Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent gebiedsontzegging Beleidsregels Gebiedsontzegging (wijkverbod) Krimpen aan den IJssel

Geldend van 06-12-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent gebiedsontzegging Beleidsregels Gebiedsontzegging (wijkverbod) Krimpen aan den IJssel

De burgemeester van Krimpen aan den IJssel;

Overwegende dat:

  • -

    in de gemeente Krimpen aan den IJssel regelmatig overlast plaatsvindt door personen die de openbare orde verstoren en/of zich schuldig maken aan criminaliteit;

  • -

    het gedrag van genoemde personen zich als volgt laat kenschetsen: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drankgebruik en geweldpleging.

  • -

    een gebiedsontzegging (wijkverbod) een maatregel is om de openbare orde in het aangewezen gebied te handhaven, de criminaliteit en overlast terug te dringen en bewoners en passanten hun gevoel van veiligheid terug te geven;

  • -

    de burgemeester bevoegd is om een persoon een gebiedsontzegging (wijkverbod) op te leggen in het belang van: de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of zedelijkheid;

  • -

    op 26 november 2018 de Beleidsregels Gebiedsontzegging (wijkverbod) Krimpen aan den IJssel in werking zijn getreden;

  • -

    de Beleidsregels Gebiedsontzegging (wijkverbod) Krimpen aan den IJssel zijn gebaseerd op artikel 2.78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Krimpen aan den IJssel 2018;

  • -

    de burgemeester op grond van artikel 2.78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Krimpen aan den IJssel 2018 een gebiedsontzegging (wijkverbod) voor de duur van 24 uur kan opleggen;

  • -

    de Algemene Plaatselijke Verordening Krimpen aan den IJssel 2018 (hierna: APV) op ….. 2018 in werking is getreden;

  • -

    de burgemeester op grond van artikel 2:78 APV bevoegd is om een gebiedsontzegging (wijkverbod) voor de duur van 72 uur op te leggen;

  • -

    het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor de toepassing van artikel 2:78 APV;

gelet op artikel 2:78 van de APV en de artikelen 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels Gebiedsontzegging (wijkverbod) Krimpen aan den IJssel

Artikel 1 Opleggen gebiedsontzegging (wijkverbod)

  • 1. De burgemeester kan bij de volgende strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen binnen de gemeentegrenzen een gebiedsontzegging (wijkverbod) op grond van artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening Krimpen aan den IJssel 2018 (APV) opleggen.

Artikel 2:1 APV Samenscholing en ongeregeldheden

Artikel 2:9 APV Straatartiest

Artikel 2:44 APV Vervoer van inbrekerswerktuigen

Artikel 2:47 APV Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

Artikel 2:48 APV Verboden drankgebruik

Artikel 2:49 APV Verboden gedrag bij of in gebouwen

Artikel 2:50 APV Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten

Artikel 2:74 APV Drugshandel op straat

Artikel 2:74a APV Openlijk drugsgebruik

Artikel 2:74b APV Weggooien van spuiten e.d.

Artikel 2:78, lid 5 APV Verbod zich te gedragen in strijd met gebiedsontzegging (wijkverbod)

Artikel 3:19 APV Straatprostitutie

Artikel 4:8 APV Natuurlijke behoefte doen

Artikel 5:15 APV Ventverbod

Artikel 2 Opiumwet Verkopen enz. van harddrugs

Artikel 3 Opiumwet Verkopen enz. van softdrugs

Artikel 137c Wetboek van Strafrecht Belediging groep mensen

Artikel 141 Wetboek van Strafrecht Openlijke geweldpleging

Artikel 142 Wetboek van Strafrecht Vals alarm

Artikel 143 Wetboek van Strafrecht Verhindering vergadering

Artikel 144 Wetboek van Strafrecht Verstoring vergadering

Artikel 184 Wetboek van Strafrecht Negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel

Artikel 239 Wetboek van Strafrecht Schennis van de eerbaarheid

Artikel 266 jo. 267 Wetboek van Strafrecht Belediging van ambtenaar in functie

Artikel 285 Wetboek van Strafrecht Bedreiging

Artikel 300-303 Wetboek van Strafrecht Mishandeling

Artikel 350 Wetboek van Strafrecht Vernieling of beschadiging

Artikel 351 Wetboek van Strafrecht Vernieling of beschadiging

Artikel 424 Wetboek van Strafrecht Straatschenderij

Artikel 426-427 W Wetboek van Strafrecht Overtredingen betreffende algemene veiligheid

Artikel 453 Wetboek van Strafrecht Openbare dronkenschap

Artikelen 13, 26 of 27 Wet wapens en munitie Dragen verboden wapens

  • 1.

    Ingeval van uitsluitend het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in artikel 2 of 3 Opiumwet kan slechts een gebiedsontzegging (wijkverbod) worden opgelegd, indien de aangetroffen hoeveelheid meer is dan die waarbij volgens de daarvoor geldende richtlijn politiesepot wordt toegepast.

  • 2.

