Regeling vervallen per 26-03-2016

Beleidsregels terrassen gemeente Houten

Geldend van 20-10-2011 t/m 25-03-2016

Intitulé

Beleidsregels terrassen gemeente Houten

De burgemeester van de gemeente Houten;

Overwegende;

- dat beleidsregels ten behoeve van terrassen een goed instrument vormen om overlast en problemen op gebied van openbare orde en de aantasting van de woon- en leefsituatie aan te pakken;

- dat de beleidsnotitie terrassenbeleid gemeente Houten 2004 een goede basis vormt voor het reguleren van terrassen, maar enige aanpassingen behoeft in het kader van centrumbeheer.

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2:27 en 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV);

Besluit

vast te stellen de

BELEIDSREGELS TERRASSEN GEMEENTE HOUTEN

Hoofdstuk 1 begripsbepalingen

Terras:

een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt (artikel 2:27 onder c van de APV).

Inrichting:

de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte (artikel 1 lid 1 van de Drank- en Horecawet).

Horecabedrijf:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, clubhuis of bezorgdienst. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden. (artikel 2:27 sub a van de APV)

Andere gelegenheid:

een andere inrichting waar allen ter plaatse vervaardigde producten mogen worden geserveerd al dan niet in combinatie met alcoholvrije drank.

Bebouwde kom:

de bebouwde kom zoals omschreven in artikel 1:1 onder d van de APV.

Weg:

1. de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994,alsmede de daaraan liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

2. de - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen;

3. de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, welke uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn;

4. andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stoepen, trappen, portieken, gangen, passages, en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten.

Hoofdstuk 2 nadere uitwerking van de toetsingsnormen

  • 2.1

    Algemene vereisten

    Iedereen die een exploitatievergunning horecabedrijf voor een terras krijgt toegekend dient tenminste te voldoen aan de volgende uitgangspunten:

    1. Een goede doorstroming van voetgangers, verzorgend- en bevoorradend verkeer en calamiteitenverkeer moet worden gewaarborgd.

    2. De openbare orde en veiligheid moet gewaarborgd worden door het voorkomen van:

    - belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg;

    - belemmering van de toegang tot woningen en andere gebouwen;

    - belemmering van de toegang en etalages van winkels;

    - belemmering van onderhoudsdiensten voor de openbare ruimte;

    3. Het terras moet zo mogelijk een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit en mag de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit niet verstoren.

  • 2.2

    Weigeringsgronden

    De burgemeester kan, naast de weigeringsgronden genoemd in artikel 1 van de APV, een exploitatievergunning horecabedrijf voor een terras weigeren indien:

    1. naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    2. het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

    3. dat gebruik een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • 2.3

    Bestemmingsplan

    Geen terras mag in strijd met het geldende bestemmingsplan worden uitgebaat.

  • 2.4

    Milieubeheer

    Een terras moet genoemd zijn in de melding/vergunning milieubeheer.

Hoofdstuk 3 Het opleggen van voorwaarden

Aan een vergunning kunnen in elk geval voorwaarden worden verbonden met betrekking tot:

  • 3.1

    De periode/openingstijden

    1. Een terras mag gevoerd worden in de periode van 1 maart tot 1 november. Buiten deze periode wordt toegestaan per dag een terras in te richten dat na 20.00 uur dient te zijn gesloten of ontruimd;

    2. De openingstijden van een terras zowel gelegen binnen als buiten de bebouwde kom is gelijk aan de toegestane opening van de inrichting op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) maar niet later dan 00.00 uur;

    3. Gedurende 12 dagen per jaar kan een horecaondernemer bij uitzonderlijk mooi weer een verlenging van zijn openingstijden van zijn terras verleend krijgen van maximaal 1 uur;

    4. Gedurende de uren dat het bedrijf gesloten is, dient het terrasmeubilair te worden verwijderd, dan wel voldoende te zijn vastgezet;

    5. Bij bijzondere gelegenheden, zoals manifestaties, kermis, circus, braderie, Nationale feestdagen, dodenherdenking e.d. kan de burgemeester bij het aanwezig zijn van zwaarwegende gronden een terrasverbod opleggen;

    6. Een terrasverbod wordt zo spoedig mogelijk, schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de horecaondernemer meegedeeld.

