Verordening winkeltijden Heumen 2013

Geldend van 01-07-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening winkeltijden Heumen 2013

Onderwerp: Verordening winkeltijden Heumen 2013

Datum: 27 juni 2013

Besluitnr.

De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;

gezien de voorstellen van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013 en 7 mei 2013;

gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en het wetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening winkeltijden Heumen 2013:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet.

Artikel 2. Algehele vrijstelling van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden

  • 1.

    De verboden, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a. en b. van de wet, gelden niet voor winkels in de zin van de wet.

  • 2.

    Het verbod zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet, geldt niet voor bedrijfsmatige ambulante handel, met uitzondering van het eerste lid, onder c. van de wet.

Artikel 3. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 3 a. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

  • b.

    winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 3 b. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 3 c. Begraafplaatsen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 3 d. Culturele evenementen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 3 e. Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 3 f. Bejaardenoorden

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 3 g. E.H. Communie

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 3 h. Allerheiligen en Allerzielen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 3 i. Ramadan

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 3 j. Bedevaartplaats

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

  • a.

    voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • b.

    religieuze artikelen en souvenirs;

  • c.

    bloemen en planten.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van:

  • a.

    voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • b.

    religieuze artikelen en souvenirs;

  • c.

    bloemen en planten.

Artikel 3 k. Carnaval

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

Artikel 3 l. Kermis

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 4. Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening wordt bekendgemaakt in de Regiodiek van de gemeente.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op het moment dat de gewijzigde Winkeltijdenwet in werking treedt. Tezelfdertijd wordt de Verordening winkeltijden Heumen 2012, vastgesteld op 10 mei 2012, ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Heumen 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 juni 2013.
MvdH
Malden, 27 juni 2013
DE RAAD VOORNOEMD;
De raadsgriffier,
L.Bosland.
De burgemeester,
P.Mengde.

Algemene toelichting Heden

De Winkeltijdenwet (WTW)

Op 1 juli 2013 zal hoogstwaarschijnlijk de gewijzigde Winkeltijdenwet in werking treden. Deze gewijzigde wet zal de mogelijkheid gaan bieden aan gemeenten om de regels uit de huidige Winkeltijdenwet uit 1996 met betrekking tot de openingstijden van winkels enorm te versoepelen. Deze wetswijziging volgt op de nog tamelijk recente wetswijziging van de Winkeltijdenwet op 1 januari 2011 (stb 2010 nr 796). De wetswijziging van 2011 heeft tot doel een inkadering te geven van de bevoegdheid om toeristische gebieden aan te wijzen, waar de winkels op alle zon- en feestdagen open mogen zijn. Het gaat om een aantal extra eisen aan de besluitvorming en een aanscherping van de bevoegdheid op grond van artikel 3, derde lid, onder a, van de wet. Verder worden door deze wetswijziging de vrijstellingen die de raad op basis van dit artikel bij verordening kan geven, vatbaar voor bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Met de wetswijziging van 2011 wordt meer duidelijkheid verschaft inzake de mogelijkheden om openstelling van winkels aan te passen aan de lokale omstandigheden.

De huidige gewijzigde Winkeltijdenwet van 2011 kent de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels. Dit blijft in de komende wetswijziging overeind. Artikel 9 van de WTW blijft ongewijzigd gehandhaafd.

  • b.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

  • c.

    Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.

  • d.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

  • e.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • f.

    De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. Zoals hiervoor vermeld is deze bevoegdheid door de wetswijziging nader ingekaderd.

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid van de WTW.

Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan.

Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende vier categorieën.

1.Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (Afwijkingsmogelijkheid van het ingevolge artikel 2, eerste lid, onder c. jo. artikel 7 van de Winkeltijdenwet opgenomen verbod om een winkel voor het publiek geopend te hebben op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur. Om van dit verbod te kunnen afwijken moet in de Winkeltijdenverordening worden voorzien in een grondslag om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Het gaat hier om zogeheten nachtwinkels. In Heumen zijn deze winkels er niet. Mede daarom is in de Verordening winkeltijden Heumen 2012 geen grondslag opgenomen om van dit verbod in de Winkeltijdenwet te kunnen afwijken. Dit blijft ook zo in de Verordening Winkeltijden Heumen 2013.

