verordening op de ambtelijke bijstand voor raadsleden en fractieondersteuning

Geldend van 18-03-2011 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand voor raadsleden en fractieondersteuning.

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1

1 Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

  • a.

    feitelijke informatie van geringe omvang;

  • b.

    inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

    2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

3 Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

4 De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

1 Een ambtenaar verleent op verzoek van de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

  • a.

    het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

  • b.

    dit het belang van de gemeente kan schaden;

2 De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

3 Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

1 Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

2 Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

De secretaris houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, derde lid, bij, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen:

  • a.

    welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

  • b.

    over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

  • c.

    welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

  • d.

    hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

  • e.

    de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Artikel 6

De secretaris verstrekt de desbetreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek uit het register.

Artikel 7

  • 1. Een raadslid kan aangeven dat de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 8

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 7 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie. De vergoeding wordt jaarlijks verhoogd met hetzelfde stijgingspercentage als geldt voor de overige vergoedingen voor raadsleden.

  • 2 Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 500,-- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 100,-- per fractiezetel.

  • 3 Voor fracties die een voorzitter van de vaste raadscommissies leveren wordt daarenboven een vergoeding van € 600,-- toegekend. Fracties waarvan een lid de functie bekleedt van vice-raadsvoorzitter, plaatsvervangend vice-raadsvoorzitter, voorzitter van de rekeningcommissie of plaatsvervangend voorzitter van een raadscommissie, ontvangen daarvoor € 300,--.

Artikel 9

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raadsleden.

Artikel 10

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2 In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 11

1 Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

a.bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

b bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8 vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties, met toepassing van de volgende werkwijze:

    • a.

      de bijdrage per fractiezetel ad € 100,-- wordt verdeeld naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden;

    • b.

      de vaste fractievergoeding ad € 500,-- blijft in het kalenderjaar waarin de splitsing zich voordoet bij de oorspronkelijke fractie; de nieuw afgesplitste fractie krijgt eerst in het daaropvolgende kalenderjaar deze vaste fractievergoeding;

    • c.

      voor vergoedingen voor het vervullen van de diverse (plaatsvervangend) voorzitterschappen geldt hetzelfde principe als voor de vaste fractievergoeding zoals onder b. verwoord.

Artikel 12

  • 1 Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2 De raad beoordeelt (aan de hand van het in het vorige lid bedoelde verslag) bij behandeling van de jaarrekening of de uitgaven van de fracties conform artikel 9 uit de bijdrage bekostigd zijn.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2003 en werkt voor wat betreft de vergoedingen zoals bepaald in artikel 8 terug tot 1 mei 2002.

ingetrokken worden:

  • a.

    de “Regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de gemeenteraad” (vastgesteld 14 december 1995);

  • b.

    de “Verordening tegemoetkoming gemeenteraadsfracties” (vastgesteld 21 december 1972, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 juni 1986).