Verordening van het college van hoofdingelanden van de Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier houdende regels omtrent de fractieondersteuning (Verordening op de fractieondersteuning HHNK 2019)

Geldend van 19-10-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van het college van hoofdingelanden van de Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier houdende regels omtrent de fractieondersteuning (Verordening op de fractieondersteuning HHNK 2019)

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 20 augustus 2019, nr. 19.1281129 ;

gehoord de commissie Bestuur, Middelen en Waterketen;

B e s l u i t :

vast stellen de Verordening op de fractieondersteuning Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2019, registratienummer 19.1680988, als volgt;

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

hoogheemraadschap:

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

b.

college van hoofdingelanden:

het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap;

c.

college van dijkgraaf en hoogheemraden:

het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap;

d.

fractie: 

het lid of de leden van het college van hoofdingelanden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard of zijn benoemd overeenkomstig artikel 14 van de Waterschapswet;

e.

Reglement van orde:

het Reglement van orde voor het college van hoofdingelanden en de commissies;  

f.

secretaris-directeur:

de secretaris-directeur van het hoogheemraadschap of diens plaatsvervanger.

Hoofdstuk 2 – Personele ondersteuning fracties

Artikel 2 - Steunfractieleden

  • 1. Steunfractieleden worden overeenkomstig het Reglement van orde toegelaten, beëdigd en ontslagen.

  • 2. Het college van hoofdingelanden kan op verzoek van een fractie ten hoogste twee steunfractieleden benoemen, die de fractie bij haar werkzaamheden ondersteunen.

  • 3. Benoeming van een steunfractielid geschiedt op schriftelijke voordracht van de desbetreffende fractie, met dien verstande dat:

    • a.

      een steunfractielid van een fractie uit de categorie ingezetenen wordt voorgedragen uit de personen die bij de laatstgehouden verkiezingen op de kandidatenlijst van die fractie hebben gestaan;

    • b.

      een steunfractielid van een fractie uit de overige categorieën wordt voorgedragen door de organisatie die bevoegd is tot benoeming van de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van die categorie.

  • 4. Bij de voordracht worden met betrekking tot een voorgedragen persoon overgelegd:

    • a.

      tenzij betrokkene reeds steunfractielid was, een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen, waaruit de woonplaats en datum en plaats van de geboorte blijken;

    • b.

      een overzicht van de door betrokkene beklede openbare betrekkingen;

    • c.

      een verklaring dat betrokkene de benoeming aanvaardt.

  • 5. Op steunfractieleden is de gedragscode voor algemeen bestuursleden van het hoogheemraadschap van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Behoudens tussentijds ontslag eindigt het steunfractielidmaatschap op de datum van aftreden van het college van hoofdingelanden.

Artikel 3 – Bevoegdheid

  • 1. Een steunfractielid is bevoegd ter vervanging van een lid van zijn fractie deel te nemen aan de vergaderingen van de vaste commissies uit het college van hoofdingelanden en daarin als woordvoerder van zijn fractie op te treden.

  • 2. Een steunfractielid heeft geen zitting en geen stemrecht in de vergaderingen van het college van hoofdingelanden. Evenwel kunnen steunfractieleden deelnemen aan andere bijeenkomsten van het college van hoofdingelanden voor zover dit college dat heeft bepaald.

Artikel 4 – Informatie

Een steunfractielid ontvangt alle informatie die aan de vaste commissieleden wordt verstrekt, met inbegrip van de informatie waarvoor geheimhouding is opgelegd, tenzij de wet zich daartegen verzet.

Artikel 5 – Vergoeding

Een steunfractielid ontvangt voor het deelnemen aan commissievergaderingen een vergoeding ter hoogte van het bedrag, genoemd in artikel 4.4.1. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, alsmede een reiskostenvergoeding, overeenkomstig de reiskostenregeling op basis van artikel 4.4.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Hoofdstuk 3 – Financiële ondersteuning fracties

Artikel 6 – Fractiebijdrage

  • 1. Een fractie ontvangt op aanvraag jaarlijks een financiële bijdrage ten laste van het hoogheemraadschap als tegemoetkoming in de kosten van het functioneren van de fractie.

  • 2. De bijdrage bestaat uit een vast bedrag per fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag per zetel.

  • 3. Het college van hoofdingelanden stelt jaarlijks bij de begroting de hoogte van de toe te kennen bedragen vast.

