Regeling vervallen per 01-01-2020

Fietsenplan

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2019

Intitulé

Fietsenplan

Fietsenplan

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van het fietsenplan wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker: De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1 sub a van de CAR met een betrekkingsomvang van tenminste 20% van een volledige betrekking.

  • b.

    fiets: Een rijwiel zonder hulpmotor of met elektrische hulpmotor die trapondersteuning verleent. Rijwielen met een verbrandingsmotor (bijvoorbeeld snorfiets, Solex en de Spartamet) voldoen niet aan de definitie.

  • c.

    woon-werkverkeer: Onder de afstand van de woning tot de werkplek wordt verstaan de kortste afstand van deur (woning) tot deur (plaats van tewerkstelling).

  • d.

    vakantie-uren: De vergoeding voor vakantie-uren bij uitwisseling tegen geld, zoals gedefinieerd in artikel 4a:1, lid 5 CAR-UWO.

  • e.

    vakantietoelage: De toelage, zoals gedefinieerd in artikel 6:3 CAR-UWO.

Artikel 2 Deelname aan de regeling

Lid 1

Op verzoek van de medewerker verstrekt de gemeente Krimpen aan den IJssel met inachtneming van het hierna bepaalde, ten hoogste eenmaal in de drie jaar aan de medewerker een fiets.

Lid 2

Voorwaarde voor deelname is dat de medewerker de fiets gebruikt op meer dan de helft van de dagen waarop de medewerker reist voor woon-werkverkeer. Desgevraagd dient de medewerker aannemelijk te maken dat hij voldoet aan de gestelde voorwaarde.

Lid 3

Het gebruik van de fiets voor het woon-werktraject wordt in beginsel aannemelijk geacht, indien de afstand tussen de woning van de medewerker en het werk minder dan 15 km bedraagt gemeten volgens de kortste route.

Lid 4

De deelname aan het fietsenplan vangt aan op de factuurdatum.

Artikel 3 Procedure

Lid 1

De medewerker dient een aanvraag in voor deelname aan de regeling via het bestelformulier. Daarin geeft hij aan hoe hij de fiets financiert.

Lid 2

De medewerker vult de intentieverklaring in en ondertekent deze. In de intentieverklaring verklaart hij schriftelijk dat hij in meer dan de helft van de dagen dat de medewerker werkzaamheden verricht, gebruik te maken van de fiets.

Lid 3

Na ondertekening door de teamleider Personeel en Organisatie schaft de medewerker zelf de fiets aan.

Artikel 4 Bedrag fiets

Lid 1

De medewerker mag eenmaal in de drie jaar vanwege fiscale bepalingen voor de aanschaf van een fiets maximaal het bedrag besteden, zoals genoemd in de Fietsregeling van het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.

Lid 2

Bij aanschaf van een duurdere fiets komt het meerdere voor rekening van de medewerker.

Lid 3

Na aanschaf overlegt de medewerker de factuur aan de gemeente. De factuur dient een duidelijke specificatie te omvatten van de aanschafwaarde genoemd in de Fietsregeling van het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst van de fiets, de kosten die gemaakt zijn voor accessoires, de fietsverzekering en de BTW-bedragen. De inruilwaarde van de ‘oude fiets’ mag niet op de factuur staan.

Lid 4

De gemeente betaalt de factuur aan de rijwielhandelaar tot maximaal het onder lid 1 genoemde bedrag. De medewerker betaalt het meerdere rechtstreeks aan de rijwielhandelaar. De eigendom van de fiets wordt onmiddellijk overgedragen aan de medewerker.

Artikel 5 Vergoeding fietsaccessoires

Lid 1

Indien de medewerker een fiets aanschaft met gebruikmaking van deze regeling en aan de gestelde voorwaarden voldoet, kan de medewerker jaarlijks voor de met de fiets samenhangende zaken (fietsaccessoires) een belasting- en premievrij onbelaste vergoeding declareren.

Lid 2

Het maximum te vergoeden bedrag van de fietsaccessoires is gelijk aan het in de Fietsregeling van het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst genoemde bedrag.

Lid 3

De accessoires dienen direct verband te houden de fiets die is aangeschaft in het kader van deze regeling. Onder accessoires kunnen worden verstaan: fietssloten, fietstassen, snelbinders, regenkleding, bandenreparatieset, kilometerteller, fietsonderdelen etc. Ook de kosten van onderhoud en de kosten van een fietsverzekering behoren hiertoe.

