Regeling vervallen per 05-04-2022

Indicatieprotocol Hulp bij Huishouden gemeente Krimpenerwaard 2015

Geldend van 03-05-2016 t/m 04-04-2022

Intitulé

Indicatieprotocol Hulp bij Huishouden gemeente Krimpenerwaard 2015

1. HULP BIJ HET HUISHOUDEN

Wanneer er sprake is van een langdurig disfunctioneren van het huishouden kan hulp bij het huishouden als maatwerkvoorziening worden ingezet binnen de Wmo. Dit kan gedeeltelijke of volledige overname zijn van huishoudelijke taken. Oorzaken van dit disfunctioneren zijn een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem. Het resultaat is een gestructureerd huishouden.

Hulp bij het huishouden richt zich op de volgende onderdelen:

» boodschappen doen voor het dagelijkse leven

» broodmaaltijd bereiden

» warme maaltijd bereiden

» licht huishoudelijk werk

» zwaar huishoudelijk werk

» wasverzorging

» dagelijkse organisatie van het huishouden

2. BEOORDELING

Voor het verstrekken van de voorziening worden, conform de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Krimpenerwaard 2015 en de nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Krimpenerwaard 2015, de volgende zaken onderzocht:

  • 1.

    Is er sprake van aantoonbare beperkingen op grond van een aandoening, beperking, handicap, chronische psychische of psychosociale probleem?

    Vaststelling vindt plaats op objectieve wijze en kan ondersteund worden door een medische beoordeling. Voor bepaalde aandoeningen waarbij behandelmogelijkheden zijn, kan de inzet van hulp bij het huishouden anti-revaliderend werken. Dit moet worden vastgesteld door de medische adviseur. Echter, hulp bij het huishouden kan wél ingezet worden tijdens een behandeling en/of revalidatie als de verwachting is dat de behandeling lang dan zes maanden duurt.

  • 2.

    Zijn er mogelijkheden van de cliënt om met eigen oplossingen zijn probleem te compenseren?

    Dit wordt vastgelegd in de rapportage. Allereerst eigen kracht, "gebruikelijke hulp", dan inzet van het sociaal netwerk en daarna voorliggende of algemene voorzieningen.

  • 3.

    Zijn er voorliggende voorzieningen?

    Indien er sprake is van wettelijk voorliggende, algemene of algemeen gebruikelijke voorzieningen, dan is er geen recht op een individuele voorziening in het kader van de Wmo. Inzet van particuliere huishoudelijke hulp geldt als voorliggende voorziening, tenzij er in de financiële situatie van de aanvrager iets is veranderd (bijvoorbeeld verlies van baan ten gevolge van beperking) waardoor de aanwezige particuliere huishoudelijke hulp niet gecontinueerd kan worden. Enkel dan kan aanspraak worden gemaakt op de voorziening hulp bij het huishouden. Ook wanneer de particuliere hulp stopt om welke reden dan ook, en de hulpvraag blijft bestaan, kan er geen aanspraak worden gemaakt op de voorziening hulp bij het huishouden. De particuliere hulp wordt dan als voorliggend gezien. Immers, er is geen sprake van meerkosten.

3. GEBRUIKELIJKE HULP

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verplicht de gemeente te onderzoeken of burgers met gebruikelijke hulp hun zelfredzaamheid kunnen verbeteren. De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 omschrijft gebruikelijke hulp als: "hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten". De wet omschrijft niet wat de algemeen aanvaarde opvattingen zijn. De gemeente Krimpenerwaard heeft deze normen in dit hoofdstuk omschreven.

Als tot de leefeenheid, waar de cliënt deel van uit maakt, één of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten is er geen aanspraak op hulp bij het huishouden. Deze restrictie heet gebruikelijke hulp, hetgeen wil zeggen dat huisgenoten worden geacht elkaar ondersteuning te bieden, omdat zij als leefeenheid een gemeenschappelijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden.

Het principe van gebruikelijke hulp heeft een verplichtend karakter en hierbij wordt géén onderscheid gemaakt op basis van sekse, religie, cultuur, gezinssamenstelling, de wijze van inkomensverwerving, drukke werkzaamheden/lange werkweken of persoonlijke opvattingen over het verrichten van huishoudelijke taken.

