Verordening financiële bijdrage aan fracties algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland 2020

Geldend van 06-03-2020 t/m 10-07-2023

Intitulé

Verordening financiële bijdrage aan fracties algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland 2020

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland heeft op 29 januari 2020 de Verordening financiële bijdrage aan fracties algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland 2020 vastgesteld. Deze verordening vervangt de Verordening vergoedingen en tegemoetkomingen leden en fracties algemeen bestuur 2009. Aanleiding hiervoor is dat de rechtspositie voor leden van het algemeen bestuur is geregeld in hoofdstuk 4 van het Rechtspositiebesluit decentrale ambtsdragers.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Hoogheemraadschap: hoogheemraadschap van Rijnland.

  • 2.

    Lid: lid van de verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland dat niet tevens lid van het dagelijks bestuur van dit hoogheemraadschap is.

  • 3.

    Commissielid: niet vv-lid dat namens een fractie uit de verenigde vergadering lid is van een van de commissies.

  • 4.

    Dagelijks bestuur: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Rijnland

  • 5.

    Fractie: de leden van de verenigde vergadering die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, alsmede de leden van de verenigde vergadering die zijn benoemd overeenkomstig artikel 14, eerste, tweede en derde lid, van de Waterschapswet worden bij aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Tijdens de zittingstermijn van de verenigde vergadering kunnen voornoemde fracties een gezamenlijke fractie vormen.

  • 6.

    Rechtspositiebesluit: besluit van 28 maart 2019, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, hoofdstuk 4 Waterschappen.

Artikel 2 Financiële bijdrage fracties

  • 1.

    De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag per zetel. Voor het kalenderjaar 2020 gelden de volgende bedragen: a. het bedrag per fractie: € 1.000,- b. het bedrag per zetel: € 75,-.

  • 3.

    De omvang van de toe te kennen bedragen wordt ieder jaar bij de vaststelling van de begroting door de verenigde vergadering bepaald.

Artikel 3 Besteding bijdrage

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    a. uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    b. betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van gespecificeerde, reële declaratie;

    c. giften;

    d. uitgaven die bestreden dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het Rechtspositiebesluit of dit besluit toekomen;

    e. opleidingen voor leden.

Artikel 4 Bevoorschotting bijdrage

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt vóór 31 januari van een kalenderjaar als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de verenigde vergadering de bedragen heeft vastgesteld als bedoeld in artikel 7, tweede lid.

Artikel 5 Splitsing fracties

  • 1.

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 2, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie in het jaar van fractiesplitsing verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken zetels en met in achtneming van de resterende periode van het kalenderjaar na de splitsing.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

  • 3.

    Bij splitsing van een fractie wordt voor de jaren volgend op het jaar van de fractiesplitsing tot de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen verenigde vergadering plaatsvindt voor elk van de nieuwe fracties het vaste deel van de bijdrage als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bepaald op basis van hun respectieve zetelaantal evenredig gedeelte van het vaste deel van de bijdrage, die de oorspronkelijke fractie voor dat jaar zou hebben ontvangen.

Artikel 6 Reserve

  • 1.

    De verenigde vergadering reserveert het in enig jaar ongebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 50% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 2, tweede lid.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 7 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4.

    De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de verenigde vergadering als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken zetels, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 50% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande jaar ontving.

Artikel 7 Verantwoording

  • 1.

    Elke fractie legt binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar aan de verenigde vergadering verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning, onder overlegging van een verslag.

  • 2.

    De verenigde vergadering stelt na ontvangst van de in lid 1 bedoelde verslagen de bedragen vast van :

    a. de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    b. de wijziging van de reserve;

    c. de resterende reserve;

    d. de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De verordening wordt aangehaald als: Verordening financiële bijdrage aan fracties algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland 2020

  

Aldus besloten in de verenigde vergadering, gehouden op 29 januari 2020.

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

C.M. van de Wiel, secretaris

Ondertekening

Toelichting

Algemeen

De Waterschapswet is per 1 januari 2008 ingrijpend gewijzigd als gevolg van de modernisering van het waterschapsbestel.

De rechtspositie van de leden van het bestuur van een waterschap was voorheen geregeld in een algemeen artikel in de Waterschapswet en uitgewerkt in drie losse Algemene maatregelen van bestuur, te weten: één voor de leden van het algemeen bestuur, één voor de leden van het dagelijks bestuur en één voor de voorzitter.

Sinds de inwerkingtreding van het Rechtspositiebesluit, per 28 maart 2019, heeft de rechtspositie van bestuursleden daarin een plaats gekregen. Daarbij is aansluiting gezocht bij vergelijkbare bepalingen die gelden voor leden van de gemeenteraad.

Verder is gebleken dat het wenselijk is een (beperkte) financiële bijdrage te ontvangen voor hun werkzaamheden; met name om de contacten met de ingelanden te kunnen onderhouden. Ook voor deze regeling is aangesloten bij vergelijkbare bepalingen die gelden voor fracties in gemeenteraden.

De verordening

De belangrijkste regels over de rechtspositie zijn geregeld in het Rechtspositiebesluit. Dit besluit geeft ruimte bepaalde zaken nader te regelen in een verordening. Het algemeen bestuur is op basis van het Rechtspositiebesluit bevoegd de verordening op te stellen.

Voor de tegemoetkoming aan fracties bevatten Waterschapswet noch het Rechtspositiebesluit bepalingen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de begroting moeten worden opgenomen en dus door de verenigde vergadering worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel.

Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen.

Artikel 3 De fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten voor wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan werkzaamheden in het kader van het werk van de verenigde vergadering. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en de vv-leden hun eigen vergoeding voor het vv-werk, vastgelegd in het Rechtspositiebesluit, aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Opleidingen voor vv- en commissieleden dienen bekostigd te worden op basis van de verordening rechtspositie en dus niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.

Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaat, kan deze inhoudelijk in de regeling niet te zeer gedetailleerd worden.

Artikel 4  De bijdrage wordt als voorschot verstrekt.

Artikel 5  Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct moeten worden verrekend. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen voorschot krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten ingaan. Ook is geregeld dat de bijdrageberekening zoals die na fractiesplitsing is ontstaan gehandhaafd blijft voor de resterende jaren van de dan lopende zittingsperiode; zij krijgen niet elk het gehele vaste bedrag dat een fractie ontvangt.

Artikel 6 De reserve bestaat uit het voorschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden. Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling gaat ervan uit de reserve naar evenredigheid wordt verdeeld over de nieuw ontstane fracties.

Indien een splitsing kort na de verkiezingen plaatsvindt zou een conflict kunnen ontstaan over de verdeling van de reserve. De regeling laat er echter geen twijfel over dat in dat geval de reserve wordt verdeeld.

Artikel 7 Gezien de relatief beperkte omvang van de bedragen kan worden volstaan met een bestedingsverslag per fractie. Door de verenigde vergadering wordt jaarlijks een totaaloverzicht vastgesteld.