Regeling vervallen per 01-01-2024

Delegatiebesluit Rijnland 2019

Geldend van 02-04-2019 t/m 31-12-2023

Intitulé

Delegatiebesluit Rijnland 2019

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland heeft op 13 maart 2019 besloten het nieuwe Delegatiebesluit vast te stellen, onder intrekking van het Delegatiebesluit Rijnland 2017. Dit besluit treedt de dag na bekendmaking in werking. Het nieuwe besluit luidt als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: de verenigde vergadering, het college van dijkgraaf en hoogheemraden of de dijkgraaf van Rijnland;

  • b.

    college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland, zijnde het dagelijks bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland;

  • c.

    delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander bestuursorgaan die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;

  • d.

    Rijnland: het hoogheemraadschap van Rijnland;

  • e.

    verenigde vergadering: het algemeen bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Rijnland.

Artikel 2 Financiën

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

  • a.

    het aangaan van geldleningen tot een bedrag als aangegeven in de vastgestelde begroting van het hoogheemraadschap van het desbetreffende jaar;

  • b.

    het aangaan van rekening-courantovereenkomsten tot een kredietlimiet als aangegeven in de vastgestelde begroting van het hoogheemraadschap van het desbetreffende jaar;

  • c.

    het verlenen van vermindering of kwijtschelding aan hen die hebben aangenomen ten behoeve van het hoogheemraadschap iets te doen of te leveren voor zover een en ander een bedrag van € 25.000,- niet te boven gaat;

  • d.

    het aangaan van, wijzigen en beëindigen van transacties en regelingen op het gebied van roerende zaken, vermogensrechten en persoonlijke rechten, waaronder begrepen; onderhoudscontracten, voor zover een en ander een bedrag van € 25.000,- niet te boven gaat;

  • e.

    het aanvaarden van schenkingen, erfstellingen en legaten onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

Artikel 3 Invordering

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

  • a.

    gehele of gedeeltelijke afschrijving van belasting als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Invorderingswet;

  • b.

    het toestaan van uitstel van betaling van belasting als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet.

Artikel 4 Onroerende goederen

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

  • a.

    het kopen, ruilen, vervreemden of bezwaren van onroerende goederen, met dien verstande dat de delegatie bij koop beperkt is tot een koopprijs van ten hoogste € 100.000,- en bij verkoop tot een verkoopprijs van ten hoogste € 250.000,- per geval per jaar;

  • b.

    het verkopen van aangewezen dienstwoningen;

  • c.

    het aangaan, wijzigen en beëindigen van verhuringen, verpachtingen en ingebruikgevingen, tot een maximumbedrag van € 25.000,- per geval per jaar;

  • d.

    het kwijtschelden van vorderingen wegens huur, pacht en gebruik van onroerende eigendommen van het hoogheemraadschap;

  • e.

    het aangaan, wijzigen en beëindigen van jacht- en visovereenkomsten;

  • f.

    uitgifte, heruitgifte, verlenging of intrekking van rechten van opstal;

  • g.

    het vestigen van zakelijke rechten c.a. ten behoeve van in- en effluentleidingen in beheer bij het hoogheemraadschap van Rijnland.

Artikel 5 (Buiten) Gerechtelijke procedures

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

  • a.

    het voeren van rechtsgedingen voor burgerlijke en administratieve gerechten, waaronder begrepen het instellen van hoger beroep en cassatie, het indienen van administratief bezwaar of het instellen administratief beroep, met inbegrip van procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen;

  • b.

    het zich verweren tegen of berusten in tegen het hoogheemraadschap ingestelde rechtsgedingen voor burgerlijke en administratieve gerechten of uitspraken inzake administratief bezwaar of beroep, met inbegrip van procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen;

  • c.

    het aangaan van dadingen en het sluiten van andere schriftelijke overeenkomsten, waarbij door tegemoetkoming van beide zijden een publiekrechtelijke, privaatrechtelijke of strafrechtelijke procedure kan worden voorkomen of beëindigd.

Artikel 6 Bekendmakingen en besluiten ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

  • a.

    het bepalen van de plaatsen waar en de wijze waarop bekendmakingen, publicaties en af te kondigen stukken onder de aandacht van ingelanden en andere belanghebbenden worden gebracht;

b. het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur, gericht aan de verenigde vergadering.

Artikel 7 Projectplannen

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot het vaststellen van projectplannen, tenzij het college van oordeel is dat er redenen zijn – waaronder in ieder geval begrepen mogelijke grote bestuurlijke of maatschappelijke consequenties – die vaststelling van een projectplan door de verenigde vergadering rechtvaardigen.

Artikel 8 Waterakkoorden

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

het vaststellen, wijzigen of vervangen van waterakkoorden, tenzij dit een afweging van de verenigde vergadering behoeft.

Artikel 9 Leggers

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

  • 1.

    het vaststellen van de legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet, voor zover het betreft een tussentijdse actualisatie waarbij de eerder vastgestelde uitgangspunten ongewijzigd blijven.

  • 2.

    het vaststellen van de legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet, voor zover het betreft een tussentijdse actualisatie waarbij de eerder vastgestelde uitgangspunten ongewijzigd blijven.

Artikel 10 Personeel

De verenigde vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

het vaststellen van de regeling inzake de bezoldiging van de ambtenaren als bedoeld in artikel 82 van de Waterschapswet.

Artikel 11 Voorwaarden aan de uitvoering van gedelegeerde bevoegdheden

  • 1.

    Het college kan van de gedelegeerde bevoegdheden alleen dan gebruik maken, indien hiervoor in de door de verenigde vergadering voor het desbetreffende jaar vastgestelde begroting voldoende financiële middelen beschikbaar zijn gesteld.

  • 2.

    Het college is gehouden, indien het voornemens is te berusten in belangrijke uitspraken of belangrijke dadingen te treffen, tevoren overleg te plegen met de verenigde vergadering.

  • 3.

    Het college doet jaarlijks voor 1 juli schriftelijk verslag aan de verenigde vergadering omtrent de wijze waarop in het voorgaande jaar van de in artikel 2 tot en met 9 bedoelde bevoegdheden gebruik is gemaakt.

Artikel 12 Inwerkingtreding, intrekking eerdere Delegatiebesluit, citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking, onder intrekking van het Delegatiebesluit Rijnland 2017 van 21 juni 2017.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als het “Delegatiebesluit Rijnland 2019”.

Ondertekening

Leiden, 28 maart 2019