    Een gebiedsontzegging (wijkverbod) geldt voor het gebied waarbinnen de in het eerste lid genoemde gedraging heeft plaatsgevonden. Indien de gedraging heeft plaatsgevonden tijdens een B- of C-evenement legt de burgemeester een verbod op, waarbij voor het gebied aansluiting wordt gezocht bij het evenemententerrein, dan wel het gebied waar het evenement plaatsvindt.

  • 3.

    Voordat een gebiedsontzegging (wijkverbod) wordt opgelegd ontvangt een persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging genoemd in het eerste lid een schriftelijke waarschuwing. In deze waarschuwing staat het beleid ten aanzien van de gebiedsontzegging (wijkverbod) uitgelegd. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Krimpen aan den IJssel voor de duur van 6 maanden.

  • 4.

    Indien ten aanzien van een persoon voor de eerste maal binnen 6 maanden na de waarschuwing, een gedraging genoemd in het eerste lid wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende 72 uur te bevinden op een in het verbod aangewezen gebied. Bij overtreding van een gebiedsontzegging (wijkverbod) wordt een proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 2:78, eerste lid, van de APV.

  • 5.

    Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een gebiedsontzegging (wijkverbod) in hetzelfde gebied voor de tweede maal schuldig maakt aan een gedraging genoemd in het eerste lid, wordt conform het bepaalde in artikel 2:78, tweede lid, van de APV een verbod opgelegd om zich gedurende het in artikel 6 genoemde tijdvak te bevinden in het verbod genoemde gebied, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden. Bij overtreding van een gebiedsontzegging (wijkverbod) wordt een proces-verbaal op grond van artikel 2:78, tweede lid, van de APV, opgemaakt.

  • 6.

    De in het derde, vierde en vijfde lid beschreven procedure geldt niet als de gedraging zich voordoet bij een evenement. In dat geval kan de burgemeester direct een gebiedsontzegging (wijkverbod) opleggen, zonder dat een persoon eerst wordt gewaarschuwd. Er moet dan sprake zijn van een ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde tijdens dit evenement. Voor een evenement wordt een verbod opgelegd voor de buurt(en) waarin het evenemententerrein is gelegen, dan wel waar het evenement plaatsvindt gedurende de duur van het evenement met een maximum van 72 uur.

  • 7.

    Gedurende de looptijd van de gebiedsontzegging (wijkverbod) kan slechts één keer een nieuwe gebiedsontzegging (wijkverbod) worden opgelegd.

Artikel 2 Procedure gebiedsontzegging (wijkverbod)

  • 1. De betrokkene wordt mondeling of schriftelijk in kennis gesteld van een voornemen tot oplegging van een gebiedsontzegging (wijkverbod).

  • 2. De betrokkene krijgt de gelegenheid om zijn zienswijze op het voornemen in te dienen. Van deze termijn kan in spoedeisende gevallen worden afgeweken.

  • 3. Als het voornemen tot het opleggen van een gebiedsontzegging (wijkverbod) betrekking heeft op een minderjarige, worden tenminste de ouders of voogd van de minderjarige uitgenodigd om hun zienswijze kenbaar te maken.

  • 4. Aan de leden 1 tot en met 3 wordt, conform het bepaalde in artikel 4:11 van de Algemene wet bestuursrecht, geen toepassing gegeven, indien:

    • a.

      de vereiste spoed zich daartegen verzet;

    • b.

      de belanghebbende reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan, of

    • c.

      het met de beschikking beoogde doel slechts kan worden bereikt indien de belanghebbende daarvan niet reeds tevoren in kennis is gesteld.

  • 5. Een besluit tot oplegging van een gebiedsontzegging (wijkverbod) wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt of aan de betrokkene toegezonden. De gedragingen waarop de gebiedsontzegging (wijkverbod) is gebaseerd, worden meegedeeld en schriftelijk vastgelegd in een proces-verbaal, alsmede voor welk tijdvak en gebied de gebiedsontzegging (wijkverbod) geldt en een eventueel ingediende zienswijze. Tevens wordt een kaart uitgedeeld van het gebied waarop de gebiedsontzegging (wijkverbod) betrekking heeft.

  • 6. Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, wordt in het besluit tot oplegging van de gebiedsontzegging (wijkverbod) een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Betrokkene toont zelf aan dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden. Deze belangen liggen doorgaans in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, onderwijs, bezoek aan een (huis)arts, advocaat of hulpverleningsinstantie.

Artikel 3 Inwerkingtreding en cumulatie

  • 1. Een gebiedsontzegging (wijkverbod) treedt in werking op het moment dat het besluit aan de betrokkene is uitgereikt.

  • 2. Als gedurende de looptijd van gebiedsontzegging (wijkverbod) een nieuwe gebiedsontzegging (wijkverbod) wordt opgelegd, gaat de termijn van de nieuwe gebiedsontzegging (wijkverbod) in op het moment dat de eerdere gebiedsontzegging (wijkverbod) is geëindigd.