2.Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Ook kan de raad het college van burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toekennen.

Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-uurdagen”.

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet gedefinieerd als feestdagen.

Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Daaruit volgt dat de 19uurdagen niet als koopzondag kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Dit is gewijzigd in de Verordening Winkeltijden Heumen 2013. De 19uur dagen vallen onder de algehele vrijstelling.

3.Bevoegdheden voor specifieke situaties

De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a). Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde) winkelopening.

Door de wetswijziging is dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt. De wet stelt een aantal criteria waaraan voldaan moet zijn:

  • ·

    Er moet sprake zijn van toerisme met een substantiële omvang;

  • ·

    De toeristische aantrekkingskracht moet autonoom zijn, dat wil zeggen dat zij los moet staan van de winkelopening op zondag;

  • ·

    De raad dan wel het college dient een nadrukkelijke afweging te maken van een aantal belangen.

De gemeente Heumen kenmerkt zich in het geheel niet als een bijzondere toeristische gemeente met autonome toeristische aantrekkingskracht en daarom kan geen gebruik gemaakt worden van deze bevoegdheid. In de Verordening winkeltijden Heumen 2012 is een dergelijke bepaling dus ook niet opgenomen. Hoewel het toerismeartikel in de gewijzigde Winkeltijdenwet zal worden geschrapt en eveneens niet in de Verordening Winkeltijden Heumen 2013 terugkomt, is dit artikel voor wat betreft de te maken belangenafweging in het licht van het algehele vrijstellingsbesluit in artikel 2 van de Verordening winkeltijden 2013, nog wel interessant. Dit vanwege de expliciete belangen die de wetgever in dit artikel heeft opgenomen.

De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeenteraad om in een verordening een bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders toe te kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend.

Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Net als onder de Winkelsluitingswet 1976 moeten deze winkels zich uitsluitend of hoofdzakelijk richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Het gaat in de praktijk vaak om supermarkten. Doordat artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet verwijst naar artikel 2, tweede lid onder a en b, kan een dergelijke supermarkt dus op zondagen, feestdagen en op 19uur dagen geopend zijn. Zie verder de toelichting bij artikel 7 van deze verordening.

Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, hebben mogen op werkdagen ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. De betrokken winkels moeten echter wel op alle zon- en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen.

Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen. In Heumen is deze situatie niet voor handen. Mede daarom is in de Winkeltijdenverordening geen grondslag hiervoor opgenomen. Dit blijft ook zo in de Verordening Winkeltijden Heumen 2013.

Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening aangewezen gevallen de bevoegdheid toekennen op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen.

Het college kan op grond van artikel 6 van de Winkeltijdenwet op verzoek een ontheffing verlenen voor de openstelling van de winkel op zondag aan winkeliers die tot een kerkgenootschap behoren dat de wekelijkse religieuze rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers moeten dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten houden.

4.Algemeen

Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden. Aan de ontheffingen op grond van artikel 3, vierde lid, en op grond van artikel 7 van de Winkeltijdenwet (avondopenstelling op zondag respectievelijk op werkdagen) kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad)

Handhaving

De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven. Deze is te vinden op de website van de VNG, http://www.vng.nl/eCache/DEF/62/907.html.

