Regeling vervallen per 09-06-2020

Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum

Geldend van 31-01-2003 t/m 08-06-2020

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum

De raad der gemeente Hilversum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2002;

gelezen het advies van de commissie bestuur van 14 november 2002;

gehoord het presidium op 2 en 30 september 2002;

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende

Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum:

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde tot plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2 Geldigheid verzoek

  • 1. Het presidium als bedoeld in het ‘Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Hilversum 2002’ plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de voorlopige agenda van de vergadering van de raad indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een verzoek is ingediend.

  • 2. De raad beoordeelt of het verzoek geldig is.

  • 3. Geldig is het verzoek dat:

    • a.

      door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      niet een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

    • c.

      voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 6.

  • 4. Indien het verzoek geldig is plaatst de raad het op zijn agenda.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn alle inwoners van Hilversum die ingeschreven staan in de Gemeentelijke Basis Administratie.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4 Onderwerp

Een burgerinitiatiefvoorstel gaat niet over:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens een periode van twaalf maanden voorafgaande aan de indiening van het voorstel door de raad een besluit is genomen;

  • f.

    een onderwerp betreffende gemeentelijke belastingen en/of leges

  • g.

    een onderwerp waarover op dat moment een inspraakprocedure loopt.

Artikel 5 Raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit

Het burgerinitiatiefvoorstel kan vergezeld gaan van een ontwerp-raadsbesluit.

Artikel 6 Voorwaarden

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Deze legt het voorstel zo spoedig mogelijk voor aan het presidium.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van de in de bijlagen A en B van deze verordening opgenomen modellen.

Artikel 7 Ambtelijke bijstand

De verzoeker kan zich wenden tot de griffier met een verzoek om ambtelijke bijstand. Deze bijstand wordt verleend door de griffier of door een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door deze kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand verlenen.

Artikel 8 Agendering

  • 1. Het presidium plaatst zo spoedig mogelijk na de datum van indiening van het verzoek het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de functioneel betrokken raadscommissie, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de desbetreffende vergadering van het presidium. Het presidium kan het college van burgemeester en wethouders uitnodigen het initiatiefvoorstel te voorzien van een pré-advies.

  • 2. De voorzitter van die commissie nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarin het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft dan tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn voorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 3. De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de raadsvergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering gedurende tien minuten de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 4. Zo spoedig mogelijk na indiening van een initiatiefvoorstel wordt dit feit bekendgemaakt door kennisgeving van het voorstel of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 5. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt op de wijze als bepaald in het vierde lid.

  • 6. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 9 Jaarverslag

De burgemeester brengt over elk jaar in het burgerjaarverslag een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 10 Slotbepaling

  • g.
    • 1.

      Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum’.

    • 2.

      De regeling treedt in werking, zes weken na de bekendmaking.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

    van 4 december 2002

    De secretaris, De voorzitter,

    A.P.M. van Schoten, plv. E.C. Bakker

    Artikelsgewijze toelichting Verordening burgerinitiatief gemeente Hilversum.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling is er voor gekozen de term “burgerinitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. De bepaling gaat er van uit dat een burger bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de gemeenteraad.

Artikel 2 Geldigheid verzoek

Uit dit artikel volgt dat het presidium een burgerinitiatiefvoorstel op de voorlopige agenda van een raadsvergadering moet plaatsen maar dat de beoordeling of er sprake is van een geldig verzoek aan de raad blijft. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 6 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. De hoogte van de benodigde steun is ontleend aan de drempels die in de Tijdelijke referendumwet worden gehanteerd bij het inleidend verzoek voor een raadgevend correctief referendum (artikel 4, tweede lid). Gekozen is voor de laagste drempel, te weten die voor de categorie kleinste gemeenten.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan alle inwoners van Hilversum omdat de raad beslissingen neemt voor alle inwoners en vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 6.

Artikel 4 Onderwerp

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open. Zo is in de Verordening op de raadscommissies het recht van burgers geregeld om bij elk agendapunt het woord te voeren. In dat geval vindt er echter geen discussie plaats. Ook kan men zich wenden tot de betreffende gemeentelijke dienst of tot de verantwoordelijke portefeuillehouder.

Desondanks is de uitzondering gerechtvaardigd, omdat (a) het vragenrecht zich in beginsel niet leent voor een uitgebreide procedure als dat van het initiatiefrecht en (b) de beperkende voorwaarden van het initiatiefrecht dat vragenrecht te veel zouden inperken (minimaal 50 ondersteuningsverklaringen). Tenslotte kunnen burgers ook gebruik maken van het spreekuur van de burgemeester of de wethouders.

Voorkomen moet worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals inspraakprocedures, de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop wordt bepaald dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Ten slotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die al in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Gekozen is voor een periode van twaalf maanden.

