DRANK‑ EN HORECAVERORDENING

Geldend van 01-01-1968 t/m heden

Intitulé

DRANK‑ EN HORECAVERORDENING

Nr. 2420, litt. b

De raad der gemeente Krimpen aan den IJssel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 december 1967, no. 2420;

gelet op de artikelen 6, 18, 22 en 45 van de Drank- en Horecawet en de artikelen 168, 199, 203, 205 en 206 van de gemeentewet;

gehoord de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in Zuid-Holland (advies d.d. 1 november 1967) en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam (advies d.d. 27 november 1967, S.5351),

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

DRANK- EN HORECAVERORDENING.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.

Artikel 1

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Drank- en Horecawet;

    • b.

      horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de wet;

    • c.

      horecawerkzaamheid: een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van de wet;

    • d.

      lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet.

  • 2. Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

Artikel 2

De artikelen 1 t/m 4 van de Algemene termijnenwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2. Aanvullende inrichtingseisen

Artikel 3

In een inrichting waarin een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid wordt uitgeoefend mag vóór de toiletten geen voor mannen zowel als vrouwen toegankelijk voorportaal aanwezig zijn.

Artikel 4

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de eis gesteld in artikel 3.

  • 2. Een verzoek om ontheffing wordt schriftelijk ingediend. Het kan zijn vervat in een aanvraag om een vergunning.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen binnen drie maanden nadat het verzoek om ontheffing is ingekomen. Deze beslissing kan zijn vervat in hun beschikking op de aanvraag om de vergunning.

  • 4. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken en gewijzigd.

  • 5. Een besluit waarbij een ontheffing is geweigerd, ingetrokken of gewijzigd, een ontheffing onder beperkingen is verleend of aan een ontheffing voorwaarden zijn verbonden, is met redenen omkleed en wordt aan de verzoeker bij aangetekende brief toegezonden.

Artikel 5

  • 1. Tegen een besluit, als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, kan de betrokkene schriftelijk beroep instellen bij Gedeputeerde Staten.

  • 2. Het beroepschrift wordt binnen vier weken na de dag waarop het besluit is verzonden, ingediend bij burgemeester en wethouders. Dezen zenden het onverwijld door.

  • 3. Het beroep kan zijn vervat in een beroepschrift tegen het weigeren of intrekken van een vergunning.

  • 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt het niet binnen de gestelde termijn besluiten gelijkgesteld met een besluit tot weigering. De beroepstermijn begint alsdan op de dag, volgende op die waarop het besluit uiterlijk had moeten zijn genomen.

Hoofdstuk 2a. Drankverstrekking op terrassen

Artikel 5a

Het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is toegestaan op terrassen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een inrichting waarin een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid wordt uitgeoefend.

Onder terras wordt verstaan een gedeelte van de openbare weg, als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Politieverordening 1974.

Artikel 5b

Het is verboden op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen, die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen.

Artikel 5c

Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende verlicht zijn.

Hoofdstuk 3. Beperking verstrekking sterke drank

Artikel 6

Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten, worden verkocht;

  • b.

    waarin onderwijs wordt gegeven;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of -instellingen;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of –instellingen;

  • e.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

  • f.

    die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein.

Artikel 7

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting, als bedoeld in artikel 6.

Artikel 8

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de verboden, gesteld in de artikelen 6 en 7. Zij beslissen binnen vier weken nadat het verzoek is ingekomen.

  • 2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

  • 3. Een besluit waarbij een ontheffing is geweigerd, een ontheffing onder beperkingen is verleend, aan een ontheffing voorwaarden zijn verbonden, of een ontheffing is ingetrokken of gewijzigd, is met redenen omkleed.

Artikel 9

  • 1. Tegen een besluit, als bedoeld in artikel 8, 3e lid, kan de betrokkene schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad.

  • 2. Het beroepschrift wordt binnen vier weken, na de dag waarop het besluit is verzonden, ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt het niet binnen de gestelde termijn besluiten gelijkgesteld met een besluit tot weigering. De beroepstermijn begint alsdan op de dag, volgende op die waarop het besluit uiterlijk had moeten zijn genomen.

  • 4. De gemeenteraad beslist binnen 2 maanden, nadat het beroepschrift is ingekomen. Hij kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.

