Regeling vervallen per 01-01-2024

Beleidsregel Directe lozingen van huishoudelijk afvalwater

Geldend van 03-04-2012 t/m 31-12-2023

Intitulé

Beleidsregel Directe lozingen van huishoudelijk afvalwater

Betreft panden met een tijdelijke ontheffing voor aansluiting op de riolering

Beleidsregel Directe lozingen van huishoudelijk afvalwater

Inleiding

In het beheersgebied van HHSK zijn er nog ca. 100 ongerioleerde panden (99,96% is aangesloten). Voor het niet-aansluiten op de riolering van deze panden hebben de gemeenten van de Provincie Zuid-Holland een tijdelijke ontheffing voor aansluiten op de riolering ontvangen. Op basis van deze ontheffing zijn gemeenten niet verplicht tot het aanleggen van riolering. Het betreft over het algemeen panden waarvoor de aanleg van riolering hoge kosten met zich meebrengt.

Deze ontheffing loopt, afhankelijk van de gemeente, over enkele jaren af. Het is nog niet duidelijk of de provincie na het vaststellen van het Bestuursakkoord nog invulling zal geven aan het verlenen van ontheffingen voor aansluiting op de riolering. Dit wordt de komende tijd duidelijk.

De 100 overgebleven panden lozen op het oppervlaktewater via een voorziening die over het algemeen niet voldoet aan de eisen van het Besluit lozing afvalwater huishoudens. De belangrijkste eis uit dit Besluit is dat geloosd wordt via een installatie voor Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA) van minimaal 6 m³.

HHSK en de gemeenten hebben overleg gevoerd over de uitvoering van de zogenaamde brede zorgplicht. Bij uitvoering van de brede zorgplicht nemen gemeenten en waterschappen de verantwoordelijkheid op zich voor de aanleg en onderhoud van de IBA's en ontzorgen zij op die manier de eigenaren bij het voldoen aan de wettelijke eisen. De gemeenten hebben aangegeven geen invulling te willen geven aan de brede zorgplicht en leggen daarmee de verantwoordelijkheid voor het aanbrengen van een IBA bij de huiseigenaren.

Doordat het een lozing op oppervlaktewater betreft is HHSK de bevoegde gezagsinstantie. Deze beleidsregel beschrijft hoe HHSK omgaat met lozingen van huishoudelijk afvalwater bij panden met een voorziening die kleiner is dan wettelijk voorgeschreven.

Besluit

Voor eigenaren van panden waarvoor een ontheffing van kracht is voor aansluiting op de riolering legt HHSK geen verplichting op tot aanleg van een IBA (van minimaal 6 m³), maar er moet wel aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

1.     de panden beschikken over een voorziening (met capaciteit kleiner dan 6 m³);

2.     er doen zich geen problemen voor met de oppervlaktewaterkwaliteit en de volks- en diergezondheid;

3.     de bestaande voorziening wordt jaarlijks onderhouden;

4.     bij herbouw van het pand of bij vervanging van de ‘oude' voorziening wordt voldaan aan de eisen van het Besluit lozing afvalwater huishoudens (IBA, minimaal 6 m³).

Indien er in het geheel geen opvangvoorziening aanwezig is geldt het Besluit lozing afvalwater huishoudens (IBA, minimaal 6 m³).

Bij een nieuwe lozing wordt altijd voldaan aan het Besluit lozing afvalwater huishoudens (IBA, minimaal 6 m³), ook als het een overgangssituatie betreft naar aansluiting op de riolering.

Verantwoording voor dit besluit

De gemeenten hebben aangegeven geen invulling te willen geven aan de brede zorgplicht. Hiermee ligt de verantwoordelijkheid voor het installeren van een IBA van minimaal 6 m³bij de eigenaren van de panden en de handhavingsbevoegdheid bij de waterkwaliteitsbeheerder.

In 2004 is besloten om, in afwachting van het Besluit lozing afvalwater huishoudens, geen aanvullende eisen te stellen aan eigenaren van panden die lozen via een voorziening die kleiner is dan wettelijk voorgeschreven. Voorwaarde was wel dat er zich geen lokale problemen voordoen met de waterkwaliteit. Inmiddels is het Besluit lozing afvalwater huishoudens van kracht, waarin de verplichting voor huiseigenaren is opgenomen om een IBA met een capaciteit van minimaal 6 m³ te plaatsen. Om de volgende redenen legt HHSK, in lijn met het D&H-besluit van 2004, ook nu geen verplichting op tot aanleg van een IBA van minimaal 6 m³:

  • de slechte ervaringen die bij diverse gemeenten en waterschappen (o.a. het hoogheemraadschap van Delfland en Waterschap Zuiderzeeland) zijn opgedaan bij de uitvoering van IBA-projecten en de daaruit voortvloeiende onderhoudskosten. Bijna alle projecten en regelingen hiervoor zijn beëindigd, omdat de onderhoudskosten hoog bleken en de IBA's vaak kampen met technische gebreken. Gebleken is dat de nieuwe voorzieningen niet altijd effectiever zuiveren dan de bestaande voorzieningen. HHSK kiest er daarom niet voor om actief de bestaande te kleine voorzieningen te laten vervangen;

  • het beperkte aantal panden in het beheersgebied van HHSK en de beperkte gevolgen voor het watersysteem;

  • de hoge kosten die gemoeid zijn met de aanleg van de IBA's en meer nog de aanpassing van de panden. Niet alleen het toiletwater maar alle afvalwaterstromen moeten naar de IBA worden geleid, waardoor de veelal oude panden ingrijpend moeten worden aangepast.

HHSK is van mening dat de inspanningen en kosten voor de huiseigenaren hoog zijn, terwijl er geen duidelijke waterkwaliteitsverbetering wordt verwacht.

Juridisch kader

Met het hierboven gestelde beleid wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid in het Besluit lozing afvalwater huishoudens dat bij maatwerkvoorschrift het lozen in oppervlaktewater een bepaalde termijn kan worden toegestaan, indien de bestaande voorziening nog niet is afgeschreven. Deze beleidsregel is alleen van toepassing op panden waarvoor door de provincie een ontheffing is verleend op aansluiting op de riolering.

Handhaving

De afdeling Vergunningverlening &Handhaving ziet toe op uitvoering van deze beleidsregel en verzorgt de communicatie voor deze beleidsregel naar de eigenaren van de panden.

Duur van de beleidsregel

De beleidsregel geldt voor onbepaalde tijd.

Aldus vastgesteld door dijkgraaf en hoogheemraden op 3 april 2012.