  • 3.2

    De plaats en afmetingen

    1. Het terras mag uitsluitend binnen de op de gewaarmerkte tekening (schaal 1:500) aangegeven belijning worden geëxploiteerd; met name dient de vrije loopruimte voor voetgangers (minimaal 1,2 m) en de vrije rijbaan voor overig verkeer (minimaal 3,5 meter) gewaarborgd te zijn;

    2a. De afbakening moet worden uitgevoerd met inachtneming van veiligheidseisen en mag niet in strijd zijn met stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit;

    2b. Indien wordt voldaan aan de eisen van het vorige lid is volledige afscherming met terrasschermen mogelijk. Het overdekken van terrassen anders dan met parasols, luifels en markiezen is niet toegestaan;

    3. De terrasafscheidingen moeten wegneembaar en verplaatsbaar zijn en mogen maximaal 1,5 meter hoog zijn, terwijl ze tenminste vanaf 0,6 meter hoogte transparant moeten zijn;

    4. Een terras mag worden geplaatst op eigen terrein of in de openbare ruimte: direct aansluitend tegen de voor- of zijgevel, achter het pand ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd of in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf;

    5. De breedte van het terras mag, m.u.v. terrassen voor aangrenzende panden zoals genoemd onder punt 13, niet meer bedragen dan de breedte van deze voor-, zij- of achtergevel;

    6. De minimale breedte van het terras moet 1,5 meter bedragen;

    7. Er moet altijd een vrije doorgang van minimaal 3,5 meter zijn t.b.v. hulpdiensten;

    8. Straatmeubilair dat onderdeel is van het openbaar gebied kan geen onderdeel uitmaken van het terras, tenzij het straatmeubilair in eigendom is van het horecabedrijf;

    9. De toegangsdeur tot de inrichting moet vrij toegankelijk zijn en blijven;

    10. Het terras wordt ter plaatse door de gemeente gemarkeerd aangegeven, bijvoorbeeld door aanduidingen op de bestrating;

    11. Het verstrekken van alcoholische dranken op het terras is alleen toegestaan indien het terras op de drank- en horecavergunning isvermeld als één van de inrichtingsonderdelen, waar de horecagelegenheid mag worden uitgeoefend;

    12. De burgemeester kan van het gestelde onder 3 tot en met 7 vrijstelling verlenen indien de aanwezigheid van het terras geen gevaar of hinder oplevert. Hij wint daartoe van tevoren het advies in van de politie en de brandweer.

    13. Terrassen in de centrumgebieden mogen voor de gevel van een aangrenzend pand worden geplaatst, onder voorwaarde dat de eigenaar en de exploitant van het betreffende pand daar schriftelijk toestemming voor hebben gegeven. De eigenaar en/of exploitant van het aangrenzende pand kan zijn toestemming te allen tijde intrekken zonder opgaaf van redenen met een opzegtermijn van één maand.

    14. De terrassen mogen geen belemmering vormen voor de weekmarkt, standplaatshouders en evenementen (inclusief de op- en afbouw hiervan) op plein Het Rond.

    15. De kunstobjecten ‘Fladderbron’ en ‘Walk of Light’ moeten tot hun recht blijven komen.

    16. Brandkranen en geboorde putten dienen vrij te blijven.

  • 3.3

    De wijze van exploitatie

    1. De ondernemer draagt er zorg voor dat de inrichting steeds voldoet aan de ter zake geldende wettelijke voorschriften;

    2. De inrichting van een terras geschiedt op zodanige wijze dat de (in)directe leefomgeving voor wat betreft beeldkwaliteit niet wordt aangetast. Deze aantasting van de leefomgeving kan onder andere ontstaan op grond van uitstraling, kleurstelling en opstelling van het meubilair en het terras als een geheel.

  • 3.4

    Geluid

    1. Voor het terras gelden de eisen gesteld op grond van de Wet milieubeheer. De hierin gestelde geluids-grenswaarden bepalen de mogelijkheden.