Artikel 7 – Besteding

  • 1. De fracties besteden de bijdrage ter versterking van hun vertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.

  • 2. De bijdrage wordt niet gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en andere regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen, anders dan ter vergoeding van prestaties, diensten of goederen geleverd ten behoeve van de fractie en op basis van gespecificeerde, reële declaraties;

    • c.

      giften, donaties en soortgelijke bijdragen;

    • d.

      uitgaven die bestreden dienen te worden uit vergoedingen die de leden van het college van hoofdingelanden op grond van hun rechtspositieregelingen toekomen;

    • e.

      opleidingen, cursussen, trainingen en dergelijke;

    • f.

      verkiezing of herverkiezing van leden van het college van hoofdingelanden.

Artikel 8 – Voorschot

  • 1. De bijdrage wordt voor 31 januari van een kalenderjaar bij wijze van voorschot voor dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. Op de voorschotten worden in mindering gebracht de eventueel in voorgaande jaren te veel ontvangen voorschotten, zoals die ingevolge artikel 11 zijn vastgesteld.

  • 3. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt een evenredig deel van het voorschot verstrekt tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden en het resterende deel in de eerste maand daarna.

Artikel 9 – Splitsing fracties

  • 1. Bij splitsing van een fractie, zoals bedoeld in artikel 2.3, vierde lid, van het Reglement van orde, wordt de bijdrage over het jaar waarin de splitsing plaatsvindt, verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken zetels en het resterende deel van het kalenderjaar na de splitsing.

  • 2. In het geval, bedoeld in het vorige lid, wordt het aan de oorspronkelijke fractie uitgekeerde voorschot verrekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, tweede lid.

  • 3. De verdeling van de bijdrage zoals die voortvloeit uit het eerste lid blijft gehandhaafd voor de jaren na het jaar van de fractiesplitsing, tot het aantreden van een nieuw college van hoofdingelanden.

Artikel 10 – Reserve

  • 1. Het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de aan een fractie toekomende bijdrage blijft gereserveerd ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve is niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar ingevolge artikel 6, tweede lid, toekwam. Het meerdere wordt in mindering gebracht op de bijdrage voor het volgende kalenderjaar.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve wordt tot uitdrukking gebracht in de verantwoording, bedoeld in artikel 11, over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4. De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert dan wel voor de fractie die naar het oordeel van het college van hoofdingelanden als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5. Indien op grond van het vorige lid geen rechthebbende fractie kan worden aangewezen, vervalt het recht op de reserve.

  • 6. Indien bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger wordt dan op grond van het tweede lid is toegestaan, vervalt het recht op het meerdere.

  • 7. Bij splitsing van een fractie als bedoeld in artikel 9 wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal zetels dat bij de splitsing betrokken is, voor zover de reserve niet meer bedraagt dan 50% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande jaar ontving.

Artikel 11 – Verantwoording

  • 1. Elke fractie legt binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar verantwoording af over de besteding van de aan de fractie toegekende bijdrage, onder overlegging van een financieel verslag aan de secretaris-directeur.

  • 2. Na ontvangst van het in het vorige lid bedoelde verslag stelt de secretaris-directeur voor die fractie de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de omvang van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a bedoelde uitgaven, het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van het terug te vorderen bedrag.

  • 3. Op grond van het vorige lid teruggevorderde bedragen worden door de betrokken fractie binnen vier weken aan het hoogheemraadschap gerestitueerd.

Hoofdstuk 4 - Slotbepalingen

Artikel 12 - Uitvoering

De secretaris-directeur kan nadere instructies geven voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 13 – Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of voor verschillende uitleg vatbaar is beslist het college van hoofdingelanden.

Artikel 14 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening op de fractieondersteuning Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016, vastgesteld bij besluit van 15 juni 2016, nr. 16.11855, wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de fractieondersteuning HHNK 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het college van hoofdingelanden van 18 september 2019.

de secretaris,

M.J. Kuipers

de voorzitter,

drs. L.H.M. Kohsiek

Toelichting

Algemene toelichting

Sinds 2009 worden de leden van de waterschapsbesturen verkozen volgens het lijstenstelsel. Daarmee heeft ook het fenomeen fracties bij de waterschappen zijn intrede gedaan. Evenals bij raadsfracties in gemeenten ontstond daardoor behoefte aan fractieondersteuning. Anders dan de Gemeentewet1 regelt de Waterschapswet echter niets over fractieondersteuning. Het algemeen bestuur heeft daarom de mogelijkheid om bij verordening regels hierover te stellen.