Redenen als 'niet gewend zijn om' of 'geen huishoudelijke werk willen en/of kunnen verrichten' leiden niet tot een aanspraak. In die situaties kan in 2015 en 2016 gebruik worden gemaakt van de Huishoudelijke Hulp Toelage voor het aanleren hiervan.

3.1 DEFINITIES

Definitie huisgenoot: "Ieder persoon met wie de zorgvrager duurzaam een gemeenschappelijke huishouding voert".

Definitie leefeenheid: "Alle bewoners van één adres die een gemeenschappelijk duurzaam huishouden voeren". Hierbij worden ook inbegrepen de ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/ of met kinderen samenwonen.

Definitie duurzaam huishouden: "Alle huisgenoten met een gezamenlijke huisvesting, die samen bijdragen in de kosten van huishouding dan wel het op een andere wijze in elkaars verzorging voorzien".

3.2 GEBRUIKELIJKE HULP DOOR (JONGE) HUISGENOTEN

Gebruikelijke hulp houdt in dat er zowel van volwassenen als jonge huisgenoten een bijdrage wordt verlangd in het huishouden. Hierbij dient echter wel rekening te worden gehouden met de ontwikkelingsfase van kinderen. Voor gezonde jonge huisgenoten geldt:

» Huisgenoten tot 5 jaar leveren geen bijdrage aan het huishouden

» Huisgenoten van 5 tot en met 12 jaar worden naar eigen mogelijkheden betrokken bij lichte huishoudelijke werkzaamheden (bv. opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/ afdrogen, een boodschap doen en kleding in de wasmand gooien)

» Huisgenoten van 13 tot en met 17 jaar kunnen helpen bij lichte huishoudelijke werkzaamheden (bv. opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, een boodschap doen, kleding in de wasmand gooien) en hun eigen kamer op orde houden (rommel opruimen, stofzuigen en bed verschonen)

» Huisgenoten van 18 tot en met 22 jaar kunnen een eenpersoonshuishouden voeren. Dit wil zeggen; 2 uur uitstelbare taken en 3 uur niet uitstelbare taken per week. Onder uitstelbare taken wordt verstaan; boodschappen doen, zwaar huishoudelijk werk en wasverzorging. Onder niet-uitstelbare taken wordt verstaan; maaltijden verzorgen, licht huishoudelijk werk, gezonde kinderen opvangen/verzorgen en dagelijkse organisatie van het huishouden voeren

» Huisgenoten vanaf 23 jaar kunnen de huishoudelijke taken volledig overnemen wanneer de cliënt uitvalt.

3.3 ZORGPLICHT VOOR KINDEREN

Ouders hebben een zorgplicht voor hun kinderen. Zij dienen te zorgen voor de opvoeding van hun kinderen, het zorgen voor hun geestelijke en lichamelijke welzijn en het bevorderen van de ontwikkeling van hun persoonlijkheid als ook zorg bij kortdurende ziekte. De hoeveelheid zorg is afhankelijk van de leeftijd en ontwikkeling van het kind (zie onderstaande opsomming). Bij uitval van één van de ouders dient de andere ouder de zorg voor de kinderen over te nemen. Waarbij van hen wordt verwacht dat zij maximaal zoeken naar eigen oplossingen: zorgverlof, mantelzorg en andere voorliggende voorzieningen. De zorgplicht vervalt niet bij echtscheiding of beëindigen van de relatie, maar er dient wel rekening gehouden te worden met de eventueel door de rechtbank vastgelegde afspraken. Zorgplicht voor gezonde kinderen:

» Kinderen van 0 tot en met 4 jaar:

  • -

    kunnen niet zonder toezicht van volwassenen

  • -

    moeten volledig verzorgd worden; aan- en uitkleden, eten en wassen

  • -

    zijn tot 4 jaar niet zindelijk

  • -

    hebben begeleiding nodig bij hun sport/spel- en vrijetijdsbesteding, hebben dit niet in verenigingsverband

  • -

    zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven

» Kinderen van 5 tot en met 11 jaar:

