Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Geldend van 15-04-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 1: begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

1. Veiligheidsketen

De taken en werkzaamheden van de brandweer die zijn gericht op de brandweerzorg en rampenbestrijding, waarbij de volgende fasen worden onderscheiden: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg:

  • a.

    Pro-actie: het structureel voorkomen van onveiligheid, onder andere door vanuit veiligheidsoptiek invloed uit te oefenen op het maken van ruimtelijke plannen;

  • b.

    Preventie: het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het beperken van de gevolgen ervan alsmede het zoveel mogelijk reguleren van de onvermijdbare onveiligheid door het doorvoeren van preventieve maatregelen, onder andere door aan vergunningen voorwaarden te verbinden met het oog op veiligheid;

  • c.

    Preparatie: het daadwerkelijk voorbereiden op de bestrijding van mogelijke aantastingen van de veiligheid binnen het restrisico, onder andere door het opstellen van en het oefenen met aanvals- en rampenbestrijdingsplannen;

  • d.

    Repressie: het bestrijden van onveiligheid en het verlenen van hulp in acute noodsituaties door de daadwerkelijke inzet van hulpverleningsdiensten;

  • e.

    Nazorg: alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale situatie en verhoudingen, onder andere door de opvang van en hulp aan slachtoffers en eigen personeel.

2. Regionaal organisatieplan

Het op grond van artikel 4a van de Brandweerwet 1985 vierjaarlijks door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord vast te stellen plan.

3. Beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding

Het periodiek door de raad vast te stellen “Beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding” waarin de organisatie van de gemeentelijke brandweer, alsmede het daarop van toepassing zijnde beleid en doelstellingen, worden vastgelegd.

4. Jaarplan brandweer

Het jaarlijks door burgemeester en wethouders vast te stellen plan waarin opgenomen de door de gemeentelijke brandweer in een jaar te verrichten activiteiten op basis van het gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding.

5. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord waaraan de gemeente deelneemt en waarvan de regionale brandweer Noord-Holland Noord deel uitmaakt.

Artikel 2: gemeentelijke brandweer

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

  • 2. De gemeentelijke brandweer is onderdeel van de sector bestuurszaken/afdeling burger en bestuur waarvan het beheer is geregeld in de (Algemene Beheersverordening/ Organisatieverordening van de gemeente Koggenland).

Artikel 3: taken gemeentelijke brandweer

  • 1. De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord opgedragen taken, uit de feitelijke uitvoering van de taken van de veiligheidsketen in de eigen gemeente, een en ander overeenkomstig de uitwerking in het ingevolge artikel 4 van deze verordening vast te stellen beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding en in overeenstemming met het regionaal organisatieplan.

  • 2. Andere dan de in lid 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten de zogenaamde dienstverlening, kunnen worden verricht overeenkomstig een vastgestelde tarievenlijst.

Artikel 4: beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding

  • 1. Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per 4 jaar een gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding ter vaststelling voor waarin is beschreven op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken van de veiligheidsketen uitvoering zal worden gegeven. Het beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding omvat in elk geval een omschrijving van de taken en de bedrijfsvoering van de gemeentelijke brandweer, het kwaliteitsniveau waarop deze taken uitgevoerd worden, de beschikbare financiële en personele middelen, de voertuigen, het materieel, de huisvesting en een meerjaren opleidings- en oefenplan.

  • 2. De uitwerking van het beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding vindt plaats in een jaarlijks door burgemeester en wethouders vast te stellen jaarplan brandweer.

Artikel 5: regionale taken

Naast de in artikel 4 van de Brandweerwet 1985 en de in de artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord opgedragen taken, zijn aan de Veiligheidsregio opgedragen de taken van de veiligheidsketen die niet ingevolge artikel 3 van deze verordening zijn opgedragen aan de gemeentelijke brandweer, een en ander overeenkomstig de uitwerking in het regionaal organisatieplan.

