Regeling vervallen per 01-06-2015

Verordening Burgerparticipatie 2012

Geldend van 22-02-2012 t/m 31-05-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

VERORDENING BURGERPARTICIPATIE 2012

Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet werk en bijstand en Wet inburgering

De Raad van de gemeente Heumen;

Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 januari 2012;

Gelet op artikel 11 Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 Wet werk en bijstanden artikel 150 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de

Verordening Burgerparticipatie 2009 Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet werk en bijstand.

1. Algemeen

Artikel 1: begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a.Wmo-beleid

Het beleid dat betrekking heeft op de prestatievelden drie tot en met zes van de WMO, alsmede het beleid wat met die deelgebieden direct raakvlakken heeft.

b.Wmo-prestatievelden

Het geheel van maatschappelijke terreinen waarop de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders aan het begrip ‘maatschappelijke ondersteuning’ vorm moeten geven, waarbij het accent valt op ondersteuning van kwetsbare groepen.

c.Wwb-beleid

Het beleid dat betrekking heeft op de Wet werk en bijstand.

d.Wi-beleid

Het beleid dat betrekking heeft op de Wet inburgering.

e.Cliënt- en burgerparticipatie

De wijze waarop de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders uitvoering geven aan de inspraak- en medezeggenschap binnen het kader van de Wmo, Wwb en Wi.

Het betreft een proces waarbij gemeente, betrokken cliënten/burgers en eventuele externe deskundigen via een open houding naar elkaar en een vooraf afgesproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen van) plannen of beleid. Het proces is gericht op het benutten van elkaars deskundigheid en het verhogen van draagvlak voor het nemen van beslissingen.

f.Burgeradviesraad

Het door de gemeenteraad ingesteld orgaan dat vorm geeft aan de door de gemeenteraadvastgestelde Wijze van uitvoering van inspraak en medezeggenschap binnen het kader van de Wmo, Wwb en Wi.

g.Burger

Degene die woonachtig is in de gemeente Heumen en een achterban vertegenwoordigt uit één van de prestatievelden van de Wmo of representant van een niet-georganiseerde groep van Wmo-vragers of een uitkering ontvangt of van een voorziening gebruik maakt ingevolge de wetten of regelingen, die aan de afdeling Sociale Zaken zijn opgedragen dan wel degene die een uitkering ontvangt krachtens de Algemene nabestaandenwet, alsmede degene die valt onder de categorie niet-uitkeringsgerechtigd, als bedoeld in artikel 7 Wwb, alsmede degene die valt onder de categorie inburgeringsplichtige of oudkomer, als bedoeld in artikel 1 Wi.

h.Overige begrippen

Voor begrippen die hier niet gespecificeerd worden, wordt aangesloten bij de Wmo respectievelijk Wwb, of Wi.

i. De burgeradviesraad Welzijn Wonen Zorg en Inkomen (WWZI) wordt in deze verordening vermeld als burgeradviesraad.

2. Burgeradviesraad

Artikel 2: doelstelling van de burgeradviesraad

  • §

    De doelstelling van de burgeradviesraad is om de cliënten- en burgerparticipatie, zoals omschreven in artikel 12 Wmo, artikel 47 Wwb en artikel 150 van de Gemeentewet, op zorgvuldige wijze in te vullen en op integrale wijze vorm te geven;

  • §

    Verdere doelstelling is om de hiervoor genoemde taken uit te voeren ten aanzien van de Wi;

  • §

    De burgeradviesraad streeft deze doelstelling na voor prestatievelden drie tot en met zes van de Wmo en maakt daarvoor gebruik van een ruim repertoire aan hulpmiddelen en werkvormen om de relatie met burgers en achterbannen gestalte te geven. Voor de overige prestatievelden worden eigenstandige vormen ontwikkeld.

  • §

    De prestatievelden drie tot en met zes omvatten:

  • §

    3e, het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;

  • §

    4e, het ondersteunen van mantelzorgers, daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers;

  • §

    5e, het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronische psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;

  • §

    6e, het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronische psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer.

  • §

    Om haar opdracht goed te kunnen vervullen, treedt de burgeradviesraad actief op naar burgers en instellingen in de gemeente Heumen en dragen de leden er zorg voor dat zij actief gebruik maken van sociale netwerken en verbanden.

  • §

    De burgeradviesraad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen de voor Heumen relevante prestatievelden voor zover deze doelgroepen of individuen raken.

Artikel 3: taken

  • 1.

    De burgeradviesraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren aan burgemeester en wethouders over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van de Wmo, Wwb en Wi.

  • 2.

    Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval: procedures, regelingen en andere met individuele gevallen verband houdende zaken met een algemene strekking.

  • 3.

    De reikwijdte van de burgerparticipatie heeft betrekking op de prestatievelden drie tot en met zes van de Wmo, het Wwb-beleid, het Wi-beleid.

  • 4.

