Verordening commissie bezwaarschriften Kaag en Braassem 2012

Geldend van 28-12-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Kaag en Braassem 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften zoals bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

c. wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

d. het college: het college van burgemeester en wethouders;

e. belanghebbende of belanghebbenden: de indiener(s) van een bezwaarschrift en/of een andere belanghebbende zoals een derdebelanghebbende of de persoon waartegen het bezwaarschrift zich richt;

f. bezwaarschrift: geschrift als bedoeld in het eerste lid van artikel 6:4 van de wet.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften.

  • 2 Ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten is de commissie alleen bevoegd als het gaat om een te nemen beslissing op een bezwaarschrift tegen:

    a. een besluit tot het verlenen, intrekken of weigeren van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een project, dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteit ‘het bouwen van een bouwwerk’, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

    b. een beslissing tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang (als bedoeld in de artikelen 5:21 en 5:31d van de Algemene wet bestuursrecht), mits dit gekoppeld is aan een herstelsanctie op het terrein van de Wabo, Woningwet of Bouwbesluit. Niet onder de adviesbevoegdheid vallen de bezwaarschriften tegen de besluiten tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang bij de ontmanteling van hennepkwekerijen;

    c. besluiten op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning en dwangsombesluiten met betrekking tot deze wet;

    d. een besluit van de gemeenteraad;

    e. een besluit op rechtspositioneel gebied.

  • 3 Indien de commissie bevoegd is ter zake van een besluit als bedoeld in het 2e lid, sub a, van dit artikel, en de activiteit ‘het bouwen van een bouwwerk’ enkel uitgevoerd kan worden indien een omgevingsvergunning wordt verleend voor de activiteit ‘afwijken van bestemmingsplan’ (als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c en/of artikel 2.12, lid 1, sub a van de Wabo) is de commissie tevens bevoegd te adviseren over de bezwaren tegen het besluit tot het verlenen of weigeren van de omgevingsvergunning voor de activiteit ‘afwijken van bestemmingsplan’.

  • 4 Het college is bevoegd het horen en adviseren over de in het vorige leden genoemde bezwaarschriften op te dragen aan een bezwaarschriftencommissie van een andere gemeente. De artikelen 3 tot en met 22 van deze verordening zijn dan niet van toepassing.

  • 5 Burgemeester en wethouders kunnen bij afzonderlijk besluit afwijken van het in het tweede en derde lid bepaalde en categorieën van bezwaarschriften aanwijzen waarbij kan worden afgezien van het horen en adviseren door de commissie en waarbij het horen ambtelijk plaatsvindt.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een eerste voorzitter, een tweede voorzitter en vier leden.

  • 2 Daar waar in deze verordening wordt gesproken van de voorzitter worden hieronder de beide voorzitters verstaan.

  • 3 De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4 Het college benoemt twee plaatsvervangende leden.

  • 5 Indien de omstandigheden daartoe nopen, benoemt het college een aantal extra leden en/of plaatsvervangende leden van de commissie

  • 6 De commissie regelt uit haar midden de vervanging van de voorzitter.

  • 7 De (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie:

    a. maken geen deel uit van een bestuursorgaan van de gemeente Kaag en Braassem;

    b. zijn niet werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Kaag en Braassem.

Artikel 4 Indeling in kamers

  • 1 Het college kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2 Het college bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3 Elk van de kamers bestaat uit drie leden, te weten:

    a. de voorzitter van de commissie;

    b. twee leden, door en uit de commissie aan te wijzen.

  • 4 Elk van de kamers kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de voltallige commissie zal geschieden.

Artikel 5 Secretariaat

  • 1 De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2 Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3 De secretaris is onder verantwoordelijkheid van de voorzitter belast met de voorbereiding van de vergaderingen en de adviezen en de uitvoering van de besluiten van de commissie. De uitgaande stukken van de commissie worden, voor zover niet anders bepaald, door de secretaris ondertekend.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie treden af volgens een door het college vast te stellen rooster van aftreden.

  • 2 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3 De aftredende voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien en slechts voor zover dit in redelijkheid van hun verwacht mag worden.

