Regeling vervallen per 20-09-2018

Organisatieverordening Hoogheemraadschap van Delfland

Geldend van 28-03-2015 t/m 19-09-2018

Intitulé

Organisatieverordening Hoogheemraadschap van Delfland

ParagraafIAlgemene bepalingen

Artikel 1 Definities

Paragraaf II Inrichting van de ambtelijke organisatie

Artikel 2 Uitgangspunten voor de inrichting van de ambtelijke organisatie

  • 1.

    De organisatie bestaat uit een eenhoofdige directie, sectoren, teams en stafeenheden;

  • 2.

    Een sector bestaat uit minimaal twee teams;

  • 3.

    Met inachtneming van de uitgangspunten in het eerste en tweede lid is het college bevoegd besluiten te nemen over het inrichten of opheffen van sectoren, teams of stafeenheden.

Artikel 3 secretaris-directeur

a. als secretaris de eerste adviseur van het bestuur, die

i. fungeert als schakel tussen bestuur en ambtelijke organisatie;

ii. zorgt voor een informatie-uitwisseling tussen bestuur en ambtelijke organisatie;

iii. zorgt voor een voldoende kwaliteit van de ambtelijke advisering en ondersteuning van de bestuursorganen;

b. als directeur de hoogste integraal manager van de ambtelijke organisatie van het Hoogheemraadschap van Delfland, die verantwoordelijk is voor:

i. voorbereiding van visievorming en strategische beleidsontwikkeling;

ii. de planning van de activiteiten en de uitvoering daarvan binnen de door het bestuur vastgestelde kaders;

iii. de coördinatie en samenhang van het handelen van de organisatieonderdelen van de ambtelijke organisatie;

iv. de kwaliteit van de medewerkers en middelen van de ambtelijke organisatie;

c. bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden.

Artikel 4 Sectoren

  • 1.

    Aan het hoofd van elke sector staat een sectorhoofd die als leidinggevende verantwoordelijk is voor het integraal management van de sector;

  • 2.

    Elke sector levert op het eigen taakgebied een bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen in de programma’s.

Artikel 5 Staven

  • 1.

    Aan het hoofd van een staf staat een leidinggevende die verantwoordelijk is voor het integraal management van de staf;

  • 2.

    Een staf is als adviseur van de secretaris-directeur belast met de voorbereiding van organisatiebrede en strategische ontwikkelingen.

Artikel 6 Teams

  • 1.

    Aan het hoofd van een team staat een teamleider die als leidinggevende verantwoordelijk is voor het integraal management van het team;

  • 2.

    Elke team levert op het eigen taakgebied een bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen in de programma’s.

Paragraaf III Sturing

Artikel 7 Programma's

  • 1.

    De doelstellingen die Delfland wil bereiken zijn verwoord in programma’s, die jaarlijks worden opgenomen in de begroting;

  • 2.

    Voor elk van de in de begroting opgenomen programma’s is één lid van het Delfland managementteam verantwoordelijk.

Artikel 8 Sturing van programma's en lijnorganisatie

  • 1.

    Voor de nadere uitwerking en detaillering van concernsturing stelt het college een besturingsmodel vast;

  • 2.

    Op basis van de principes van concernsturing in het in het eerste lid vermelde besturingsmodel stelt het college jaarlijks de Planning & Controlcyclus vast.

Paragraaf IV Overleg en advisering

Artikel 9 Delfland managementteam

  • 1.

    De secretaris-directeur is verantwoordelijk voor de samenstelling van het Delfland managementteam. Het Delfland managementteam bestaat uit de sectorhoofden en door de secretaris-directeur aangewezen adviserende leden;

  • 2.

    De secretaris-directeur stelt de agenda vast en leidt de vergaderingen;

  • 3.

    .Afhankelijk van de geagendeerde onderwerpen kan de secretaris-directeur besluiten dat op ad hoc basis een vergadering van het Delfland managementteam wordt bijgewoond door een of meer programmamanagers, teamleiders en/of andere functionarissen;

  • 4.

    De secretaris-directeur is eindverantwoordelijke voor de aansturing van de ambtelijke organisatie. In zijn concernverantwoordelijkheid wordt hij ondersteund door het Delfland managementteam. Dit betekent voor het Delfland managementteam dat zij:

  • a.

    richting geven aan (het ontwikkelen van) de strategie van de organisatie en advisering aan het college van D&H;

  • b.

    richting geven aan visies en strategische noties;

  • c.

    een sleutelpositie innemen met betrekking tot de informatievoorziening op complexe, strategische en/of cruciale dossiers tussen ambtelijke organisatie en bestuur;

  • d.

    resultaten toetsen op samenhang met andere doelstelling en afgesproken resultaten en bijsturen daar waar nodig;

  • e.

    samenwerkingsrelaties onderhouden met externe partners;

  • f.

    bestuur en ambtelijke organisatie ondersteunen bij de uitvoering van Delflandse taken;

  • g.

    de secretaris-directeur adviseren over de bedrijfsvoering.

Artikel 10 Sectormanagementteam

  • 1.

    Het sectorhoofd is verantwoordelijk voor de samenstelling van het sectormanagementteam;

  • 2.

    Het sectorhoofd stelt de agenda vast en leidt de vergaderingen;

  • 3.

    Afhankelijk van de geagendeerde onderwerpen kan het sectorhoofd besluiten dat op ad hoc basis de vergadering van het sectormanagementteam wordt bijgewoond door andere functionarissen;

  • 4.

    Het sectormanagementteam adviseert het sectorhoofd over de volgende zaken:

  • a.

    strategische en tactische onderwerpen

  • b.

    team overstijgende onderwerpen

  • c.

    bedrijfsvoering.

Paragraaf V Concerncontrol

Artikel 11 Bepalingen omtrent de concerncontrol

  • 1.

    Concerncontrol is een staf die is belast met diverse organisatiebrede kaderstelling, auditing en planning en control;

  • 2.

    Aan het hoofd van de staf concerncontrol staat de concerncontroller, tevens adviserend lid van het DMT;

De concerncontroller is als adviseur van het college bevoegd om het college te benaderen over onderwerpen, die betrekking hebben op het aangaan van risico’s en de integriteit van bestuur en organisatie;

1. Van deze bevoegdheid maakt de concerncontroller alleen gebruik, nadat hij daarvan melding heeft gedaan aan de secretaris-directeur.

Paragraaf VI Interne bevoegdheidverdeling

Artikel 12 Delegatie en mandaat

  • 1.

    Overeenkomstig artikel 83 van de Waterschapswet kan de verenigde vergadering bevoegdheden aan het college delegeren;

  • 2.

    De verenigde vergadering kan ook de bevoegdheid om bepaalde besluiten te nemen mandateren aan het college;

  • 3.

    Indien de verenigde vergadering een bevoegdheid mandateert aan het college, omvat dit ook de bevoegdheid om een ondermandaat te verlenen.

Paragraaf VII Slotbepaling

Artikel 13 Citeertitel, intrekking oude en inwerkingtreding nieuwe besluit

Artikel 113 Citeertitel, intrekking oude en inwerkingtreding nieuwe besluit

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als "Organisatieverordening Delfland".

  • 2.

    De organisatieverordening Delfland en treedt in werking op de dag na publicatie in het Waterschapsblad