Handhavingsbeleid heling

Geldend van 20-07-2018 t/m heden

Intitulé

Handhavingsbeleid heling

Het beleid met betrekking tot de handhaving van de naleving van de artikelen 2:67 en 2:68 van de Algemene Plaatselijke Verordening door handelaren ter voorkoming van heling.

Inleiding

De gemeente Katwijk spreekt zich uit tegen heling!

Straatroven, woninginbraken en overvallen hebben een grote impact op de slachtoffers en vormen een gevaar voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat. De gestolen goederen worden vaak doorverkocht. Heling is dus veelal het gevolg van een high-impact-crime. Daarom is het belangrijk om het doorverkopen van gestolen goederen zo moeilijk mogelijk te maken.

Het doel van het tegengaan van heling is de afzetmarkt voor gestolen goederen te verstoren, de pakkans van woninginbrekers, dieven en helers te vergroten en gestolen goederen zoveel en zo snel mogelijk opsporen en terugbezorgen bij de rechtmatige eigenaar. De gelegenheid tot het verhandelen van goederen die afkomstig zijn van een misdrijf stimuleert namelijk dit soort misdaadvormen, aangezien de hiermee verworven goederen snel via handelaren kunnen worden omgezet in geld. Opkopers en handelaren die handelen in ongeregelde en gebruikte goederen vormen daarmee vanzelfsprekend een aantrekkelijke afzetmarkt.

De wet- en regelgeving schrijft handelaren bepaalde verplichtingen voor bij de uitvoering van hun beroep. Hiermee wordt getracht de afzetmarkt te verkleinen voor goederen die afkomstig zijn van een misdrijf, met als beoogd effect een vermindering van High Impact Crimes. Het uiteindelijke doel van de wet- en regelgeving is dan ook om hiermee de openbare orde en het woon- en leefklimaat voor alle inwoners van de gemeente Katwijk te beschermen.

Beleidsregels geven aan hoe een bepaalde bevoegdheid van een bestuursorgaan zal worden uitgevoerd. Hiermee wordt getracht duidelijkheid te scheppen naar de burger toe. Het beoogt de rechtszekerheid te vergroten en is daarmee (her-)kenbaar, voorspelbaar en controleerbaar voor burgers.

Dit beleid voorziet in:

  • duidelijkheid voor handelaren ten aanzien van maatregelen die kunnen worden genomen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving, en

  • maatregelen die aansluiten op de werkingssfeer van de bevoegdheden van de burgemeester ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat.

Wettelijk kader

De wet- en regelgeving schrijft handelaren bepaalde verplichtingen voor bij de uitoefening van hun beroep.

Wat de handel in gebruikte goederen betreft, beperkt het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) zich voornamelijk tot feiten die samenhangen met de inkoop van goederen (art. 437 Sr jo. uitvoeringsbesluit ex. art 437, eerste lid, Sr). De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Katwijk (APV) richt zich in artikel 2:67 in aanvulling hierop op de verkoop van goederen. In artikel 2:68 APV zijn enkele voorschriften opgenomen die handelaren in acht moeten nemen bij vestiging, in de uitoefening en bij beëindiging van hun bedrijf.

Tezamen doet deze wet- en regelgeving een beroep op de handelaar om te allen tijde een actieve rol te vervullen in het voorkomen van handel in gestolen goederen, het opsporingsonderzoek van de politie naar deze goederen te ondersteunen en levert het een bijdrage aan het teruggeven van deze goederen aan de rechtmatige eigenaar. Het niet of onvolledig nakomen van bovenstaande wet- en regelgeving is een strafbaar feit.

Daarnaast staat in de artikelen 416, 417, 417 bis, 437 bis en 437 ter Wetboek van Strafrecht een aantal strafbare feiten beschreven dat samenhangt met de handel in goederen.

Controle

In het belang van de aanpak van heling van goederen is het gewenst dat handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen kunnen worden gecontroleerd. Om deze controle mogelijk te maken zijn handelaren verplicht een doorlopend in- en verkoopregister bij te houden, waarin zij aantekening moeten houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die worden verworven, die voorhanden zijn, die worden verkocht of op andere wijze worden overgedragen.