    Tot deze onderwerpen behoren niet: klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, alsmede de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten.

  • 5.

    De burgeradviesraad kan haar standpunt via een specifiek schriftelijk advies aan burgemeester en wethouders kenbaar maken. Burgemeester en wethouders vragen in dat geval aan de afdeling Sociale Zaken en Vraagwijzer een medeadvies alvorens het advies van de burgeradviesraad te behandelen.

Artikel 4: bevoegdheden

  • 1. Initiatiefrecht

    • a.

      De burgeradviesraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de Wmo, Wwb en Wi door de gemeente raken in het periodiek overleg met de wethouder en de contactambtenaar van de Afdeling Sociale Zaken aan de orde te stellen.

    • b.

      De burgeradviesraad stelt jaarlijks in overleg met het college, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de Wmo-, Wwb- en Wi-besluitvorming, een activiteitenplan en een begroting op.

    • c.

      De burgeradviesraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen, binnen een door de gemeente beschikbaar gesteld budget, gebruik te maken van in- en externe deskundigheid.

  • 2. Informatierecht

    • a.

      De burgeradviesraad wordt door het college geïnformeerd over de opzet en de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenreportages.

    • b.

      De burgeradviesraad krijgt van het college gevraagd en ongevraagd tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig zullen deskundige ambtenaren een mondelinge toelichting geven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op het Wmo-, Wwb- en Wi-beleidsterrein.

  • 3. Adviesrecht

    • a.

      De burgeradviesraad heeft adviesrecht in de beleidsfases: visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen en beleidsuitvoering, waarbij in de fase beleidsvoorbereiding waar mogelijk coproductie zal plaatsvinden binnen door het college vastgestelde taakstellende kaders.

    • b.

      Het college stelt de burgeradviesraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen, dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft hierbij van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken schriftelijk uitgebracht.

    • c.

      Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; een afwijking van een advies wordt gemotiveerd.

Artikel 5: geheimhouding

De burgeradviesraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden ook worden geïnformeerd over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, zal de burgeradviesraad informatie en gegevensdragers met een vertrouwelijke karakter die hem ter beschikking staan, niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 6: faciliteiten

Burgemeester en wethouders stellen een onkostenvergoeding vast voor de voorzitter en de leden. Daartoe, alsmede voor kosten als abonnement, cursussen en dergelijke, wordt in de jaarlijkse begroting een totaalpost opgenomen. Daarnaast zorgen Burgemeester en Wethouders ervoor dat er een secretaris beschikbaar is voor de burgeradviesraad.

3. Samenstelling, benoeming en werkwijze

Artikel 7: samenstelling

  • 1.

    De burgeradviesraad bestaat uit een voorzitter en zes leden.

  • 2.

    Leden van de burgeradviesraad zijn secundair burgers als bedoeld in artikel 1, aanhef en sub g van deze verordening.

  • 3.

    Bij de keuze van de leden wordt er naar gestreefd dat vier van de zes leden behoren tot de doelgroep van de Wmo en dat twee leden Wwb-cliënten zijn.

Artikel 8: de voorzitter, taken en bevoegheden

  • 1.

    Kandidaten voor het voorzitterschap worden geworven via een openbare oproep. De selectie vindt plaats door een commissie samengesteld uit drie personen waarvan minimaal één extern betrokkene. Vervolgens benoemen burgemeester en wethouders de voorzitter, de voorzitter wordt benoemd voor een periode van vier jaar en is één maal herbenoembaar.

  • 2.

    De voorzitter kan niet zijn:

    • §

      cliënt van de afdeling Sociale Zaken of Vraagwijzer;

    • §

      lid van het gemeentebestuur;

    • §

      werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur of bij een door de gemeente gesubsidieerde instelling.

  • 3.

    De voorzitter heeft stemrecht.

  • 4.

    De burgeradviesraad wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

Taak voorzitter

  • 1.

    De voorzitter stelt in overleg met de burgeradviesraad het vergaderschema vast.

  • 2.

    Hij stelt de agenda van de vergaderingen vast, maakt de vergaderingen openbaar bekend, leidt de vergadering, handhaaft de orde, deelt de uitslag van de stemmingen mede en geeft de secretaris opdrachten voor onderzoek en rapportage.

  • 3.

    Hij vertegenwoordigt de burgeradviesraad naar buiten.

  • 4.

    Hij overlegt periodiek met de portefeuillewethouder, in principe eveneens zes maal per jaar.

  • 5.

    De voorzitter stelt een advies vast dat de burgeradviesraad aan burgemeester en wethouders wenst uit te brengen.

Bevoegdheden voorzitter

  • 1.

    De voorzitter draagt er zorg voor, dat tegelijk met de oproeping voor de vergadering dag en uur ter openbare kennis worden gebracht. Hij kan dit opdragen aan de secretaris.

  • 2.

