Beleidsregel inzake toepassing van artikel 2.3.4.7 Algemene Plaatselijke Verordening Kerkrade 2001 (Ontheffing inrichtingseisen)

Geldend van 02-08-2001 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 07-04-2001

Intitulé

BELEIDSREGEL INZAKE TOEPASSING VAN ARTIKEL 2.3.4.7 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING KERKRADE 2001 (ONTHEFFING INRICHTINGSEISEN)

De burgemeester van Kerkrade;

overwegende, dat in artikel 2.3.4.7 van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001 is bepaald dat de artikelen 3 tot en met 7 van het Besluit eisen inrichtingen Drank-en Horecawet van overeenkomstige toepassing zijn verklaard op horeca-inrichtingen niet zijnde een afhaalcentrum dan wel inrichting als bedoeld in de Drank-en Horecawet;

dat in de praktijk is gebleken dat - voor zover het betreft op het moment van inwerkingtreding van bedoelde bepalingen als zodanige operationele alcoholvrije inrichtingen - op onderdelen slechts na het treffen van zwaarwegende maatregelen kan worden voldaan aan de genoemde eisen;

dat het tegen deze achtergrond wenselijk wordt geacht te bepalen in welke situaties ambtshalve ontheffing wordt verleend van de geformuleerde inrichtingseisen;

dat het na afweging van voorkomende belangen wenselijk wordt geacht ten aanzien van de in het derde lid van artikel 2.3.4.7 van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001 vervatte mogelijkheid tot het verlenen van ontheffing van de inrichtingseisen een beleidsregel vast te stellen;

BESLUIT:

ten aanzien van de toepassing van artikel 2.3.4.7, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001 voor zover het betreft alcoholvrije inrichtingen de volgende beleidsregel vast te stellen:

1

Voor de toepassing van artikel 2.3.4.7, van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001 wordt onder afhaalcentrum begrepen elke inrichting waarvan klaarblijkelijk moet worden geconstateerd dat de aldaar aanwezige zit gelegenheden niet zijn geplaatst met het oogmerk ter plaatse eetwaren en/of alcoholvrije dranken te nuttigen;

2

Voor zover de exploitant op het moment van inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001 reeds als exploitant van bedoelde inrichting dient te worden beschouwd, blijft het bepaalde in artikel 2.3.4.7 buiten beschouwing;

3

Voor zover de betreffende inrichting op het moment van inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001 reeds door een andere exploitant dan de op de laatstelijk ingekomen vergunningsaanvraag aangegeven ondernemer als alcoholvrije inrichting werd geëxploiteerd wordt ambtshalve ontheffing verleend van het bepaalde in het Besluit eisen inrichtingen Drank-en Horecawet voro zover het betreft:

1. artikel 3, houdende bepalingen omtrent de minimale vloeroppervlakte van de inrichting;

2. artikel 7, houdende bepalingen omtrent toiletvoorzieningen ten behoeve van bezoekers van de inrichting, met dien verstande dat in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting ten behoeve van de bezoekers ten minste één toiletgelegenheid aanwezig is.

4

Te bepalen dat deze beleidsregel met terugwerkende kracht in werking treedt vanaf het moment van inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening Kerkrade 2001.

Ondertekening

Kerkrade 12 juli 2001
De burgemeester van Kerkrade,
J.J.M. Som