Omwille van een zo efficiënt en effectief mogelijk gebruik van het in- en verkoopregister is door de politie een digitale versie van deze registers ontworpen, het Digitale Opkopers Register (DOR). Het DOR is gekoppeld aan een landelijk systeem waarin gestolen goederen worden geregistreerd, zodat bij registratie van een gestolen goed door een handelaar het systeem hiervan een melding maakt. Gestolen goederen kunnen daardoor snel worden getraceerd en heling kan op een effectieve wijze worden tegengegaan. Op 9 augustus 2016 is het DOR door de burgemeester aangewezen als een gewaarmerkt register voor registratie van in- en verkoop van gebruikte of ongeregelde goederen, tevens is een gewaarmerkt papieren register aangewezen.

In het kader van de helingbestrijding worden er maandelijks controles uitgevoerd bij deze handelaren.

Het gebruik van het digitale register verdient de voorkeur, daarom wordt het gebruik hiervan tijdens controles zoveel mogelijk gepromoot. Getracht zal worden de ondernemers uit eigen beweging het digitale register te laten gebruiken. In de toekomst wordt dit waarschijnlijk ook wettelijk verplicht gesteld. Bovendien zullen handelaren die gebruik maken van de papieren versie vaker gecontroleerd moeten worden omdat er geen koppeling is met het politiesysteem en er dus geen automatische meldingen komen. Deze controles zijn een extra belasting voor de handelaren, de politie en de gemeentelijk opsporingsambtenaren.

Indien tijdens een controle een overtreding wordt geconstateerd is er behoefte om op eenduidige wijze vervolg te geven aan de geconstateerde overtreding en maatregelen te nemen.

Handhaving

Het toezicht op het bijhouden van het in- en verkoopregister wordt uitgeoefend door de politie in combinatie met de gemeentelijk opsporingsambtenaren. Deze beleidsregel is vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de diverse verplichtingen.

Wat betreft de handhaving moet onderscheid worden gemaakt tussen het inkoopregister en het verkoopregister. De verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister zijn niet bestuursrechtelijk te handhaven, aangezien de handhaving van strafrechtelijke bepalingen tot de bevoegdheid van de politie/ het Openbaar Ministerie (OM) behoort. De verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister en de verplichtingen uit artikel 2:68 APV zijn bestuurs- en strafrechtelijk te handhaven.

In bijlage 2 vindt u het huidige handhavingsbeleid welke door het OM wordt gevolgd bij overtreding van de verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister. Maar de hoogte en de vaststelling van deze sancties betreffen een verantwoordelijkheid van het OM.

Het hier opgenomen beleid betreft handhaving van de APV-regels. Om invulling te geven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de verplichtingen zijn de verschillende mogelijke overtredingen in de sanctietabel (zie bijlage) schematisch weergegeven en gekoppeld aan handhavend optreden middels een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang (sluiting). De hoogte van de dwangsom is afgestemd op de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom.

Handhavingsbeleid

In de sanctietabel in bijlage 1, zijn de verschillende overtredingen weergegeven en wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de bestuurlijke maatregel.

Bij de eerste overtreding volgt altijd een waarschuwing en wordt de opkoper of de handelaar in de gelegenheid gesteld om de overtreding ongedaan te maken. Als hij hieraan geen gehoor geeft wordt middels een last onder dwangsom geprobeerd de overtreding ongedaan te maken. Hierbij is een afweging gemaakt in de hoogte van de dwangsom. De opkoper of de handelaar is in staat om de overtreding op korte termijn ongedaan te maken. Afhankelijk van de aard van de overtreding is de hoogte van de dwangsom bepaald. In een later stadium kan overtreding ook leiden tot sluiting van het pand. Met deze sluiting wordt getracht de aanzuigende werking van het pand op het inleveren van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen. Hiermee wordt de keten van het plegen van een misdrijf, het (door)verkopen van de buitgemaakte goederen en daarmee de stimulans tot het plegen van misdrijven zoals straatroven, overvallen en woninginbraken, doorbroken. De ondernemer krijgt tijdens de sluiting tevens de gelegenheid zich te beraden op zijn bedrijfsvoering en maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Het verband tussen de naleving van de wet- en regelgeving en het beschermen van de openbare orde komt daarmee in het handhavingsbeleid tot uiting.