    De vergaderingen worden in het openbaar gehouden, tenzij de burgeradviesraad besluit tot een besloten vergadering. Het debat sèc over de vraag of een vergadering besloten is, is besloten.

  • 3.

    De besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen.

  • 4.

    Stemming over personen geschiedt schriftelijk.

  • 5.

    Bij het staken van stemmen wordt het besluit tot een volgende vergadering uitgesteld. Indien in die vergadering de stemmen weer staken, beslist de voorzitter indien het gaat om zaken en beslist het lot indien het gaat om personen.

Artikel 9: de leden

  • 1.

    Kandidaten voor het lidmaatschap worden geworven via een openbare oproep. De selectie vindt plaats door een commissie samengesteld uit drie personen waarvan minimaal één extern betrokkene. Vervolgens benoemen burgemeester en wethouders de leden.

  • 2.

    De leden kunnen niet zijn:

    • §

      lid van het gemeentebestuur;

    • §

      werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur of bij een door de gemeente gesubsidieerde instelling.

  • 3.

    De leden worden benoemd voor een zittingsduur van vier jaar en zijn één maal herbenoembaar.

  • 4.

    De leden kunnen tussentijds ontslag nemen.

  • 5.

    De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen uit desbetreffend prestatieveld.

  • 6.

    De leden bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Heumen en zij bekleden geen functie bij een organisatie, die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de Wmo, Wwb, en Wi.

  • 7.

    Eindigt de hoedanigheid waaraan een lid zijn benoeming ontleent, dan houdt hij binnen drie maanden op lid van de raad te zijn.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders kunnen leden ontheffen uit hun functie op grond van de volgende redenen: op eigen verzoek en indien zich zwaarwegende redenen voordoen, een en ander ter beoordeling door burgemeester en wethouders.

Artikel 10: de secretaris

  • 1.

    Burgemeester en wethouders benoemen een medewerker (m/v) van de afdeling Sociale Zaken of Vraagwijzer tot secretaris van de burgeradviesraad.

  • 2.

    De secretaris registreert de inkomende en uitgaande stukken, ontwerpt de agenda, zendt de stukken aan de burgeradviesraad toe, ontwerpt de uitgaande stukken en regelt de plaats van vergaderen.

  • 3.

    De secretaris staat de voorzitter en leden van de burgeradviesraad (al dan niet in de vergadering) met raad en daad bij.

  • 4.

    De secretaris stelt in opdracht van de voorzitter onderzoeken in en brengt rapportage uit.

  • 5.

    De secretaris maakt van iedere vergadering een verslag op.

  • 6.

    Het verslag houdt in:

    • a.

      de namen van de voorzitter, secretaris, aanwezige en afwezige leden;

    • b.

      een beknopte opgave van de inhoud van de ingekomen stukken en gedane mededelingen;

    • c.

      een omschrijving van de gedane voorstellen en kennisgevingen;

    • d.

      een beknopt verslag van de gevoerde beraadslagingen en opmerkingen;

    • e.

      de uitslag van gehouden stemmingen met vermelding van de namen van de leden;

    • f.

      de inhoud van de genomen besluiten.

  • 7.

    Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aan de burgeradviesraad aangeboden.

  • 8.

    Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend en ter kennis gebracht van burgemeester en wethouders, het hoofd en de medewerkers van de afdeling Sociale Zaken en Vraagwijzer en aan personen en organisaties waarvan de burgeradviesraad wenst dat zij het verslag ontvangen.

Artikel 11: vergaderfrequentie

  • 1. De burgeradviesraad vergadert tenminste zes maal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter dat nodig acht, danwel tenminste vier leden buiten de voorzitter dat nodig achten.

Artikel 12: ondertekening

De voorzitter en de secretaris tekenen de stukken die van de burgeradviesraad uitgaan.

De voorzitter kan bepalen welke stukken door de secretaris in mandaat kunnen worden getekend.

4. Slotbepalingen

Artikel 13: onvoorziene gevallen

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, de voorzitter van de raad gehoord hebbende.

Artikel 14: evaluatie

  • a.

    De burgeradviesraad evalueert jaarlijks tezamen met het college het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen, dan wordt hiertoe door het college een verzoek ingediend bij de gemeenteraad.

  • b.

    De burgeradviesraad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van tweederde deel van de leden van de burgeradviesraad.

Artikel 15: huishoudelijk reglement

Ten dienste van zijn functioneren stelt de burgeradviesraad een huishoudelijk reglement op, waarin in ieder geval de communicatie met de achterban wordt geregeld.

Artikel 16: wijziging verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats dan nadat de burgeradviesraad daarover is gehoord.

Artikel 17: citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Burgerparticipatie 2012’.

Artikel 18: inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering,
BL
Malden, 16 februari 2012
DE RAAD VOORNOEMD;
De raadsgriffier,
L.Bosland.
De burgemeester,
P. Mengde.