  • -

    kunnen niet zonder toezicht van volwassenen

  • -

    hebben toezicht nodig (en nog maar weinig hulp) bij hun persoonlijke verzorging

  • -

    zijn overdag zindelijk en 's nachts merendeel ook

  • -

    sport- en hobbyactiviteiten in verenigingsverband, gemiddeld 2x per week

  • -

    hebben bij hun vrijetijdsbesteding alleen begeleiding nodig in het verkeer wanneer zij van en naar hun activiteiten gaan

  • -

    hebben vanaf 5 jaar een reguliere dagbesteding op school, oplopen van 22 tot 25 uur per week

» Kinderen van 12 tot en met 17 jaar:

  • -

    hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen; kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden, kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden, kunnen vanaf 18 zelfstandig wonen

  • -

    hebben geen hulp (en maar weinig toezicht) nodig bij hun persoonlijke verzorging

  • -

    sport- en hobbyactiviteiten in verenigingsverband, onbekend aantal keer per week

  • -

    hebben bij hun vrijetijdsbesteding geen begeleiding nodig in het verkeer

  • -

    hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding

3.4 UITZONDERINGEN BIJ BIJZONDERE TYPEN LEEFSITUATIES

Bij een aantal typen leefsituaties wordt anders omgegaan met het begrip duurzaam huishouden, waardoor er mogelijk geen/beperkt sprake zal zijn van gebruikelijke hulp:

» Kamer huren bij cliënt:

Als een cliënt een kamer verhuurt aan een derde wordt de huurder niet tot de leefeenheid gerekend. De huurder wordt in staat geacht de gehuurde ruimte(n) schoon te houden en een evenredige bijdrage te leveren aan gezamenlijke ruimten. In de berekening van de omvang van de hulp wordt het schoonmaken van gehuurde ruimte(n) dus niet meegerekend.

» Geclusterd wonen:

Denk hierbij aan Thomashuizen of het "op kamers wonen". Een cliënt woont zelfstandig, met meerdere mensen in één huis zonder hiermee een leefeenheid te vormen. Met andere woorden; de cliënt vormt geen duurzaam huishouden met de huisgenoten. In dergelijke situaties heeft men in ieder geval wel een eigen woon/slaapkamer en de overige ruimten worden in meer of mindere mate gemeenschappelijk gebruikt. In de berekening van deomvang van hulp wordt het schoonmaken van de eigen woonruimte(n) en slechts een evenredig deel van de gemeenschappelijke ruimten meegerekend.

» Leef- en woongemeenschappen:

Een cliënt woont zelfstandig met meerdere mensen in één gebouw én vormt hiermee wel een leefeenheid. Met andere woorden; cliënt vormt een duurzaam huishouden met de huisgenoten. Vrijwel alle leefgemeenschappen kennen een of meer gezamenlijke bindende factoren, meestal met een religieuze of spirituele inhoud. Een voorbeeld hier van zijn kloostergemeenschappen waarbij er sprake is van een leefeenheid, maar de taakverdeling zich niet leent voor overname. In die situaties kan een cliënt hulp krijgen voor het schoonmaken van de eigen kamer en een evenredig deel van het schoonmaken van de gemeenschappelijke ruimten die vallen binnen het niveau van de sociale woningbouw. Bibliotheken, gebedsruimten etc. vallen buiten het niveau van de sociale woningbouw en behoren daardoor tot de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenschap.

3.5 UITZONDERINGEN VOOR GEBRUIKELIJKE HULP

In een aantal situaties waarbij er sprake is van een duurzaam huishouden mag er worden afgeweken van het principe van gebruikelijke hulp:

» Medisch geobjectiveerde aandoening:

Als uit objectief onderzoek blijkt dat een huisgenoot aantoonbare beperkingen heeft op grond van een aandoening, beperking, handicap of probleem, waardoor redelijkerwijs de taken niet overgenomen kunnen worden, is gebruikelijke hulp niet van toepassing.

» Ouderen met een hoge leeftijd:

Indien een huisgenoot een dusdanig hoge leeftijd heeft bereikt dat het aanleren van nieuwe taken redelijkerwijs niet meer kan worden verwacht, kan dit leiden tot overname van de zware huishoudelijke taken die anders tot de gebruikelijke hulp zouden worden gerekend.

