Regeling Stimuleringsleningen duurzaamheid bestaande bouw Koggenland 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Intitulé

Regeling Stimuleringsleningen duurzaamheid bestaande bouw Koggenland 2009

Artikel 1 Begrippen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    een aanvraag: een verzoek aan het college om voordracht bij het SVn voor een Stimuleringslening voor maatregelen in het kader van de duurzaamheid;

  • b.

    een aanvrager: een meerderjarige natuurlijke persoon, of een persoon die gemachtigd is op te treden namens een non-profit organisatie, en die een aanvraag doet;

  • c.

    vervallen;

  • d.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland;

  • e.

    Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid: een gemeentelijke stimuleringslening, die aan aanvrager na voordracht door het college door de SVn kan worden verstrekt ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaardbare werkelijke kosten van duurzaamheidmaatregelen, die worden getroffen in de eigen woning of in een gebouw dat in gebruik is bij de non-profit organisatie waarvoor aanvrager optreedt;

  • f.

    duurzaamheidmaatregelen:

    • 1.

      duurzame en energiebesparende voorzieningen of maatregelen als bedoeld in artikel 5 lid 1 en 2;

    • 2.

      systemen voor het opwekken van duurzame energie als bedoeld in artikel 5 lid 1 en 2;

  • g.

    een energieprestatiecertificaat: een certificaat dat na het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in artikel 5 lid 1 bij a) t/m aa) genoemde voorzieningen en maatregelen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-01 voor bestaande woningen, dan wel aan BRL 9500-03 voor bestaande utiliteitsgebouwen;

  • h.

    een EPA-maatwerkadvies: een advies dat voorafgaand aan het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in artikel 5 lid 1 en lid 2 genoemde voorzieningen en maatregelen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-02 voor bestaande woningen, dan wel aan BRL 9500-04 voor bestaande utiliteitsgebouwen;

  • i.

    een non-profit organisatie: een vereniging of stichting die geen winstoogmerk heeft en die voor zijn functioneren in overwegende mate afhankelijk is van vrijwilligers;

  • j.

    werkelijke kosten: de kosten van duurzaamheidmaatregelen als bedoeld in artikel 5, lid 1 en lid 2, vermeerderd met de door een deskundig bedrijf terzake van deze duurzaamheidmaatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren, een EPA-maatwerkadvies en een energieprestatiecertificaat en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in deze kosten.

  • k.

    SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken.

Artikel 2 Toepassingsbereik Deze verordening is uitsluitend van toepassing op:

  • bestaande woonruimte in de gemeente Koggenland, die geschikt en bestemd is voor permanente bewoning;

  • bestaande utiliteitsgebouwen in de gemeente Koggenland, die in gebruik zijn van een non-profit organisatie en met een volume van maximaal 1000 kubieke meters.

Artikel 3 Budget

Het college stelt jaarlijks vóór 1 december het budget voor het komende kalenderjaar vast dat beschikbaar is voor het verstrekken van Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid.

Artikel 4 Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid

Het college kan een aanvrager bij de SVn voordragen voor een Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid ten laste van het in artikel 3 bedoelde budget.

Artikel 5 Duurzaamheidmaatregelen

  • 1. Tot de duurzaamheidmaatregelen worden gerekend:

  • a. Kleine windturbine die geschikt is voor de stedelijke omgeving en de daarbij behorende spanningsomvormer;

  • b. Zonnepaneel met fotovoltaïsche zonnecellen en de daarbij behorende spanningsomvormer;

  • c. Zonneboiler voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmteopslagvat;

  • d. Combi-zonneboiler voor het verwarmen van tapwater en voor ruimteverwarming met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmteopslagvat met een al dan niet geïntegreerde CV-brander;

  • e. Micro-warmtekrachtsysteem;

  • f. Warmtepompboiler voor het verwarmen van tapwater, bestaande uit een warmtepomp die warmte onttrekt aan ventilatielucht en een warmteopslagvat;

  • g. Elektrische warmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C;

  • h. Gaswarmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C;

  • i. Lage-temperatuur centraal verwarmingsysteem (LTV-systeem) waarvan de ontwerp-aanvoertemperatuur (Taanvoer) maximaal 55°C bedraagt;