Belangenafweging

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar.

Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijk ik ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol.

Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoekplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht.

Daarvoor kan hij gebruik maken van Stopheling.nl. Hier kan aan de hand van een serienummer worden gecontroleerd of een goed als gestolen staat geregistreerd. Omdat geen ‘hit’ geen garantie is dient de handelaar ook zorgvuldig te registreren.

Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent. Hij dient zich dan ook af te vragen of de aankoopprijs in verhouding staat tot de marktwaarde.

Tenslotte mag van een handelaar worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.

Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid op grond van artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht. De stappen in het handhavingsbeleid gelden daarbij als uitgangspunt. Als er sprake is van gevolgen van de toepassing van de beleidsregels voor één of meer belanghebbenden, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen dan kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten.

Tweesporenbeleid

Het kan zijn dat een constatering of overtreding maakt dat zowel op basis van het strafrecht als op basis van bestuursrecht een sanctie of maatregel wordt getroffen.

Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft is meestal een reparatoire maatregel welke als doel heeft de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht kunnen dus naast elkaar toegepast worden.

Bijlage 1

Overtreding

Wettelijke grondslag

Sanctie 1e constatering

Sanctie 2e constatering binnen 2 jaar na constatering 1e overtreding

Sanctie 3e constatering binnen 2 jaar na constatering 2e overtreding

De handelaar houdt geen verkoopregister bij

Art 2:67 APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom van € 1000,- per maand met een maximum van € 5.000,-

Sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken

Verkoopregister wordt niet juist bijgehouden in een gewaarmerkt register (verschrijvingen 1 of 2 fouten)

Art. 2:67 APV

Waarschuwing

Waarschuwing

Last onder dwangsom van € 500,- per overtreding met een maximum van € 2.500,-.

Verkoopregister wordt niet juist bijgehouden in een gewaarmerkt register (verschrijvingen met meer dan 2 fouten)

Art. 2:67 APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom van € 500,- per overtreding met een maximum van € 5000,-.

Sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken

Geen schriftelijke opgave gedaan van woonadres en/ of handelslokaliteit(en) dan wel wijzigingen binnen gestelde termijn i.v.m. een beroep of gewoonte maken van het opkopen

Art. 2:68 APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom van € 500,- per maand met een maximum van € 2.500,-.

Sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken

Vervreemding of verandering goed binnen 5 dagen na verkrijging

Art. 2:68 APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom van € 1000,- per overtreding tot een maximum van € 5000,-

Sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken.

Nalaten medewerking te verlenen aan de toezichthouder bij de controle van het in- en/of verkoopregister

Art 2:68 APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom van € 1000,- per maand met een maximum van € 5.000,-

Sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken

Bijlage 2

Handhavingsbeleid artikel 437 SR

Het handhavingsbeleid ten aanzien van overtreding van artikel 437 Wetboek van Strafrecht (WvSr) ziet op de naleving van de registratie- en legitimatieplicht. De legitimatieplicht geldt alleen bij inkoop van koper en koperlegeringen. Opkopers hebben op grond van dit artikel de plicht een register bij te houden van hetgeen zij inkopen. In artikel 2, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 SR is vermeld welke gegevens in dit register dienen te worden opgenomen. Eén van die vereiste gegevens is dat handelaren in koper in het register de omschrijving en het nummer van het document, waarmee een aanbieder van koper of koperlegeringen, die met contant geld wordt uitbetaald, zich identificeert, noteren.

We onderscheiden bij de handhaving vier categorieën.

Categorie 1. Verschrijvingen bij naw gegevens

Allereerst kan er sprake zijn van een verschrijvingen van naw-gegevens, zoals weergegeven in het Uitvoeringsbesluit bij artikel 2, tweede lid, onder e ex artikel 437 WvSr. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschrijvingen en gegevens die ontbreken of onjuist zijn. Bij onjuiste of ontbrekende gegevens is categorie 2 van toepassing. Wanneer er vijf of minder verschrijvingen (bijv.

