Regeling vervallen per 22-12-2012

Verordening ondernemersactviteiten Kerkrade/Centrum

Geldend van 23-07-2009 t/m 21-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

VERORDENING ONDERNEMERSACTIVITEITEN KERKRADE/CENTRUM

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. College: College van burgemeester en wethouders van Kerkrade;

b. Raad: de gemeenteraad van Kerkrade;

c. Collectief belang: belang dat het particuliere belang van een onderneming of van een groep ondernemingen overstijgt;

d. Stichting: een stichting als bedoeld in Boek 2, titel 6 van het Burgerlijk Wetboek.

e. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen door het bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

f. Subsidiebeschikking: een door het bevoegde orgaan genomen besluit tot: · het verlenen van subsidie;

· het afwijzen van een verzoek om subsidie;

· het definitief vaststellen van subsidie;

· het intrekken of wijzigen van een besluit tot subsidieverlening of subsidievaststelling;

· het verlenen van voorschotten

g. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

h. Subsidieverlening: de beschikking die voorafgaand aan de subsidiabele activiteit wordt gegeven, waarbij een omschrijving van te leveren prestaties, de maximale hoogte van het subsidiebedrag en de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden meegedeeld;

i. Subsidievaststelling: de beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en dat een onvoorwaardelijke aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag;

j. Subsidieverstrekking: de verzamelterm voor het toekennen van subsidie wat zowel subsidieverlening als subsidievaststelling omvat;

k. Rechtspersoon: een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2 Doelstelling Ondernemersactiviteiten

Doelstelling van de subsidieverordening Ondernemersactiviteiten is het steunen van activiteiten die een bijdrage leveren aan de verbetering van het ondernemersklimaat in en/of de verlevendiging van het Centrum - zoals omlijnd binnen de bijgevoegde plattegrond en overeenkomende met de grenzen inzake de Reclamebelastingheffing - van de gemeente Kerkrade.

Artikel 3 Subsidieverlening

Het bevoegde orgaan kan op basis van deze verordening subsidie verstrekken:

a. ten behoeve van kennisontwikkeling en kennisoverdracht;

b. ten behoeve van evenementen en activiteiten ter verlevendiging in en/of de verbetering van het ondernemersklimaat van het Centrum en de Markt van Kerkrade.

Artikel 4 Bevoegdheidsverdeling

Het bevoegde orgaan om te beslissen op subsidieaanvragen is een commissie samengesteld uit 2 afgevaardigden vanuit de ondernemers en 2 afgevaardigden vanuit het college. Indien er geen meerderheidsstandpunt is, is voor de besluitvorming het standpunt van de collegeleden bepalend.

Artikel 5 Advisering

Voordat het bevoegde orgaan op een subsidieaanvraag beslist, wordt advies gevraagd aan een adviesgroep, bestaande uit ondernemers afgevaardigden, waarna besluit-vorming plaatsvindt.

Artikel 6 Subsidiegerechtigde

  • 1. Subsidie wordt alleen verstrekt ten behoeve van activiteiten georganiseerd door een rechtspersoon.

  • 2. In bijzondere gevallen kan subsidie worden verleend ten behoeve van door (een groep van) natuurlijke personen georganiseerde activiteiten. De in deze verordening opgenomen bepalingen vinden dan — voorzover mogelijk — overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Subsidievoorwaarden

  • 1. Activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd dienen te passen binnen de doelstelling van artikel 2 en een collectief belang te dienen.

  • 2. Subsidies kunnen uitsluitend worden verstrekt ten behoeve van activiteiten waarvan niemand op grond van ras, godsdienst, geslacht, afkomst, seksuele voorkeur of anderszins wordt uitgesloten, tenzij dit geschiedt met het doel een bestaande achterstand te verminderen.

  • 3. Doelstelling, werkwijze en uitvoering van de activiteit van de subsidie-ontvanger mogen niet strijdig zijn met de wet, het algemeen belang en/of de openbare orde.

  • 4. Subsidiëring vindt niet plaats indien de activiteit reeds op grond van andere subsidiemogelijkheden gesubsidieerd wordt;

  • 5. Een aanvraag om subsidie komt slechts voor honorering in aanmerking indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    a. de aanvraag betrekking heeft op één activiteit;

    b. de aanvrager de financieringsbehoefte aannemelijk maakt;

    c. de financiering geen betrekking heeft op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van bedrijfsactiviteiten;

    d. in de gevraagde financiering niet op andere wijze kan worden voorzien;

    e. de aanvrager niet in staat van faillissement, vereffening, surséance van betaling verkeert en deze zijn niet aangevraagd of aanhangig gemaakt;

    f. er nog niet begonnen is met de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd;

    g. de resultaten van de activiteit meetbaar zijn.

  • 6. Kosten van voorbereiding van een activiteit komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 7. Niet voor subsidie in aanmerking komen alle lasten die geheel of gedeeltelijk de grenzen van de redelijkheid overschrijden — dit ter beoordeling van het bevoegde orgaan.

Artikel 8 Criteria voor subsidieverstrekking

  • 1. Voor subsidieverstrekking komen in aanmerking activiteiten met een te verwachten blijvend effect ten aanzien van de doelstelling van artikel 2 en die betreffen:

    a. activiteiten op gebied van marketing en promotie;

    b. activiteiten die bijdragen aan de verlevendiging van het centrum en de Markt;

  • 2. Bij de subsidieverstrekking wordt rekening gehouden met de datum van binnenkomst van de subsidieaanvraag;

  • 3. Bij het bereiken van het subsidieplafond wordt de inhoudelijke afweging boven de datum van indiening geplaatst en zal bij voorkeur aan vernieuwende activiteiten voorrang worden gegeven.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond wordt jaarlijks door het college vastgesteld en voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld bekendgemaakt.

