezwaar en beroep open staat.

1 Hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7 van de Awb

Artikel 7

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie.

Ondertekening

De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,

Bijlage 1: Bevoegdheden van de raad.

Sedert de invoering van het dualisme in 2002 zijn de bevoegdheden van de raad en het college niet meer overlappend. Kort gezegd is de raad kaderstellend en controleert de raad hetgeen het college van burgemeester en wethouders aan uitvoerende werkzaamheden heeft verricht. De raad heeft verder uiteraard zijn volksvertegenwoordigende functie.

Kaderstelling gebeurt door middel van regelgeving, het budgetrecht (het beschikbaar stellen van de financiën) en door middel van politiek-bestuurlijke instrumenten. De raad geeft het college vooraf de kaders mee waarbinnen het college opereert.

Op dit moment zijn we in afwachting van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden, waarbij bepaalde bevoegdheden van de raad aan het college worden overgedragen. Na behandeling in de Eerste Kamer, die nog in 2005 wordt verwacht, zal de wet in 2006 in werking treden.

De bevoegdheden van de raad zijn vermeld in de artikelen 147 t/m 158 van de Gemeentewet.

De raad stelt onder andere gemeentelijke verordeningen vast, voor zover die bevoegdheid niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester is toegekend.

De bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders staan in de artikelen 160 t/m 169 van de Gemeentewet.

Het college is onder andere in ieder geval bevoegd:

het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet of krachtens de wet of de raad of de burgemeester hiermee is belast;

jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

De bevoegdheden van de burgemeester zijn omschreven in de artikelen 170 t/m 180 van de Gemeentewet.

De taak en de bevoegdheden van de Bestuurscommissie voor de lichamelijke opvoeding en sport (Blos) zijn geregeld in het instellingsbesluit van het college dat op 7 maart 2004 in werking is getreden.

De Blos heeft onder andere tot taak de beleidsvoorbereiding ten behoeve van het bevorderen van sport en bewegen en van de samenwerking tussen organisaties en personen op dit terrein, alsmede de beleidsuitvoering ten behoeve van het bevorderen van sport en bewegen en van de samenwerking tussen organisaties en personen op dit terrein.

Ter vervulling van de opgedragen taken zijn enkele bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders overgedragen, zoals die tot het verhuren, het verpachten of het op enige andere wijze in gebruik geven van gemeentelijke sportaccommodaties.

Bijlage 2: Verzoek burgerinitiatief

Aan de gemeenteraad van Hellendoorn

Ter attentie van de voorzitter, de heer ir. J.J. van Overbeeke

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

Korte inhoud van het voorstel

(Hieronder vat u kort samen welk besluit de raad volgens u zou moeten nemen)

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Toelichting op het voorstel:

(Hieronder licht u toe welk probleem met uw voorstel wordt opgelost en waarom u vindt dat uw voorstel een goede oplossing voor dat probleem is)

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Globale kostenraming:

(Hieronder geeft u een schatting wat de uitvoering van uw voorstel ongeveer kost en hoe u denkt dat deze kosten gedekt kunnen worden)

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Ondertekening:

(Door ondertekening verklaart u op de hoogte te zijn van de inhoud van het voorstel en voldaan te hebben aan de gestelde voorwaarden)

Handtekening: ----------------------------------------------------------------------

Naam: -------------------------------------------------------------------------------

Eerste voornaam en verder voorletters: -----------------------------------------

Geboortedatum: --------------------------------------------------------------------

Adres:--------------------------------------------------------------------------------

Postcode:----------------------------------------------------------------------------Woonplaats:-------------------------------------------------------------------------

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, voornamen en verdere voorletters, geboortedata, adressen, postcodes, woonplaatsen en handtekeningen van minimaal 25 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Het burgerinitiatief kunt u indienen bij de raadsgriffier, de heer mr W.J.C. Knopper

Postadres:

Bezoekadres:

Postbus 200

telefoon: 0548 - 630208

Willem Alexanderstraat 7

7440 AE Nijverdal

e-mail: griffier@hellendoorn.nl

7442 MA Nijverdal

Ondersteuning Burgerinitiatiefvoorstel

Initiatief: ----------------------------------------------------------------------------

Omschrijving: -----------------------------------------------------------------------

----------------------------------------------------------------------------------------

Doel: ---------------------------------------------------------------------------------

----------------------------------------------------------------------------------------

Initiatiefnemer:

Naam: -------------------------------------------------------------------------------

Adres: -------------------------------------------------------------------------------

----------------------------------------------------------------------------------------

Telefoon: ----------------------------------------------------------------------------

Nr.