Algemene toelichting Toekomst

Toekomstige gewijzigde Winkeltijdenwet (wetsvoorstel 32412)

Heumen is net als vele gemeenten in Nederland in de achterliggende jaren aangelopen tegen de beperkingen uit de huidige Winkeltijdenwet uit 1996 en het daarin opgenomen verbod om winkels toe te staan om op zondag de winkel te openen. Onze nationale wetgever is met deze landelijke problematiek bekend. Dit blijkt uit een al jaren aanhangig wetsvoorstel van D’66 en Groen Links voor verruiming van de mogelijkheden om op zondag geopend te mogen zijn. Tot op heden bleef het door de wisselende samenstelling van de Tweede Kamer bij een wetsvoorstel. Dit is nu anders want de Tweede Kamer heeft (met steun van de VVD en de PVDA) inmiddels met het wetsvoorstel ingestemd. De Eerste Kamer, waarin de genoemde 4 partijen op een meerderheid kunnen bogen is nu aan zet. De kans bestaat dat de nieuwe Winkeltijdenwet mogelijk al in juli 2013 in werking zal kunnen treden.

Het wetsvoorstel geeft een belangrijke versimpeling (versobering) van de verschillende lastige regelingen voor zondagopenstelling als uitzondering op het algemene verbod van de Winkeltijdenwet om winkels op zondag te hebben geopend. Daarmee zal een einde komen aan de bestaande regelingen in de Winkeltijdenwet. De volgende regelingen voor zondagopenstellingen zullen tenminste gaan verdwijnen:

  • 1.

    de 12 zondagen per jaarregeling (artikel 3, eerste lid, van de WTW);

  • 2.

    de ontheffing voor zondagavondopenstelling vanaf 16 uur, 1 per 15 000 inwoners (artikel 3, vierde lid, van de WTW);

  • 3.

    de toerismebepaling (artikel 3, derde lid, van de WTW);

  • 4.

    de bijzondere omstandigheden en feestdagenregeling (artikelen 4 en 5 van de WTW);

  • 5.

    de nachtwinkels op werkdagen tussen 22.00 uur en 6.00 uur (artikel 7 van de WTW).

Artikel 10 van de WTW is vervallen bij de inwerkingtreding per 1 januari 2013 van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Wab), waarbij de Algemene wet bestuursrecht is gewijzigd.

De artikelen 3 en 8 worden gewijzigd.

In Heumen is over de eerste en met name tweede bovenstaande variant de laatste jaren nogal wat te doen geweest. De (supermarkt)ontheffing voor de zondagavondopenstelling wordt door velen als niet rechtvaardig ervaren. Deze brengt nu nog vaak ongelijke behandeling van de plaatselijke ondernemers met zich mede, omdat niet meer dan 1 ontheffing kan worden verleend per 15.000 inwoners. Bovendien beperkt deze ontheffing zich in de praktijk tot supermarkten. De verlening van deze zogenoemde “schaarse ontheffing” gebeurt dan vaak door loting al dan niet gekoppeld aan een roulatiesysteem of een beleid van “wie het eerst komt het eerst maalt”. Diverse gemeenten proberen of hebben geprobeerd aan deze ongelijke verdeling te ontkomen door toepassing te geven aan de toerismebepaling. Echter lang niet elke gemeente (Heumen zeker niet) voldoet aan de voorwaarde van “substantieel op de gemeente gericht toerisme”. Deze voorwaarde van substantieel toerisme - bij de wetswijziging van 1 januari 2011 nog aangescherpt vanwege de SGP-steun die Rutte I nodig had - zal komen te vervallen.

Met de inwerkingtreding van de toekomstige gewijzigde Winkeltijdenwet zullen gemeenten voortaan zelf mogen bepalen of en zo ja, waar en in welke vorm in de gemeente sprake kan zijn van zondagopenstelling. Mogen alle winkels dus nu voortaan op zondag open? Nee, want gemeenten die dat willen zullen hiertoe nog wel expliciet besluiten moeten nemen en deze besluitvorming zal zorgvuldig moeten plaatsvinden. Het is in de achterliggende jaren immers wel gebleken dat de zondagopenstelling in elke gemeente voor veel reuring zorgt. Voor- en tegenstanders staan vaak diametraal tegenover elkaar en het is dus zaak voor de gemeentelijke bestuursorganen alle betrokken belangen te wegen en een goed onderbouwd besluit te nemen dat binnen de gemeente past.