In het Reglement van orde zijn enkele bepalingen over fracties opgenomen. Ook is hierin een grondslag opgenomen voor de benoeming van steunfractieleden. Tevens voorziet het reglement in de mogelijkheid dat steunfractieleden worden aangewezen als plaatsvervangend lid van een vaste commissie. Een uitgewerkte regeling voor de fractieondersteuning ontbreekt echter tot nu toe.

Het in 2015 aangetreden college van hoofdingelanden heeft een commissie ingesteld die tot taak kreeg advies uit te brengen over een aantal aangelegenheden betreffende het functioneren van het algemeen bestuur. Het advies van de commissie is eind 2015 verschenen.2 Hierin zijn ook enkele aanbevelingen opgenomen over steunfractieleden. Deze aanbevelingen zijn door het college van hoofdingelanden overgenomen en vormen uitgangspunt voor deze verordening.

De verordening voorziet tevens in een regeling voor de financiële ondersteuning van fracties. Die regeling is eerder opgenomen in de Verordening vergoedingen en tegemoetkomingen leden algemeen bestuur HHNK 2010, maar verhuist nu naar deze verordening. De regeling is inhoudelijk niet gewijzigd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Het begrip fractie komt inhoudelijk overeen met dat in het Reglement van orde. Met dit begrip worden alle groeperingen aangeduid die in het algemeen bestuur vertegenwoordigd zijn, zowel de gekozen vertegenwoordigers van de ingezetenen als de benoemde vertegenwoordigers van de overige groeperingen. Ook groeperingen die bestaan uit één persoon worden als fractie aangeduid.

Artikel 2 – Steunfractieleden

Steunfractieleden worden benoemd door het college van hoofdingelanden. Er kunnen per fractie maximaal twee steunfractieleden worden benoemd, één voor elke vaste commissie uit het college van hoofdingelanden. Overigens is de bevoegdheid tot vervanging om praktische redenen niet beperkt tot één commissie, maar kan een steunfractielid in beide commissies als vervanger optreden. Daardoor kan een fractie desgewenst ook volstaan met één steunfractielid.

De mogelijkheid om steunfractieleden te benoemen was aanvankelijk bedoeld om kleine fracties in staat te stellen aan alle commissievergaderingen deel te nemen en daarmee het lidmaatschap van het college van hoofdingelanden naar behoren te kunnen vervullen. Overeenkomstig het advies van de Commissie bestuurlijke zaken heeft het college van hoofdingelanden echter besloten alle fracties de mogelijkheid te bieden ten hoogste twee steunfractieleden te benoemen. Overweging daarbij is dat de inzet van steunfractieleden nuttig is om belangstellende personen uit de achterban ervaring te laten opdoen met het bestuurswerk en voor te bereiden op een mogelijke kandidatuur bij de volgende verkiezingen.

Steunfractieleden worden benoemd op voordracht van de desbetreffende fractie. Zij moeten voldaan aan de wettelijke benoemingseisen die ook gelden voor leden van het algemeen bestuur. In verband daarmee is bepaald dat bij de voordracht dezelfde documenten worden overgelegd als voor de toelating tot lid van het algemeen bestuur.3

Artikel 3 – Bevoegdheid

De formele bevoegdheid van steunfractieleden is beperkt tot het deelnemen aan vergaderingen van vaste commissies als vervanger van een vast commissielid. Het Reglement van orde voorziet reeds in deze mogelijkheid.4

Deelname van steunfractieleden aan vergaderingen van het college van hoofdingelanden is niet mogelijk. Steunfractieleden zijn immers niet op de wettelijk voorgeschreven wijze gekozen of benoemd als lid van het algemeen bestuur. Evenwel kan het college van hoofdingelanden bepalen dat steunfractieleden kunnen deelnemen aan informele bijeenkomsten van het college, zoals themabijeenkomsten en excursies.

Artikel 4 - Informatie

Om goed te kunnen functioneren ontvangt een steunfractielid alle informatie die ook aan de overige leden van de vaste commissies wordt verstrekt. Dat geldt ook voor stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd. In dat verband is van belang dat de geheimhoudingsplicht geldt voor iedereen die bij de behandeling van die stukken aanwezig is en voor anderen die van het behandelde of van de stukken kennis nemen.5 De geheimhoudingsplicht geldt dus ook voor steunfractieleden.

