Regeling vervallen per 01-01-2024

Stimuleringsregeling “Klimaatadaptatie Op Maat” Delfland (2021)

Geldend van 01-02-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Stimuleringsregeling “Klimaatadaptatie Op Maat” Delfland (2021)

Dossiernummer : 2020

Vergaderdatum : 26 januari 2021

De Verenigde Vergadering van Delfland,

Gelet op artikel 1.3, eerste lid, Algemene subsidieverordening Delfland,

BESLUITEN

Vast te stellen de volgende nadere regels:

Artikel 1. Doelstellingen.

De toepassing van deze nadere regels is gericht op het stimuleren van voorzieningen waarmee hemelwater op een aantrekkelijke en doelmatige wijze wordt vastgehouden en verwerkt.

Artikel 2. Geografische bepaling

Een te stimuleren voorziening wordt uitgevoerd binnen het beheergebied van Delfland.

Artikel 3. Financiële bijdrage; bevoegdheid

De stimulering geschiedt door middel van toekenning van een financiële bijdrage door dijkgraaf en hoogheemraden.

Aan de toekenning van een financiële bijdrage kunnen voorschriften worden verbonden met het oog op de in artikel 1 genoemde doelstelling.

Artikel 4. Begunstigden

Een financiële bijdrage kan worden toegekend aan natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen.

Een financiële bijdrage kan voorts worden toegekend aan een gemeente waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen het beheergebied van Delfland.

Een financiële bijdrage als bedoeld in het vorige lid wordt alleen toegekend voor de bekostiging, door de begunstigde gemeente, van voorzieningen die voldoen aan het bepaalde in de artikelen 1 en 2 die kunnen worden gerealiseerd door een bredere kring van natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen. De financiële bijdrage wordt niet toegekend, dan nadat met de betreffende gemeente een overeenkomst is gesloten waarin in elk geval afspraken zijn gemaakt over de door de gemeente te bekostigen voorzieningen, de kring van begunstigden, de wijze waarop de financiële bijdrage wordt verdeeld en de wijze waarop de gemeente bijdraagt aan de betreffende voorzieningen.

Artikel 5. Activiteiten die voor een financiële bijdrage in aanmerking komen

Onverminderd het bepaalde elders in deze nadere regels, komen voor een financiële bijdrage in aanmerking alle permanente fysieke voorzieningen waarin of waarmee neergeslagen hemelwater wordt vastgehouden.

Oppervlaktewaterlichamen als bedoeld in de Waterwet en de Omgevingswet worden niet aangemerkt als voorziening, bedoeld in het eerste lid.

Een voorziening die alleen handmatig kan worden geleegd, wordt niet aangemerkt als een voorziening bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6. Vereisten aan een voorziening

Een voorziening als bedoeld in artikel 5 wordt na een piekbui (hevige neerslag in korte tijd) gecontroleerd geleegd, en wel aldus dat die voorziening, vanaf het moment waarop die voorziening wordt ingezet:

niet eerder leeg is dan na 24 uur, behoudens wanneer een automatisch gestuurde afvoer als bedoeld in het vierde lid wordt ingezet;

binnen 48 uur weer volledig beschikbaar is om te worden ingezet voor het vasthouden van neergeslagen hemelwater.

Een voorziening als bedoeld in artikel 5 ledigt door infiltratie in de bodem of door lozing op een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in de Waterwet en de Omgevingswet of een hemelwaterriool.

In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, en onverminderd het bepaalde bij of krachtens de wet, is lozing op een openbaar vuilwaterriool toegestaan, indien infiltratie in de bodem of lozing op een oppervlaktewaterlichaam of een hemelwaterriool niet mogelijk is.

Automatisch gestuurde afvoer, als bedoeld in het eerste lid, onder a, geschiedt door middel van een pomp of automatische klep dan wel een daaraan qua werking gelijk te stellen andere maatregel.