Hoewel in het wetsvoorstel daarover niets is bepaald, zal deze zorgvuldigheid moeten worden ingekleurd door een te maken belangenafweging. Het ligt voor de hand dat de hierboven genoemde wijziging van de Winkeltijdenwet van 1 januari 2011 een belangrijke rol zal gaan spelen. Daarin is namelijk een expliciet belangenafwegingskader gegeven voor gemeenten die toepassing willen geven aan de toerismebepaling. De belangen die daarbij zijn genoemd zijn:

  • -

    werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente;

  • -

    het belang van “kleine” winkeliers met weinig of geen personeel;

  • -

    het belang van winkelpersoneel;

  • -

    zondagsrust;

  • -

    leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.

Naast of in het licht van deze belangen kunnen besluiten voor (ruimere) zondagopenstelling ook in verschillende geuren en smaken, op maat, worden vormgegeven. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan delen van de gemeente (het centrum, het industrieterrein), onderscheid naar branche en beperkte openingstijden. Ook deze aspecten zullen in de besluitvorming onderbouwd worden. Besluiten waarin aan al deze belangen degelijke aandacht is besteed, zullen vermoedelijk de toets van de civiele rechter kunnen doorstaan. Uit de jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), de hoogste bevoegde bestuursrechter, blijkt dat bij besluiten voor zondagopenstelling met name wat betreft de belangenafweging de gemeente veel beoordelings- en beleidsvrijheid toekomt.

Deze belangenafweging zal worden gemaakt in de hieronder staande toelichting op artikel 2 van de Verordening winkeltijden Heumen 2013.

artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Artikel 2. Algehele vrijstelling van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden

De gemeenteraad zal op grond van artikel 3, eerste lid, van de te wijzigen Winkeltijdenwet de bevoegdheid krijgen om bij verordening vrijstelling te verlenen van het verbod om winkels op zon- en feestdagen en 19 - uurdagen geopend te hebben. Ten aanzien van het eerste lid betekent dit dat winkels op zondagen voor 6 uur en na 22 uur gesloten dienen te zijn. Ten aanzien van het tweede lid betekent dit dat bedrijfsmatige ambulante handel op zondagen voor 6 uur en na 22 uur niet mag plaatsvinden.

Aanvankelijk leek deze vrijstelling materieel gelijk te moeten worden gesteld met een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, maar uit de laatste wijziging van 22 maart jl. (brief van de Minister van Economische zaken aan de Voorzitter van de EK op vragen van de leden van de SGP-fractie, EK 2012-2013, 32412, G,) blijkt dat bij de bestuursrechter aanvechtbaar zijn besluiten op grond van Winkeltijdenwet en besluiten op grond van de verordening. De verordening zelf of onderdelen daaruit zijn dus niet vatbaar voor bezwaar en beroep. Dit betekent dat conform de hoofdregel uit de Algemene wet bestuursrecht tegen de verordening of onderdelen daaruit geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. Een rechtzoekende zal zich dus tot de burgerlijke/civiele rechter als restrechter moeten wenden.

Hoewel in het wetsvoorstel daarover niets is bepaald, zal de zorgvuldigheid moeten worden ingekleurd door een de(u)gdelijke te maken belangenafweging. Het ligt voor de hand dat de wijziging van de Winkeltijdenwet van 1 januari 2011 een belangrijke rol zal gaan spelen. Daarin is namelijk een expliciet belangenafwegingskader gegeven voor gemeenten die toepassing willen geven aan de toerismebepaling. De belangen die daarbij zijn genoemd zijn:

  • 1

    werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente;

  • 2.

    het belang van “kleine” winkeliers met weinig of geen personeel;

  • 3.

    het belang van winkelpersoneel;

  • 4.

    zondagsrust;

  • 5.

    leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.

Naast of in het licht van deze belangen kunnen besluiten voor (ruimere) zondagopenstelling ook in verschillende geuren en smaken, op maat, worden vormgegeven. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan delen van de gemeente (het centrum, het industrieterrein), onderscheid naar branche en beperkte openingstijden.