Artikel 4 Dossiervorming en verslaglegging

  • 1. Indien bezwaar is gemaakt tegen het besluit tot oplegging van een gebiedsontzegging (wijkverbod), levert de politie een (kopie)dossier aan bij de afdeling Vergunningverlening en Handhaving, team Veiligheid en APV, van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Het dossier bevat in ieder geval:

    • -

      een voorblad met contactgegevens van de behandelend ambtenaar;

    • -

      de waarschuwing en het onderliggende proces-verbaal van het strafbare feit. In het proces-verbaal is tevens de zienswijze van de betrokkene vastgelegd;

    • -

      de na het uitreiken van de waarschuwing opgemaakte ondertekende processen-verbaal van de in artikel 6 genoemde strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen die hebben geleid tot de gebiedsontzeggingen (wijkverboden) en de zienswijze van betrokkene;

    • -

      alle opgelegde gebiedsontzeggingen (wijkverboden);

    • -

      alle processen-verbaal inzake het negeren van de gebiedsontzegging (wijkverbod);

    • -

      het gebied waarvoor een gebiedsontzegging (wijkverbod) is opgelegd.

  • 2. De politie houdt een registratie bij van de in het eerste lid genoemde documenten.

  • 3. Een dossier dat bij het Openbaar Ministerie wordt aangeleverd bevat naast de in het eerste lid genoemde documenten, een afschrift van deze beleidsregels en de bekendmaking van de APV en de publicatie van het mandaat aan de politie.

Artikel 5 Informatieplicht

  • 1. De politiechef informeert de burgemeester door middel van een kwartaalrapportage over alle uitgereikte waarschuwingen en opgelegde gebiedsontzeggingen (wijkverboden).

  • 2. Indien een gebiedsontzegging (wijkverbod) is opgelegd bij een evenement, wordt de burgemeester direct na het evenement geïnformeerd.

  • 3. Het Openbaar Ministerie informeert de burgemeester door middel van een jaarrapportage over het aantal dossiers en de wijze waarop de gebiedsontzeggingen (wijkverboden) zijn afgedaan.

  • 4. De burgemeester informeert het Openbaar Ministerie en de politiechef over een ingediend bezwaar tegen een gebiedsontzegging (wijkverbod) en over de beslissing op bezwaar.

Artikel 6 Duur van het gebiedsverbod (wijkverbod)

  • 1. De duur van het gebiedsverbod (wijkverbod) bedraagt:

    1e constatering

    waarschuwing

    2e constatering

    72 uur

    3e constatering

    14 dagen

    4e constatering

    30 dagen

    Iedere verdere constatering indien alleen sprake is van een overlastgevende gedraging 8 weken, verlenging steeds met 8 weken tot een periode van maximaal 6 maanden

  • 2. Een B-evenement is een evenement met een verhoogd risico, waarbij sprake is van een verhoogde impact op de omgeving en/of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Een C-evenement is een risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving/regio en/of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Ten aanzien van B- en C-evenementen geldt onderstaande kolom:

    1e constatering en een ernstige vrees voor een verdere verstoring van de openbare orde tijdens het evenement

    duur van het evenement met een maximum van 3 dagen

  • 3. De burgemeester kan, afhankelijk van de veiligheidssituatie op de locatie, de strafbare feiten die de overlastgever heeft gepleegd en de termijn waarbinnen deze feiten zijn gepleegd, ervoor kiezen om de overlastgever aan te pakken op grond van artikel 172a Gemeentewet. Er dient sprake te zijn van herhaaldelijk overlastgevend dan wel ordeverstorend gedrag binnen een termijn van 13 maanden.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Gebiedsontzegging (wijkverbod) Krimpen aan den IJssel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 26 november 2018,

De burgemeester van Krimpen aan den IJssel,

M.W. Vroom

Toelichting

Een gebiedsontzegging (wijkverbod) kan worden opgelegd aan personen die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten en eenmaal gewaarschuwd zijn door een BOA of de politie. De duur van een gebiedsontzegging (wijkverbod) bedraagt maximaal 8 weken. Cumulatie van gebiedsontzegging (wijkverbod) behoort tot de mogelijkheden met een maximum van 6 maanden.

Artikel 2:78 APV maakt het mogelijk na een waarschuwing bij (lichte) ordeverstorende gedragingen direct een gebiedsontzegging (wijkverbod) voor zeer korte duur op te leggen. Op grond van de APV kan direct worden opgetreden wanneer een maatregel op dat moment in dat gebied noodzakelijk wordt geacht voor het herstel van de openbare orde. Een gebiedsontzegging (wijkverbod) is daarom mogelijk bij een op dat moment manifesterend probleem, mits de betrokkene eerder is gewaarschuwd en hij in de gelegenheid is gesteld zijn gedrag te verbeteren, dan wel het gebied waar het ordeverstorende gedrag heeft plaatsgehad te verlaten. Mede doordat de bevoegdheid wordt gemandateerd aan de politie is direct optreden bij openbare orde problemen op deze manier mogelijk en proportioneel gelet op de duur van de regel.

Het opleggen van een gebiedsontzegging (wijkverbod) betekent niet dat geen strafrechtelijk vervolg door het Openbaar Ministerie kan plaatsvinden tegen de gepleegde strafbare feiten.

In deze beleidsregels geeft de burgemeester aan op welke wijze hij van zijn bevoegdheid tot het opleggen van een gebiedsontzegging (wijkverbod) gebruik zal maken.