Artikel 5 – Vergoeding

Steunfractieleden kunnen op basis van dit reglement als vervanger optreden van Algemeen Bestuursleden in de vergaderingen van beide commissies. Vanuit deze achtergrond is het logisch om aan steunfractieleden ook een zelfde vergoeding toe te kennen als commissieleden. In artikel 4.4.1. van het Rechtspositiebesluit Decentrale Politieke Ambtsdragers is deze vergoeding landelijk bindend voorgeschreven.

Wat betreft reiskostenvergoeding wordt een zelfde redenering gevolgd. Ook hierbij wordt de regeling voor commissieleden gevolgd op basis van artikel 4.4.3. van Rechtspositiebesluit Decentrale Politieke Ambtsdragers.

Artikel 6 – Bijdrage

Fracties ontvangen een jaarlijkse bijdrage van het hoogheemraadschap ter ondersteuning van hun activiteiten. Het college van hoofdingelanden stelt de hoogte van het budget voor fractieondersteuning jaarlijks bij de begroting vast. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie op een gelijkwaardig basisniveau wordt ondersteund. Het variabele deel is afhankelijk van de omvang van de fractie. Omdat grotere fracties meer kosten zullen maken, bijvoorbeeld op facilitair gebied, is het redelijk dat zij een navenant hogere vergoeding krijgen.

In de praktijk blijken niet alle fracties behoefte te hebben aan de bijdrage. Daarom wordt de bijdrage alleen op aanvraag verstrekt.

Artikel 7 – Besteding

De fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractiebijdrage. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage wordt besteed aan werkzaamheden in het kader van het werk van het algemeen bestuur. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezings¬campagnes worden gefinancierd. Ook is niet toegestaan dat de bezoldiging en andere vergoedingen voor leden van het algemeen bestuur, zoals die voortvloeien uit de voor hen geldende rechtspositieregelingen, worden aangevuld uit de fractiebijdragen.

De kosten van opleidingen, cursussen, trainingen en dergelijke mogen ook niet uit de fractiebijdrage worden betaald. Voor dergelijke kosten geldt een afzonderlijke regeling. Artikel 3.9, tweede lid, van het Waterschapsbesluit bepaalt dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van lid van het algemeen bestuur ten laste van het waterschap komen. Deze kosten hoeven dus niet voor eigen rekening te worden genomen of te worden betaald uit de onkostenvergoeding. Overigens kunnen bestuursorganen ook zelf dit soort scholing (laten) verzorgen. Ook dan komen deze kosten ten laste van het bestuursorgaan.

Gezien de aard en duur van het ambt ligt voor volksvertegenwoordigers scholing voor de hand die gericht is op het persoonlijk functioneren in het ambt. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden.

Onder scholingskosten worden verstaan de cursus- en lesgelden, de kosten van het studiemateriaal, examen- en diplomakosten en de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal, alsmede reis- en verblijfkosten in het kader van de opleiding.6

Het voorgaande brengt met zich mee dat de kosten van niet-functiegerichte scholing niet ten laste van het waterschap kunnen worden gebracht. Ook de fractiebijdrage is hier niet voor bedoeld. Dergelijke kosten komen dus voor eigen rekening.

Nadere regels voor de aanvraag en toekenning van bijdragen in de kosten van scholing zijn opgenomen in de Verordening rechtspositie bestuursleden van het hoogheemraadschap.

Ter verduidelijking volgt hieronder een overzicht van zaken waarvoor de fractiebijdrage wel en niet mag worden aangewend.7

De fractiebijdrage mag wel worden aangewend voor:

  • werkzaamheden van het college van hoofdingelanden

  • administratiekosten ten behoeve van de gehele fractie

  • personele ondersteuning (secretarieel, organisatorisch, inhoudelijk, onderzoek, coaching)

  • opzetten en onderhouden van een deel van een website

  • fractie-excursies, werkbezoeken en dergelijke

  • ontvangst bestuursleden van andere waterschappen, gemeenten of provincies

  • onkosten steunfractieleden

  • financiële en facilitaire ondersteuning bij uitwerken van initiatieven met betrekking tot de volksvertegenwoordigende rol

  • fractievergaderingen op locatie

  • opleidingen, cursussen en seminars die tot doel hebben de kwaliteit van het fractiewerk en het functioneren van de fractie als geheel te verhogen en daarmee verband houdende reiskosten en koffie- en theeverstrekking