Achternaam

Voornaam,

voorletters

Straatnaam/

huisnummer

Postcode

Geb. datum

Handtekening *

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

* Door ondertekening verklaart u op de hoogte te zijn van de inhoud van het voorstel en aan de gestelde voorwaarden te voldoen, zoals leeftijd vanaf 12 jaar, ingezetene van de gemeente Hellendoorn

Toelichting op de Verordening Burgerinitiatief 2005.

De voorliggende verordening is gebaseerd op de modelverordening van de VNG, opgenomen in de “Handreiking burgerinitiatief” van november 2004. Deze handreiking is een geactualiseerde uitgave van die van 2001. Op enkele punten is in de verordening om praktische redenen van het model afgeweken en is gebruik gemaakt van de ervaringen van andere gemeenten. Daarbij was de Verordening Burgerinitiatief van de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel uitgangspunt.

Na indiening als initiatiefvoorstel werd een werkgroep uit de raad gevormd, die een tweetal malen bijeen is geweest. Naar aanleiding van de bespreking in die werkgroep is het voorstel aangepast. Het voorstel is verder aangepast na behandeling in de commissie Algemene bestuurlijke zaken. Zie hiervoor het raadsvoorstel.

Artikel 1

Toelichting

Op basis van de modelbepalingen is ervoor gekozen de term “burgerinitiatief ” te hanteren ter aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de raad kan worden ingediend. Het is aan de raad om te beslissen of het voorstel een nadere uitwerking behoeft.

Op basis van de modelbepalingen is ervoor gekozen in het midden te laten hoe raad, college of burgemeester verder met het burgerinitiatief omgaan. Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De indiener / initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.

Artikel 2

Toelichting

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als

(a) het verzoek door ten minste 25 initiatiefnemers wordt ondersteund

(b) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en

(c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan.

In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Over het vereiste dat het verzoek door tenminste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De omvang van de drempel zou van dien aard moeten zijn dat deze – zonder verhinderend te zijn – toch een zekere garantie biedt dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Het schept duidelijkheid door te spreken van een absoluut minimum aantal initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Artikel 3

Toelichting

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dit vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, ligt vast in artikel B3 van de Kieswet. De categorie initiatiefgerechtigden is uitgebreid door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar 12 jaar en ouder. Dit om jongeren ook de kans te geven om initiatieven te nemen. 12 jaar is ook de minimumleeftijd voor deelname aan de jongerenraad.

Niet gekozen is voor het toekennen van het initiatiefrecht aan belanghebbenden. Vraag is immers hoe hun belang kan worden bewezen.

Na indiening van een burgerinitiatief wordt getoetst of de indiener/initiatiefnemers voldoen aan de vereisten van initiatiefgerechtigden. Na ontvangst van het verzoek is de toestand op de inboekdatum bij de gemeente daarvoor bepalend. Om te kunnen onderzoeken of wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

Artikel 4

Toelichting

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij “er niet over gaat”. In bijlage 1 wordt aangegeven waar de bevoegdheden van de raad, het college en de burgmeester in de Gemeentewet staan vermeld. De griffie is u graag behulpzaam bij de uitleg daarvan.

Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtenprocedure doorkruist. Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden.

Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, waarover recent nog de raad aan een besluit heeft genomen, opnieuw aan de orde worden gesteld als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Het betreft raadsbesluiten, voortvloeiend uit een voorstel van het college, dan wel voortvloeiend uit een initiatiefvoorstel uit de raad of voortvloeiend uit een eerder burgerinitiatief. Gekozen is voor een termijn van twee jaar. Dit omdat een besluit ook de kans moet hebben om zijn uitwerking te krijgen en er ook andere zaken zijn die besluitvorming behoeven. De periode van twee jaar is een redelijke termijn om weer met een nieuw voorstel te komen.

Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college, de burgemeester of de Blos, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om aan te geven dat het college, de burgemeester of de Blos worden geacht zo’n initiatief op soortgelijke wijze te behandelen.

Artikel 5

Toelichting

Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat indiening van een burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaardformulier (bijlage 2). Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel met een toelichting en een globale kostenraming in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Ter voorkoming van fraude met namen wordt gevraagd naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens onderzoekt de gemeente of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6

Toelichting

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Er is een termijn gekozen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren. Bij de vaststelling van de verordening gaf de raad aan, eerst behandeling van een voorstel voor een burgerinitiatief te wensen in de relevante raadscommissie. Dat is alsnog via amendement in de verordening opgenomen.

Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester.

Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing op de agenda van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht1 waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).

1 Hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7 van de Awb

Artikel 7

Toelichting

De raad kan ervoor kiezen om in een regeling over het burgerinitiatief op te nemen dat de burgemeester jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uitbrengt. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), en aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. De burgemeester kan er dan voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief op te nemen in het Burgerjaarverslag dat hij jaarlijks opstelt op basis van de Wet dualisering gemeentebestuur. Uit inventarisatie is gebleken dat dit in veel gemeenten al gebeurt.