Inventarisatie belangen en belangenafweging

Hieronder zullen de bovenstaande 5 belangen van commentaar worden voorzien. De eerste drie belangen worden samengenomen.

1-3. Economische bedrijvigheid en werkgelegenheid.

De supermarktopenstelling op zondagen bestaat in onze gemeente sinds maart 2009 (via ontheffing aan Albert Heijn). Die mogelijkheid was er overigens sinds 1996 al. Daarnaast wijst onze gemeente (het college) al sinds jaar en dag maximaal 12 koopzondagen aan. Sinds maart 2009 en ook daarvoor (ten aanzien van de koopzondagen) zijn niet of nauwelijks negatieve reacties bekend van individuele ondernemers en/of de ondernemersvereniging ten aanzien van de zondagopenstelling van Albert Heijn. Sterker nog: de tweede grote supermarkt in de kern Malden, te weten de Plus, heeft - vanuit economisch oogpunt - in de achterliggende jaren er veel aan gedaan om ook op elke zondag open te mogen zijn. Ook bij de supermarkt in de kern Overasselt (Derks) bestaat sinds 2012 de wens om op de zondagen open te mogen zijn, althans daar zelf keuzes in te kunnen maken. Daarnaast blijkt uit structureel (maandelijks) overleg tussen de ondernemersvereniging en de portefeuillehouder, waar de koopzondag met zeer grote regelmaat op de agenda staat, dat de ondernemersvereniging in het licht van deregulering en administratieve lastenverlichting graag zelf over de openstelling van de zondag wil gaan. Gelet op het succes van de huidige zondagopenstelling en de wens van de andere supermarkten om op zondag open te mogen zijn, sluit de openstelling van winkels op zondagen kennelijk aan op een duidelijke behoefte die er onder de inwoners van de gemeente en breder gezien het verzorgingsgebeid van de winkels, in het bijzonder binnen de kern Malden, leeft.

De keuze om zondag wel of niet de deuren van de winkel (niet louter supermarkten!) te mogen openen past in de strategische visie waarin de eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid centraal staan, bij een terugtredende overheid, bij deregulering, bij vermindering van administratieve lasten voor burgers, bedrijven en voor de gemeente zelf. Het besluit om op zondag een winkel al dan niet te openen, is aan de betreffende ondernemer. De Verordening biedt de mogelijkheid daartoe, maar legt geen plicht en/of beperkingen op.

Ten aanzien van het belang van de kleine winkeliers en het winkelpersoneel kan gewezen worden op de noodzaak om (ook als kleine) ondernemer te luisteren naar de behoefte van de klant en in te spelen op het veranderende koopgedrag van de consument. Daarnaast kan de zondagsopenstelling leiden tot extra werkgelegenheid en medewerkers die juist op zondag willen werken i.v.m. de extra verdiensten en de betere combinatie met de persoonlijke situatie. Overigens worden de werknemersbelangen bij uitstek al beschermd door de Arbeidstijdenwet. De bescherming van de belangen van werknemers via de Winkeltijdenwet is daardoor nauwelijks een belang waarmee rekening kan worden gehouden.

Uit het structurele overleg voornoemd komt naar voren dat kleine winkeliers er divers in staan. Een aantal wil wel, een aantal begrijpt de keuze en een aantal zal niet willen. Voor met name winkeliers zonder personeel kan het lastig zijn om op zondag eventueel ook open te “moeten” gaan. De keuze om al dan niet open te gaan zal voor (kleine) winkeliers in het winkelcentrum waarschijnlijk lastiger zijn dan voor winkeliers in de periferie.

4.Zondagsrust.

