Regeling vervallen per 16-04-2022

Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013

Geldend van 30-07-2013 t/m 15-04-2022

Intitulé

Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013

Het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

gelezen het voorstel d.d. 11 juni 2013 met nr. 638137

gelet op het bepaalde in:

hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 8.3 lid 4 van de Waterwet;

artikel 5.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

artikel 34 lid 1 van de Scheepvaartverkeerswet;

artikel 9.1 van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en

artikel 6.2 van de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009;

BESLUIT:

het Aanwijzingsbesluit toezichthouders vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    toezichthouder: een persoon als bedoeld in artikel 5.11 Awb;

  • b.

    schouwmeester: een persoon aangewezen door het college ter uitvoering van de periodieke schouw als bedoeld in de keur;

  • c.

    de keur: de keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009;

  • d.

    college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Artikel 2 Toezichthouders

  • 1. Als toezichthouder zijn met de inwerkingtreding van dit aanwijzingsbesluit aangewezen de medewerkers van de afdeling Vergunning en Handhaving van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden met de volgende functies:

    • a.

      Handhaver A;

    • b.

      Handhaver B;

    • c.

      Handhaver C;

    • d.

      Beleidsmedewerker afdeling Vergunningverlening en Handhaving;

    • e.

      Coördinator afdeling Vergunningverlening en Handhaving.

  • 2. Als toezichthouder kunnen bij apart daartoe strekkend besluit door of namens het college worden aangewezen: de schouwmeesters.

  • 3. Als toezichthouder kunnen bij apart daartoe strekkend besluit door of namens het college worden aangewezen:

    • a.

      medewerker(s), tevens toezichthouder, in dienst bij andere waterschappen of Rijkswaterstaat;

    • b.

      medewerker(s) in dienst bij de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht i.o.

  • 4. Als toezichthouder kan bij apart daartoe strekkend besluit door of namens het college worden aangewezen: iedere medewerker waarvoor het naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor een goede functievervulling op toezichthoudend gebied.

Artikel 3 Termijn

De aanwijzing tot toezichthouder, als bedoeld in artikel 2, geschiedt tot wederopzegging dan wel tot beëindiging van het dienstverband, dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de aldaar genoemde functies.

Artikel 4 Bevoegdheden

Bij de toekenning van bevoegdheden wordt onderscheid gemaakt naar functie conform onderstaande tabel:

Categorie

Toezichthouders

Bevoegdheden

A

Medewerkers, als bedoeld in artikel 2, lid 1, lid 3 en lid 4

Alle bevoegdheden als opgenomen in de artikelen 5:15 t/m 5:19 Awb

B

Schouwmeesters, als bedoeld in artikel 2, lid 2

Alleen de bevoegdheden als opgenomen in artikel 5:15 Awb.

Artikel 5 Categorie A

De toezichthouders in categorie A zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de:

  • a.

    Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b.

    Waterwet;

  • c.

    Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • d.

    Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

  • e.

    Wet Milieubeheer;

  • f.

    Scheepvaartverkeerswet.

Artikel 6 Categorie B

  • 1. De toezichthouders in categorie B zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

  • 2. De schouwmeesters kunnen hun bevoegdheden als toezichthouders slechts uitoefenen ten behoeve van een door het college aangekondigde schouw en in de door het college aangekondigde schouwperiode.

  • 3. De aanwijzingsperiode van de schouwmeesters loopt synchroon aan de zittingsperiode van het algemeen bestuur. De aanwijzing geldt met ingang van de eerste dag van de betreffende zittingsperiode van het algemeen bestuur.

  • 4. De schouwmeesters zijn bij hun aanstelling niet ouder dan vijfenzestig jaar op het moment van aanvang van de betreffende zittingsperiode van het algemeen bestuur.

  • 5. Een tussentijdse aanstelling geschiedt voor het nog resterende gedeelte van de zittingsperiode van het algemeen bestuur. De leeftijd wordt bepaald op het moment van aanvang van de betreffende zittingsperiode van het algemeen bestuur.

  • 6. De periode van aanwijzing tot toezichthouder is identiek aan de periode van aanstelling tot schouwmeester. Bij beëindiging van het schouwmeesterschap eindigt eveneens de aanwijzing tot toezichthouder.

  • 7. De schouwmeesters voeren bij hun werkzaamheden de door het college vastgestelde schouwinstructies uit.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 11 juni 2013.

P.J.M. Poelmann, voorzitter

drs. J. Miedema, secretaris a.i.

Toelichting Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013

1. Inleiding

Bij het waterschap bestaat, gelet op zijn wettelijke taakuitoefening, behoefte aan officiële toezichthouders waaraan bevoegdheden zijn toegekend als bedoeld in de afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Om afdeling 5.2 Awb van toepassing te doen zijn is een uitdrukkelijke aanwijzing van toezichthouders door het college vereist. Diverse medewerkers zijn op basis van het Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013 als toezichthouder aangewezen. Daarnaast kan de secretaris directeur op basis van dit Aanwijzingsbesluit in samenhang met het Mandaat- en volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden anderen aanwijzen als toezichthouder.