    2. De artikelen 4:2 (aanwijzing collectieve festiviteiten) en 4:3 (kennisgeving incidentele festiviteiten) van de APV zijn hier van toepassing.

  • 3.5

    Orde en netheid

    1. De schoonmaak van het terras geschiedt door of namens de exploitant.

    2. De exploitant zorgt voor voldoende afvalbakken.

    3. In geval van calamiteiten betrekking hebbend op de openbare orde en veiligheid, moet u de aanwijzingen van gemeenteambtenaren, politie en brandweer stipt en onmiddellijk opvolgen.

    4. Verdere aspecten omtrent orde en netheid zijn geregeld in de Wet milieubeheer.

    5. Voor de centrumgebieden mag er uitsluitend hoogwaardig terrasmeubilair dat in goede staat verkeert en is gemaakt van hout, metaal of riet, of kunststof dat daarop lijkt, toegepast worden.

  • 3.6

    (Verkeers)veiligheid en nutsvoorzieningen

    1. De terrassen moeten zodanig worden ingericht dat voor de voetgangers minimaal een doorgang van 1,2 meter op het trottoir vrij blijft;

    2. Indien in de bestrating een “gidslijn” is aangebracht moet deze lijn in elk geval vrij blijven;

    3. Ook moet er dan een afstand van 0,9 meter tot de gevel of de trottoirband worden aangehouden;

    4. Indien de gemeente of een nutsbedrijf werkzaamheden moet uitvoeren aan of onder de bestrating, is de gemeente niet aansprakelijk voor de mogelijke schade in verband met het afbreken en opbouwen van het terras en mogelijke verminderde omzet. De horecaondernemer zal tijdig en schriftelijk van de werkzaamheden op de hoogte worden gebracht.

    5. Terras voeren aan de overzijde van een fietspad is mogelijk indien dit niet in strijd is met de functie van de weg, de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit en de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt benadeeld.

  • 3.7

    Huur/verhuurovereenkomst

    1. Degene die een terras wil uitbaten in de openbare ruimte moet naast een geldige exploitatievergunning horecabedrijf voor wat betreft het terras een huur/verhuurovereenkomst afsluiten met de gemeente Houten.

    2. De huur/verhuurovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met de exploitatievergunning horecabedrijf voor wat betreft het terras. Indien de exploitatievergunning horecabedrijf wordt ingetrokken of indien er geen terras meer gevoerd mag worden volgens die vergunning wordt de huur/verhuurovereenkomt ontbonden.

  • 3.8

    Intrekking

    1. Indien de horecaondernemer zich niet of onvoldoende houdt aan de verplichtingen verbonden aan de exploitatievergunning horecabedrijf voor wat betreft het terras, kan dit een reden zijn om de toestemming voor het voeren van een terras in te trekken.

    2. Indien noodzakelijk, kan op grond van redenen van openbare orde en veiligheid, de exploitatievergunning voor wat betreft het terras worden ingetrokken.

    3. De exploitatievergunning horecabedrijf voor wat betreft het terras wordt gelijktijdig met de huur/verhuurovereenkomst ingetrokken, indien de huur/verhuurovereenkomst om welke reden dan ook wordt ontbonden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

  • 4.1

    Hardheidsclausule

    1. De burgemeester kan van deze beleidsregels afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard;

    2. In de gevallen waarin deze beleidsregels niet of onvoldoende voorzien, beslist de burgemeester.

  • 4.2

    Citeertitel

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels terrassen Gemeente Houten.

  • 4.3

    Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude beleidsregels

    1. De beleidsregels terrasvergunningen gemeente Houten zoals vastgesteld door de burgemeester bij besluit van 23 december 2003 (en als bijlage 3 bijgevoegd bij de notitie terrassenbeleid) worden ingetrokken.

    2. Deze beleidsregels treden in werking op de achtste dag na de dag waarop zij zijn bekendgemaakt.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Houten op 27 september 2011

de burgemeester van de gemeente Houten,

C.H.J. Lamers