  • informatieverstrekking door de fractie, bijvoorbeeld bij een fractienieuwsbrief

  • organiseren bijeenkomsten (zaalhuur, organisatie, publiciteit)

  • inhuren van (externe of ambtelijke) adviseurs

De fractiebijdrage mag niet worden aangewend voor:

  • betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen, anders dan ter vergoeding van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de fractie op basis van reële, gespecificeerde declaraties

  • lief en leed

  • betalingen aan andere bestuursleden of bedrijven van bestuursleden voor werkzaamheden die zij als (beleids-)medewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten

  • reiskosten

  • giften

  • individuele/persoonlijke onkosten als bestuurslid (cursussen, congressen organiseren en opleidingen)

  • herverkiezing bestuursleden

  • presentjes / bloemen / kaarten ten behoeve van relaties

  • uitgaven welke bestreden dienen te worden uit de bezoldiging van bestuursleden (dus geen aanvulling op bezoldiging bestuursleden).

Artikel 8 – Voorschot

De bijdrage wordt aan het begin van het kalenderjaar als voorschot verstrekt.

Artikel 9 – Splitsing fracties

Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct moeten worden verrekend. Daarmee krijgt een afgesplitste fractie voor de rest van het jaar de beschikking over een evenredig deel van de fractiebijdrage.

Ook is geregeld dat de bijdrageberekening zoals die na fractiesplitsing is ontstaan gehandhaafd blijft voor de resterende jaren van de dan lopende zittingsperiode. De betrokken fracties krijgen dus niet elk het gehele vaste bedrag dat een fractie ontvangt. Daarmee wordt voorkomen dat het budget voor de vaste vergoedingen binnen een zittingsperiode stijgt door het ontstaan van nieuwe, afgesplitste fracties.

Artikel 10 – Reserve

De reserve bestaat uit de niet uitgegeven voorschotten van voorgaande jaren. Dit bedrag mag niet eindeloos groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden. Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling bepaalt dat de reserve naar evenredigheid wordt verdeeld over de nieuw ontstane fracties.

Artikel 11 – Verantwoording

Gezien de relatief beperkte omvang van de bedragen die gemoeid zijn met de fractieondersteuning kan bij de verantwoording worden volstaan met een bestedingsverslag per fractie. Aan de hand daarvan worden de in het tweede lid van het artikel genoemde bedragen vastgesteld en wordt een totaaloverzicht voor het college van hoofdingelanden opgesteld. De secretaris-directeur is namens het college van hoofdingelanden belast met de uitvoering van dit artikel.

Artikel 12 - Uitvoering

De secretaris-directeur kan nadere instructies geven voor de uitvoering van de verordening. Daarbij valt te denken aan allerlei praktische zaken, zoals de wijze waarop steunfractieleden worden aangemeld, de wijze waarop fractiebijdragen worden aangevraagd en dergelijke.

Artikel 13 – Onvoorziene gevallen

Het kan zijn dat zich gevallen of omstandigheden voordoen waarin de verordening niet voorziet of voor verschillende uitleg vatbaar is. In dat geval beslist het college van hoofdingelanden over de toepassing of de uitleg.

Artikel 14 – Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel voorziet in de noodzakelijke slotbepalingen. Hoewel de verordening geen algemeen verbindende voorschriften inhoudt, is het gebruikelijk vastgestelde verordeningen bekend te maken op de wijze als bepaald in artikel 73 van de Waterschapswet.


Noot
1

Art. 33, eerste en tweede lid, Gemeentewet.

Noot
2

'Eigentijds besturen', Advies van de Commissie bestuurlijke zaken d.d. 7 december 2015, reg.nr. 15.62417.

Noot
3

Art. V 2 en V 3 van de Kieswet en art. 18 van de Waterschapswet.

Noot
4

Art. 4.3, vijfde lid, Reglement van orde voor het college van hoofdingelanden en de commissies HHNK.

Noot
5

Art. 37 Waterschapswet.

Noot
6

Memorie van Toelichting bij art. 3.9 Waterschapsbesluit, Stb. 2014, 230

Noot
7

Ontleend aan de Regels en handreiking voor de besteding van fractiegeld, gepubliceerd op de website van Necker van Naem, adviesbureau voor overheid, politiek en bestuur.