Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2021

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

2. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1, onder ia van het RVV 1990;

3. houder: degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;

4. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

5. vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning of abonnement krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats of een vergunninghoudersparkeerplaats;

6. vergunninghouder: de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie een vergunning als bedoeld onder lid e is verleend;

7. Mobiel parkeren: Via de mobiele telefoon middels activatie (bij aankomst) en de-activatie (bij vertrek) kan geparkeerd worden zonder dat er een parkeerticket achter de voorruit ligt;

8. centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Kerkrade een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

1. een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

2. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat

    I als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overlegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

    II als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel, bijlage 1.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt in deze aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3. Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken, van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt, worden opgegeven.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 65,30

Artikel 9 Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening parkeerbelastingen 2020", vastgesteld 18 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen 2021".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in haar vergadering van 16 december 2020.

De voorzitter van de raad, de griffier

dr. T.P. Dassen-Housen mr. drs. D.G.M.G. Franssen

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelasting 2021

1 Het tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt voor het parkeren bij parkeerapparatuur alsmede mobiel parkeren. Hierbij geldt dat houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart in combinatie met het verplicht tonen van de parkeerschijf voor de duur van maximaal 3 uur in Kerkrade kunnen parkeren, tenzij hieronder specifiek anders is aangegeven.

Locatie AEerste uur gratis, vanaf tweede uur € 1,50 per uur

Dagtarief € 8,--

• Theaterplein (plein van Beethovenstraat/Mozartstraat) *

• Van Beethovenstraat (tussen Niersprinkstraat en kruising Mozartstraat/J.S. Bachstraat)

• Poststraat

• Kloosterraderplein *

• Kloosterraderstraat (tussen Poststraat en Oranjestraat)

• Engerweg

• Kapellaan (tussen kruising Putgang/Casper Sprokelstraat en Engerweg)

• Parkeerdek Einderstraat *

• Kerkplein (naast Lambertuskerk) *

* Op deze locaties geldt achteraf betaald parkeren. Op deze locaties geldt de betalingsplicht ook voor personen in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart. Op deze locaties krijgen zij geen vrijstelling van betaling.

Eerste uur gratis, vanaf tweede uur € 1,50 per uur

Bij verlies van het parkeerticket dient een verloren kaart á € 15,00 worden afgerekend

• Parkeergarage Orlando ( ingang gelegen aan de Kloosterraderstaat )

Locatie BEerste uur gratis, vanaf tweede uur € 1,-- per uur

Dagtarief € 5,--

• J.S. Bachstraat

• Europaplein *

• Van Beethovenstraat (tussen Mozartstraat en Schubertstraat)

• Prins Bernhardstraat

• Koninginnestraat

• Hoofdstraat

• Oranjestraat

• Kloosterraderstraat (tussen Oranjestraat en O.L. Vrouwestraat)

• Rolduckerstraat (tussen Oranjestraat en huisnummer 34)

• Marktstraat

• Pater Kreitenstraat

• Giessenstraat

• Kosterbeemden

• Kapellaan (tussen Stationsstraat en Putgang)

• Stationsstraat

• Deken Quodbachlaan

* Op deze locatie geldt achteraf betaald parkeren. Op deze locatie geldt de betalingsplicht ook voor personen in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart. Op deze locaties krijgen zij geen vrijstelling van betaling.

Locatie CEerste uur gratis, vanaf tweede uur € 1,-- per uur

Dagtarief € 5,--

• Parallelweg Kerkradersteenweg (nabij GaiaZoo, tussen huisnummer 93 en huisnummer 25)

Locatie D Enkel op zaterdagen € 0,80 per uur

• Plein aan Portbeemden

• Plein aan Torenstraat

2. Het tarief voor een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

• Locatie A alsmede de Belanghebbendenparkeerplaatsen op locaties Rolduckerstraat (tussen

huisnummer 34 en O.L. Vrouwestraat) en Anselderlaan, de parkeervakken gesitueerd voor de

huisnummers 92, 94 en 96 per maand € 14,50

per jaar € 174,00

• Locaties B en C per maand € 9,60

per jaar € 115,20

• Locatie D alsmede de Belanghebbendenparkeerplaatsen op locaties parkeerterrein hoek Smal

Weide –Torenstraat en de parkeervakken en een deel van de parkeerstrook (tegenover parkeervakken) in de Pastoor Stevensstraat per jaar € 29,65

• Parkeerjaarkaart voor in Kerkrade woonachtige houders van een gehandicaptenparkeerkaart als

bestuurder. per jaar € 32,20

• Mantelzorgersvignet per jaar € 32,20

• Dagvergunning voor zakelijke belanghebbenden per dag € 3,60