Sinds de inwerkingtreding van de Zondagswet in 1953 hebben met betrekking tot het begrip

‘zondagsrust’ verschuivingen plaatsgevonden. De zondag wordt naast rustdag (al dan niet

op religieuze grondslag) gebruikt als dag om te recreëren. Festiviteiten vinden steeds vaker

ook op zondag plaats. Er zijn stromingen in de samenleving die, al dan niet op religieuze gronden, een zondagsopenstelling pertinent afwijzen. Wij zijn van mening dat openstelling van winkels op zon- en feestdagen in zijn algemeenheid niet is aan te merken als een verstoring van de zondagsrust. De samenstelling en de gezindheid van de gemeente Heumen verzet zich niet tegen het openstellen van winkels op zondag. Een dergelijke openstelling voorziet juist in een bredere behoefte die onder de inwoners van onze gemeente leeft.

5.Leefbaarheid,veiligheid en openbare orde.

Ad 1. leefbaarheid.

De winkelvoorzieningen binnen de gemeente zijn verspreid over de kernen. Het hart en de grootste en belangrijkste winkelkern ligt in Malden. In de kernen Heumen en Nederasselt zijn nauwelijks winkels. In de kern Overasselt is wel een aantal winkels, waarvan er een aantal deelneemt aan de koopzondagen. In geen van de kernen is van overlast als gevolg van deze openstellingen op zondag in de achterliggende jaren gebleken. In de kern Malden is Albert Heijn in de achterliggende jaren op zondag open geweest. Van overlast als gevolg van een massale verkeerstoename die zich concentreert in een gebied dat daar niet op is berekend, is geen sprake geweest.

Kortom: het aantal klachten wegens zondagsopenstelling in absolute en relatieve zin is erg klein en vormt geen reden om af te zien van een algehele zondagsopenstelling van winkels in Heumen. Bij de gemeente zijn na de vaststelling van de huidige Verordening winkeltijden Heumen 2012 met betrekking tot het onderwerp zondagsopenstelling geen klachten ontvangen van winkeliers en/of omwonenden.

Een mogelijk toekomstig probleem rondom het winkelcentrum van Malden kan zijn gelegen in een toename van geluidsoverlast als gevolg van het laden en lossen (bevoorrading van de winkels) op zondagen rondom het winkelcentrum in Malden. Dat kan als erg hinderlijk door de bewoners boven en in de directe nabijheid van het winkelcentrum worden ervaren. Dit zal met name in de avonduren spelen. Hetzelfde zal kunnen gelden voor een toename van geluidsoverlast als gevolg van glasbakken en winkelkarretjes. Hoewel het op de weg van de winkeliers en de omwonenden zelf ligt om hierover goede afspraken te maken, zal de situatie een half jaar na de algehele openstelling worden geëvalueerd. Indien er een duidelijke toename van de overlast wordt ervaren en is gebleken dat partijen er samen niet uit kunnen komen, dan zal de gemeente zich (voor zover daartoe bevoegd) over eventuele maatregelen aangaande buigen.

Ad 2.Veiligheid en openbare orde

De zondagsopenstelling zal geen negatieve effecten hebben op de veiligheid binnen degemeente Heumen. De afgelopen vier jaar is Albert Heijn op zondag geopend geweest en verder zijn er winkels op een aantal koopzondagen geopend geweest. Hieruit zijn geen problemen met de veiligheid gerezen.

In het licht van de aard van de winkels die gebruik maken van de zondagsopenstelling in degemeente valt niet in te zien waarom een openstelling op zondag een groter risico vormt dan

een openstelling op zaterdag of andere dagen in de week. De veiligheidsdiensten zoalsbrandweer, politie en ambulance zijn 24 uur per dag en zeven dagen in de week inzetbaar bijcalamiteiten. Juist door de spreiding van de winkelvoorzieningen zal de openbare orde en veiligheid niet in het geding komen. De afgelopen vier jaar zijn in ieder geval geen meldingen binnengekomen waarin melding wordt gemaakt van verstoring van de openbare orde als gevolg van op zondag geopende winkels.