» Fysieke afwezigheid in verband met werk:

Er wordt geen rekening gehouden met drukke werkzaamheden, lange werkweken of veel reistijd. Over het algemeen kan alleen rekening worden gehouden met personen die vanwege hun werkzaamheden langdurig van huis zijn. Dit is bijvoorbeeld bij internationaal vrachtwagenchauffeurs, medewerkers in de off-shore of mariniers. Het gaat namelijk te ver deze mensen te dwingen een andere baan of functie te zoeken.

De afwezigheid dient echter wel te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • -

    het is inherent aan het werk;

  • -

    heeft een verplichtend karakter;

  • -

    en is voor een aaneengesloten periode van tenminste 7 etmalen

4. NORMERING HUISHOUDELIJKE TAKEN

Voor de hulp bij het huishouden zijn normtijden ontwikkeld waarin voor elke huishoudelijke taak een bepaald aantal minuten staat per week. Van deze normtijden mag afgeweken worden, mits dit wordt gemotiveerd.

De volgende uitgangspunten gelden bij normtijden:

  • -

    Ten behoeve van de normtijden niet uitgaan van de werkelijke grootte van de woning maar alleen van de dagelijks in gebruik zijnde kamers. Het betreft de woonkamer, slaapkamer(s) en hobby-/ werkkamer(s). Er wordt daarbij vanuit gegaan dat een badkamer altijd aanwezig is.

  • -

    Alleen de kamers die in gebruik zijn, worden schoongehouden.

  • -

    Met kamers wordt de hoeveelheid ruimtes in een woning bedoeld exclusief de keuken, badkamer en toilet. Bijvoorbeeld: 2 kamerwoning = woonkamer en 1 slaapkamer, 4 kamerwoning = woonkamer en 3 slaapkamers.

  • -

    Het verzorgen van huisdieren en planten valt binnen de marges van de normtijden.

5. NORMTIJDEN

5.1 Zwaar huishoudelijk werk

Omschrijving

  • -

    stofzuigen

  • -

    dweilen

  • -

    sanitair schoonmaken

  • -

    keuken schoonmaken

  • -

    deuren afsoppen

  • -

    ramen wassen (binnen)

  • -

    beddengoed verschonen.

Normtijd

  • -

    Eenpersoonshuishouden 90 minuten

  • -

    Meerpersoonshuishouden, woning á 3 kamers in gebruik 90 minuten

  • -

    Meerpersoonshuishouden, woning > 3 kamers in gebruik 120 minuten

Factoren meer hulp

  • -

    Psychogeriatrische problematiek/ gedragsproblematiek/ psychische problematiek, waardoor extra vervuiling 30 minuten

  • -

    Allergie of aandoening aan de luchtwegen in een gesaneerde woning 30 minuten

  • -

    Hoge vervuilingsgraad, als gevolg van beperkingen, niet door de bestaande leefwijze 30 minuten

Bijzonderheden

  • -

    Voor de verzorging van dieren wordt geen extra tijd berekend. Ook voor extra huishoudelijk werk als gevolg van een huisdier wordt geen tijd berekend. Het hebben van een huisdier betreft een eigen keuze. Enkel voor een hulpdier kan extra tijd gerekend worden.

  • -

    Wanner iemand een gecombineerde slaap- en woonkamer heeft wordt de tijd gehalveerd.

5.2 Licht huishoudelijk werk

Omschrijving

  • -

    Stof afnemen/ragen

  • -

    Opruimen

  • -

    Bed opmaken

Normtijd

  • -

    Eenpersoonshuishouden 30 minuten

  • -

    Meerpersoonshuishouden, woning á 3 kamers in gebruik 30 minuten

  • -

    Meerpersoonshuishouden, woning > 3 kamers in gebruik 30 minuten

Factoren meer hulp

  • -

    Kind(eren) < 12 jaar 30 minuten

  • -

    Psychogeriatrische problematiek / gedragsproblematiek / psychische problematiek 30 minuten

  • -

    Allergie of aandoening aan de luchtwegen in een gesaneerde woning 30 minuten

Bijzonderheden

  • -

    Wanneer iemand de lichte taken op heuphoogte nog zelfstandig uit kan voeren, wordt slechts de helft van de normtijd gerekend, namelijk 15 minuten.