Artikel 6 Financiering

Lid 1

Afhankelijk van de keuze van financiële dekking van de medewerker wordt het volgende loonbestanddeel / de volgende bestanddelen tijdelijk verlaagd om de fiets te kunnen financieren:

  • a.

    eenmalige verlaging van de bruto bezoldiging;

  • b.

    verlaging van de bruto bezoldiging voor een periode van maximaal 3 jaar na aanschaf van de fiets;

  • c.

    verlaging van de vergoeding van de verkoop van vakantie-uren voor een periode van maximaal 3 jaar na aanschaf van de fiets met als maximum 32 verlofuren voor een voltijd medewerker. De waarde van de eerste acht verlofuren bedraagt bruto € 151,00. De eventuele restant schuld zal, in één keer of in maandelijkse termijnen van minimaal € 25,00 per maand worden verrekend met het netto salaris.

  • d.

    bij verlaging van de vakantie-uren wordt de omvang van de benodigde tijd berekend op basis van het moment van aanschaf van de fiets.

Lid 2

De verlaging van vakantiedagen en bezoldiging wordt zodanig vastgesteld dat tenminste het minimumloon in de zin van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag en tenminste de minimum aanspraken aan vakantie-uren in de zin van de CAR-UWO resteert.

Artikel 7 Gevolgen van de aanschaf van een fiets

Lid 1

Het inruilen van een deel van de bezoldiging is van invloed op de hoogte van de vakantietoelage.

Lid 2

Het inruilen van (een vergoeding voor) verlofuren heeft geen invloed op de vakantietoelage.

Lid 3

Een combinatie van de onder de vorige leden genoemde mogelijkheden is toegestaan.

Lid 4

Inruil (van een deel van) de bezoldiging heeft wel gevolgen voor de pensioengrondslag (tenzij aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan) premies sociale verzekeringen, uitkeringsgrondslagen, de inkomenafhankelijke bijdrage zorgverzekering en eventuele uitkeringen ingevolge werknemersverzekeringen (WW, WAO en ZW).

Artikel 8 Fiscale voorwaarde

Indien volgens de fiscus de fiets niet of niet in voldoende mate wordt gebruikt voor het woon-werkverkeer, komt een eventuele naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen inclusief eventuele rente en boete voor rekening van de medewerker.

Artikel 9 Aansprakelijkheid

Lid 1

De gemeente Krimpen aan den IJssel aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan de deelnemer, aan hem toebehorende zaken en/of schade aan derden, die voortvloeit uit het gebruik, uit gebreken en/of schade die anderszins verband houden met gebruik van de fiets.

Lid 2

Schade en/of diefstal ontheft de medewerker niet van de verplichting tot (af)betaling.

Artikel 10 Beëindiging

Lid 1

Deelname aan de fietsregeling eindigt:

  • a.

    bij beëindiging van de regeling;

  • b.

    bij overlijden van de medewerker;

  • c.

    na een wijziging welke de overeenkomst in strijd maakt met de huidige of dan geldende wetgeving;

  • d.

    op verzoek van de medewerker.

Lid 2

Bij beëindiging van deelname door de medewerker aan de fietsregeling binnen drie jaar na de aanvang daarvan is de gemeente Krimpen aan den IJssel gemachtigd het resterend bedrag (zonder fiscaal voordeel, dus netto) te verrekenen.

Lid 3

Ingeval van overlijden wordt het restant van het te betalen bedrag kwijtgescholden.

Artikel 11 Declareren en uitbetalen vergoeding accessoires

Medewerkers kunnen jaarlijks, gedurende de periode 15 oktober tot en met 15 november, met gebruikmaking van het “declaratieformulier accessoirevergoeding” onder overlegging van de betalingsstukken de gemaakte kosten declareren bij het team Personeel & Organisatie. In de maand december daaropvolgend vindt uitbetaling van de vergoeding plaats.

Artikel 12 Voorbehoud fiscale wijzigingen

De gemeente Krimpen aan den IJssel behoudt zich het recht voor om in verband met fiscale wijzigingen, de bedragen zoals overeengekomen met een medewerker te verlagen naar het fiscaal toegestane maximum.

Artikel 13 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de gemeentesecretaris een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als Fietsenplan Krimpen aan den IJssel.

Lid 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1999.