  • 4 De werkzaamheden om te komen tot herbezetting van de in de commissie opengevallen plaatsen worden onmiddellijk ter hand genomen.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1 Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2 Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris van de commissie gesteld. Deze stelt het bestuursorgaan in de gelegenheid om binnen twee weken na de ontvangst ervan toepassing te geven een artikel 7:3 onder d. van de wet.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna te noemen artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

a. artikel 2:1, tweede lid;

b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

c. artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

d. artikel 7:4, tweede lid;

e. artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting en vergadering van de commissie

  • 1 De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting.

  • 2 De voorzitter brengt bij de behandeling van een ingediend bezwaarschrift plaats, dag en aanvangsuur van de vergaderingen, tegelijk met de oproeping van de leden, door aankondiging in de gemeentelijke voorlichtingsrubriek in een plaatselijk verschijnend huis aan huisblad en door plaatsing op de internetsite van de gemeente, ter openbare kennis, met mededeling van de agenda.

  • 3 De behandelende kamer van de commissie beslist bij de behandeling van een ingediend bezwaarschrift over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 4 Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3, wordt daarvan binnen twee weken na beslissing mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan gedaan.  

  • 5 Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing indien het horen is opgedragen aan de voorzitter of een lid van de commissie.

  • 6 Indien de hoorzitting aan de voorzitter of een lid van de commissie wordt opgedragen zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1 De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2 Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen zij onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3 De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan hen meegedeeld.

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden van een kamer, dan wel van de commissie, onder wie in elk geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

  • 2 Hun plaats wordt ingenomen door een ander lid van de commissie dan wel de andere voorzitter.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1 De hoorzitting van de commissie is openbaar bij de behandeling van een bezwaarschrift.

  • 2 De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3 Indien de behandelende kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt deze plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Toehoorders en pers

  • 1 De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2 Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3 De voorzitter is bevoegd toehoorders, die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde van de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 16 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken vragen hiervoor toestemming aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 17 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Artikel 18 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezige partijen en hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en voor zover voor de zaak van belang wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3 Het verslag van een niet-openbare hoorzitting is niet openbaar. Deze beperking geldt niet voor de betrokken partijen.

  • 4 Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 5 Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden vastgehecht.

  • 6 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de (plaatsvervangend) secretaris van de commissie.

Artikel 19 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de behandelende kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 Zij kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting van overeenkomstige toepassing.

  • 5 Geen inhoud aanwezig van lid

Artikel 20 Raadkamer en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2 a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3 Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie gedateerd en ondertekend.

Artikel 21 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1 Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 18 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2 Van een besluit tot verdaging zoals bedoeld in artikel 7:10 van de wet ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 22 Honorering van de voorzitter en de leden van de commissie

  • 1 De honorering van de voorzitter en de (plaatsvervangende) commissieleden geschiedt volgens de normen, zoals neergelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de daarop gebaseerde richtlijn, die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks bekend wordt gemaakt, met dien verstande dat voor het bijwonen van vergaderingen aan leden van de commissie 200%, en aan de voorzitter 300% van het in tabel IV van die richtlijn voor gemeenteklasse 3 genoemde bedrag wordt uitgekeerd.

  • 2 Als vergoeding voor deelname aan advisering zonder hoorzitting wordt 0,75 x het betreffende in lid 1 bedoelde bedrag uitgekeerd.

  • 3 Daarnaast hebben de voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie recht op een passende reiskostenvergoeding conform de gebruikelijke regels.

Artikel 23 Intrekken oude regeling

De Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften 2009 van de gemeente Kaag en Braassem wordt ingetrokken.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking.

Artikel 25 Overgangsbepaling

Zaken die reeds aanhangig gemaakt zijn vóór het moment van inwerkingtreding van deze verordening, zullen worden afgehandeld conform de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften 2009.

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening commissie bezwaarschriften Kaag en Braassem 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 12 november 2012
de griffier,                            de voorzitter,
drs. B.S.M. Sepers            mr. K.M. van der Velde-Menting