Artikel 7. Bepaling kosten als grondslag voor de financiële bijdrage

Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 8, aanhef en onder 1, worden bij de bepaling van de kosten van de voorziening alle kosten betrokken die naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden redelijkerwijs verband houden met die voorziening, met uitzondering van:

kosten van constructieve voorzieningen, zoals dakconstructies en overkappingen;

kosten van het afvoeren en vervangen van bestaande beplanting en groen;

kosten van het afvoeren en vervangen van bestaande waterdoorlatende verharding;

kosten – gederfde inkomsten daaronder begrepen - die verband houden met de eigen inzet of de inzet van eigen personeel van de aanvrager;

kosten voor het opstellen en indienen van een aanvraag om een financiële bijdrage.

De in het vorige lid bedoelde kosten worden vermeerderd met een percentage, gelijk aan dat van de omzetbelasting, tenzij die kan worden verrekend.

Artikel 8. Hoogte financiële bijdrage

Onverminderd het bepaalde in artikel 11, eerste en tweede lid, wordt de financiële bijdrage bepaald op 30 procent van de kosten, bedoeld in artikel 7, eerste lid, met dien verstande dat die bijdrage:

niet meer bedraagt dan € 500,-- per kubieke meter vasthoudcapaciteit; en

niet meer bedraagt dan € 50.000,--.

Artikel 9. Aanvraag

De aanvraag om een financiële bijdrage geschiedt door middel van een namens dijkgraaf en hoogheemraden door de secretaris-directeur vastgesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave in de vorm van een offerte of begroting van de kosten van de voorziening. De offerte of begroting is zodanig ingericht, dat de beoordeling daarvan aan de hand van het bepaalde in de artikelen 7 en 8 mogelijk is.

De aanvraag gaat voorts vergezeld van een beschrijving van de voorziening, het aantal te realiseren kubieke meters vasthoudcapacteit daaronder begrepen, beeldmateriaal dat de situatie voor de voorziening weergeeft, en vermeldt de periode (verwacht aanvangs- en eindmoment) waarin die zal worden uitgevoerd. In de aanvraag wordt voorts vermeld op welke wijze aan de vereisten, genoemd in artikel 6, wordt voldaan.

De aanvraag wordt vóór de voorziene aanvang van de realisatie van de voorziening ingediend.

Artikel 10. Beslissing op de aanvraag

Een financiële bijdrage wordt geweigerd, indien:

niet is voldaan aan het bepaalde in Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Delfland en deze nadere regels;

voor de kosten van de voorziening subsidie of een andere bijdrage, financieel of in natura, is of wordt verleend door een ander overheidslichaam of daaraan gelijk te stellen instantie: voor zover met de financiële bijdrage de totale kosten van de voorziening worden overschreden;

de voorziening waarvoor de financiële bijdrage is aangevraagd, wettelijk is voorgeschreven;

de realisatie van de voorziening waarvoor de financiële bijdrage is aangevraagd geschiedt op advies van Delfland in het kader van de watertoets op een ontwerp van een ruimtelijk besluit of in het kader van (voor)overleg over de ontwikkeling van een nieuwbouwlocatie;

toepassing van het bepaalde in artikel 8 leidt tot bijdrage van minder dan € 1.000,--;

de in artikel 10 bedoelde aanvraag is ingediend vóór inwerkingtreding van deze nadere regels; of

de aanvang van de realisatie van de voorziening waarvoor de financiële bijdrage is aangevraagd niet is voorzien binnen negen maanden, te rekenen vanaf het moment waarop de financiële bijdrage wordt aangevraagd.

Een financiële bijdrage wordt voorts geweigerd, indien de betreffende voorziening geheel of gedeeltelijk met een financiële bijdrage van Delfland als bedoeld in artikel 4, tweede en derde lid, door een gemeente wordt of kan worden bekostigd.

Dijkgraaf en hoogheemraden beslissen binnen zes weken na ontvangst van een volledige aanvraag omtrent de verlening van de financiële bijdrage.

In de beschikking bedoeld in het vorige lid, alsmede in een aanvullende beschikking, kunnen dijkgraaf en hoogheemraden op verzoek of ambtshalve een voorschot toekennen, met een maximum van vijftig procent van de financiële bijdrage.