Hoofdstuk 4. Dansen

Artikel 10

  • 1. Tegen een besluit waarbij een toestemming ingevolge artikel 22 der wet is geweigerd, een toestemming onder beperkingen is verleend, aan een toestemming voorschriften zijn verbonden of een toestemming is ingetrokken of gewijzigd, kan de betrokkene schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad.

  • 2. Het beroepschrift wordt binnen vier weken na de dag waarop het besluit is verzonden, ingediend bij de burgemeester.

  • 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt het niet binnen de gestelde termijn besluiten gelijkgesteld met een besluit tot weigering. De beroepstermijn begint alsdan op de dag, volgende op die waarop het besluit uiterlijk had moeten zijn genomen.

  • 4. De gemeenteraad beslist binnen twee maanden nadat het beroepschrift is ingekomen. Hij kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.

Hoofdstuk 5. Gebruiksvoorschriften

Artikel 11

Indien zich publiek in een lokaliteit bevindt, moet de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte, gemeten op ongeveer 1 m boven de vloer, over de gehele oppervlakte van die lokaliteit ten minste 10 lux bedragen.

Artikel 12

De voorzieningen, bedoeld in de artikelen 8, 10 en 11 van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet, moeten bruikbaar zijn en in zindelijke staat verkeren.

Artikel 13

Overtreding van een voorschrift, gegeven bij de artikelen 11 en 12, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Artikel 70 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6. Het verstrekken van alcoholvrije drank

Artikel 14

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan de drank. die bij een temperatuur van 15° C voor minder dan 1½ volumenprocent uit alcohol bestaat.

Artikel 15

  • 1. Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethoudersin een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimten vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;

    • c.

      voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 16

  • 1. Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof vermelde ruimten.

  • 3. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand na het overlijden of, indien binnen die termijn ter zake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Artikel 17

Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid, van de wet, worden gesteld aan de bedrijfsleiders en de beheerders.

Artikel 18

  • 1. Het verlof wordt schriftelijk aangevraagd bij burgemeester en wethouders. Deze beslissen binnen drie maanden nadat de aanvraag is ingekomen.

  • 2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 19

  • 1 .

    Burgemeester en wethouders weigeren liet verlof indien niet wordt voldaan aan de in artikel 17 gestelde eisen.

  • 2.

    Zij trekken het verlof in, indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in artikel 17 gestelde eisen;

    • b.

      gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;

    • c.

      zich in het betrokken verlofbedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 3.

    Zij kunnen het verlof intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 18. tweede lid, gestelde beperkingen of voorschriften.

  • 4.

    Een besluit waarbij een verlof is geweigerd of ingetrokken, een verlof onder beperkingen is verleend, of aan een verlof voorschriften zijn verbonden, is met redenen omkleed en wordt aan de verzoeker bij aangetekende brief toegezonden.

Artikel 20

  • 1.

    Tegen een besluit als bedoeld in artikel 19, vierde lid, kan de betrokkene schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad.

  • 2.

    Het beroepschrift wordt binnen vier weken na de dag waarop het b,esluit is verzonden,. ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt het niet binnen de gestelde termijn besluiten gelijkgesteld met een besluit tot weigering. De beroepstermijn begint alsdan op de dag, volgende op die waarop het besluit uiterlijk had moeten zijn genomen.

De gemeenteraad beslist binnen twee maanden nadat het beroepschrift is ingekomen. Hij kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.

Artikel 21

Overtreding van het verbod, gesteld in artikel 15, of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 18, tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Artikel 70 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 22

  • 1. Degenen, die op 31 oktober 1967 een verlof B-bedrijf uitoefenden, worden tot 1 mei 1969 geacht een verlof ingevolge dit hoofdstuk te hebben.

  • 2. Het verbod, gesteld in artikel 15, eerste lid, geldt tot het tijdstip, door de Kroon krachtens artikel 87, tweede lid, van de wet te bepalen, evenmin voor de in dat artikellid bedoelde personen, zolang de aldaar bedoelde uitoefening voortduurt. De tweede zinsnede van genoemd artikellid is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 23

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 24

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Drank- en Horecaverordening.

  • 2.

    Zij treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip, dat voor de onderscheiden hoofdstukken en artikelen verschillend kan zijn.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 29 december 1967.
De secretaris, De voorzitter,