Regeling vervallen per 11-06-2012

Beleidsregel Wet BIBOB Horeca, seksinrichtingen e.d. Helmond 2010

Geldend van 20-12-2010 t/m 10-06-2012

Intitulé

BELEIDSREGEL WET BIBOB HORECA, SEKSINRICHTINGEN E.D. HELMOND 2010

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

besluit

  • I.

    Vast te stellen de Beleidsregel Wet Bibob horeca, seksinrichtingen e.d. Helmond 2010

  • II.

    In te trekken de Beleidsregel Wet Bibob Helmond 2008

besluit

I. Inleiding

De Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB) geeft bestuursorganen een instrument in handen om zich tegen het risico, dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteren, te beschermen. De Wet BIBOB geeft namelijk een extra weigerings- en intrekkingsgrond, op grond waarvan b.v. vergunningen kunnen worden geweigerd of ingetrokken. Niet alle vergunningen vallen onder de werking van het BIBOB instrumentarium. Enerzijds moet het gaan om economische sectoren die kwetsbaar zijn voor ernstige of georganiseerde vormen van criminaliteit anderzijds moet sprake zijn van gevallen waarbij grote belangen op het spel staan. De branches die bij vergunningsaanvragen onder de werkingssfeer van het BIBOB-instrumentarium vallen, zijn o.a. de volgende: speelautomatenhallen, horeca, coffee- en growshops, seksinrichtingen en escortservices.

II. Juridisch kader

In de Wet BIBOB wordt aan het bestuur de mogelijkheid geboden een vergunning te weigeren of in te trekken, indien strafbare feiten, oorzaak (witwassen), middel (valsheid in geschrifte) of gevolg (dekmantel) daarvan zijn. Het achterliggende doel van het BIBOB-instrumentarium is het voorkomen dat door het verlenen van vergunningen de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. De Wet BIBOB geeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om een vergunning te weigeren of in te trekken, indien er een ernstige mate van gevaar is dat de vergunning mede gebruikt wordt om strafbare feiten te plegen of indien er een ernstige mate van gevaar is dat de vergunning mede zal worden gebruikt voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten.

Hiervoor is het noodzakelijk dat het bestuur de beschikking krijgt over zodanige informatie dat het voldoende kan beoordelen of er sprake is van ernstig gevaar. Hiervoor is het landelijk Bureau BIBOB opgericht, dat bestuursorganen desgevraagd adviseert over de mate van gevaar dat met behulp van overheidsmiddelen criminele activiteiten worden gefaciliteerd (BIBOB-advies).

Bij de bestuursorganen ligt de beslissing al dan niet een BIBOB-advies aan te vragen. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van een te ontwikkelen beleid, waarin wordt aangegeven in welke gevallen een advies kan worden aangevraagd bij het Bureau BIBOB. Dit schept duidelijkheid naar burgers en ondernemingen die potentieel aan een BIBOB-onderzoek kunnen worden onderworpen.

Helmond is in 2005 met de implementatie van de Wet BIBOB gestart. Begonnen is met de vergunningen voor seksinrichtingen, coffeeshops, horeca-inrichtingen, speelautomatenhallen en afhaalcentra. In 2006 zijn hieraan toegevoegd escortbedrijven en growshops. In een separate beleidsregel zijn in 2009 bouwen en milieu toegevoegd.

Het BIBOB-advies kan slechts gevraagd worden indien een redelijk vermoeden bestaat dat de vergunning met het oog op gepleegde of te plegen strafbare feiten geweigerd of ingetrokken zou moeten worden en er daartoe op basis van het huidige instrumentarium geen mogelijkheden zijn.

III. Het bestuursorgaan en het BIBOB-advies

Het bestuursorgaan kan het BIBOB-advies in beginsel niet integraal overnemen in de uiteindelijke beslissing. Het bestuursorgaan motiveert de uiteindelijke beschikking met elementen uit het BIBOB-advies (b.v. tekstblokken) voor zover nodig voor de motivatie van die beschikking. Het bestuursorgaan kan het advies ook naast zich neerleggen. Er dient een belangenafweging plaats te vinden.

Bij een voorgenomen negatieve beschikking wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld zijn eventuele zienswijzen kenbaar te maken. Hij mag het advies inzien. Derden mogen het advies inzien voor zover het informatie betreft die op hen betrekking heeft.

IV. Beleidscriteria

Algemeen

Bij de bestuursorganen ligt de beslissing al dan niet een BIBOB-onderzoek te doen en zo nodig vervolgens een BIBOB-advies aan te vragen. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van te ontwikkelen beleid, waarin in algemene termen wordt aangegeven in welke gevallen een BIBOB-onderzoek zal plaatsvinden en dus een vragenformulier door een exploitant ingevuld moet worden. Verder is de vraag in welke gevallen dit kan leiden tot een adviesaanvraag bij het Bureau BIBOB. We willen duidelijkheid scheppen naar de burgers en ondernemingen die potentieel aan een BIBOB-onderzoek kunnen worden onderworpen.