Artikel 11. Vaststelling van de financiële bijdrage

De aanvraag tot vaststelling van de financiële bijdrage geschiedt door middel van het indienen van een namens dijkgraaf en hoogheemraden door de secretaris-directeur vastgesteld formulier dat door de aanvrager is ingevuld en gaat vergezeld van een verslag van de voorziening, een financieel verslag met facturen en beeldmateriaal dat de situatie tijdens en de realisatie van de voorziening weergeeft.

De vaststelling van de financiële bijdrage geschiedt per in de grondslag voor de toegekende financiële bijdrage begrepen kostenpost afzonderlijk op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten. De totale vaststelling is gemaximeerd op het bedrag, toegekend in de in artikel 10, derde lid, bedoelde beschikking.

De aanvraag wordt ingediend binnen drie maanden na voltooiing van de realisatie van de voorziening.

Artikel 12. Intrekking en wijziging financiële bijdrage

Zolang de financiële bijdrage niet is vastgesteld, kunnen dijkgraaf en hoogheemraden, naast op de in de Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden, een beschikking, als bedoeld in artikel 10, derde lid, waarin een financiële bijdrage is toegekend, wijzigen of intrekken, indien met de voorziening waarvoor de financiële bijdrage is toegekend twaalf maanden na de bekendmaking van die beschikking geen begin is gemaakt of de aanvraag tot vaststelling van de financiële bijdrage niet binnen de in artikel 11, derde lid, genoemde termijn is ingediend.

Artikel 13. Plafond financiële bijdragen; verdeling beschikbaar bedrag

Dijkgraaf en hoogheemraden stellen jaarlijks een plafond vast voor de toekenning van de financiële bijdragen op grond van deze regeling. De vaststelling en de bekendmaking van het plafond vinden plaats vóór de eerste dag van het jaar waarvoor het plafond wordt vastgesteld.

Het in het vorige lid bedoeld plafond bedraagt voor 2021: € 260.000,--.

Het met de vaststelling van het plafond beschikbaar gestelde bedrag wordt verdeeld op basis van ontvangst van de aanvragen die voldoen aan de in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Delfland en deze regeling gestelde eisen.

Artikel 14. Inlichtingenplicht

Degene aan wie een financiële bijdrage is toegekend doet melding aan dijkgraaf en hoogheemraden zodra aannemelijk is dat de voorziening, waarvoor de bijdrage is toegekend, niet of niet geheel zal worden gerealiseerd of dat niet of niet geheel kan worden voldaan aan de verplichtingen die zijn verbonden aan de toekenning van de financiële bijdrage.

Artikel 15. Communicatie-uitingen

Het Hoogheemraadschap van Delfland kan de voorziening of de activiteiten waarop een financiële bijdrage betrekking heeft in woord en of in beeld opnemen in zijn communicatie-uitingen. Daarbij kan worden vermeld dat die voorziening of die activiteiten mede mogelijk zijn gemaakt door of met een financiële bijdrage van het Hoogheemraadschap van Delfland.

De ontvanger van een financiële bijdrage is verplicht om de in het vorige lid bedoelde communicatie-uitingen zijn medewerking te verlenen, tenzij die medewerking redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd.

Artikel 16. Terugvordering financiële bijdrage

Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd onverschuldigd betaalde financiële bijdragen, daaronder begrepen op grond van artikel 10, vierde lid, toegekende voorschotten, terug te vorderen.

Artikel 17 Inwerkingtreding; citeertitel.

Deze nadere regels treden in werking daags na de bekendmaking daarvan in het Waterschapsblad.

Deze nadere regels worden aangehaald als: Stimuleringsregeling “Klimaatadaptatie Op Maat” Delfland 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van dijkgraaf en hoogheemraden op 26 januari 2021

de Secretaris, de Voorzitter,

ir. P.C. Janssen dr. P.H.W.M. Daverveld

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting behorende bij de Stimuleringsregeling “Klimaatadaptatie Op Maat” Delfland 2021

Artikel 1

Deze regeling focust zich op effectiviteit en is bedoeld voor grootschalige aanvragen. Bepalend is het aantal m3 aantoonbare waterberging.

