Verordening Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis 2001.

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Intitulé

Verordening Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis 2001.

Nummer: 20-12-01/7A

De raad der gemeente Hellevoetsluis:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 december 2001, nummer 20-12-01/7;

overwegende dat het gewenst is over te gaan tot hernieuwde vaststelling van de verordening op de bestuurscommissie Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

gelet op de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

gelet op de Verordening Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis (besluit

nummer 18-9-97/12);

gehoord de commissie stadsbeheer, welzijn en onderwijs;

besluit:

vast te stellen de hierna volgende Verordening regelende de taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van het Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis, de verhouding van het bestuur ten opzichte van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    de raad : de raad van de gemeente Hellevoetsluis;

  • -

    het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;

  • -

    het bestuur : de bestuurscommissie ex artikel 82 van de Gemeentewet, ingesteld voor het bestuur en beheer van de openbare scholen gelegen binnen het rondgebied van de gemeente Hellevoetsluis, zijnde het bevoegde bestuursorgaan van deze scholen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de scholen : de openbare scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • -

    de dienst : de ondersteunende dienst;

  • -

    de algemeen directeur : een door het bestuur aangestelde directeur(en) belast met de leiding en coördinatie van het beleid van meerdere scholen;

  • -

    de schooldirectie : de directeur van een school;

  • -

    de wet : de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs,dan wel de wettelijke bepalingen die bedoelde wetten zullen vervangen.

Hoofdstuk II GRONDSLAG, DOEL, TAAK, BEVOEGDHEDEN.

Artikel 2 Grondslag

Het onderwijs op de openbare scholen wordt verzorgd op openbare grondslag conform de ter zake geldende wettelijke bepalingen.

Artikel 3 Doel en taken

  • 1. Doel.

    Het bestuur heeft als doel het doen geven van openbaar onderwijs en het behartigen van de belangen van de openbare scholen, conform de bepalingen van de daartoe strekkende wettelijke voorschriften.

  • 2. Taken.

    Het doel van het bestuur wordt bereikt door het vervullen van de taak van bevoegd gezag van de scholen.

    Deze taak omvat:

    • a.

      het doen vervullen van alle taken die samenhangen met de verzorging van het onderwijs aan de scholen die onder zijn bevoegd gezag vallen;

    • b.

      het samenwerken met andere organisaties en instanties die kunnen bijdragen aan de belangenbehartiging van het onderwijs aan de scholen onder zijn bevoegd gezag;

    • c.

      alle overige werkzaamheden die dienstbaar zijn aan de vervulling van de taak en de belangenbehartiging van het openbaar onderwijs in de gemeente Hellevoetsluis.

Artikel 4 Bevoegdheden

  • 1. Ter vervulling van zijn taak oefent het bestuur, met inachtneming van het bepaalde in de Gemeentewet, alle taken en bevoegdheden uit, die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van een openbare school zijn toegekend voor zover daar in deze verordening niet van is afgeweken.

  • 2. De besluitvorming over:

    • -

      aanvraag nieuwe voorzieningen,

    • -

      de splitsing en/of verplaatsing, alsmede opheffing van scholen,

    • -

      omzetting van een school in een bijzondere richting dan wel uitbreiding met een richting, volgens de daartoe strekkende wettelijke procedurevoorschriften,

    • -

      de indeling van de gemeente in schoolwijken, geschiedt alleen met voorafgaande instemming van de raad.

  • 3. Het bestuur is bevoegd ter uitoefening van zijn taak zich door deskundigen met een adviserende stem te laten bijstaan, of subcommissies in te stellen:

    • -

      voor het uitbrengen van advies;

    • -

      met het oog op behartiging van bepaalde belangen van de aan de zorg van het bestuur toevertrouwde scholen.

  • 4. Het bestuur regelt de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van deze subcommissies.

  • 5. Het bestuur is uitsluitend bevoegd contractactiviteiten, zoals bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, uit te voeren op kostendekkende basis.

  • 6. Het bestuur is voorts bevoegd de raad of het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden in verband met zijn taak.

HOOFDSTUK III BESTUUR.

Artikel 5 Benoeming en samenstelling bestuur

  • 1. Het bestuur bestaat uit maximaal vijf leden.

  • 2. De leden van het Bestuur worden benoemd door de raad op voordracht van het college van burgemeester en wethouders, met advies van het bestuur.