Jansen ipv Janssen) zijn dan houdt de opsporingsambtenaar het bij een schriftelijke waarschuwing, voor zover er sprake is van een first offender. Binnen 28 kalenderdagen nadat deze constatering heeft plaatsgevonden krijgt de opkoper opnieuw een controle. Wanneer er dan sprake is van drie of meer verschrijvingen dan wel er bij de eerste controle sprake is van meer dan vijf verschrijvingen dan wordt gehandhaafd volgens onderstaand schema. Bij één of twee verschrijvingen wordt er niet opgetreden.

Categorie 2. Ontbrekende of onjuiste gegevens anders dan onder categorie 3

Bij de tweede categorie zijn er één of meerdere van de in het Uitvoeringsbesluit genoemde onderdelen in artikel 2, tweede lid, onder a tot en met e ex artikel 437 WvSr die ontbreken of onjuist zijn, anders dan kennelijke verschrijvingen. Hier geldt dat naarmate er meerdere fouten of onjuistheden worden geconstateerd, de hoogte van de sanctie oploopt.

Categorie 3. Ontbrekende gegevens m.b.t. legitimatieplicht

De derde categorie is de overtreding van de legitimatieplicht, artikel 2, tweede lid, onder f van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 WvSr. Hierbij gaat het om het soort legitimatiebewijs en het nummer op het legitimatiebewijs. In het kader van de actie Koperslag ligt het zwaartepunt bij dit subonderdeel. Deze wordt hierdoor zwaarder bestraft.

In geval van een combinatie van overtredingen in verschillende categorieën geldt handhaving conform categorie waar de hoogste straf op is gesteld.

Categorie 4. Geen register (bijhouden)

In de vierde categorie is er geen register of wordt deze in zijn geheel niet bijgehouden, artikel 437, eerste lid, onder a WvSr. Op deze overtreding staat de zwaarste straf.

Categorie 1:

Gepleegde overtreding ten aanzien van artikel 2, tweede lid, onder e van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 WvSr, waarbij het gaat om verschrijvingen van naw- gegevens:

 

1 of 2

3-5

6-10

>10

Eerste overtreding

-

Schriftelijke waarschuwing

OM-strafbeschikking 150

OM-Strafbeschikking 300

Tweede overtreding (binnen twee jaar na afdoening eerste overtreding)

 

OM-strafbeschikking 100

OM-strafbeschikking 220

OM-strafbeschikking 450

Derde overtreding (binnen vier jaar na afdoening eerste overtreding)

 

OM-strafbeschikking 150

OM-strafbeschikking 300

OM-strafbeschikking 600

Categorie 2:

Gepleegde overtredingen ten aanzien van artikel 2, tweede lid, onder a tot en met e van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 WvSr:

 

1-5

6-10

>10

Eerste overtreding

OM-strafbeschikking 250

OM-strafbeschikking 500

OM-strafbeschikking 750

Tweede overtreding (binnen twee jaar na afdoening eerste overtreding)

OM- strafbeschikking 370

OM- strafbeschikking 750

OM- strafbeschikking 1100

Derde overtreding(binnen vier jaar na afdoening eerste overtreding)

OM- strafbeschikking 500

OM- strafbeschikking 1000

Dagvaarden, eis ter zitting 1500

Categorie 3:

Gepleegde overtredingen ten aanzien van artikel 2, eerste lid jo. artikel 2, tweede lid, onder f van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 WvSr, waarbij het gaat om het soort identiteitsbewijs en het nummer van het identiteitsbewijs:

 

1-5

6-10

>10

Eerste overtreding

OM-strafbeschikking 500

OM-strafbeschikking 1000

OM-strafbeschikking 1500

Tweede overtreding (binnen twee jaar na afdoening eerste overtreding)

OM- strafbeschikking 750

OM- strafbeschikking 1500

Dagvaarden, eis ter zitting 2200

Derde overtreding(binnen vier jaar na afdoening eerste overtreding)

 Dagvaarden, eis ter zitting 1000

Dagvaarden, eis ter zitting 2000

Dagvaarden, eis ter zitting 1 maand hechtenis

Categorie 4:

Geen register of een register wordt in zijn geheel niet bijgehouden, overtreding van artikel 437, eerste lid, onder a WvSr.