Bij de toekenning van bevoegdheden wordt onderscheid gemaakt naar de diverse functies.

Voor schouwmeesters is een aanstellingstermijn ingesteld die is gekoppeld aan de zittingsperiode van het algemeen bestuur, om zodoende om de vier jaar te kunnen bezien wie voor een nieuwe aanstellingsperiode in aanmerking komt. Daarnaast is, evenals in het vorige aanwijzingsbesluit met betrekking tot toezichthouders, een leeftijdsgrens ingesteld voor schouwmeesters op het moment van benoeming.

Toezichthouders kunnen zowel individueel als categoraal worden aangewezen. Bij een individuele aanwijzing worden personen met toezicht belast door hen met naam te noemen of door middel van de aanduiding van hun functie.

In het Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013 worden toezichthouders aangewezen door middel van hun functie en is derhalve sprake van een individuele aanwijzing. Een dergelijke aanwijzing is een beschikking, waardoor bekendmaking van het Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013 plaatsvindt op grond van artikel 3:41 Awb door toezending of uitreiking aan de belanghebbenden. De belanghebbenden zijn in dit geval de aangewezen toezichthouders.

Met dit Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013 worden de medewerkers die in een toezichthoudende functie worden benoemd direct ambtshalve als toezichthouder aangewezen.

2. Wat is een toezichthouder

Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon die, bij of krachtens wettelijk voorschrift, is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. De definitie is opgenomen in artikel 5:11 Awb, maar geldt in beginsel ook daarbuiten.

Bij toepassing van de verplichtingen ten dienste van de belastingheffing (Waterschapswet in samenhang met de Algemene wet rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990) is geen sprake van toezicht op de naleving in de zin van titel 5.2 Awb.

3. Bevoegdheden toezichthouder

De Awb regelt met name het specifiek toekennen van bevoegdheden aan toezichthouders. Het betreft de in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 Awb opgenomen bevoegdheden tot het:

  • -

    betreden van plaatsen;

  • -

    vorderen inlichtingen;

  • -

    inzage in zakelijke gegevens;

  • -

    onderzoek van zaken;

  • -

    nemen van monsters;

  • -

    onderzoek van vervoersmiddelen en hun lading;

  • -

    vorderen stilhouden van bestuurder vervoermiddel.

In artikel 5:14 Awb is bepaald dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan dat de toezichthouder als zodanig aanwijst, de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden kunnen worden beperkt. Als regel dienen slechts ambtenaren de bevoegdheden van afdeling 5.2 Awb uit te oefenen. De wetgever heeft in de memorie van toelichting aangegeven dat terughoudendheid moet worden betracht met het aanwijzen van niet-ambtenaren als toezichthouder.

Daarnaast mogen op grond van het bepaalde in artikel 31, lid 2, van de Waterschapswet leden van het algemeen bestuur geen betrekking van ambtenaar bekleden of vanwege het waterschapsbestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt zijn. Dit betekent dat leden van het algemeen bestuur en derhalve ook die van het dagelijks bestuur, geen schouwmeester of toezichthouder mogen zijn. Gedeputeerde staten zullen geen ontheffing verlenen (artikel 33, lid 2, van de Waterschapswet), omdat het schouwmeesterschap een dienstbetrekking oplevert.

4. Regelingen HDSR

Het bestuursorgaan van het waterschap dat een toezichthouder aanwijst, moet zijn aanwijzingsbevoegdheid kunnen baseren op een wet of algemeen verbindend voorschrift. In de verschillende wetten en verordeningen, die van toepassing zijn op ons waterschap, wordt het bestuur opgedragen ambtenaren of medewerkers aan te wijzen voor het toezicht.

In het Mandaat- en volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2003 heeft het dagelijks bestuur de bevoegdheid, als bedoeld in artikel 2 van het Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013, tot het aanwijzen van toezichthouders en schouwmeesters gemandateerd aan de secretaris-directeur. Van een aanwijzingsbesluit moet mededeling worden gedaan aan het dagelijks bestuur.

6. Legitimatiebewijzen

De legitimatiebewijzen zijn opgesteld naar het model dat door de Minister van Justitie is vastgesteld in de Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb. Hiermee wordt gehandeld conform artikel 5:12, lid 3 van de Awb.

Op het legitimatiebewijs staat aangegeven tot welke categorie, als bedoeld in artikel 4 van het Aanwijzingsbesluit toezichthouders 2013, de betreffende toezichthouder behoort. Legitimatiebewijzen worden alleen uitgegeven aan ambtenaren en/of derden, aan wie toezichthoudende bevoegdheden zijn toegekend door of namens het college. Bij beëindiging van de functie c.q. het dienstverband levert de toezichthouder het legitimatiebewijs in bij het bestuur.

Het afdelingshoofd van de afdeling Vergunningverlening en Handhaving van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is verantwoordelijk voor het correct uitgeven en innemen van legitimatiebewijzen.