  • 3. De bestuursleden worden benoemd op basis van een door het bestuur opgestelde profielschets en volgens een bij openbare werving tot stand gekomen selectieprocedure.

  • 4. De leden van het bestuur dienen de grondslag en de doelstellingen van het openbaar onderwijs te onderschrijven en zich in te zetten voor handhaving van het karakter van het openbaar onderwijs.

  • 5. Bij de samenstelling van het bestuur wordt bovendien rekening gehouden met beleid inzake een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en allochtonen.

  • 6. Indien het bestuur, om welke reden dan ook, één of meer vacante plaatsen heeft, vormen de overblijvende bestuursleden niettemin een wettig bestuur.

  • 7. Voor benoeming in het bestuur komen niet in aanmerking:

    • -

      minderjarigen;

    • -

      personen in dienstverband aangesteld door het bestuur;

    • -

      raadsleden van de gemeente Hellevoetsluis;

    • -

      personeelsleden en leerlingen van onder het bestuur ressorterende scholen;

    • -

      medewerkers van de dienst;

    • -

      leden van de voordragende organen en organisaties alsmede personen in dienst van dan wel ondergeschikt aan die organen en organisaties.

  • 8. Op leden van het bestuur is artikel 15 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 9. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vormen de zittende bestuursleden benoemd op basis van de Verordening 1997 een overgangsbestuur.

Artikel 6 Zittingsperiode en einde bestuurslidmaatschap

  • 1. De leden van het bestuur worden benoemd voor een zittingsperiode van vier jaren.

  • 2. De aftredende leden kunnen voor één keer worden herbenoemd.

  • 3. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4. Het bestuurslidmaatschap eindigt:

    • -

      door overlijden;

    • -

      op verzoek van betrokkene;

    • -

      door het eindigen van de zittingsperiode waarvoor de betrokkene is benoemd, behoudens indien betrokkene voor een aansluitende zittingsperiode is herbenoemd;

    • -

      door ontslag door de raad.

  • 5. Alvorens aan de raad een voorstel te doen over te gaan tot ontslag wint het college het gevoelen in van het bestuur alsmede het orgaan of de organisatie op wiens onderscheidenlijk wier voordracht het bestuurslid is benoemd.

Artikel 7 Functieverdeling

  • 1. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 2. Het bestuur kan besluiten uit zijn midden tevens een plaatsvervangend secretaris en een plaatsvervangend penningmeester te kiezen; beide functies kunnen in één persoon verenigbaar zijn.

  • 3. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester kunnen desgewenst het dagelijks bestuur vormen.

HOOFDSTUK IV WERKWIJZE EN BESLUITVORMING BESTUUR.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht, doch ten minste vier maal per jaar volgens een jaarlijks door het bestuur vast te stellen rooster, zomede in het geval waarin tenminste twee leden dit - schriftelijk onder opgaaf van redenen - verzoeken. In het laatste geval wordt een vergadering gehouden binnen twee weken nadat een daartoe strekkend verzoek bij de voorzitter is ingediend.

  • 2. De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste 14 dagen voor de vergadering worden toegezonden.

  • 3. Elk bestuurslid is bevoegd om in een naar zijn oordeel spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. Het bestuur beslist of en zo ja, in hoeverre aan een dergelijk voorstel gevolg wordt gegeven.

  • 4. Een bestuursvertegenwoordiger, c.q. de algemeen directeur is verantwoordelijk voor de voorbereiding en verslaglegging van de bestuursvergadering.

  • 5. Een bestuursvertegenwoordiger, c.q. de algemeen directeur, neemt uit hoofde van zijn functie als adviseur deel aan de beraadslagingen van het bestuur. Het bestuur kan andere bij de beleidsvoorbereiding betrokken medewerkers, alsmede schooldirecties of deskundigen uitnodigen de vergaderingen bij te wonen.

  • 6. De leden van het bestuur ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van het bestuur een vergoeding als bedoeld in artikel 96, lid 1, sub a van de Gemeentewet.

  • 7. De leden van het bestuur ontvangen een vergoeding voor de reis- en verblijfkosten. De leden van het dagelijks bestuur, zoals vermeldt in artikel 7 lid 3 ontvangen twee maal de vergoeding als bedoeld in lid 6 van dit artikel.

Artikel 9 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar. Plaats, dag en uur van de vergaderingen worden ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De voorzitter beslist over het spreekrecht van de toehoorders.

