Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2013

Geldend van 30-11-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2013

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Hilversum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de Noorder begraafplaats, de Algemene begraafplaats Zuiderhof en de Nieuwe algemene begraafplaats aan de Bosdrift;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet. Grafkelders kunnen onderdeel zijn van een boven- grondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    eigen graf: een graf, een kindergraf ( bestemd voor het begraven van lijken van kinderen be- neden het twaalfde levensjaar ) en een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een na-tuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • i.

    algemeen urnengraf of urnengraf in urnenheuvel: een graf bij gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • k.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein, waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • l.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

    m.pakket: een combinatie van huurrecht graf, urnennis of urnenheuvel met plaatsen grafbedekking of tegel en afkoop onderhoudskosten ten behoeve van de rechthebbende (nabestaande).

Artikel 2

Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3

Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4

Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

het begraven van het lijk van een doodgeboren of kort na de geboorte overleden kind, dat tegelijk met het lijk van de kort na de bevalling overleden moeder in één graf wordt begraven.

Artikel 5

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening als onderdeel behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Aanslagen van € 10,00 of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.

Artikel 6

Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 8, tweede en derde lid, artikel 9, tweede lid, en artikel 10, tweede lid, van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waar- voor wordt afgekocht.

Artikel 7

Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede en derde lid, artikel 9, eerste en tweede lid, en artikel 10, eerste en tweede lid van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten, dan die genoemd in het eerste lid, worden geheven door middel van een gedagte-kende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 3.

    Indien er sprake is van een pakket, als genoemd in artikel 1 van de bij deze verordening als onderdeel behorende tarieventabel, worden de onderhoudsrechten genoemd in het eerste lid geheven door middel van dezelfde gedagtekende kennisgeving als genoemd in het tweede lid.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid, en artikel 10, eerste lid, van de tarieventabel verschul- digd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid, en artikel 10, eerste lid, van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9

Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in artikel 8, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienst-verlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10

Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand, volgende op de maand, die in de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving is vermeld.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslag-biljet verenigde aanslagen of de schriftelijke kennisgeving, of als het aanslagbiljet maar één aan-slag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 5.000,- , en zolang de ver-schuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt de laatste dag van de tweede maand, volgende op de maand, die in de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    Verzoeken om machtigingen voor een automatische incasso moeten uiterlijk drie weken na dag-tekening van de aanslag of de schriftelijke kennisgeving door de gemeente ontvangen zijn. Ver-zoeken na die datum zullen het jaar erop na akkoord bevinding in werking treden.

  • 5.

    Het gestelde in het derde lid is niet van toepassing op de pakketten zoals aangegeven in de bij deze verordening als onderdeel behorende tarieventabel.

  • 6.

    In afwijking in zoverre van voorgaande leden met betrekking tot de aanslagen zoals vermeld in de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 11, 12 en 13 van de tarieventabel, geldt in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalre-kening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden be-taald in één termijn en vervalt op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 7.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande gestelde termijnen.

Artikel 11

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffingen de invordering van de rechten.

Artikel 12

Kwijtschelding

  • 1

    Behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel wordt de in artikel 26 van de Invorde-ringswet 1990 bedoelde kwijtschelding voor deze belasting niet verleend.

  • 2

    Het vorige lid is niet van toepassing op het onderhoudsrecht van graven zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste lid en artikel 10, eerste lid, van de tarieventabel.

Artikel 13

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening Grafrechten en Begrafenisrechten 2012', vastgesteld bij besluit van 9 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaats-vindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2013'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 12 december 2012.

De griffier, De voorzitter,

K.E. Driehuijs P.I. Broertjes

Gemeente Hilversum

TARIEVENTABEL

behorende als onderdeel bij de

Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten en Onderhoudskosten Graven 2013

Hoofdstuk 1 Pakketten Huurrecht graf/urnennis/urnenheuvel

inclusief grafbedekking/tegel en afkoop onderhoudskosten

Artikel 1 Pakketten

  • 1. Pakket A: Nieuw eigen graf 20 jaren met recht op verlenging inclusief onderhoud € 6.226,-

  • 2. Pakket B: Nieuw eigen graf 10 jaren met recht op verlenging inclusief onderhoud € 3.482,-

  • 3. Pakket C: Algemeen graf 10 jaren inclusief onderhoud € 1.900,-

  • 4. Pakket D: Bijzetting in een bestaand graf € 1.032,-

  • 5. Pakket E: Urnengraf of Urnenheuvel 10 jaren inclusief onderhoud € 1.307,-

  • 6. Pakket F: Urnennis (columbarium) voor 10 jaren inclusief onderhoud € 2.302,-

  • 7. Pakket G: Kindergraf voor kind vanaf 1 tot 12 jaar 10 jaren inclusief onderhoud € 1.353,-

  • 8. Pakket H: Kindergraf voor kind jonger dan 1 jaar 10 jaren inclusief onderhoud € 1.238,-