Artikel 6: taakuitoefening

  • 1. De repressieve brandbestrijding, de hulpverlening en de overige werkzaamheden geschieden door het beroeps- en vrijwillig personeel;

  • 2. De werkzaamheden, de brandweerzorg betreffende, zijn aan het korps van de gemeentelijke brandweer opgedragen overeenkomstig de regelingen, die de commandant, met inachtneming van het bepaalde in de ze de verordening en de krachtens deze verordening door het college te nemen besluiten, schriftelijk vaststelt. De regelingen behoeven goedkeuring van het college;

  • 3. De in het vorige lid bedoelde regelingen hebben in elk geval betrekking op de alarmering, de uitruk, de blussing van brand, het verlenen van hulp, de bediening en het onderhoud van het materieel, de consignering, alsmede de wachtdiensten en werkzaamheden verband houdende met het voorkomen van brand en het beperken van brandgevaar;

  • 4. Tot de taakuitoefening van het korps van de gemeentelijke brandweer behoort de toetsing aan brandveiligheidseisen in elk geval van verzoeken om:

    • -

      een bouwvergunning krachtens de Woningwet;

    • -

      een vergunning krachtens de Wet Milieubeheer;

    • -

      een gebruiksvergunning krachtens de Bouwverordening;

    • -

      een gebruiksvergunning krachtens de Brandveiligheidverordening;

  • 5. De preventieve brandweerzorg geschiedt door het beroepspersoneel, onverminderd de verplichting van het vrijwillig personeel om hieraan mede te werken, wanneer daarvoor in aanmerking komende zaken aan dit personeel bekend worden.

Artikel 7: Personeel

  • 1.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een adequate personeelsvoorziening ten behoeve van de gemeentelijke brandweer. Het personeel van de gemeentelijke brandweer met repressieve taken bestaat uit:

    • a.

      een commandant

    • b.

      een ondercommandant en ten minste:

    • c.

      2 officieren ten behoeve van de Regionale Regeling Operationele Leiding;

    • d.

      4 postcommandanten

    • e.

      12 bevelvoerders

    • f.

      60 manschappen

  • 2.

    Het vrijwillig personeel bestaat uit ten minste voldoende brandwachten en bevelvoerders teneinde in piketdienst te kunnen beschikken over vijf brandwachten en één bevelvoerende;

  • 3.

    Alle genoemde brandweerfunctionarissen dienen ter vervulling van hun functie te beschikken over de vereiste diploma’s. Dit zoals vastgelegd in het Besluit Brandweerpersoneel, d.d. 3 mei 1991 als richtlijn uigegeven door het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid.

Artikel 7: Personeel

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een adequate personeelsvoorziening ten behoeve van de gemeentelijke brandweer. Het personeel van de gemeentelijke brandweer met repressieve taken bestaat uit: a. een commandant b. een ondercommandant en ten minste: c. 2 officieren ten behoeve van de Regionale Regeling Operationele Leiding; d. 4 postcommandanten e. 12 bevelvoerders f. 60 manschappen

  • 2. Het vrijwillig personeel bestaat uit ten minste voldoende brandwachten en bevelvoerders teneinde in piketdienst te kunnen beschikken over vijf brandwachten en één bevelvoerende;

  • 3. Alle genoemde brandweerfunctionarissen dienen ter vervulling van hun functie te beschikken over de vereiste diploma’s. Dit zoals vastgelegd in het Besluit Brandweerpersoneel, d.d. 3 mei 1991 als richtlijn uigegeven door het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid.

Artikel 8: Materieel

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het zoveel mogelijk in overeenstemming brengen en houden van het materieel van de gemeentelijke brandweer door middel van afspraken die zijn vastgelegd in het organisatieplan van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, zoals dat door het algemeen bestuur is vastgesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de gemeentelijke brandweer worden ondergebracht overeenkomstig de uitgangspunten die zijn vastgelegd in het regionaal organisatieplan.

  • 3. Het rijdende brandweermaterieel van de gemeente Koggenland bestaat uit die voertuigen en bepakkingen die nodig zijn om de vereiste diensten te kunnen verlenen conform de landelijke brandweernorm;

  • 4. Het college bepaalt de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht;

  • 5. Het brandweermaterieel mag door anderen dan de brandweer en voor andere dan brandweerdoeleinden niet gebruikt worden dan met toestemming van het college en onder toezicht van de brandweer.

Artikel 9: bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 10: advisering regionale brandweer

  • 1. Een tussentijdse aanpassing van de taken van de gemeentelijke brandweer en/of de personele en/of materiële sterkte van de gemeentelijke brandweer, die van invloed kunnen zijn op het regionaal beleid, wordt ter advisering voorgelegd aan de commandant van de regionale brandweer.

  • 2. De commandant van de regionale brandweer zal gevraagd worden het advies binnen een termijn van vier weken te verstrekken.

Artikel 11: Slotbepaling

  • 1. De Verordening betreffende organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer vastgesteld op 10 februari 1987 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking één dag na de dag van bekendmaking.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.