  • 3. Het bestuur vergadert besloten indien er sprake is van algemeen en financieel strategisch beleid.

  • 4. Wanneer de voorzitter of tenminste twee bestuursleden dit verzoeken, kan het bestuur besluiten met gesloten deuren te vergaderen, dit wil zeggen de vergadering besloten te verklaren. De vergadering beslist vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of besloten wordt vergaderd en welke andere personen dan bestuursleden bij deze vergadering aanwezig kunnen zijn.

  • 5. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij het bestuur anders beslist.

Artikel 10 Geheimhouding van stukken

  • 1. Het bestuur kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de leden worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2. De vergadering beslist over de geheimhouding.

  • 3. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling van de stukken aanwezig waren alsmede door hen die op andere wijze van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat het bestuur de geheimhouding opheft.

  • 4. Leden van de raad kunnen te allen tijde desgevraagd het in artikel 82 lid 2 van de Gemeentewet genoemde recht van inzage ten aanzien van deze stukken uitoefenen. Deze inzage kan slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 11 Quorum

In een vergadering waarin niet de meerderheid van de zitting hebbende bestuursleden tegenwoordig is, kunnen geen besluiten worden genomen, tenzij het onderwerpen betreft waarover reeds in een vorige vergadering om deze reden niet kon worden beslist.

Artikel 12 Stemmen

  • 1. De leden stemmen zonder last.

  • 2. Voor zover in deze verordening niet anders is bepaald, worden de besluiten van het bestuur genomen bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen.

  • 3. Over het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling. Een blanco stem geldt hierbij als een niet uitgebrachte stem.

  • 4. Indien bij een herstemming over personen de stemmen wederom staken, beslist terstond het lot.

  • 5. In alle overige gevallen wordt bij staking der stemmen, indien de vergadering voltallig is, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Voor het geval de vergadering niet voltallig is, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld en wordt bij staking der stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Onder “voltallig” van een vergadering wordt verstaan het aanwezig zijn van alle zitting hebbende bestuursleden.

Artikel 13 Verbod op deelname aan een stemming

Met betrekking tot het niet mogen deelnemen door bestuursleden aan een stemming is het bepaalde in artikel 28 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Bestuursreglement

Het bestuur stelt een reglement vast, waarin in ieder geval wordt geregeld de inrichting van het bestuur, selectie bestuursleden, rooster van aftreden en bestuursvergaderingen, alsmede de wijze waarop plaats, datum en uur van de openbare vergaderingen ter algemene kennis wordt gebracht.

In dit reglement kunnen geen bepalingen strijdig met deze verordening worden opgenomen.

Artikel 15 Ambtelijke ondersteuning

Het bestuur wordt ondersteund op basis van een inkoopcontract.

HOOFDSTUK V VERTEGENWOORDIGING EN MANDAAT.

Artikel 16 Vertegenwoordiging en ondertekening

  • 1. Het bestuur wordt door de raad gemachtigd de handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de taak van bevoegd gezag van de openbare scholen.

  • 2. Besluiten van het bestuur worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris, dan wel hun plaatsvervangers.

  • 3. Het bestuur kan besluiten de Algemeen Directeur Primair Onderwijs te machtigen de ondertekening aan andere ambtenaren van de dienst op te dragen.

  • 4. Het bestuur kan besluiten de ondertekening  op te dragen aan andere bestuursleden dan die genoemd in het tweede lid.

Artikel 17 Vertegenwoordiging bestuur

  • 1. Het bestuur wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter.

  • 2. Het bestuur kan besluiten dat op andere wijze dan bepaald in het eerste lid in de vertegenwoordiging wordt voorzien.

Artikel 18 Mandateringsbesluiten

  • 1. Het bestuur kan taken en bevoegdheden mandateren, dan wel in volmacht geven aan de algemeen directeur en de directeuren van de scholen, dan wel aan de directeur van de dienst.

  • 2. De omschrijving van de bij deze verordening door het bestuur opgedragen taken aan de algemeen directeur en de directeuren van de scholen en de dienst, aangevuld met eventuele afzonderlijke bestuursbesluiten over mandaat en volmacht, vormen mede het directiestatuut.