  • j. Niet opgenomen;

  • k. Niet opgenomen;

  • l. Installatietechnische aanpassingen om warmte uit douchewater terug te winnen;

  • m. Installatie voor het terugwinnen van warmte uit ruimteventilatielucht, inclusief het daarbij behorende kanaalwerk en de luchtbehandelingskast, met een energetisch rendement van ten minste 80%;

  • n. Vraaggestuurd ventilatiesysteem met CO2- of vochtsensoren;

  • o. Zelfregulerend ventilatierooster;

  • p. Leidingisolatie;

  • q. Vloerisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2.K/W;

  • r. Gevelisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2.K/W;

  • s. Spouwmuurisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 1,3 m2.K/W;

  • t. Dakisolatie met een R-waarde, die groter is dan 2,50 m2.K/W;

  • u. Isolerende beglazing met Ugl-waarde die kleiner is dan 1,30 W/m2.K;

  • v. Draaiend raam met thermische onderbreking, die samen met de beglazing een Uw-waarde (Uraam) heeft, die kleiner is dan of gelijk aan 1,70 W/m2.K;

  • w. Geïsoleerde buitendeur met een U-waarde die kleiner of gelijk is aan 2,0 W/m2.K;

  • x. Energiezuinig verlichtingssysteem;

  • y. Energiezuinige pompen en -ventilatoren;

  • z. Infiltratievoorziening voor hemelwater;

  • aa. Ramen en kozijnen van FSC-hout;

  • bb. Niet opgenomen.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid vermelde lijst van duurzaamheidmaatregelen uitbreiden.

  • 3. Niet tot de duurzaamheidmaatregelen worden gerekend: Beglazing met Ugl-waarde die groter is dan of gelijk aan 1,30 W/m2.K;

  • a. Gevel-, dak- of vloerisolatie met een R-waarde die kleiner is dan 2,50 m2.K/W;

  • b. Spouwmuurisolatie met een R-waarde, kleiner dan 1,3 m2.K/W;

  • c. Draaiend raam met thermische onderbreking die samen met de beglazing een Uw-waarde (Uraam) heeft die groter is dan 1,70 W/m2.K;

  • d. Geïsoleerde buitendeur met een U-waarde die groter is dan 2,0 W/m2.K;

  • e. Mechanische ventilatie;

  • f. Spaarlampen, LED- en TL-verlichting;

  • g. Glazen vliesgevels;

  • h. Verbeteren luchtdichtheid;

  • i. Kierdichting;

  • j. Opheffen koudebruggen.

  • 4. Het college kan de in het derde lid vermelde lijst van maatregelen die niet tot de duurzaamheidmaatregelen worden gerekend uitbreiden.

Artikel 6 Aanvraag

Een aanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend op een beschikbaar gesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave van:

  • a.

    de te treffen duurzaamheidmaatregelen;

  • b.

    de werkelijke kosten van het treffen van de duurzaamheidmaatregelen alsmede een financiële onderbouwing van deze opgave;

  • c.

    waar mogelijk het energiebesparende effect van de duurzaamheidmaatregelen genoemd in artikel 5 lid 1 bij a t/m aa, uitgedrukt in gigajoule primaire energie per jaar, alsmede de berekening van dat effect;

  • d.

    een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

Artikel 7 Afhandelen aanvraag

  • 1. Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

  • 2. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

  • 3. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd neemt het college de aanvraag niet in behandeling.

  • 4. Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 5. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag dan wel na het compleet worden van de aanvraag een beslissing.

  • 6. Uit overschrijding van de in het vijfde lid bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

Artikel 8 Afwijzen aanvraag

Het college wijst een aanvraag af, indien:

  • 1.

    het budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • 2.

    de werkelijke kosten naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • 3.

    de werkelijke kosten minder bedragen dan € 2.500;

  • 4.

    de aanvraag bij hem wordt ingediend ná het treffen van de duurzaamheidmaatregelen;

  • 5.

    naar zijn oordeel gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt, dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan;

  • 6.

    geen positief advies wordt afgegeven door het in artikel 10.2. bedoelde orgaan;

  • 7.

    de toetsing als bedoeld in artikel 10.1 negatief is.

