Regeling vervallen per 09-12-2022

Regeling opleiding en ontwikkeling Gemeente Hoogeveen

Geldend van 05-07-2011 t/m 08-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 02-01-2011

Intitulé

Regeling opleiding en ontwikkeling Gemeente Hoogeveen

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoogeveen,

gelet op artikel 15:1:26 en hoofdstuk 17 van de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;

gelet op de verkregen instemming van de Ondernemingsraad;

b e s l u i t :

tot vaststelling van de navolgende

Regeling opleiding en ontwikkeling Gemeente Hoogeveen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, met uitzondering van ambtenaren bedoeld in van artikel 1:2:1 leden 2 t/m 4 van de UWO;

  • b.

    persoonlijk ontwikkelingsplan (POP): een door de direct leidinggevende en de medewerker vastgelegd en ondertekend geheel aan afspraken over de te ondernemen activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker;

  • c.

    opleidingsnoodzaak: opleidingen die nodig zijn om medewerkers aan de (veranderende) eisen vanuit de omgeving, en daarmee aan de (veranderde) behoeften van de organisatie, te laten voldoen;

  • d.

    opleidingswensen: opleidingen die voortkomen uit de behoefte die medewerkers hebben om zich verder te ontplooien en te ontwikkelen, dan wel een nieuw loopbaanpad in te slaan;

  • e.

    studiemateriaal: verplicht voorgeschreven boeken en syllabi, schrijfbenodigdheden en duurzame gebruiksartikelen;

  • f.

    studiekosten: cursus– en lesgelden, evenals examen- en diplomagelden.

Artikel 2 Vergoeding opleidingskosten

Een vergoeding voor opleidingskosten kan betrekking hebben op:

  • a.

    verplichte opleidingen voor het bijhouden van de ontwikkelingen binnen het vakgebied (15:1:26 UWO);

  • b.

    opleidingen in het kader van de persoonlijke ontwikkeling (hoofdstuk 17 van de CAR/UWO);

  • c.

    overige opleidingen.

Artikel 2.1 Verplichte opleidingen (15:1:26 UWO)

  • 1. Voor verplichte opleidingen als bedoeld in artikel 2 onder a gelden de volgende faciliteiten:

    • a.

      volledige vergoeding van de studiekosten en verplicht voorgeschreven studiemateriaal;

    • b.

      vergoeding van de reiskosten openbaar vervoer tweede klasse. Indien openbaar vervoer niet mogelijk is worden de kosten vergoed tegen € 0,19 per kilometer. Het reistraject mag zowel vanaf het werk- als vanaf het woonadres aanvangen;

    • c.

      de tijd die nodig is om de lessen te volgen tot maximaal de bloktijden of vastgestelde werktijden volgens rooster;

    • d.

      geen terugbetalingsverplichting.

  • 2. De medewerker is verplicht deel te nemen aan alle lessen, toetsen en examens. Een kopie van het resultaat in de vorm van een certificaat of diploma wordt ingeleverd bij de leidinggevende en opgeslagen in het personeelsdossier. De medewerker schrijft een korte recensie over de gevolgde opleiding.

Artikel 2.2 Opleiding in het kader van het Persoonlijk Ontwikkelplan (hoofdstuk 17 van de CAR/UWO)

  • 1. Voor opleidingen in het kader van de persoonlijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 2 onder b gelden de volgende faciliteiten:

    • a.

      volledige vergoeding van de studiekosten en verplicht voorgeschreven studiemateriaal;

    • b.

      vergoeding van de reiskosten openbaar vervoer 2e klasse. Indien openbaar vervoer niet mogelijk is worden de kosten vergoed tegen € 0,19 per kilometer. Het reistraject mag zowel vanaf het werk- als vanaf het woonadres aanvangen;

    • c.

      over de inzet van tijd die nodig is om de lessen te volgen worden maatwerkafspraken gemaakt. Van de medewerker wordt een investering in tijd gevraagd. Naast het inzetten van vakantie-uren kan hiervoor ook gebruik worden gemaakt van het systeem van flexibele werktijden;

    • d.

      afspraken over de terugbetalingsverplichting.