Artikel 19 Voorbehouden bestuurstaken

  • 1. Het bestuur behoudt in ieder geval zelf de bevoegdheid tot:

    • a.

      het vaststellen van een meerjarenplan voor het onderwijs;

    • b.

      het nemen van besluiten over het deelnemen in duurzame, rechtstreekse of middellijke samenwerking met een rechtspersoon c.q. daarmee verbonden instelling(en) als geheel alsmede een verbreking van een zodanige samenwerking, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is ten behoeve van de scholen;

    • c.

      het beëindigen van het dienstverband van een aanmerkelijk aantal medewerkers van een of meerdere scholen tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;

    • d.

      het ingrijpend wijzigen van arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal medewerkers van een of meer scholen;

    • e.

      het vaststellen van de ontwerpbegroting als bedoeld in artikel 24, het vaststellen van het jaarverslag en de ontwerprekening als bedoeld in artikel 25, alsmede het zorgen voor controle op geldelijk beheer en de boekhouding en het benoemen van een accountant voor de controle;

    • f.

      het besluiten tot het voeren van gerechtelijke processen, het voorleggen van geschillen omtrent de medezeggenschap en het decentraal georganiseerd overleg daaronder begrepen.

  • 2. Het bestuur kan besluiten taken en bevoegdheden aan de algemeen directeur of aan directies van scholen te mandateren, dan wel te delegeren voor zover dit wettelijk mogelijk is en voor zover die taken en bevoegdheden het directe werkterrein van de desbetreffende school of scholen betreffen. Een en ander is vastgelegd in het directiestatuut.

Artikel 20 De algemeen directeur en schooldirecties

  • 1. Primair onderwijs.

    • a.

      Het bestuur benoemt de Algemeen Directeur Primair Onderwijs.    De algemeen directeur geeft leiding aan de voorbereiding en uitvoering van het beleid voor de scholen alsmede de coördinatie van de dagelijkse gang van zaken en van het beheer.

    • b.

      Het bestuur mandateert de algemeen directeur de uitvoering van bestuurstaken voor het primair onderwijs op het gebied van:

      • -

        personeelszaken,

      • -

        financiële schooladministratie,

      • -

        materiële aangelegenheden, waaronder aanvragen bedoeld in de verordening huisvesting

      • -

        en eventuele verordening financiële gelijkstelling,

      • -

        onderwijsaangelegenheden, met inachtneming van het voorbehoud gemaakt in de wet en in deze verordening.

    Deze verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een mandateringsbesluit.

    • c.

      De schooldirecties primair onderwijs zijn verantwoordelijk voor de schoolgebonden taken inzake onderwijskundige, financiële, materiële en personele aangelegenheden van de scholen.

           Deze verantwoordelijkheid wordt vastgelegd in een directiestatuut.

  • 2. Voortgezet onderwijs.

    • a.

      Het bepaalde in het voorgaande lid is zoveel mogelijk van toepassing op het voortgezet onderwijs.

         De schoolgebonden verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een directiestatuut.

    • b.

      Zolang er voor deze onderwijssoort door het bestuur geen algemeen directeur is benoemd, worden de in voorgaand lid genoemde schooloverstijgende taken gemandateerd aan een door het bestuur aan te wijzen functionaris en/of de rector van de instelling voor voortgezet onderwijs.

      Deze verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een mandateringsbesluit.

     

HOOFDSTUK VI VERHOUDING TOT DE GEMEENTERAAD, HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS: BEVOEGDHEDEN EN FINANCIËN.

Artikel 21 Verhouding tot de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders

De raad is belast met het vaststellen van de begroting en de rekening van de commissie Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis.

Artikel 22 Verantwoording: inlichtingen

Het bestuur is verantwoording schuldig aan de gemeenteraad.

Het bestuur verstrekt het college van burgemeester en wethouders desgevraagd alle noodzakelijke inlichtingen.

Artikel 23 Financiën

  • 1. Het bestuur biedt jaarlijks voor 1 april een ontwerp van de begroting met toelichting aan het college aan.

  • 2. Het bestuur biedt jaarlijks voor 1 april een ontwerp van de rekening over het afgelopen jaar met toelichting aan het college aan.

  • 3. De door het bestuur ingediende voorstellen worden ongewijzigd door het college overgenomen, tenzij deze naar het oordeel van het college in strijd zijn met het recht, het algemeen of het financieel belang van de gemeente. Van de gang van zaken doet het college verslag bij de aanbieding van de financiële stukken aan de raad.