In deze beleidsregel richten we ons op de volgende branches: seksinrichtingen, escortbedrijven, coffeeshops, horecabedrijven, speelautomatenhallen, afhaalcentra en growshops.

In het ene geval is het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag in het andere geval de burgemeester. Het college dan wel de burgemeester zal bij vergunningsaanvragen of bij het toezicht op de naleving ervan, onderzoeken of de weigerings- of intrekkingsgronden uit artikel 3 van de Wet BIBOB van toepassing zijn.

De benodigde informatie kan door eigen onderzoek worden verkregen of vanuit het Bureau BIBOB middels een BIBOB-advies. Echter voordat een BIBOB-advies wordt aangevraagd zal eerst het eigen bestaande instrumentarium moeten zijn toegepast. Alle informatie die je kunt verkrijgen uit de verschillende open bronnen, moeten opgevraagd en getoetst worden. De wet BIBOB vormt slechts een aanvullend middel.

Het bestaande instrumentarium

Er zijn drie regelingen die betrekking kunnen hebben op de exploitatie van seksinrichtingen, escortbedrijven, coffeeshops, horecabedrijven, speelautomatenhallen, afhaalcentra en growshops:

  • 1.

    Drank- en Horecawet;

  • 2.

    Overlastverordening horeca- en aanverwante bedrijven 2006;

  • 3.

    Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008;

In deze regelingen staan weigerings- en intrekkingsgronden. Kan de vergunning niet op basis van deze gronden geweigerd of ingetrokken worden, dan toetst het bevoegd gezag zelfstandig de aangevraagde dan wel verleende vergunning aan de gronden uit artikel 3 van de Wet BIBOB. Om dit onderzoek te kunnen uitvoeren is door het landelijk Bureau BIBOB een Algemeen Vragenformulier opgesteld.

Beleidsregel

Het doel dat de gemeente Helmond voor ogen staat bij de inzet van het BIBOB instrumentarium is het tegengaan van de aantasting van veiligheid in de gemeente Helmond, de aantasting van de bestuurlijke slagkracht van het bestuur, de verloedering door de aanwezigheid van criminaliteit en de subjectieve gevoelens van (on)veiligheid. Daartoe hebben we hieronder een aantal beleidsregels geformuleerd.

  • a.

    Algemeen Vragenformulier In 2009 is door het landelijk Bureau BIBOB een sterk vereenvoudigd vragenformulier opgesteld in

    overleg met de V.N.G. De minister van Binnenlandse Zaken adviseert in haar brief van 2 maart 2009 om dit formulier te hanteren. Wij hebben het formulier aan de lopende praktijk getoetst en constateren dat het met een beperkt aantal wijzigingen een werkbaar formulier is. We hebben besloten dit formulier

    incl. aangebrachte wijzigingen te hanteren. Werkende weg kan het zijn dat het formulier op onderdelen bijstelling behoeft.

  • b.

    Vergunningaanvragen waarbij het BIBOB Algemeen Vragenformulier ingevuld moet worden:

    Hieronder wordt aangegeven voor welke branches het vragenformulier ingevuld moet worden bij het doen van een vergunningaanvrage.

    Seksinrichtingen:

    Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.

    Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.

    Escortbedrijven:

    Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.

    Coffeeshops:

    Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.

    Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.

    Growshops:

    Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.

    Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.

    Speelautomatenhallen:

    Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.

    Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.

    Afhaalcentra :

    Bij alle aanvragen die vallen binnen een op grond van artikel 2, vierde lid Overlastverordening horeca- en aanverwante bedrijven 2006 aangewezen gebied, dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.

    Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het eventueel vastgestelde maximumstelsel.

    Horecabedrijven:

    Bij alle aanvragen, met uitzondering van aanvragen ingevolge artikel 4 van de Drank- en Horecawet, dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.

    Slijtersbedrijven zijn geen horecabedrijven en worden derhalve niet getoetst.

    Overigens zal de aanvraagprocedure bij een horecabedrijf in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets.

    Indien er na beoordeling van het vragenformulier van hierboven genoemde branches nog onduidelijkheden bestaan op hieronder aangegeven onderdelen, dan kan nadere informatie gevraagd

    worden.

    Er kan onduidelijkheid blijven bestaan t.a.v.:

    • 1.

      De bedrijfsstructuur:

      • -

        Onduidelijke, ondoorzichtige organisatiestructuur

      • -

        Monopolypositie van het bedrijf

      • -

        Onduidelijk ondernemingsplan

      • -

        Geen recent uittreksel van de Kamer van Koophandel

    • 2.