Geen register

Eerste overtreding

OM-strafbeschikking 2000

Tweede overtreding (binnen twee jaar na afdoening eerste overtreding)

Dagvaarden, eis ter zitting 3000

Derde overtreding (binnen vier jaar na afdoening eerste overtreding)

Dagvaarden, eis ter zitting, 2 maanden hechtenis

Artikel 437 Wetboek van Strafrecht

  • 1.

    Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelaar die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf:

    • a.

      niet met inachtneming van de bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels aantekening houdt van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven dan wel voorhanden heeft,

    • b.

      een gebruikt of ongeregeld goed verwerft van iemand, zonder dat diegene zijn identiteitsgegevens heeft opgegeven of zonder dat hij die gegevens in zijn administratie heeft aangetekend,

    • c.

      nalaat zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan een daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaar.

    • d.

      nalaat een gebruikt of ongeregeld goed dat hij heeft verworven of voorhanden heeft, op eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in onderdeel c, ter bezichtiging af te staan en deze te laten zien waar dit goed in zijn administratie staat ingeschreven,

    • e.

      een goed dat bij hem door of vanwege de politie met een duidelijke schriftelijke omschrijving als door misdrijf aan de rechthebbende is onttrokken of als verloren is aangegeven, verwerft of voorhanden heeft,

    • f.

      aan een hem schriftelijk uitgereikt last van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, tot het gedurende een daarbij aangegeven tijd, veertien dagen niet te boven gaande, bewaren of in bewaring geven van een goed dat hij voorhanden heeft, of aan een hem bij die last gegeven aanwijzing, geen gevolg geeft, of

    • g.

      nalaat de van hem bij schriftelijke vordering van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, gevraagde opgaven betreffende door hem verworven of bij hem voorhanden zijnde goederen binnen de termijn, bij de vordering gesteld, naar waarheid te verschaffen.

  • 2.

    Met dezelfde straf wordt gestraft de voor de handelaar uit het eerste lid optredende persoon die een feit begaat als in dit lid onder a tot en met g omschreven;

  • 3.

    De schuldige kan worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij de overtreding begaat.

  • 4.

    Onder ongeregelde goederen worden verstaan goederen die wegens hun aard of uitvoering, hun herkomst of de staat waarin zij verkeren, niet tot de algemeen gangbare goederen kunnen worden gerekend.

Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht

Artikel 1

  • 1.

    De handelaren, bedoeld in artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zijn opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, metalen, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto's, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en videoapparatuur en apparatuur voor automatische registratie.

  • 2.

    In het eerste lid wordt onder metalen mede verstaan: legeringen en metalloïden.

Artikel 2

  • 1.

    Indien de in artikel 1 aangewezen handelaar de koopprijs van koper en koperlegeringen in contant geld voldoet, controleert hij de identiteit van de aanbieder aan de hand van een identiteitsbewijs in de zin van artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

  • 2.

    De handelaar, aangewezen in artikel 1 van dit besluit, voldoet aan de verplichting ingevolge artikel 437, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht tot het aantekening houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven of voorhanden heeft indien hij een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register houdt en daarin onverwijld vermeldt:

    • a.

      het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    • b.

      de datum van verkrijging van het goed;

    • c.

      een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;

    • d.

      de koopprijs of andere voorwaarden van verkrijging van het goed;

    • e.

      de naam en het adres van degene van wie het goed is verkregen;

    • f.

      zowel een omschrijving als het nummer van het document bedoeld in het eerste lid waarmee hij de identiteit van de aanbieder heeft vastgesteld, voor zover het de inkoop van koper en koperlegeringen betreft en de koopprijs van dat goed in contant geld wordt uitbetaald.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop de Wet van 9 oktober 1991, Stb. 520 tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met voorzieningen ten behoeve van de bestrijding van heling, in werking treedt.