Artikel 9 Voordracht

Het college besluit aanvragen bij de SVn voor een Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid voor te dragen indien uit de bij de aanvraag ingediende bescheiden blijkt dat met het treffen van de duurzaamheidmaatregelen aantoonbaar wordt bijgedragen aan een of meer van de hiernavolgende doelen:

  • a.

    een beperking van de energievraag;

  • b.

    een structurele vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen;

  • c.

    een vermindering van CO2 uitstoot;

  • d.

    het verhogen van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening in gebouwen;

  • e.

    het terugdringen van de uitloging van bouwmetalen;

  • f.

    vervallen.

Artikel 10 Toekenning

  • 1. De aanvragen die door het college bij de SVn voor een Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid worden voorgedragen, worden getoetst en geregistreerd bij het Bureau Krediet Registratie.

  • 2. Er zal een kredietbeoordeling worden uitgevoerd door het Bemiddelend Orgaan te Hoevelaken en/of SVn te Hoevelaken.

  • 3. De toekenning van een Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid is afhankelijk van de resultaten van de in lid 1 genoemde toets en de in lid 2 genoemde beoordeling.

  • 4. SVn verstrekt en beheert een toegekende Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid.

Artikel 11 Voorwaarden SVn

Op Stimuleringsleningen in het kader van de duurzaamheid van de SVn zijn van toepassing de SVn documenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’ en de ‘Productspecificaties van stimuleringsleningen’ zoals deze documenten aanwezig zijn in de SVn informatiemap, die deel uitmaakt van de deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Koggenland en SVn.

Artikel 12 Kenmerken van Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid

  • 1.

    De hoofdsom van de Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid die aanvrager na een besluit tot voordracht als bedoeld in artikel 9 bij het SVn kan aanvragen is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoofdsom van de Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid niet minder dan € 2.500 en niet meer dan € 15.000.

  • 3.

    Bedraagt de hoofdsom van de Stimuleringsregeling als bedoeld in lid 2;

€ 5.000 of minder, dan wordt deze lening afgelost in vijf jaar;

€10.000 of meer dan € 5.000, dan wordt deze lening afgelost in tien jaar;

€15.000 of meer dan € 10.000, dan wordt deze lening afgelost in vijftien jaar.

Van de bovenstaande termijnen kan in overleg met het SVn worden afgeweken.

  • 4.

    De rente van de Stimuleringslening in het kader van de duurzaamheid wordt jaarlijks vastgesteld. Voor 2009 is de lening renteloos.

  • 5.

    De in artikel 10, onder 4, toegekende maatregelen behoren binnen 6 maanden na de toekenning te zijn gereed gemeld bij het college.

  • 6.

    Zijn de maatregelen niet binnen de 6 maanden na de toekenning uitgevoerd en/of andere maatregelen getroffen dan opgenomen in de aanvraag, dan leidt dit tot ontbinding van de onderhandse akte van lening.

  • 7.

    Het niet gebruikte c.q. opgenomen deel van het krediet wordt aangewend tot aflossing van de onderhandse lening.

  • 8.

    De gemeente neemt de definitieve beslissing op de aanvraag na ontvangst van de in artikel 10.1. en 10.2. bedoelde toetsing en beoordeling.

  • 9.

    Na de in artikel 12.8 bedoelde toekenning, wordt de verstrekking van de lening en de administratieve uitvoering overgedragen aan het SVn.

Artikel 13 Bouwkrediet

  • 1. Stimuleringsleningen in het kader van de duurzaamheid worden verstrekt via onderhandse akte en komen via een bouwkrediet van het SVn tot uitbetaling op basis van facturen van door derden uitgevoerde werkzaamheden, dan wel facturen van de aanschaf van zelf uitgevoerde maatregelen.

  • 2. SVn stelt declaratieformulieren beschikbaar, die vergezeld van de in artikel 1 genoemde facturen bij de gemeente moeten worden ingediend.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening tot een onredelijke beslissing zou leiden, kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 15 Naamgeving en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling Stimuleringsleningen duurzaamheid bestaande bouw Koggenland 2009’ en treedt in werking op 1 januari 2009.