  • 4. Het bestuur biedt het college over het lopende begrotingsjaar periodiek verslag aan over de realisatie van de begroting.

HOOFDSTUK VII TOEZICHT.

Artikel 24 Aanwijzing door de raad

  • 1. De raad kan, indien enig belang van hert openbaar onderwijs in de gemeente Hellevoetsluis zulks vereist en indien naar het oordeel van de raad zodanig belang niet of onvoldoende door het bestuur wordt behartigd, aan het bestuur een aanwijzing geven die het bestuur in acht moet nemen bij de uitoefening van de hem opgedragen taken en bevoegdheden.

  • 2. Het college stelt het bestuur vooraf schriftelijk in kennis van een voornemen tot een voorstel aan de raad tot het geven van een aanwijzing. Het geeft daarbij het bestuur de gelegenheid om binnen dertig dagen na het verzenden van het schriftelijk bericht diens zienswijze over het voornemen naar voren te brengen ten overstaan van een of meer leden van het college, dan wel door het college aangewezen gemachtigden. Overleg met gemachtigden vindt slechts plaats met instemming van het bestuur.

  • 3. Bij een aanwijzing stelt de raad een termijn waarbinnen aan de aanwijzing moet zijn voldaan.

  • 4. Deze termijn bedraagt tenminste dertig dagen na de dag van verzending van het aanwijzingsbesluit, behoudens termijnvoorschriften welke bij de uitoefening van de desbetreffende bevoegdheid in acht dienen te worden genomen of behoudens afwijking door de raad op grond van spoedeisende omstandigheden.

  • 5. Indien het bestuur niet binnen de in het tweede lid bedoelde termijn aan de aanwijzing voldoet, treft de raad of, indien op grond van het bepaalde bij of krachtens de wet het college bevoegd is, het college voor rekening van de commissie de nodige maatregelen ter uitvoering van de aanwijzing.

Artikel 25 Schorsing en vernietiging van besluiten

  • 1.

    De raad kan op voorstel van het college een besluit van het bestuur vernietigen binnen drie maanden nadat het besluit is genomen. Onder besluiten worden in mandaat of krachtens delegatie genomen besluiten begrepen.

  • 2.

    Ten behoeve van de toepassing van lid 1 worden besluitenlijsten regelmatig, doch tenminste eens per maand ter kennis gebracht van het college door tussenkomst van door hem aan te wijzen ambtenaren. Het college kan categorieën van besluiten aanwijzen welke terstond nadat zij zijn genomen, te zijner kennis dienen te worden gebracht.

  • 3.

    Het college kan besluiten van het bestuur schorsen in afwachting van een beslissing van de raad omtrent de vernietiging. Van een schorsingsbesluit alsmede van een door hem te doen voorstel aan de raad tot vernietiging, doet het college zo spoedig mogelijk mededeling aan het bestuur.

  • 4.

    Het bestuur is bevoegd tijdig, door tussenkomst van het college, van bezwaren tegen een voorstel van het college aan de raad tot vernietiging te doen blijken.

  • 5.

    Artikel 270, lid 2 en artikel 271 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Indien een administratiefrechtelijke voorziening als bedoeld in artikel 270 lid 2 aanhangig is, gaat de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden lopen met ingang van de dag nadat de beslissing op het verzoek om een voorziening onherroepelijk is geworden.

Hoofdstuk VIII Slotbepalingen

Artikel 26 Wijziging of intrekking van de verordening

  • 1. Het bestuur kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de gemeenteraad.

  • 2. Omtrent voorgenomen wijzigingen van de verordening vraagt het college aan het bestuur een bindend advies, voor zover dit de desbetreffende wijziging niet reeds heeft bepleit.

Artikel 27 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

 

Artikel 28 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis 2001.

 

Artikel 29 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag van publicatie van deze verordening door de raad en werkt terug tot 1 januari 2002.

  • 2. De Verordening Bestuur Openbaar Onderwijs Hellevoetsluis van 26 augustus 1997, nummer 18.9.97/12 wordt met ingang van 1 januari 2002 ingetrokken.

Artikel 30 Overgangsbepaling

Bij de inwerkingtreding van deze verordening vormen de zittende bestuursleden, benoemd op basis van de Verordening 1997, een overgangsbestuur.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2001.
De raad voornoemd,
 
de secretaris,     de voorzitter,