Tenslotte zijn gemeentelijke belastingen en/of leges uitgezonderd.

Artikel 5 Raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit

In deze regeling is opgenomen dat burgers niet alleen een initiatiefvoorstel kunnen doen, maar tevens dat zij desgewenst een ontwerp-raadsbesluit aan de raad kunnen voorleggen.

Artikel 6 Voorwaarden

Het ligt voor de hand het burgerinitiatiefvoorstel te laten indienen bij de voorzitter van de raad. Omdat het presidium is belast met het opstellen van de voorlopige agenda van de raadsvergaderingen zal de voorzitter het voorstel aan het presidium ter kennis moeten brengen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen dient naar personalia gevraagd te worden zoals adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Voorbeeld van dergelijke formulieren zijn opgenomen in de bijlagen A en B.

Artikel 7 Ambtelijke bijstand

Het verlenen van ambtelijke bijstand is met name gericht op het bieden van hulp bij het opstellen van de tekst van het burgerinitiatiefvoorstel en het ontwerp-raadsbesluit.

Artikel 8 Agendering

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel zo spoedig mogelijk toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren.

In dit artikel worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling zijn dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf door de raad, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staat geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).

Er is in deze verordening voor gekozen te regelen hoe de raad met het burgerinitiatiefvoorstel omgaat: het wordt altijd in twee instanties behandeld, eerst in de functionele raadscommissie en daarna in de plenaire raad. De initiatiefnemer heeft bij beide gelegenheden de mogelijkheid het voorstel toe te lichten, maar in de raadsvergadering is de daartoe beschikbaar gestelde spreektijd beperkt.

Op advies van de raadscommissie bestuur is een publicatieplicht opgenomen bij de indiening van het initiatiefvoorstel. Zo kan het initiatief onder de aandacht van de gehele bevolking worden gebracht en wordt de kans voor burgers om naar aanleiding van het voorstel in de richting van de raad c.q. van raadsleden te reageren vergroot.

Artikel 9 Jaarverslag

De raad kan er voor kiezen om in een regeling over het burgerinitiatief de burgemeester te verplichten om jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivering op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.

De wet dualisering gemeentebestuur verplicht de burgemeester een burgerjaarverslag op te stellen. Daarom ligt het voor de hand er voor te kiezen het verslag over het burgerinitiatief daarin op te nemen.

Artikel 10 Slotbepaling

De datum inwerkingtreding van de regeling hangt af van het feit of over de regeling een inleidend verzoek op grond van de Tijdelijke referendumwet (Trw) wordt ingediend dan wel wordt toegelaten. Bij de bekendmaking mag een tijdstip van inwerkingtreding worden vastgesteld, maar dat hoeft niet. Als een tijdstip wordt vastgesteld, mag dat tijdstip ingevolge het tweede lid van artikel 22 Trw niet liggen binnen een periode van zes weken na de bekendmaking van het besluit. Achterliggende gedachte daarbij is dat na deze termijn pas (onherroepelijk na rechterlijke uitspraak) duidelijk kan zijn of een geldig inleidend verzoek tot stand is gekomen. In de verordening is voor de termijn van 6 weken gekozen. Wanneer een inleidend verzoek onherroepelijk is toegelaten vervalt dit vastgestelde tijdstip van inwerkingtreding van rechtswege. Een referendabel besluit kan alleen op de oorspronkelijk geplande datum in werking treden wanneer er geen geldig inleidend verzoek tot stand is gekomen.

Bijlage A : Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

(tekst van het voorstel invoegen)

Toelichting op voorstel:

(tekst van de toelichting invoegen)

Naam

Eerste voornaam en verdere voorletters

Geboortedatum

Adres

Postcode

Woonplaats

Handtekening

Naam Plaatsvervanger

Eerste voornaam en verdere voorletters

Geboortedatum

Adres

Postcode

Woonplaats

Handtekening

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van 50 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Toelichting voor de verzoeker

Iedereen die in de Gemeentelijke Basisadministratie als inwoner van Hilversum staat ingeschreven, kan een verzoek doen om een voorstel op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 50 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld (bijlage B). Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.

Een burgerinitiatiefvoorstel gaat niet over:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens een periode van twaalf maanden voorafgaande aan de indiening van het voorstel door de raad een besluit is genomen;

  • f.

    een onderwerp betreffende gemeentelijke belastingen en/of leges

  • g.

    een onderwerp waarover op dat moment een inspraakprocedure loopt..

Bijlage B : Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het hierna volgende verzoek tot het plaatsen van het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

(tekst van het voorstel invoegen)

Naam, eerste voornaam en voorletters

Adres

Geboortedatum

Handtekening

Toelichting

Boven aan de lijst dient het voorstel van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.

Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die in de Gemeentelijke Basisadministratie als inwoner van Hilversum staan ingeschreven.