Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling ongewenst gedrag gemeente Kampen

Geldend van 13-08-2014 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling ongewenst gedrag gemeente Kampen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

Gelezen het voorstel van 27 mei 2014, kenmerk 14ADV00242,

overwegende dat in het kader van de ARBO-wet maatregelen dienen te worden genomen voor klachten over ongewenst gedrag;

gelet op de verkregen instemming van de Ondernemingsraad van 30 april 2014;

besluiten vast te stellen de navolgende:

Regeling ongewenst gedrag gemeente Kampen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    aangeklaagde(n): degene(n) tegen wie de klacht wegens ongewenst gedrag is gericht;

  • b.

    het bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    klager: de medewerker die zich wegens ongewenst gedrag wendt tot de vertrouwenspersoon of een klacht indient bij de klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid;

  • d.

    klachtencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 9 van deze regeling;

  • e.

    medewerker: degene die werkzaam is bij of voor de gemeente Kampen en direct of indirect uit de gemeentekas wordt bezoldigd;

  • f.

    ongewenst gedrag: gedrag dat valt binnen de begrippen discriminatie, (seksuele) intimidatie zoals verwoord in artikel 1, 1 a en 2 van de Algemene wet gelijke behandeling en agressie geweld en pesten zoals bedoeld in de Arbowet artikel 3 lid 2 jo. artikel 1 lid 3 sub e en f;

  • g.

    vertrouwenspersoon: degene die door het bestuursorgaan is aangewezen en tot wie de medewerker zich kan wenden voor advies en ondersteuning.

Artikel 2 Reikwijdte regeling

De medewerker die zich slachtoffer acht van ongewenste gedrag kan zich wenden tot de vertrouwenspersoon en/of een klacht indienen bij de klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid.

Artikel 3 Vertrouwenspersonen

  • 1. De medewerker kan zich bij ongewenst gedrag wenden tot een vertrouwenspersoon.

  • 2. In overleg met de ondernemingsraad worden daartoe twee interne vertrouwenspersonen aangewezen, te weten een vrouw en een man, waaruit de medewerker een keuze kan maken.

Artikel 4 Taak van de vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon heeft tot taak:

    • a.

      te fungeren als eerste aanspreekpunt;

    • b.

      ondersteuning te bieden naar het zoeken van oplossingen voordat een officiële klacht over ongewenst gedrag wordt gedaan; de vertrouwenspersoon kan zich hierbij laten bijstaan door de teammanager PJC of de externe vertrouwenspersoon;

    • c.

      te adviseren bij doorverwijzing naar andere hulpverlenende instanties;

    • d.

      de begeleiding van een klacht, die wordt ingediend bij de klachtencommissie over te dragen aan een externe vertrouwenspersoon, als mogelijke belangenverstrengeling een rol speelt;

    • e.

      nazorg te verlenen.

  • 2. De vertrouwenspersoon verricht geen handelingen ter uitvoering van zijn/haar taak dan met toestemming van klager. Dit wordt bij voorkeur schriftelijk overeengekomen en vastgelegd.

Artikel 5 Registratie, advies en verantwoording

  • 1. De vertrouwenspersoon houdt een registratie bij van alle bij hem/haar ingediende meldingen van ongewenst gedrag en de afdoening ervan. Slechts de vertrouwenspersoon heeft inzage in deze registratie. De stukken behorend bij de melding worden drie jaar na afdoening vernietigd.

  • 2. De vertrouwenspersoon kan de leidinggevende gevraagd en ongevraagd adviseren op het gebied van preventie en bestrijding van ongewenst gedrag.

  • 3. De vertrouwenspersoon legt verantwoording af over zijn/haar werk aan de gemeentesecretaris. De vertrouwenspersoon verschaft aan de gemeentesecretaris en aan de ondernemingsraad voor 31 januari een anoniem overzicht van de binnengekomen meldingen en de afdoening van de klachten in het voorgaande jaar.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1. De vertrouwenspersonen dienen over al hetgeen zij in verband met de behandeling van een klacht vernemen volledige geheimhouding in acht te nemen.

  • 2. Personen die door de vertrouwenspersonen worden geraadpleegd, alsmede degene die informatie hebben verschaft, zijn verplicht geheimhouding in acht te nemen. Zij dienen uitdrukkelijk op deze geheimhoudingsplicht gewezen te worden.

Artikel 7 Bescherming

  • 1. Het bestuursorgaan draagt zorg voor bescherming van de werknemer die een klacht heeft ingediend.

  • 2. Deze bescherming geldt voor een ieder die betrokken is geweest bij de behandeling van een klacht.

Artikel 8 Basis strafmaat

  • 1. Artikel 15:1:1 van de Lokale arbeidsvoorwaardenregeling en artikel 660 van boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing.

  • 2. Vaststelling van ongewenst gedrag wordt opgevat als plichtsverzuim.

  • 3. Voor disciplinaire maatregelen baseert het bestuursorgaan zich op hoofdstuk 16 van de Collectieve en Lokale arbeidsvoorwaardenregeling (CAR/LAR).

Artikel 9 Klachtencommissie

De gemeente Kampen is aangesloten bij een landelijke klachtencommissie: de Klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid. Zie voor de klachtenregeling van deze commissie de bijlage.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling ongewenst gedrag gemeente Kampen”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3.

    De "Regeling ongewenste omgangsvormen gemeente Kampen”, welke is vastgesteld op 13 juli 2010, komt hiermee te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen op 16 juni 2014.

de secretaris, J.F. Goedegebure
de burgemeester, drs. mr. B. Koelewijn