Hoofdstuk 2 Verlenen van huurrechten

Artikel 2 Graven

  • 1. Voor het verlenen van het uitsluitend huurrecht op een eigen of boven-

    gronds graf wordt voor een periode van20 jaar geheven: € 1.980,-

  • 2. Voor het verlengen van het uitsluitend huurrecht op een eigen of boven-

    gronds graf, als bedoeld in het eerste lid, met 10 jaar wordt geheven: € 990,-

  • 3. Voor het verlenen van het huurrecht op een algemeen graf wordt

    voor een periode van 10 jaar geheven: € 440,-

  • 4. Voor het verlenen van het uitsluitend huurrecht op een kindergraf

    wordt voor een periode van10 jaar geheven: € 276,-

  • 5. Voor het verlengen van het uitsluitend huurrecht op een kindergraf,

    als bedoeld in het vierde lid, met5 jaar wordt geheven: € 138,-

Artikel 3 Urnen en Verstrooiingsplaats

  • 1. Voor het verlenen van het uitsluitend huurrecht op een urnengraf of

    urnenheuvel wordt voor een periode van 10 jaar geheven: € 440,-

  • 2. Voor het verlengen van het uitsluitend huurrecht op een urnengraf of

    urnenheuvel, als bedoeld in het eerste lid, met 5 jaar wordt geheven: € 220,-

  • 3. De verlenging, als bedoeld in het tweede lid, heeft alleen betrekking

    op het huurrecht en ziet dus niet op de onderhoudskosten.

  • 4. Voor het verlenen van het huurrecht op een urnennis wordt

    voor een periode van 10 jaar geheven: € 1.030,-

  • 5. Voor het verlengen van het huurrecht op een urnennis, als bedoeld in

    het vierde lid, met 5 jaar wordt geheven: € 515,-

  • 6. Voor het verlenen van het huurrecht op een verstrooiingsplaats wordt geheven: € 200,-

Hoofdstuk 3 Verlenen van begrafenisrechten

Artikel 4 Begrafenis

  • 1.

    Voor het begraven van een overleden persoon van 12 jaar of ouder in een eigengraf of algemeen graf wordt geheven: € 630,-

  • 2.

    Voor het begraven van een overleden kind jonger dan 1 jaar in een eigengraf of algemeen graf wordt geheven: € 200,-

  • 3.

    Voor het begraven van een overleden kind van 1 jaar of ouder maar jonger dan 12 jaar in een eigengraf of algemeen graf wordt geheven: € 315,-

  • 4.

    De begrafenisrechten als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid zijn inclusief het gebruikvan de ontvangkamer gedurende 60 minuten en het gebruik van het orgel of de geluidsappara-tuur (exclusief de vergoeding te betalen aan degene die de muziek verzorgt).

  • 5.

    Het begrafenisrecht bedraagt voor het begraven op een maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag vóór 07.30 uur of ná 15.00 uur of op een zaterdag:

    100% boven de begrafenisrechten bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.

  • 6.

    Het begrafenisrecht bedraagt voor het begraven op specifieke dagen zoals vermeld in de Algemene termijnenwet:

    100% boven de begrafenisrechten bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.

  • 7.

    Het vijfde en zesde lid zijn niet van toepassing als het begraven door de burgemeester in het belang van de openbare orde of de volksgezondheid is geëist.

Artikel 5 Begrafenisceremonie

  • 1. Voor het gebruik van de ontvangkamer met inbegrip voor het bespelen

    van het orgel of geluidsapparatuur (exclusief de vergoeding, te betalen

    aan degene die de muziek verzorgt) wordt ná 60 minuten geheven per half uur: € 110,-

  • 2. Indien er gebruik gemaakt wordt van de ontvangkamer en het orgel

    of geluidsapparatuur, anders dan bij een plechtigheid (exclusief de

    vergoeding te betalen aan degene die de muziek verzorgt), wordt

    per half uur geheven: € 175,-

  • 3. Op zaterdag en zondag worden de genoemde tarieven met 100% verhoogd.

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

Artikel 6 Vergunningplicht bij grafbedekking

Voor het plaatsen of vernieuwen van de onderstaande voorwerpen is een vergunning vereist.

De bijbehorende administratieve kosten (leges) voor deze vergunning zijn:

  • a.

    voor de aanleg van een grafkelder of grafkelder bovengronds graf € 640,-

  • b.

    voor het plaatsen van een (urnen)tegel op een algemeen graf of aan een urnennis € 200,-

  • c.

    voor het plaatsen van grafbedekking op een kindergraf € 200,-

  • d.

    voor het plaatsen van grafbedekking op een eigen of bovengronds graf of aan een urnennis € 240,-

