Regeling vervallen per 13-12-2010

Verordening Inburgering 2010

Geldend van 09-06-2010 t/m 12-12-2010

Intitulé

VERORDENING INBURGERING 2010

De raad van de gemeente Heumen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 april 2010;

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, 24a, vijfde lid, 24f en 35 van de Wet Inburgering en artikel 4.27, derde lid, van het Besluit Inburgering;

overwegende dat:

  • -

    de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars;

  • -

    de raad bij verordening de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige en vrijwillige inburgeraar voor wie een voorziening is vastgesteld, dient vast te stellen;

  • -

    de raad bij verordening de hoogte van de bestuurlijke boete dient vast te stellen die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING INBURGERING 2010

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen;

    • b.

      de wet: de Wet Inburgering;

    • c.

      voorziening: een (duale) inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2.

    Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      het verstrekken van schriftelijk voorlichtingsmateriaal;

    • b.

      het inrichten van een informatie- en adviesfunctie bij de afdeling Sociale

      Zaken;

    • c.

      het inrichten van een digitaal informatiepunt op de gemeentelijke website.

  • 3.

    Het college beoordeelt tenminste eens in de twee jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars en rapporteert daarover aan de raad. De raad ontvangt expliciet over de hoogte en motivering van het bestuurlijk boetebeleid en consequenties daarvan voor verblijfsvergunningen, integraal alle informatie.

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de voorziening aan inburgeringsplichtigen

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college wijst de volgende groepen inburgeringsplichtigen aan wie hij bij voorrang een voorziening kan aanbieden:

  • a.

    nieuwkomers en oudkomers die een uitkering ontvangen op grond van een sociale zekerheidswet of een sociale verzekeringsregeling;

  • b.

    oudkomers die zelf geen inkomsten uit arbeid hebben, noch een uitkering ontvangen op grond van een sociale zekerheidswet of een sociale verzekeringsregeling.

Artikel 4 De samenstelling van de voorziening

  • 1.

    Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de voorziening aan geestelijk bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de voorziening wordt afgestemd op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

  • 3.

    Een voorziening kan, naast datgene wat in de wet is geregeld, een of meer van

    de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      voorzieningen zoals bedoeld in de artikelen 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 van de reïntegratieverordening;

    • b.

      overige voorzieningen die toeleiden naar arbeid;

    • c.

      overige voorzieningen die bijdragen aan een volwaardige integratie en participatie;

    • d.

      overige voorzieningen zoals genoemd in de nota Minimabeleid;

    • e.

      reiskosten op basis van openbaar vervoer, te vergoeden vanaf thuis tot de inburgeringsvoorziening, onafhankelijk van de afstand.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 10 termijnen betaald.

  • 2.

    Het college legt in de beschikking tot toekenning van een voorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking één of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de aangeboden voorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • f.

    overige verplichtingen die het bereiken van het doel van de voorziening kunnen ondersteunen.

HOOFDSTUK 3. HET AANBOD VAN EEN VOORZIENING AAN INBURGERINGSPLICHTIGEN

Artikel 7 De procedure bij het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid van de wet, schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de voorziening worden verbonden.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen vier weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. Indien de inburgeringsplichtige niet accoord kan gaan of onafhankelijk advies wil inwinnen over het aanbod, kan de inburgeringsplichtige terecht bij Vluchtelingen & Nieuwkomers Zuid Gelderland, afdeling Heumen. De inburgeringsplichtige krijgt voor deze periode van extern advies vier weken extra de tijd.

  • 4.

    Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de voorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een voorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de voorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;

  • e.

    in geval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

HOOFDSTUK 4. DE BESTUURLIJKE BOETE

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt € 100,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt € 200,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt € 200,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt € 100,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt € 200,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt € 400,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald.

  • 4. De bestuurlijke boete bedraagt € 600,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald.

HOOFDSTUK 5. de voorziening aan vrijwillige inburgeraars

Artikel 11 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college wijst de volgende groepen vrijwillige inburgeraars aan aan wie hij bij voorrang een voorziening kan aanbieden:

  • 1.

    oudkomers die een uitkering ontvangen op grond van een sociale zekerheidswet of een sociale verzekeringsregeling;

  • 2.

    oudkomers die zelf geen inkomsten uit arbeid hebben, noch een uitkering ontvangen op grond van een sociale zekerheidswet of een sociale verzekeringsregeling.

Artikel 12 De samenstelling van de voorziening

  • 1.

    Het college stemt de voorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de vrijwillige inburgeraar.

  • 2.

    Indien de vrijwillige inburgeraar een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de voorziening wordt afgestemd op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

    3.Een voorziening kan, naast datgene wat in de wet is geregeld, één of meer van de volgende onderdelen bevatten:

  • a.

    voorzieningen zoals bedoeld in de artikelen 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 van de reïntegratieverordening;

  • b.

    overige voorzieningen die toeleiden naar arbeid;

  • c.

    overige voorzieningen die bijdragen aan een volwaardige integratie en participatie;

  • d.

    overige voorzieningen zoals genoemd in de nota Minimabeleid.

Artikel 13 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 10 termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een voorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 3. Als de vrijwillige inburgeraar een gecombineerde voorziening, dat wil zeggen inburgering gecombineerd met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, krijgt aangeboden, dan is op grond van artikel 24e, derde lid, geen eigen bijdrage verschuldigd.

Artikel 14 Opleggen van verplichtingen

Het college kan in de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet, één of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a

    het deelnemen aan de aangeboden voorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat in de overeenkomst wordt vastgelegd;

  • e

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de overeenkomst kan worden voldaan;

  • f

    overige verplichtingen die het bereiken van het doel van de voorziening ondersteunen.

Artikel 15 De inhoud van de overeenkomst

De overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de voorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de vrijwillige inburgeraar;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Artikel 16 Sancties bij niet-nakoming van de overeenkomst

Indien de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die zijn opgenomen in de overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, kan het college hem de volgende sancties opleggen:

  • a.

    een boete van € 100,- indien de vrijwillige inburgeraar geen of onvoldoende medewerking verleent aan het inburgeringsonderzoek;

  • b.

    een boete van € 200,- indien de vrijwillige inburgeraar geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 12 van deze verordening.

Artikel 17 Het vaststellen van de identiteit van de vrijwillige inburgeraar

Het college stelt de identiteit van de vrijwillige inburgeraar vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Nadere regels

Het college kan bij besluit nadere regels vaststellen omtrent de uitvoering van deze verordening.

Artikel 19 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Inburgering 2010.

Artikel 20 Intrekking Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers, intrekking Verordening Inburgering 2007 en inwerkingtreding Verordening Inburgering 2010

De Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers en de Verordening Inburgering 2007 vervallen per datum inwerkintreding van de Verordening Inburgering 2010.

De Verordening Inburgering 2010 treedt in werking één dag na publicatie in de Regiodiek ( .. juni 2010).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 juni 2010,
BL
Malden, 3 juni 2010
DE RAAD VOORNOEMD;
De raadsgriffier,
L.Bosland.
De burgemeester,
drs. J. van Zomeren.