Hemelwater dat via de riolering voor stedelijk afvalwater en influentleidingen afstroomt naar de afvalwaterzuiveringsinstallaties zorgt voor verdunning van het stedelijk afvalwater. Dergelijke verdunning is nadelig voor het zuiveringsproces. In het geval van hevige neerslag kan het voorkomen dat het rioolwatersysteem de hoeveelheid regenwater niet kan verwerken en er schade aan gebouwen ontstaat. Ook kan afstroming van hemelwater naar oppervlaktewater het peil van het oppervlaktewater te snel doen stijgen. Ook dit kan schade aan gebouwen, landbouw en natuur veroorzaken. Het vasthouden en bergen van hemelwater vermindert de afstroom en draagt bij aan het voorkomen van deze schade. Het bergen van hemelwater gebeurt meestal in de vorm van het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van de riolering voor stedelijk afvalwater. Mits in combinatie met het vasthouden van hemelwater is het bergen van hemelwater doelmatig.

Artikel 2

Een stimuleringsbijdrage kan alleen worden toegekend aan voorzieningen (waarmee hemelwater op een aantrekkelijke en doelmatige wijze wordt vastgehouden en verwerkt) die gerealiseerd worden in het beheergebied van Delfland.

Artikel 3

Nadat een aanvraag is ingediend, beslissen dijkgraaf en hoogheemraden of er een stimuleringsbijdrage wordt toegekend. In de toekenning kunnen aan de stimuleringsbijdrage eisen worden gesteld in het kader van de doelstelling van de regeling (artikel 1).

Artikel 4

Voor de regeling komen inwoners, bedrijven en instellingen in aanmerking. Tevens is het mogelijk een financiële bijdrage toe te kennen aan een gemeente (waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen het beheergebied van Delfland). Deze mogelijkheid is bedoeld om bij te dragen aan de bekostiging door de betreffende gemeente van voorzieningen met dezelfde doelstelling (zie artikel 1). Die bekostiging door de gemeente zal in de regel plaats vinden in de vorm van subsidies ten behoeve van die voorziening. In feite voorziet het tweede lid van artikel 4 er dus in dat Delfland een bijdrage doet aan de gemeentelijke subsidiepot voor “klimaatadaptieve” voorzieningen binnen de gemeente gericht op particulieren (natuurlijke personen), bedrijven en instellingen (privaatrechtelijke rechtspersonen).

Aldus kan met toepassing van het tweede lid voor voorzieningen waaraan zowel een gemeente als Delfland wenst bij te dragen, één (gemeentelijk) loket worden ingesteld. Voordat een bijdrage aan een gemeente wordt toegekend, wordt met haar een overeenkomst gesloten waarin afspraken worden gemaakt over de betreffende voorzieningen, de kring van begunstigden, de verdeling van de bijdragen aan de begunstigden en, niet in de laatste plaats, de wijze waarop de gemeente zelf aan de voorziening bijdraagt. Op grond van de Waterwet rust de zorg voor de doelmatige opvang en verwerking van hemelwater immers bij de gemeente.

Als voor een voorziening bij een gemeente een subsidie is verkregen, of kan worden verkregen, die afkomstig is uit een subsidiepot waaraan Delfland een financiële bijdrage heeft gedaan, kan voor die voorziening niet ook nog een directe bijdrage van Delfland worden verkregen. Dat is geregeld in het artikel 10 (lid 2).

Artikel 5

De voorzieningen die voor een financiële bijdrage in aanmerking komen zijn alle fysieke voorzieningen waarin of waarmee over een langere periode regenwater kan worden opgevangen. Met uitzondering van oppervlaktewaterlichamen (bijvoorbeeld plassen, sloten, kanalen, vijvers, greppels, etc.) en van voorzieningen die alleen handmatig geleegd kunnen worden, zoals een regenton.

