Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening reinigingsheffingen 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening reinigingsheffingen 2020

De raad van de gemeente Hengelo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 december 2019;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet en artikel 15:33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020 (Verordening reinigingsheffingen 2020)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Perceel:

    • 1.

      de onroerende zaak, bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

    • 2.

      een binnen de gemeente gelegen roerende zaak;

    • 3.

      een gedeelte van een roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • 4.

      een samenstel van twee of meer roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • 5.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

  • b.

    Gebruik maken in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • c.

    G.F.T.- afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • d.

    Huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen als bedoeld in artikel 3 eerste onder a t/m r van de Afvalstoffenverordening;

  • e.

    Container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, onderverdeeld in de verschillende volumina;

  • f.

    Verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door de Milieupas;

  • g.

    Grove huishoudelijke afvalstoffen: huishoudelijke restafvalstoffen die met enige regelmaat in een huishouden vrij komen, doch die te groot en/of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden;

  • h.

    Grof tuinafval: tuinafval, dat met enige regelmaat in een huishouden vrij komt, doch dat te groot en/of te zwaar is om op dezelfde wijze als g.f.t.-afval aan de inzameldienst te worden aangeboden;

  • i.

    Milieupas: de vanwege de gemeente verstrekte pas, met daaraan een bepaald gekoppeld tegoed, ten behoeve van de ontdoening van afvalstoffen.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    De belasting voor het achter laten van afvalstoffen op het Milieupark aan de Wegtersweg wordt geheven van degene die de afvalstoffen achter laat.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    Als contante betaling van de rechten genoemd in hoofdstuk 2 wordt mede begrepen een rechtsgeldige ondertekende eenmalige incasso machtiging of een afschrijving op de Milieupas.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.2, van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3.

    De belasting bedoeld in Hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1, van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1, van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. De aanspraak op ontheffing bestaat niet, indien het bedrag van de ontheffing minder dan € 10,00 bedraagt.

  • 6.

    Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien aan het navolgende wordt voldaan:

    • a.

      het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere belastingen moet minder zijn dan € 6.900,00;

    • b.

      de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

  • De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De in artikel 7 tweede lid bedoelde gedagtekende kennisgevingen moeten worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen vijf dagen na de dagtekening.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 11 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 12 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de hoofdstukken 3 en 4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 14 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 15 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 en 4 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag, gedagtekende bon, nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Als contante betaling van de rechten genoemd in hoofdstuk 4 wordt mede begrepen een rechtsgeldige ondertekende eenmalige incasso machtiging.

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing van de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 18 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het reinigingsrecht worden betaald ingeval:

    • a.

      bij wege van aanslag wordt geheven, binnen een maand na de dagtekening van de aanslag;

    • b.

      bij wege van mondelinge of schriftelijke kennisgeving wordt geheven als bedoeld in artikel 8, op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 19 Kwijtschelding

Op voet van artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt geen kwijtschelding van dit recht verleend.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 20 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening reinigingsheffingen 2019’ van 6 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 21, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 21, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reinigingsheffingen 2020’.

Vastgesteld door de gemeenteraad van Hengelo

in de openbare vergadering van 17 dec ember 201 9 ,

de griffier,

de voorzitter,

Tarieventabel 2020 behorende bij de ‘Verordening reinigingsheffingen 2020’.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.0

De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief (onderdeel 1.1), verhoogd met één of meer gedifferentieerde tarieven (onderdeel 1.2)

1.1

Vast deel:

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar voor het periodiek verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen

€ 155,76

1.1.2

Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 bedraagt de belasting voor het ter beschikking hebben van een restcontainer

€ 24,00

1.2

Variabel deel:

Aanbieding van mini-containers en afvalbakken:

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van:

1.2.1

een container van 240 liter, bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 16,50

1.2.2

een container van 140 liter, bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 9,70

1.2.3

een zorgcontainer van

1.2.3.1

240 liter bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 11,95

1.2.3.2

140 liter bestemd voor huishoudelijk restafval

€ 7,00

1.2.4

een container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

€ 2,00

1.2.5

een container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

€ 1,20

Bij het gebruik van verzamelcontainers:

1.2.6

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per aanbieding van huishoudelijk restafval:

1.2.6.1

bij een inwerptrommel van 30 liter

€ 1,20

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven huishoudelijke afvalstoffen

2.0

Algemene bepalingen:

2.0.1

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1 zijn tevens de in dit hoofdstuk genoemde tarieven van toepassing.