Conclusie :

De inventarisatie en de afweging van de bovenstaande belangen leidt vooralsnog tot de conclusie dat er geen noemenswaardige aantasting is van de 5 hierboven genoemde belangen die maken dat het algemeen economisch belang en de wens van alle partijen (de raad mede als de democratisch gekozen volksvertegenwoordiger en de ruime meerderheid van de winkeliers) om zelf te bepalen of de winkel op zondag opengaat heeft te prevaleren boven de mogelijke bezwaren die een enkeling heeft tegen het vrijgeven van de koopzondag.

Dat betekent dat het uitgangspunt van de gemeente Heumen om het reguleren van de zondagopenstelling in een gemeente als Heumen geheel aan de markt zelf over te laten, na inventarisatie en weging van belangen geheel overeind blijft. De gemeente Heumen is van oordeel dat dit past in de strategische visie waarin de eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid centraal staan, bij een terugtredende overheid, bij deregulering, bij vermindering van administratieve lasten voor burgers, bedrijven en voor de gemeente zelf. Beperkingen in openingstijden, of naar gebied en/of branche passen daar niet in.

Zienswijzen:

Eenieder is gedurende een maand in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijzen in te dienen.

De ingekomen zienswijzen ondersteunen het uitgangspunt om de zondagopenstelling geheel en al aan de ondernemers zelf over te laten. De achterliggende gedachte daarbij is dat alle betrokkenen (de winkeliers, de burgers, de direct omwonenden burgers en de kerk en haar parochianen) er samen best wel uit zullen komen en dat er na een tijd van gewenning een gezond en natuurlijk evenwicht zal ontstaan, waar elke betrokkene zich min of meer in zal kunnen vinden.

Vanuit de hoeken waaruit eventueel kritiek te verwachten viel, is het stil gebleven. Van de kleine ondernemer met weinig of geen personeel is binnen de termijn geen enkele reactie ingekomen (belang 1-3. economische bedrijvigheid en werkgelegenheid). Hetzelfde geldt voor de parochie en haar parochianen (belang 4. zondagsrust). Tenslotte heeft ook geen enkele burger of van de direct omwonenden burgers van bijvoorbeeld het winkelcentrum iets van zich laten horen (belang 5. leefbaarheid, veiligheid en openbare orde). Voor wat betreft dit laatste belang willen wij toevoegen dat door de zeer waarschijnlijke spreiding van het koopgedrag, de parkeerdruk rondom het winkelcentrum op bepaalde dagen beter verspreid zal zijn.

Artikel 3 a-l. de 1 op 1 overgehevelde vrijstellingen vanuit het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet naar de Verordening winkeltijden Heumen 2013

Wanneer het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet in werking treedt heeft dit onder andere gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Deze algemene maatregel van bestuur heeft vooralsnog als grondslag de artikelen 5, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (oud). Na inwerkingtreding van de wetswijziging zal dit het breder getrokken artikel 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) zijn. Hoewel artikel 8 dus breder getrokken wordt heeft de wetswijziging tot gevolg dat de artikelen 3, derde en vierde lid, 4, derde en vierde lid, en 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen. Datzelfde geldt voor bepalingen in gemeentelijke verordeningen die gebaseerd zijn op artikel 12, tweede lid, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (zoals bijvoorbeeld artikel 8 van de Modelverordening Winkeltijdenwet 2010).

Deze vervallen vrijstellingen kunnen gemeenten vervolgens wel op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) bij verordening vaststellen. Gemeenten die - al dan niet in afwachting van een algehele herziening van hun beleid aangaande zondags- en avondopenstelling - de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd wensen voort te zetten dienen deze vrijstellingen dus te ‘kopiëren’ naar de eigen verordening. Met deze bepaling in de verordening wordt hieraan uitvoering gegeven.

Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij zijn een duizendtal detailhandelsbedrijven betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijscomannen, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea en in bejaardenoorden en winkels in feestartikelen, alsmede openstellingen ter gelegenheid van sport- en culturele evenementen en openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard, zoals de Ramadan, de Eerste Heilige Communie en bedevaarten.