  • 2. In het POP worden de maatwerkafspraken (het beoogde doel, de opleidingsfaciliteiten, de voortgang in de te behalen resultaten en een eventuele terugbetalingsverplichting) schriftelijk vastgelegd. Deze moet door zowel de medewerker als de leidinggevende voor akkoord getekend worden. De HRM-adviseur ontvangt een afschrift van het POP.

  • 3. De medewerker is verplicht deel te nemen aan alle lessen, toetsen en examens. Een kopie van het resultaat in de vorm van een certificaat of diploma wordt ingeleverd bij de leidinggevende en opgeslagen in het personeelsdossier. De medewerker schrijft een korte recensie over de gevolgde opleiding.

Artikel 2.3 Opleidingen/cursussen niet vallende onder artikel 15:1:26 of hoofdstuk 17 van de CAR/UWO.

  • 1. Voor alle overige opleidingswensen/behoeften niet zijnde verplichte of noodzakelijk opleidingen als bedoeld in artikel 2 onder a en b kan de werkgever maatwerkafspraken maken met de medewerker om hem hierin te faciliteren. Hierbij wordt een goede afweging gemaakt tussen het individueel belang en het organisatiebelang.

  • 2. De maatwerkafspraken kunnen betrekking hebben op de volgende faciliteiten:

    • a.

      vaststellen van een vergoedingspercentage van de studiekosten en verplicht voorgeschreven studiemateriaal;

    • b.

      wel/of niet toekennen van een reiskostenvergoeding (maximaal openbaar vervoer 2e klasse en als dit niet mogelijk is een vergoeding van € 0,19 per kilometer). Het reistraject mag zowel vanaf het werk- als vanaf het woonadres aanvangen;

    • c.

      afspraken over de verdeling eigen tijd en inzet werktijd;

    • d.

      afspraken over de terugbetalingsverplichting.

  • 3. Alle maatwerkafspraken (het beoogde doel, de toegekende faciliteiten, de voortgang in de te behalen resultaten en een eventuele terugbetalingsverplichting) worden schriftelijk vastgelegd. Deze moet door zowel de medewerker als de leidinggevende voor akkoord getekend worden. De HRM-adviseur ontvangt een afschrift van deze afspraken.

  • 4. De medewerker is verplicht deel te nemen aan alle lessen, toetsen en examens. Een kopie van het resultaat in de vorm van een certificaat of diploma wordt ingeleverd bij de leidinggevende en opgeslagen in het personeelsdossier. De medewerker schrijft een korte recensie over de gevolgde opleiding.

Artikel 3 Terugbetaling opleidingskosten

  • 1. De medewerker is verplicht tot terugbetaling van 50% van de studiekosten, indien de medewerker:

    • a.

      zonder geldige reden afwezig is bij de voor de studie geldende examens of;

    • b.

      de studie voortijdig beëindigt zonder het behalen van een diploma tenzij het voorzetten van de studie redelijkerwijs niet kan worden verlangd of;

    • c.

      niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat is de studie binnen de toegestane termijn te volbrengen.

  • 2. Over het wel of niet opleggen van een terugbetalingsverplichting bij het verlaten van de gemeentelijke dienst binnen twee jaar na afronding van de studie worden vooraf maatwerkafspraken gemaakt. Bij het vaststellen van de hoogte van de terugbetalingsverplichting kan worden betrokken het niveau van de kosten, in wiens primaire belang de kosten zijn gemaakt en wat de reden en termijn van het ontslag is.

  • 3. Bij de toekenning van studiefaciliteiten worden de voorwaarden van terugbetaling schriftelijk vastgelegd.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de directie een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling opleiding en ontwikkeling Gemeente Hoogeveen”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2011.

  • 3.

    De huidige Studiefaciliteitenregeling en de deelnota opleidingen komen met ingang van de inwerkingtreding van de nieuwe regeling te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoogeveen d.d. 22 juni 2011.
De burgemeester, De secretaris,

Toelichting bij de regeling

De hoogte van de in de regeling genoemde reiskostenvergoeding van € 0,19 per km is gebaseerd op de door de fiscus vastgestelde maximale onbelaste vergoeding.

Indien ook gebruik wordt gemaakt van de fiscale verrekening van reiskosten woon-werkverkeer, zal de medewerker de gedeclareerde studiereizen vanaf het woonadres hierop in mindering moeten brengen.