2.0.2

In het geval dat een bon, nota of ander schriftuur moet worden toegezonden, wordt hiervoor aan administratiekosten in rekening gebracht

€ 7,00

2.1

Achterlaten afvalstoffen op het Milieupark:

2.1.1

Het tarief voor het met gebruik van een verstrekte Milieupas achterlaten van grove huishoudelijke restafvalstoffen waaronder ook wordt begrepen asbesthoudend afval voor zover geen sloopmelding wordt overlegd, en puin op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats bedraagt

per aanbieding van 10 kilogram of gedeelte daarvan

€ 1,50

vermeerderd met voor elke 5 kilo of gedeelte daarvan extra

€ 0,75

2.1.2

Het tarief voor het met gebruik van een verstrekte Milieupas achterlaten van (grof) tuinafval, oud papier, karton, textiel, glas, asbesthoudend afval indien een sloopmelding wordt overlegd, metalen, klein chemisch afval, elektrische - en elektronische apparatuur, mits gescheiden en op voorgeschreven wijze aangeboden, op de daartoe aangewezen inzamelplaatsen op een door de gemeentewege ter beschikking gestelde plaats bedraagt per kilogram

nihil

2.1.3

De in onderdeel 2.1.1 en 2.1.2 vermelde tarieven zijn niet verschuldigd voor zover het aantal achtergelaten kilo’s afvalstoffen kunnen worden afgeschreven van het tegoed op de Milieupas ad 50 kg per jaar. Voor zover er geen tegoed op de Milieupas (meer) aanwezig is, zijn de in onderdeel 2.1.1 en 2.1.2 vermelde tarieven verschuldigd.

2.1.4

Het tarief voor het verstrekken van een vervangende Milieupas bij bijvoorbeeld diefstal of verlies bedraagt

€ 10,00

2.2

Wisseling container-volume:

2.2.1

Indien een belastingplichtige van de gemeente wisselt van container-volume, dan bedragen de kosten voor de omwisseling door Twente Milieu van één of twee containers, per keer

€ 28,50

2.2.2

Indien een nieuw ingezetene van de gemeente als belastingplichtige wordt aangemerkt, kan hij gedurende een periode van drie maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos één maal van container-volume wisselen. Nadien is het onder 2.2.1 vermelde tarief van toepassing.

2.3

Op aanvraag inzamelen van afvalstoffen:

2.3.1a

De belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke restafvalstoffen en puin bedraagt per aanvraag op de door gemeente Hengelo vastgestelde werkdagen tijdens kantooruren een vast bedrag per keer dat het perceel wordt bezocht van

€ 22,50

2.3.1b

Vermeerderd met een bedrag voor elke kilogram of gedeelte daarvan met

€ 0,15

2.3.2

De belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval, metalen en grote elektrische - en elektronische apparatuur bedraagt per keer op de door gemeente Hengelo vastgestelde werkdagen tijdens kantooruren een vast bedrag van:

€ 22,50

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven jaarlijkse reinigingsrechten

In Hengelo niet van toepassing

Hoofdstuk 4 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

Het recht bedraagt voor:

4.1.a

Het ledigen van beerputten of septic tanks, en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen, per rit van de tankwagen tot een hoeveelheid van 3 kubieke meter of een gedeelte daarvan

€ 156,00

4.1.b

Vermeerderd met een bedrag voor elke volgende kubieke meter of een gedeelte daarvan

€ 67,25

4.2.a

Het ledigen van andere dan beerputten of septic tanks door middel van een kolkenzuiger, inclusief bedienend personeel per kwartier of een gedeelte daarvan een vast bedrag van

€ 34,80

4.2.b

Vermeerderd voor elke halve kubieke meter of gedeelte daarvan (stortrecht) met

€ 88,00

4.3

Het ontsmetten van wespennesten en het verwijderen van overig ongedierte

€ 54,00

4.4

Het wegen van goederen op de weegbrug, per weging

€ 7,20

4.5

Ingeval de bon, nota of andere schriftuur moet worden toegezonden dan worden hiervoor aan administratiekosten in rekening gebracht

€ 7,00

Ondertekening

Behoort bij raadsbesluit van 17 december 2019

De griffier,