Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2020

Geldend van 23-11-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2020

VERORDENING WATERTOERISTENBELASTING 2020

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Huizen;

in vergadering bijeen op 31 oktober 2019,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 22 oktober 2019;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN WATERTOERISTENBELASTING 2020

(Verordening watertoeristenbelasting 2020)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat voor zover van toepassing onder:

a.

vaartuig:

een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

b.

cruiseschip:

een zeeschip of binnenschip dat bestemd is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers over zeewegen dan wel binnenvaarwegen, die om toeristische redenen, hoofdzakelijk gelegen in de zee- of rivierreis zelf, deelnemen aan die zee- of rivierreis;

c.

lengte:

de lengte over alles;

d.

vaste ligplaats:

een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand;

e.

Etmaal:

een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;

f.

maand:

een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

g.

kalenderjaar:

het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december;

h.

kapitein:

de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2. Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven en als passant(en) de haven van Huizen aandoet, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoelt dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

  • 2.

    van passagiers en bemanningsleden die verblijf houden op cruiseschepen;

  • 3.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting;

  • 4.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat door passant(en) verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6. Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per persoon per etmaal € 1,35.

  • 2.

    Bij overnachten door groepen van meer dan 10 personen vanuit het basis of voortgezet onderwijs in het kader van het les of schoolprogramma wordt het onder lid 1 genoemde bedrag verlaagd met 50%.

Artikel 7. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan de duur van het verblijf als passant op de daarvoor aangegeven locatie.

Artikel 8. Wijze van belastingheffing

De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is de belasting verschuldigd op het tijdstip waarop de vergoeding ter zake van het verblijf van het vaartuig wordt bepaald, of indien dat tijdstip eerder valt, op het tijdstip waarop het in het in artikel 2 bedoelde verblijf van het vaartuig wordt beëindigd.

  • 2.

    De verschuldigde belasting moet worden betaald op het moment van het doen van de schriftelijke kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 11. Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 12. Overgangsrecht

De Verordening Watertoeristenbelasting 2019, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 1 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening watertoeristenbelasting 2020’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 oktober 2019.

De griffier, De voorzitter,

J.Veenstra Drs. K.S. Heldoorn