      De financiering:

      • -

        Financiële binding aan personen/bedrijven die bij politie en/of gemeente als onbetrouwbaar bekend staan

      • -

        Ongebruikelijke financieringsstructuur, afwijkend van gangbare wijze van financiering

      • -

        Slechte economische situatie bedrijf

      • -

        Afwijkende prijsstelling t.o.v. de branche

      • -

        Ondoorzichtige wijze van administreren

    • 3.

      Omstandigheden in de persoon van de aanvrager

      • -

        Ongebruikelijke branche voor de aanvrager

      • -

        Aan de aanvrager is eerder een vergunning geweigerd (ook andere gemeenten)

      • -

        Van een of meer van de leidinggevenden is informatie bekend die zou kunnen wijzen op slecht levensgedrag

      • -

        Vermoeden gebruik van stromannen

    • 4.

      De inrichting

      • -

        Opeenstapeling van ‘probleeminrichtingen’

      • -

        Uitstraling van de inrichting (bijv. opvallend weinig bezoekers, louche en vaak auto’s van bepaalde verhuurbedrijven voor de deur)

      • -

        Vorige zaak: slechte exploitatie, vergunning geweigerd, sluitingsbevel

      • -

        Snel opvolgende wijzigingen

      • -

        Huurprijs of overnamebedrag pand/bedrijf is niet marktconform

    • 5.

      Algemeen geldende beleidsindicatoren:

      • -

        Behandelend ambtenaar voelt zich bedreigd / geïntimideerd

      • -

        Valsheid in geschrifte bij aanvraag

      • -

        Fraude (onjuiste diploma’s, identificatiepapieren, contracten)

        Indien sprake is van een vergunningaanvrage waarin enkel wordt beoogd een administratieve wijziging van de verleende vergunning te realiseren (b.v. wijziging van leidinggevenden), zal geen BIBOB-onderzoek ingesteld worden voor zover de afgelopen 2 jaar al een BIBOB-onderzoek heeft plaatsgevonden.

  • c.

    Bij verleende vergunningen wordt de volgende keuze gemaakt voor wat betreft het verplicht invullen van het Algemeen Vragenformulier:

    Voor alle genoemde branches – met inbegrip van instellingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet - geldt dat het Algemeen Vragenformulier ingevuld dient te worden. Uiteraard zal t.a.v. een verleende vergunning enkel een procedure opgestart worden indien daar nadrukkelijk aanleiding voor is. Gezien het ingrijpende karakter van de intrekkingsbevoegdheid zal met het opstarten van een dergelijke procedure terughoudend omgegaan worden. Zonder limitatief te zijn worden hieronder een aantal aanleidingen genoemd.

    • -

      Het Openbaar Ministerie wijst op de wenselijkheid om het Bureau BIBOB om advies te vragen (tipfunctie).

    • -

      De Belastingdienst adviseert om een BIBOB-onderzoek te starten.

    • -

      Er hebben zich meermalen openbare orde of veiligheidsproblemen voorgedaan en de burgemeester

      acht het op basis van een politierapportage noodzakelijk dat een BIBOB-onderzoek wordt opgestart.

    • -

      Er zijn signalen over slecht levensgedrag van een of meer leidinggevenden en de burgemeester acht het op basis van een officiële rapportage van b.v. de politie noodzakelijk dat een BIBOB-onderzoek wordt opgestart.

    • -

      Er zijn signalen dat sprake is van schijnbeheer of dat gebruik gemaakt wordt van een stroman en de burgemeester acht het op basis van een officiële rapportage van b.v. de politie noodzakelijk dat een BIBOB-onderzoek wordt opgestart.

    • -

      Er is een aanvraag gedaan voor de toevoeging van een extra leidinggevende op de vergunning.

      Deze aanvraag werd ingetrokken nadat door de gemeente werd aangegeven dat er een BIBOB-advies gevraagd zou gaan worden. Na de intrekking van de aanvraag wordt verder geëxploiteerd op de reeds verleende, ongewijzigde vergunning.

    • -

      Er is een nieuwe aanvraag gedaan. Deze aanvraag werd ingetrokken nadat door de gemeente werd aangegeven dat er een BIBOB-advies gevraagd zou gaan worden. Na de intrekking van de aanvrage wordt verder geëxploiteerd op de reeds verleende vergunning.

  • d.

    Beoordeling door BJZ

    De afdeling BJZ toetst met ondersteuning van de afdeling Financiën het ingevulde vragenformulier en de daarbij aangeleverde gegevens.

    Wanneer het vragenformulier niet volledig is ingevuld of wanneer niet alle gevraagde gegevens zijn aangeleverd, wordt de aanvrager gevraagd het formulier en/of de gegevens aan te vullen.