Artikel 6

Het volume waterberging dat meetelt in de hoeveelheid waterberging waarvoor een financiële bijdrage van Delfland kan worden gevraagd, moet een (geknepen) afvoervoorziening hebben waardoor het betreffende volume waterberging na een piekbui (hevige neerslag in korte tijd) niet eerder dan in 24 uur leeg is en in maximaal 48 uur weer beschikbaar komt voor een volgende piekbui.

De voorziening ledigt via infiltratie in de bodem, loost op het oppervlaktewater of op een hemelwaterriolering. Alleen als er geen andere mogelijkheden zijn kan de voorziening worden aangesloten op het gemeentelijk vuilwaterriool. Het realiseren van een automatisch gestuurde afvoer kan door het installeren van een pomp of het aanbrengen van een automatische klep.

In geval van een actief gestuurde afvoervoorziening kan onder voorwaarden afgeweken worden van de eis van het binnen 48 uur beschikbaar maken van het betreffende volume.

De sturing van de afvoervoorziening moet er in dat geval voor zorgen dat (dit deel van) de waterbergingscapaciteit altijd binnen 48 uur beschikbaar is voor de opvang van verwacht hemelwater.

Artikel 7

Artikel 7 regelt de bepaling van de kosten (inclusief BTW, tenzij de aanvrager die kan verrekenen) als grondslag voor de toekenning van de stimuleringsbijdrage. Pas als de kosten zijn bepaald, kan de (omvang) van de stimuleringsbijdrage worden vastgesteld. Hoofdregel is dat alle kosten die naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden redelijkerwijs verband houden met de fysieke voorziening waarin of waarmee over een langere periode regenwater kan worden opgevangen, in de grondslag worden begrepen. In principe komen dus alle soorten kosten die gemaakt worden in het kader van de realisatie van fysieke voorziening waarin of waarmee over een langere periode regenwater kan worden opgevangen in aanmerking voor de regeling. Het kan gaan om bijvoorbeeld ontwerpkosten, kosten van de fysieke voorziening en arbeidskosten om de voorziening te realiseren.

Uitzondering op de hoofdregel welke geen onderdeel uitmaken van de grondslag voor de toekenning van de stimuleringsbijdrage, is de kosten van:

constructieve voorzieningen (zoals dakconstructies en overkappingen);

vervanging van bestaande beplanting en groen;

het afvoeren en vervangen van bestaande waterdoorlatende verharding;

eigen inzet of inzet van eigen personeel;

het opstellen en indienen van een aanvraag.

Artikel 8

Zijn de kosten eenmaal vastgesteld, dan is de volgende stap de vaststelling van de omvang van de financiële bijdrage op basis van die vastgestelde kosten. Bepaald is dat de stimuleringsbijdrage maximaal 30% van de kosten (zie artikel 7) bedraagt en daarnaast niet meer dan € 500,- per kubieke meter waterberging en niet meer dan € 50.000,- bedraagt.

Artikel 9

Een aanvraag voor een financiële bijdrage moet voor de start van de werkzaamheden worden ingediend. Hierbij moet de aanvrager gebruik maken van het daarvoor bestemde digitale aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier kan gevonden worden op: www.hhdelfland.nl. Het formulier vraagt concrete informatie over:

de voorzieningen die gerealiseerd worden;

het aantal kubieke meter waterberging dat daarmee wordt gerealiseerd;

foto’s van de situatie voordat de voorziening is gerealiseerd;

op welke wijze aan de gestelde eisen in artikel 6 (vereisten aan een voorziening) wordt voldaan;

de periode (verwacht aanvangs- en realisatiemoment) waarin de voorziening worden gerealiseerd;

een offerte of begroting van de kosten.