  • 2. Voorzover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan het voorbehoud worden gemaakt, dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

Artikel 10 Subsidiebedrag

De hoogte van de subsidie wordt afhankelijk gesteld van de aard van de activiteit.

Artikel 11 Aanvraag en te overleggen gegevens

  • 1. Aanvragen voor subsidie dienen in een zo vroeg mogelijk stadium te worden ingediend bij het bevoegde orgaan, doch uiterlijk 3 maanden voor het tijdstip, waarop een aanvang wordt gemaakt met de realisering van de activiteit. In bijzondere gevallen kan het bevoegde orgaan van deze termijn afwijken.

  • 2. Bij de aanvraag worden in ieder geval gevoegd:

    a. een volledige projectbeschrijving en bijbehorende begroting;

    b. een onderbouwd financieringsplan;

    c. een kopie van de statuten van de rechtspersoon die de aanvraag indient;

    d. in geval van indiening namens een samenwerkingsverband een kopie van de samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 12 Weigeringsgronden

  • 1. Een subsidie wordt, naast het in artikel 4:25 Awb genoemde geval, geweigerd indien de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met het recht, het algemeen belang en/of de openbare orde.

  • 2. Een subsidieverlening kan worden geweigerd indien de activiteit reeds plaatsgevonden heeft alvorens een aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 3. Een subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:35 Awb genoemde gevallen, geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

    a. de activiteit van de aanvrager niet gericht zal zijn op de doelstelling genoemd in artikel 2 van deze verordening;

    b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 13 Beschikking tot subsidieverlening

  • 1. De beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening wordt genomen binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel binnen 8 weken na completering van de aanvraag indien daar door of namens het bevoegde orgaan is gevraagd. In het besluit wordt aangegeven of er sprake is van subsidiëring achteraf, met eventuele bevoorschotting.

  • 2. De beschikking tot subsidieverlening bevat naast het bepaalde in de artikelen 4:30 tot en met 4:32 Awb: de subsidieverplichtingen.

    In de beschikking tot subsidieverlening kunnen de volgende zaken worden opgenomen:

  • 3. een begrotingsvoorwaarde conform artikel 4:34 Awb;

  • 4. de wijze van rapportage: de gegevensverstrekking over de voortgang van de realisering van de activiteit;

  • 5. de wijze van bevoorschotting;

  • 6. de vereiste van een accountantscontrole.

Artikel 14 Subsidievaststelling

  • 1. De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.

  • 2. Het bevoegde orgaan kan direct tot vaststelling besluiten.

  • 3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling na afloop van de in de beschikking tot subsidieverlening gestelde termijn niet is ingediend, stelt het bevoegde orgaan de subsidieontvanger een termijn van vier weken binnen welke de aanvraag alsnog moet zijn ingediend.

  • 4. Indien na afloop van de in het derde lid genoemde termijn geen aanvraag tot vaststelling is ingediend, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 15 Beschikking tot subsidievaststelling

  • 1. De beschikking tot subsidievaststelling wordt binnen 3 maanden na ontvangst van alle vereiste bescheiden gegeven, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald.

  • 2. Indien de beschikking niet binnen 3 maanden gegeven kan worden, deelt het bevoegde orgaan dit aan de aanvrager mede en noemt het een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 3. Indien geen beschikking tot subsidieverlening is afgegeven, is op de beschikking tot vaststelling het bepaalde in artikel 13 lid 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Intrekking en wijziging subsidieverlening/vaststelling

  • 1. Conform het bepaalde in artikel 4:48 Awb kan het bevoegde orgaan zolang de subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen.

  • 2. Conform het bepaalde in artikel 4:49 Awb kan het bevoegde orgaan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen.

  • 3. Naast het bepaalde in artikel 4:50 Awb kan het bevoegde orgaan zolang de subsidie niet is vastgesteld, een lopende subsidieverlening tevens intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen, indien de werkelijke kosten voor uitvoering van de activiteit lager is uitgevallen dan de kosten die zijn opgenomen in de bij de subsidieaanvraag bijgevoegde begroting.

Artikel 17 Betaling, bevoorschotting en terugvordering

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen 4 weken na de subsidievaststelling betaald.

  • 3. Het bevoegde orgaan kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.

  • 4. De beschikking vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

  • 5. Tenzij in de beschikking anders is bepaald, bedraagt het voorschot 75% van het te verstrekken subsidiebedrag.

  • 6. Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of —voorschot kan worden teruggevorderd.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het bevoegde orgaan kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, voor zover toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 19 Bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het bevoegde orgaan.

Artikel 20 Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade en subsidieverordenig vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade

De subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade en de subsidieverordening vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade zijn niet van toepassing op subsidies als bedoeld in deze verordening.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Subsidieverordening Ondernemersactiviteiten Kerkrade/Centrum”.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2009 in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in de openbare vergadering van1 juli 2009.
De voorzitter, De griffier,
w.g. J.J.M. Som. w.g. Mr. drs. B. van Dongen-Jacobs.