Verordening geurhinder en veehouderij Kaag en Braassem

Geldend van 16-02-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij Kaag en Braassem

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2011;

gelet op de bepalingen van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

gelet op de bij het voorstel behorende onderbouwing als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij zoals verwoord in het rapport Geurgebiedsvisie Kaag en Braassem;

gelet op de ingediende zienswijzen en reactie daarop zoals verwoord in de Inspraaknota behandeling zienswijzen;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende: 

Verordening geurhinder en veehouderij Kaag en Braassem 2012

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:a. bebouwde kom : het gebied dat door aaneengesloten bebouwing overwegend een woon- en verblijffunctie heeft en binnen de rode contour is gelegen zoals aangegeven in de Nota Inbreidingslocaties gemeente Kaag en Braassem, vastgesteld 7 februari 2011;b. dierenverblijf : gebouwde ruimte behorend bij een veehouderij, waarbinnen dieren ten behoeve van de uitoefening van het bedrijf worden gehouden;c. geurgevoelig object : gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;d. veehouderij : inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

Artikel 2 Wettelijke grondslag

Deze verordening is opgesteld op grond van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij. Hierbij is rekening gehouden met de voorwaarden uit artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij.

Artikel 3 Aanwijzing van gebieden

Deze verordening heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Kaag en Braassem.

Artikel 4 Afstanden in de bebouwde kom

In afwijking van artikel 3, tweede lid onder a en artikel 4, eerste lid onder a van de Wet geurhinder en veehouderij bedraagt de afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf ten minste 50 meter tot een geurgevoelig object dat is gelegen in de bebouwde kom, waarbij de afstand van veehouderij tot de rode contour niet mag verminderen t.o.v. de bestaande situatie.

Artikel 5 Afstanden buiten de bebouwde kom

Voor buiten de bebouwde kom gelegen geurgevoelige objecten wordt de minimumafstand uit artikel 3, tweede lid onder b en artikel 4, eerste lid onder b van de Wet geurhinder en veehouderij gehanteerd. Een uitzondering hierop is mogelijk als:a. de uitbreiding van een bestaande veehouderij wordt belemmerd door een bestaand geurgevoelig object; indien de afstand tussen de veehouderij en het geurgevoelig object niet kleiner wordt;b. de bestemming van een bestaande bedrijfswoning wordt gewijzigd in burgerwoning als dit het enige doelmatige gebruik van de woning betreft.In deze gevallen bedraagt de afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf ten minste 25 meter tot een geurgevoelig object dat is gelegen buiten de bebouwde kom.

Artikel 6 Motivering

Voor de onderbouwing en motivering van deze verordening verwijzen wij naar het rapport Geurgebiedsvisie Kaag en Braassem, geurbeleid op basis van de Wet geurhinder en veehouderij, augustus 2011.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening geurhinder en veehouderij.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van deraad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 6 februari 2012de griffier,                                   de voorzitter,drs. B.S.M. Sepers                   mr. K.M. van der Velde-Menting