Artikel 10

Een aanvrager krijgt geen stimuleringsbijdrage wanneer:

het plafond voor de toekenning van de financiële bijdragen wordt overschreden. Zie daarvoor de toelichting op artikel 13;

er subsidie wordt verleend door een andere overheid of vergelijkbare instantie die gelijk staat aan de totale kosten (zie artikel 7) van de activiteit;

de activiteit(en) die worden gerealiseerd, wettelijk zijn voorgeschreven;

de activiteit(en) in het kader van de watertoets of in het kader van een (voor)overleg van de ontwikkeling van een nieuwbouwlocatie worden gerealiseerd;

de hoogte van de berekende stimuleringsbijdrage lager is dan € 1.000,-;

de aanvraag voor de stimuleringsbijdrage is ingediend voor het in werking treden van deze regeling;

de start van de werkzaamheden waarvoor een stimuleringsbijdrage is aangevraagd, niet binnen negen maanden is.

Een stimuleringsbijdrage wordt ook geweigerd indien de kosten geheel of gedeeltelijk door een gemeente kan worden betaald (zie de toelichting van artikel 4, derde lid).

Dijkgraaf en hoogheemraden besluiten binnen (uiterlijk) 6 weken na ontvangst van een volledige aanvraag of een stimuleringsbijdrage wordt toegekend en sturen de beschikking daarover aan aanvrager. Op verzoek kan in het toekenningsbesluit een voorschot van maximaal 50% van de stimuleringsbijdrage worden gegeven.

Artikel 11

De stimuleringsbijdrage wordt uiteindelijk vastgesteld op basis van de kosten die daadwerkelijk gemaakt zijn. Daarom moet een verzoek tot vaststelling van de stimuleringsbijdrage binnen drie maanden na voltooiing van de voorziening een verzoek tot vaststelling van de stimuleringsbijdrage bij Delfland te zijn ingediend. De aanvrager moet hierbij gebruik maken van het formulier ‘verzoek tot vaststelling’ dat gevonden kan worden op: www.hhdelfland.nl. Het formulier vraagt concrete informatie over:

vermelding van de voorziening(en) die zijn gerealiseerd;

een financieel verslag van de daadwerkelijk gemaakte kosten met facturen en betaalbewijzen;

bij ondergrondse voorziening(en) die niet zichtbaar zijn na de aanleg: een foto van de situatie tijdens de realisatie van de voorziening;

foto’s van de voorziening nadat deze is gerealiseerd.

Het vastgestelde bedrag kan nooit hoger zijn dan de eerder toegekende stimuleringsbijdrage (artikel 10, derde lid).

Artikel 12

Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd om de toekenning van de stimuleringsbijdrage te wijzigen of in te trekken indien met de activiteit twaalf maanden na het toesturen van de toekenning geen begin is gemaakt. Zij kunnen een toekenning ook wijzigen of intrekken als niet binnen drie maanden na voltooiing van de activiteit een verzoek tot vaststelling van de stimuleringsbijdrage is ingediend.

Artikel 13

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dient een plafond voor de toekenning van financiële bijdragen te worden bepaald. In de regeling is bepaald dat dit jaarlijks gebeurt, voor de eerste dag van het jaar waarop het plafond betrekking heeft. Het beschikbare budget wordt op basis van de algemene wet bestuursrecht, de algemene subsidie verordening van Delfland en deze regeling verdeeld.

Artikel 14

Wordt een activiteit niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd dan moet de aanvrager dit zo spoedig mogelijk melden bij Delfland. Dit geldt eveneens als een aanvrager verwacht niet te kunnen voldoen aan opgelegde verplichtingen.

Artikel 15

Delfland kan activiteiten waarvoor een financiële bijdrage is verleend in woord en in beeld opnemen in zijn communicatie-uitingen. De regels met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens worden daarbij in acht genomen.

Artikel 16

Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd een eventueel uitgekeerd voorschot terug te vorderen indien daar aanleiding toe bestaat.

Artikel 17

De Stimuleringsregeling “Klimaatadaptatie Op Maat” Delfland 2021 treedt in werking op de dag na de publicatie van de regeling in het waterschapsblad. Vanaf die datum kunnen aanvragen worden ingediend.

Ondertekening