  • -

    Wanneer iemand een gecombineerde slaap- en woonkamer heeft wordt de tijd gehalveerd.

  • -

    Wanneer de cliënt in het geheel niet in staat is de afwas te doen, kan hiervoor apart worden geïndiceerd als volgt:

5.3 Eventueel behorend bij licht huishoudelijk werk: De afwas doen

Omschrijving

  • -

    De afwasmachine in/uitruimen

  • -

    De vaat opruimen

Normtijd

  • -

    Eenpersoonshuishouden 15 minuten per keer, max. 2 maal per week

  • -

    Meerpersoonshuishouden 15 minuten per keer, max. 2 maal per week

5.4 Wasverzorging

Omschrijving

  • -

    kleding sorteren

  • -

    kleding in de wasmachine doen

  • -

    kleding ophangen/afhalen

  • -

    kleding in de droger doen

  • -

    vouwen van kleding

  • -

    kleding in de kast leggen

Normtijd

  • -

    Eenpersoonshuishouden 30 minuten

  • -

    Meerpersoonshuishouden 30 minuten

Factoren meer hulp

  • -

    Vanaf derde persoon 30 minuten (max. 60 min)

  • -

    Bedlegerige cliënten 30 minuten

  • -

    Extra bewassing i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies etc 30 minuten

5.5 Strijken

Omschrijving

  • -

    strijken van kleding

Normtijd

  • -

    Eenpersoonshuishouden 30 minuten

  • -

    Meerpersoonshuishouden 60 minuten

Factoren meer hulp

  • -

    Kind(eren) < 16 jaar Maatwerk

  • -

    Extra bewassing i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies etc Maatwerk

Bijzonderheden

Strijken van de bovenkleding is opgenomen in de normtijd. Extra tijd voor strijken van onderkleding en/of beddengoed is alleen mogelijk indien dit medisch noodzakelijk is. Er wordt vanuit gegaan dat extrawas als gevolg van bedlegerigheid, extra bewassing etc. niet leidt tot meer strijkwerk. Cliënt heeft ookeen verantwoordelijkheid in het aanschaffen van kleding die niet of nauwelijks gestreken hoeft teworden.

5.6 Boodschappen voor het dagelijkse leven doen

Omschrijving

  • -

    Boodschappenlijst samenstellen

  • -

    Boodschappen inkopen

  • -

    Boodschappen opslaan

Normtijd

  • -

    60 minuten per week

Factoren meer hulp

  • -

    Leefeenheid > 4 personen 60 minuten

  • -

    Afstand tot dichtstbijzijnde winkel is > 5 kilometer 30 minuten

5.7 Bereiding broodmaaltijd/ warme maaltijd

Omschrijving broodmaaltijd:

  • -

    Broodmaaltijd bereiden (smeren)

  • -

    Broodmaaltijd klaar zetten, tafel dekken

  • -

    Koffie/thee zetten

Omschrijving warme maaltijd:

  • -

    Voorbereiden

  • -

    Koken

Normtijd broodmaaltijd

  • -

    15 minuten per keer, maximaal 1x per dag

Normtijd warme maaltijd

  • -

    Maximaal 30 minuten per dag

Factoren meer hulp

  • -

    Kind(eren) < 12 jaar 20 minuten

Bijzonderheden

  • -

    Indicatie t.b.v. broodmaaltijd wordt in zeer uitzonderlijke situatie afgegeven.

5.8 Dagelijkse organisatie van het huishouden (HH3)

Omschrijving

  • -

    Organisatie van huishoudelijke activiteiten

  • -

    Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden

Normtijd

  • -

    30 minuten

Factoren meer hulp

  • -

    Kind(eren) < 16 jaar 30 minuten

  • -

    Psychogeriatrische problematiek / gedragsproblematiek / psychisch (sociale) problematiek 30 minuten

  • -

    Communicatieproblemen als gevolg van beperkingen, niet door een taalbarrière 30 minuten

6. AFBAKENING HULP BIJ HET HUISHOUDEN EN BEGELEIDNG

Hulp bij het huishouden gaat om het overnemen van huishoudelijke taken, al dan niet incombinatie met het overnemen van de organisatie van dezetaken". Wanneer de aanvragerdeze huishoudelijke hulp wel zelf kanuitvoeren, maar iemand anders moet toezien/stimulerenen de hulpverlener moet tijdens het uitvoeren van deze huishoudelijke taken aanwezig zijn,dan behoort deze ondersteuning tot hulp bij het huishouden. Dit geldt ook wanneer deaanvrager deze huishoudelijke taken soms wel of soms niet zelf kan uitvoeren.