Artikel 7 Onderhoudsrechten graven

  • 1. Voor het onderhoudsrecht van een kindergraf wordt geheven:

    voor een periode van 10 jaar € 530,-

    voor een periode van 5 jaar € 265,-

  • 2. Voor het onderhoudsrecht van een algemeen graf wordt geheven:

    voor een periode van 10 jaar € 630,-

  • 3. Voor het onderhoudsrecht van een urnengraf/urnenheuvel wordt geheven:

    voor een periode van 10 jaar € 390,-

    voor een periode van 5 jaar € 195,-

Artikel 8 Onderhoudskosten graven in kelder of met grafbedekking

  • 1. Voor het door of vanwege de gemeente algemeen onderhouden van voorwerpen, zoals bedoeld in artikel 6, onderdelen a, c en d (exclusief een urnennis) wordt geheven per jaar: € 152,-

  • 2. Het afkopen van de onderhoudskosten als bedoeld in het eerste lid voor

    een periode van 20 jaar geeft een heffing van: € 3.344,-

  • 3. Het afkopen van de onderhoudskosten als bedoeld in het eerste lid voor

    een periode van 10 jaar geeft een heffing van: € 1.590,-

  • 4. Het algemeen onderhoud zoals aangegeven in het eerste lid betreft:

    • a.

      1x per jaar behandelen van de grafbedekking van eigen graven tegen algen

    • b.

      7x per jaar groenonderhoud van de eigen graven, inclusief de omliggende groenstroken

Artikel 9 Onderhoudskosten graven zonder grafbedekking of beplanting

  • 1. Voor het door of vanwege de gemeente in staat houden van eigen graven waarop géén grafbedekking (géén grafsteen en géén beplanting) is aangebracht wordt geheven per jaar: € 76,-

  • 2. Het afkopen van de in stand houdingskosten als bedoeld in het eerste lid

    voor een periode van 10 jaar geeft een heffing van: € 795,-

Artikel 10 Onderhoudskosten urnennissen (columbaria)

  • 1. Voor het door of vanwege de gemeente algemeen onderhouden van voorwerpen, zoals bedoeld in artikel 6, onderdeel b

    wordt geheven per jaar: € 76,-

  • 2. Het afkopen van de onderhoudskosten als bedoeld in het eerste lid voor

    een periode van 10 jaar geeft een heffing van: € 795,-

  • 3. Het algemeen onderhoud zoals aangegeven in het eerste lid betreft:

    • a.

      1x per jaar behandelen van urnennissen tegen algen

    • b.

      7x per jaar groenonderhoud van de omliggende groenstroken)

Artikel 11 Inschrijvingen en overschrijvingen

Aan het op naam van de rechthebbende inschrijven of overschrijven in het daartoe bestemde register van eigen graven, eigen urnengraven en urnennissen zijn kosten (leges) verbonden. Deze kosten (leges) voor het inschrijven of overschrijven zijn: € 32,-

Hoofdstuk 5 Begrafenisrechten inzake opgraven, ruimen, verstrooien en bijzetten.

Artikel 12 Begrafenisrechten inzake opgraven, ruimen, verstrooien

  • 1. 1.Het begrafenisrecht voor het opgraven van een overledene bedraagt voor elk afzonderlijk individu dan wel elke afzonderlijke bekisting: € 460,-

  • 2. Artikel 12, eerste lid, is niet van toepassing indien er sprake is van het op gerechtelijk gezag ruimen van een graf op aanvraag van de rechthebbende of voor het verzetten dan wel verschikken van lijkkisten,

  • 3. Voor het opgraven van een urn/asbus wordt geheven: € 265,-

  • 4. Voor het openen en weer sluiten van een graf wordt geheven: € 370,-

  • 5. Voor het, na opgraven, herbegraven in een ander graf wordt het recht

    geheven zoals aangegeven in Hoofdstuk 3.

Artikel 13 Bijzetten van asbussen en urnen

  • 1.

    Voor het bijzetten van een urn in een urnennis wordt geheven: € 245,-

  • 2.

    Voor het bijzetten van een urn in een graf wordt geheven: € 245,-

  • 3.

    Voor het bijzetten van een tweede urn in een urnennis, urnengraf

    of urnenheuvel wordt geheven: € 245,-

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 12 december 2012,

De griffier, De voorzitter,

K.E. Driehuijs P.I. Broertjes

Gemeente Hilversum

Kostenopzet

“Verordening Huurrechten, Begrafenisrechten

en Onderhoudskosten Graven 2013”

Uitgaven:

  • 724.

    1 Exploitatiekosten € 262.000,-

  • 724.

    1 Toevoeging transitorische passiva € 11.000,-

  • 724.

    1 Personeelskosten € 598.000,-

  • 724.

    1 Organisatiekosten € 70.000,-

  • 724.

    1 Kapitaallasten € 186.000,-

  • 724.

    1 Bestuurskosten 219.000,- +/+

    € 1.346.000,-

Inkomsten:

  • 724.

    1 Onttrekking transitorische passiva € 197.000,-

  • 732.

    1 Geraamde opbrengsten begraafplaatsrechten € 1.149.000,- +/+

    1.346.000,- -/-

Netto ten laste van de gemeente komende kosten € 0,-

Dekkingspercentage: 100%