    Het niet tijdig indienen van het formulier, de gevraagde gegevens of de aanvulling daarvan, leidt tot het niet in behandeling nemen van een aanvrage overeenkomstig het gestelde in artikel 4:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

    Wanneer er naar aanleiding van het ingevulde formulier of aangeleverde bescheiden nog vragen zijn, wordt schriftelijk nadere informatie gevraagd en/of de aanvrager uitgenodigd voor een gesprek.

  • e.

    Keuze voor wat betreft het aanvragen van een BIBOB-advies (indicatoren) 

    De volgend keuze wordt gemaakt voor wat betreft het richten van een verzoek aan het Bureau BIBOB voor het daadwerkelijk aanvragen van een BIBOB-advies (indicatoren).

    Een BIBOB-advies zal gevraagd worden indien:

    • 1.

      er na gemeentelijke screening (het zogenaamd zelfstandig onderzoek aan de gronden van artikel 3 van de Wet BIBOB) nog onduidelijkheden bestaan,

      of

    • 2.

      de Officier van Justitie gebruik heeft gemaakt van zijn, in de wet verankerde, tipfunctie en adviseert een BIBOB-advies aan te vragen.

      Ad 1. Met onduidelijkheden wordt gedoeld op:

      • -

        er bestaan nog steeds vragen over de bedrijfsstructuur;

      • -

        er bestaan nog steeds vragen over de financiering van het bedrijf;

      • -

        er bestaan nog steeds vragen over omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd.

  • f.

    Subsidiariteit en proportionaliteit

    Deze beleidsregel geeft invulling aan twee belangrijke uitgangspunten van de wet, namelijk de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. De gemeente bekijkt eerst of er geen bestaande

    weigeringsgronden zijn (b.v. strijd met bestemmingsplan of antecedentenonderzoek). Deze bestaande

    weigeringsgronden kunnen ook betrekking hebben op de integriteit van de vergunningaanvrager c.q. houder.

    Op de tweede plaats dient het bestuursorgaan te onderzoeken of zij zelfstandig de Wet BIBOB kan toepassen. Als het bevoegd gezag op basis van het eigen onderzoek genoeg aanwijzingen heeft dat

    een situatie als bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB zich voordoet, zal het de vergunning weigeren of intrekken.

    Wanneer uit eigen onderzoek blijkt dat er toch nog onduidelijkheden zijn over de integriteit van de aanvrager of diens zakelijke relaties, kan het bevoegd gezag een beroep doen op het landelijk Bureau

    BIBOB.

V. Bezwaar en beroep

Tegen de uiteindelijke beslissing tot weigering of intrekking van de vergunning door het bestuursorgaan waarin een BIBOB-advies is verwerkt, staat de gebruikelijke bezwaar- en beroepsprocedure open op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Onder bepaalde voorwaarden kan ook zonder bezwaarschriftenprocedure een beroepsprocedure gestart worden bij de rechtbank. De bezwaarschriftenprocedure kan worden overgeslagen indien betrokkene in zijn bezwaarschrift een verzoek tot rechtstreeks beroep doet en de gemeente vervolgens de zaak geschikt acht voor rechtstreeks beroep. De gemeente stuurt dan het bezwaarschrift ter behandeling door aan de bestuursrechter.

In gevallen waarbij sprake is van een besluit op basis van een BIBOB-advies, acht de gemeente de zaak geschikt voor rechtstreeks beroep. Daarvoor zijn een aantal redenen. De belangrijkste reden betreft het feit dat de bezwaarschriftencommissie vanwege de vertrouwelijkheid niet mag kennisnemen van het BIBOB-advies. Zij kan haar oordeel enkel baseren op het genomen besluit en de overige op de zaak betrekking hebbende stukken. De bestuursrechter kan wel kennis nemen van het BIBOB-advies. Bovendien geldt dat de standpunten zijn uitgewisseld en de feiten en omstandigheden voldoende duidelijk zijn. De bezwarenprocedure zal niet leiden tot een beter besluit.

VI. Inwerkingtreding en overgangsregeling

Deze beleidsregel treedt in werking 3 dagen na de datum van bekendmaking. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel Wet Bibob Helmond 2008 ingetrokken, met dien verstande dat deze beleidsregel geldig blijft voor reeds lopende aanvraagprocedures.

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 14 december 2010 ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft
De burgemeester van Helmond,
Dhr. F.P.C.J.G. Stienen (l.b.)
En
Burgemeester en wethouders van Helmond
De burgemeester,
Dhr. F.P.C.J.G. Stienen (l.b.)
De secretaris,
Dhr. A.A.M. Marneffe RA
Bekend gemaakt op:
17 december 2010
De gemeentesecretaris,
Dhr. A.A.M. Marneffe RA