In het geval de hulp bij de regie/structuur van het huishouden zich richt op het plannen,stimuleren en voorbespreken van deze huishoudelijke taken, waarna de aanvrager die takendan zelf uitvoert, dan kan deze hulp een aanspraakzijn op begeleiding. De aanvrager zal in demeeste gevallen beperkingen hebben op meerdere levensgebieden.

7. AFBAKENING HULP BIJ HET HUISHOUDEN EN EEN WLZ INDICATIE (ZZP)

Cliënten die zorg middels een indicatie voor verblijfszorg ontvangen op grond van de Wetlangdurige zorg (Wlz) hebben een aantal keuzes om deze zorg te verzilveren. Afhankelijk vandeze keuze valt de hulp bij het huishouden óf onder de Wmo óf onder de Wlz. Schematisch zijnde volgende mogelijkheden aanwezig:

Wlz indicatie

1.Opname in instelling

2.VPT

3.PGB

4.MPT

5.Overbrugging

2015

Wlz

Wlz

Wlz

Wmo

Wmo

2016

Wlz

Wlz

Wlz

Wlz

Wlz

  • 1.

    Opname in een verblijfssetting (Zorg in natura)

    Cliënt verzilvert het Wlz indicatie en woont in een intramurale voorziening (eenverblijfssetting). Omdat de cliënt in een Wlz instelling woont wordt de hulp bij het huishoudengefinancierd vanuit de Wlz.

  • 2.

    Volledig Pakket Thuis (VPT)

    De client woont niet in een instelling maar ontvangt wel de zorg van een instelling. Deze wordt dan bij hem thuis geleverd.

    Cliënt wil met een Wlz indicatie niet naar een intramurale voorziening, maar kiest ervoorlangdurig thuis te blijven wonen en de zorg door een zorgaanbieder thuis in te laten zetten.

    Het VPT bevat ook huishoudelijke hulp en derhalve wordt de hulp bij het huishoudengefinancierd vanuit de Wlz. Het zorgkantoor weet of de cliënt een Volledig Pakket Thuis heeft.

  • 3.

    Persoonsgebonden budget (Pgb)

    Cliënt wil met een Wlz indicatie niet naar een intramurale voorziening, maar kiest ervoorlangdurig thuis te blijven wonen en een persoonsgebonden budget te ontvangen. Devergoeding voor Hbh is hierin meegenomen. Hulp bij het huishouden wordt gefinancierd vanuitde Wlz.

  • 4.

    Modulair Pakket Thuis (MPT)

    Cliënt wil met een Wlz indicatie niet naar een intramurale voorziening, maar kiest ervoorlangdurig thuis te blijven wonen en de zorg deels door een instelling te laten leveren en deelszorg in te kopen met een pgb (voorheen omzetting in functies en klassen). Hulp bij hethuishouden zit hier niet in. Er kan aanspraak zijn op hulp bij huishouden op grond van deWmo.

  • 5.

    Overbruggingszorg

    Cliënt wil met het Wlz indicatie naar een intramurale voorziening (verblijfssetting), maar komtop een wachtlijst te staan. Cliënt zal dan thuis overbruggingszorg ontvangen totdat het verblijfwordt verzilverd. Omdat de cliënt nog niet opgenomen is, is er sprake is vanoverbruggingszorg tot aan opname, en wordt in 2015 de hulp bij het huishouden gefinancierdvanuit de Wmo.

8. SLOTBEPALINGEN

Dit protocol kan worden aangehaald als: Indicatieprotocol HBHKrimpenerwaard.

Dit protocol treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op dinsdag 29 maart 2016.
de secretaris, Mw. mr. M. Plantinga
de burgemeester, mr. T.P.J. Bruinsma